Isabel Allende – Violeta

Weinig nieuws onder Isabels zon

“Isabelle Allende, 40 jaar bestsellerauteur” roept de achterflap. Een aantal van haar bestsellers worden in een nieuw jasje gestoken ter gelegenheid van die 40 jaar. En er is deze nieuwe roman. We lezen ‘m met hoge verwachtingen.

Allende schreef in die 40 jaar een indrukwekkend aantal boeken waarvan er minstens 10 briljant zijn. Haar ‘Het huis met de geesten’ denderde indertijd de lichte literatuur binnen en brak alle verkooprecords, omdat het uniek en goedgeschreven is. Maar dit ‘Violeta’ of ‘Violetta’ zoals de rugtitel gek genoeg anders is gespeld, tempert die hoge verwachtingen toch enigszins.

Een terugkomend storende factor is de humor. Jawel, humor is fijn, op de juiste momenten en goed gedoseerd. Maar niet als het zelden leuk is en toch vanaf de intro tot aan het bittere eind in je gezicht waait. Het is die oude oom op de verjaardag die nog altijd denkt dat hij leuk is, maar bij wie de gasten haastig naar de wc gaan als hij moppen gaat tappen. Het is, hoe zeg je dat, een beetje uitgekauwd.

Voorbeeldje over miss Taylor met haar zwakke gezondheid: “Toen ze eindelijk weer uit bed kon komen, na bijna een maand te hebben geleefd op een dieet van kippensoep met versterkende kruiden, compotes van fruit van het seizoen met bijenpollen, druppeltjes opium en een misselijkmakend drankje van biet en biergist tegen de bloedarmoede, realiseerden mijn familieleden zich dat haar kleren om haar lijf lubberden en dat de helft van haar haren was uitgevallen.”

Ander manco: het verhaal is opgehangen aan de geschiedenis van een land in Zuid-Amerika, dat best Argentinië zou kunnen zijn. Vanaf 1920 loopt die geschiedenis na de Eerste Wereldoorlog, de Spaanse griep, de Grote Depressie, naar bittere armoede en de gevolgen voor de mensheid toen. Allende plaatst Violeta in die setting. Dat voelt alsof ze zo mee profiteert van de loop der geschiedenis (die er toch al is, dus dat hoeft niet meer bedacht te worden) en daarna al die narigheid die Violeta treft naar smaak toevoegt om het verhaal vol te maken. We missen hier inspiratie.

Dan is er het optimisme dat het hele verhaal dooradert. Niks mis met optimisme, maar een aantal verhaallijnen (en eigenschappen van de hoofdpersoon) lijken te veel op het levensverhaal van de schrijfster zelf. We weten dat ze veel heeft doorgemaakt, dat ze het leven van de zonnige kant bekijkt en kan doorbijten, maar eh, we hebben het allemaal al eens gelezen.

“Ik reisde naar Noorwegen om hem te bezoeken, samen met Etelvina en jou, Carmilo, je was toen zes en ik denk niet dat je het je herinnert. In de lange periode dat ik mijn zoon niet had gezien, was hij zo veranderd … In mijn herinnering was het mager, slungelig en behaard, en daar stond een stevige, vroegtijdig kalende man met een bril voor me. Ik voelde me verloren tegenover die vreemde, en een minuut lang, die een eeuw leek te duren, kon ik me niet bewegen, maar hij trok me naar zich toe in een enorme omhelzing, me begravend in de ruwe wol van zijn trui, en toen waren we weer hetzelfde als altijd, moeder, zoon, vrienden.”

Kort gezegd: dit verhaal verhoudt zich tot literatuur als de betere soapserie tot een arthouse film. Beide kunstvormen kunnen trouwens prima vredelievend naast elkaar bestaan. Het is aan de kijker om de keus te maken.

ISBN: 9789028451933

Sterren: ***

Uitgeverij: Wereldbibliotheek

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok  

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *