Ruben Verwaal – Bloed, zweet en tranen

Bijna te veel informatie

De achterflap vat het samen: “Ruben Verwaal, historicus en conservator bij het Erasmus MC in Rotterdam, promoveerde op onderzoek naar verandering in de perceptie van lichaamsvloeistoffen.” Dit ietwat eigenaardige boek is daar het eindresultaat van.

Los van de vraag waarom iemand ‘de perceptie van lichaamsvloeistoffen’ zou willen onderzoeken, zou de informatie die uit zo’n onderzoek komt, weleens onsmakelijk kunnen aandoen. Een korte blik op een paar van de hoofdstuktitels doet het ergste vermoeden: ‘Zweet’, ‘Oorsmeer’, ‘Menstruatiebloed’, Pus, ‘Zaad’, en ‘Tranen’.

Onbevooroordeeld als altijd echter beginnen we met lezen. Allereerst valt op dat er een heleboel vloeibaars voorbij komt.  Verwaal daalt diep af in de materie om zijn onderwerpen tot op de laatste druppel informatie uit te wringen. Dat sterkt het vermoeden dat dit kloeke boek voortkomt uit een al even kloek proefschrift. Nadeel: die mate van gedetailleerdheid botst op sommige plekken met de vlotte leesbaarheid.

Toch hoeft Verwaal niet bijzonder zijn best te doen om er een vermakelijk verhaal van te maken. Veel van de geschiedenissen zijn op zichzelf al absurd, tranentrekkend en/of spectaculair. Neem de ontstaansgeschiedenis van het onderzoek naar zaad (sperma) – daar tuimelen de bizarre aannames en experimenten over elkaar heen.

“De tijd van Tristram Shandy, rond 1700, is misschien wel de belangrijkste fase in de geschiedenis van zaad. Meer dan ooit doken wetenschappers in de anatomie van de genitalia, legden zaad onder de microscoop en raakten in verhit debat over de diertjes in het lichaamsvocht. Ontstaat de baby in de moeder of zit het embryo al in het zaad van de vader?…

‘Ik wenste wel dat mijn vader of mijn moeder, rijpelijk overdacht hadden in wat voor omstandigheden zij waren toen zij mij voortbrachten.’ .. Ze wisten toch wel, klaagde de zwakke en altijd zieke Tristram, dat hij de daad van voortplanting de gelukkige vorming van lichaam en geest van het kind op het spel stond? Dat het gezond verstand en sterke lichaam van de zoon afhangt van de woeste beweging en recht voortgaan van de ‘dierlyke geesten’ van de vader?

Zeg eens, lief, zeide myn moeder, hebt gy niet vergeten de klok op te winden? – Goede G..! zeide myn vader met een’ hevigen uitroep, doch ter zelvder tyd zorg draagende zyn stem weder te maatigen, – heeft nog wel ooit eene vrouw, zedert de schepping, haar’ man in zodanige omstandigheden; door zulk een zotte vraag gestoord?””

Zo staat het boek vol van anekdotische maar ook schrikbarende remedies tegen kwaaltjes. Overmatig zweten (hyperhidrosis) bijvoorbeeld, is in alle tijden even hinderlijk. Om dat ongemak binnen de perken te houden, schreef een arts in begin twintigste eeuw barbituraat voor. Een verdovingsmiddel dat het centrale zenuwstelsel dempt. Maar een decennium later werd die methode toch maar gestopt. Het leverde namelijk onhandige bijwerkingen op als geheugen- en coördinatieproblemen, hoofdpijn, braken, verwarring en ademhalingsstilstand.

Voor wie lekker door figuren, fileringen en feitjes wil bladeren, niet snel geschokt is door plastische beschrijvingen, een maag heeft die even sterk is als de soms van stinkende, donkergele pus druppelende experimenten, en geïnteresseerd is in deze boeiende episode van de geschiedenis van de geneeskunst, is deze fascinerende uiteenzetting van een zeer breed scala aan menselijke vloeibare in- en externe afscheidingen een onmisbare aanwinst voor op het nachtkastje.

ISBN: 9789403111728

Sterren: ***

Uitgeverij: de Bezige Bij

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Tiktok

Hanan Faour – Schervenstad

Het is nieuw noch origineel: een boek over emigratie en de zoektocht naar je wortels. Toch durft Hanan Faour het aan om te schrijven over haar leven in Nederland naast het leven in Libanon. Haar bio loopt daaraan parallel: “Hanan Faour is een Nederlands-Libanese schrijver die verhalen vertelt in tekst, beeld en HTML. Ze studeerde af aan Creative Writing ArtEZ, waar ze inmiddels ook lesgeeft. Schervenstad is haar debuutroman.”

Het verhaal: hoofdpersoon Nadine neemt het vliegtuig naar ‘Schervenstad’. In de haven van Beiroet is een opslagplaats geëxplodeerd. Hoe kan dat? Misschien omdat er een onderhoudsachterstand is in een veel te oud gebouw zonder ISO 1401 controlecertificaat met te weinig toezicht? Een onverschillige grondhouding, lijkt het zodra het vliegtuig is geland, die zoals we zullen lezen, in heel Libanon terugkomt.

Maar eerst komt Nadine met een schok in de familie terecht. Het appartement waar ze wonen is rommelig. Het puin van de ontploffing ligt nog op de vloer. Nadine helpt opruimen, en gaat met Isaac mee, die in een geblutste auto door de stad rijdt met de radio op stand lawaai. Ze manoeuvreren tussen talloze jochies door, die zonder helm op een oude scooter ook door de stad scheuren. En hun kans pakken zodra ze stil staan:

“Het geluid is hard en laat de boxen van de auto trillen, waardoor het even duurt voordat ik het geklop op mijn autoraam hoor…Ik draai aan de hendel om het raam te laten zakken. Het jongetje krult zijn vingers de auto in, gaat op zijn tenen staan en steekt zijn hoofd naar binnen. Massari?’ vraagt hij. Zijn gezicht is vuil, er zit een bruinrood korstje op zijn neusbrug en zijn haren zitten in de war, maar hij glimlacht.
Isaac wijst naar het dashboardkastje, waar bankbiljetten liggen. Ik geef de jongen twee van de briefjes, die hij snel aanpakt, in zijn vuist verfrommelt en wegstopt onder zijn shirt. Hij steekt zijn hand weer uit.
….
Isaac maakt een geluid alsof het jongetje een kat is die uit een tuin verjaagd moet worden en gebaart naar het raam. ‘Weg.’
Het kind laat het portier los, maakt zichzelf groot en zet uiteindelijk een stap achteruit.
Ik draai het raam voorzichtig omhoog. Net voordat Isaac langzaam weer weg kan rijden, zie ik in de zijspiegel hoe het jongetje tegen de auto aan schopt. Hij kan niet ouder zijn dan zes.”

Faour laat met die sfeerbeelden het leven in Libanon zien. Voor Nadine is dat zowel een weerzien met vroeger als een confrontatie met een wereld die ze ontgroeid is. Dat wordt duidelijker als ze haar vader ontmoet. Die is op een dag uit Nederland vertrokken, en passant haar leven op z’n kop zettend, en woont sindsdien in Libanon. Hij blijkt nog steeds autoritair, eigenwijs en lomp. Geen spat veranderd dus.

Zo maakt Nadine tijdens haar vakantie de balans op. Met Isaac bespreekt ze de voors en tegens van beide landen:
“‘Redenen om te blijven?’ Ik zeg het terwijl ik een van de vijgen bij het steeltje pak; ik neem het steeltje beet en trek de vrucht uit elkaar. Het vruchtvlees lijkt op een edelsteen, glinstert in de zon.
‘Teta’s mtabbal. De zee. Driehoekige pakjes Bonjus. Redenen om terug te gaan?’ Hij steekt zijn hand uit. Ik leg de grootste helft van de vijg in zijn handpalm.
‘De ov-chipkaart. IJscoupes van Clevers. Washandjes.’”

Een aardig boek over de zoektocht naar je wortels. Zoiets pakt confronterend uit, maar kan ook leiden tot reflectie, die een definitieve keus weer vergemakkelijkt. Goed geschreven maar het had iets minder voorspelbaar gemogen.

ISBN: 9789044545050

Sterren: ****

Uitgeverij: de Geus

Ook gepubliceerd op Bazarow en genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs 

Laura van der Haar – De kuil

Stof zijt gij

‘De kringloop van het leven’ lijkt de leidraad geweest te zijn voor dit boek. Alles stroomt, leeft en gaat weer dood. Eigenlijk is hier ‘de kringloop van de dood’ een betere kwalificering, want Laura van der Haar maakt het haar personages niet makkelijk.

Ja, het leven van genoemde personages is niet jofel. Kasja en Lennart bijvoorbeeld zijn een best wel tevreden samenlevend stel. Maar Lennart kan de dood van zijn zusje niet verkroppen. Zij maakte een doodsmak uit een boom, volgens Lennart omdat de grond haar aantrok en iets onheilspellends verbergt. Sindsdien is hij op een vruchteloze zoektocht naar .. dat weet hij zelf niet.

Kasja mist ook iets in haar leven, wat haar tot een liederlijke verhouding met een oudere man brengt. Een relatie die in sneltreinvaart vertrekt met ongebreidelde seks maar na verloop van tijd ontspoort naar onhoudbare proporties en, zoals dat gaat, tussen de twee geliefden hopeloos uit de hand loopt.

Allereerst is dit een extreem plastisch verhaal. Nog nooit las deze recensent zoveel afschuwelijk stinkende beschrijvingen van dode diertjes, halfvergane bomen, rottende humus en halfvergane humus. Als er van dit verhaal een geurboek zou bestaan, zou ik er ver uit de buurt blijven. Van der Haar is een meester in het lekker goor neerzetten van kokhalswekkende beschrijvingen:

“In de Middeleeuwen was dit dorp een burcht met een galgenbelt en in de burcht konden ze het knappen van het kraakbeen tussen de nekwervels horen – alsof je met kracht op een oude berkentak ging staan. De kraaien waren er dan als eerste bij, die begonnen bij de ogen, en als het slachtoffer naakt was dan gingen ze na de ogen rechtstreeks naar het kruis. Vastberaden trokken ze pezen en zenuwen en aders in de liezen los, heel precies pulkend, en nog steeds horen de dorpelingen hier ’s nachts wel eens knapgeluiden.”

Maar het is niet alleen gory stuff wat de klok slaat – juist de zuiver getoonzette verhaallijn die binnen een alinea van opperst geluk naar diepste wanhoop zwenkt, geven het verhaal kleur. Hier loopt Kasja door de supermarkt, wetend dat haar relatie niet meer bestaat, terwijl ze het object van haar liefde ziet:

“Ook hier loopt hij alsof hij de baas van de tent is, alsof de grijze vloertegels van de Albert Heijn erom smeken door hem belopen te worden, hij loopt met één hand in de zak van zijn pantalon en de andere losjes om de stang van het wagentje, gelijk moet ik aan zijn pik denken, ik sta bij de Zonnatura-producten, lijnzaad, chiazaad, rijstwafels en ik denk aan seks met hem, dat was het alsof hij me óveral aanraakte, overal gelijktijdig  de hele tijd, en hier bij dat Zonnatura-schap realiseer ik me wat voor bleke saus er over mijn leven is uitgeschonken sinds ik hem niet meer zie, iedere dag is een dag zonder verwachting, waardoor die dag geen noemenswaardig begin of einde heeft en opgaat in een zee van bleke dagen die allemaal achter elkaar kapotklotsen.”

Ja, de schrijfstijl is opmerkelijk. Sommige zinnen beginnen met een onschuldige, zelfs feeërieke situatie die vervolgens in fijn zwabberende zinnen heel subtiel kantelt naar een licht onaangename sfeer, stapsgewijs in intensiteit toenemend tot er onherstelbare daden worden gepleegd.

Wat, welke daden dan?? Neenee, meer mag ik niet prijsgeven. Ga dat boek gewoon lezen – en kijk daarna nooit meer hetzelfde naar de donkere grond van je achtertuin, waarvan je nu helaas weet dat er duizenden kleine moordenaartjes, gifmengers en kuitenbijters in rondkruipen, op niets anders belust dan het binnendringen van jouw systeem en het van binnenuit opvreten. Wees gewaarschuwd.

ISBN: 9789403111728

Sterren: ****

Uitgeverij: de Bezige Bij

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Tiktok

Marcel van Driel en Paco Vink – Game Helden tegen de Zombie-cowboys

Gamen op papier

Hoe zorg je ervoor dat kinderen die willen gamen, ook gaan lezen? Door een boek te maken waarin je een game kunt beleven. Zo simpel als dat klinkt is het natuurlijk niet. Dat komt omdat je OF gamende kids OF lezende kids hebt, maar zelden een combinatie van die twee.

Marcel van Driel lost dat probleem op met zijn brandnieuwe serie Billy Bones Bazen. Met die boeken beleef je lezen alsof je een game speelt. Dat kan nooit, zul je als hardcore gamer misschien zeggen. Dan moet ik je toch uitdagen deze ‘Game Helden tegen de zombie-cowboys’ te proberen, en zien hoe lekker dat leest. Wedden dat je daarna meteen door wilt met ‘Game helden tegen de monsters’?   

Marcel legt zelf uit wat het idee achter de serie is:

“Lezen moet LEUK zijn! In Game Helden zit alles wat ik geweldig vind. Gamen, superhelden, monsters, robots en stripverhalen. Het zijn de spannendste boeken die ik voor deze leeftijd heb geschreven. En de samenwerking met Paco is geweldig! Als ik een gek idee heb, komt hij met een beter of nog gekker idee. En zijn illustraties zijn altijd nog fantastischer dan de beelden die ik in mijn hoofd heb…”

Wie spelen er mee in de boeken? Dat zie je voorin elk boek, handig met naam en plaatje. We hebben Puck, Blaag de blob (een soort half leeggelopen luchtballon), de hoofdpersoon Raff, Manú, Phileine, Leona, en Atlas voor de zware karweitjes.

In ‘GameHelden tegen de Zombie-cowboys’ probeert Manú zijn teleporteerkrachten uit en opent per ongeluk een portaal naar het wilde westen. De Game-helden willen een paard redden van een zombie-cowboy, maar het portaal sluit en ze zitten erin vast. Hoe gaan ze hier levend uitkomen?

“Puck kijkt omhoog.

Ze kan heel goed klimmen, maar deze boom heeft weinig takken.

Zou ze ernaartoe kunnen vliegen?

Meteen voelt ze de grond onder zich wegvallen.

‘Puck!’ hoort ze Phileine zeggen.

‘Wat gebeurt er?’

‘Ik vlieg!’ roept Puck.

Ze kijkt naar haar armen.

Ze zijn deze keer niet gespierd.

Voorzichtig zweeft ze naar Blaag toe.

Sturen moet ze nog een beetje oefenen.

‘Kom maar,’ zegt ze.

De Blaag-poes springt in haar armen.”

Oké, meer zeg ik niet over dit spannende verhaal. Een verhaal dat je niet loslaat, vooral door de inderdaad heftige tekeningen vol actie, monsters, gekke dieren en onze Game Helden van Paco. Je wilt doorlezen, duikt diep in de gamewereld en hoopt dat je er ooit weer uitkomt. Misschien…

ISBN: 9789030508526

Sterren: ***

Uitgeverij: BillyBones

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow