Joan de Ruijter – Lupus

Strak verhaal lepelt lezer de filosofie in

De titel van dit boek zal hier en daar een belletje laten rinkelen. Het is de verwijzing naar “Homo homini lupus”: ‘De mens is zijn medemens een wolf.’ Een uitdrukking uit Asinaria, een toneelstuk van de Romeinse schrijver Plautus die in 271 voor Christus stierf. Een oud gezegde dus, maar actueler dan ooit in onze woelige wereld.

Zo plastisch als elkaar met bommen en granaten bedreigende landen is het hier ook weer niet. Het gaat over geestelijke onenigheid. Of beter, het aftasten van elkaars overtuigingen.

Hoofdpersoon Puck is erg geïnteresseerd in filosofie maar heeft op school last van haar dyslexie. Ondanks dat doet ze mee aan een essaywedstrijd. Zwetend doet ze haar best, weet tegen haar eigen verwachting in de wedstrijd te winnen en krijgt daardoor een aanstelling bij een nieuwe filosofie-universiteit in Spanje. Daar begint het eigenlijke verhaal.

In een oud, tochtig gebouw ontmoet ze haar mede-studenten: Charles uit België, Sinem uit Bulgarije/Turkije, met wie ze een soort van vriendschap krijgt. Het universitaire bestaan blijkt niet veel anders dan het gewone leven: ook hier zijn rangen en standen, hoog- en laaggeplaatsten, radicalen en rekkelijken, kakkers en paupers.

Joan de Ruijter beschrijft levendig het studentenleven op de universiteit. De verschillende meningen botsen regelmatig met elkaar, net als de levensstijlen. Studenten als Puck hebben niet veel geld, geen rijke suikerooms, komen niet aanrijden in een Tesla. Anderen wel. Dat vormt een kloof, maar geeft ook ruimte voor discussie. Een discussie die je gechargeerd over goed versus kwaad kan voeren.

Ook in de top van het universiteitsbestuur heerst tweespalt. Professoren Habermas en Claritis met hun haaks op elkaar staande overtuigingen vechten om de macht; een strijd die moeiteloos naar de huidige politiek verplaatst kan worden, naar de kloof tussen linkse en rechtse overtuiging of het verschil tussen complotdenker en wetenschap. De werkelijkheid verbleekt er bijna bij, zo actueel is het verhaal.

Dan hebben we nog de filosofische kwesties. De Ruijter zet die gedoseerd uit, achteloos tussen neus en lippen, terwijl de adolescenten aan het kiften zijn, of gewoon ronduit debatteren. Zo wordt de lezer zachtjes gevoed met impulsen om zelf na te denken, zelf te beslissen wat er in precaire situaties de juiste keus is. Voorbeeldje?

Charles, de kamergenoot van Puck en Sinem, is een avondje close geweest met de kwade genius Claritos, door de studenten consequent Clitoris genoemd. De dames horen hem de volgende ochtend uit:

“’Vertel je beste vrienden eens wat Clitoris gisteren allemaal gezegd heeft.’

‘Ik vind dat jullie niet kunnen beslissen wat ik doe en met wie ik omga. Dat bepaal ik zelf. Ik ben een autonoom wezen.’

‘Kom op Charlie. Je kon Clatiros’ bloed … wel drinken. Tot zeer kortgeleden.’ Sinem keek hem strak aan.

‘Nu niet meer. het is de vraag of ik hem gebruik of hij mij.’

‘Sinem, get a life. Niemand is het absolute kwaad of het absoluut goede. Dat weet jij ook.’

‘Hij kijkt op iedereen neer…. Hij is een übermensch. Geen conflictvermijder. Hij weet precies wat hij wil. Ik mag dat wel….’

‘Zei Kant niet dat je de mens nooit als middel mag gebruiken, alleen als doel op zich?’

‘Kant was een sukkel.’

We hebben dus tot nadenken stemmende dialogen, recht voor zijn raap-taal, een slimme protagonist, romanfiguren die levendig zijn en dat alles in een spannend, soepel lezend verhaal. De flaptekst meldt dat dit verhaal aansluit bij het boek Denken over democratie, dat de komende jaren zal worden gebruikt ter voorbereiding op het eindexamen filosofie. Hopelijk is dat boek net zo inspirerend als deze fraaie jeugdroman.

Sterren ***

ISBN: 9789047713272

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Gerard Reve – Zeer Fijne Boy

Weer een snipper Reve aan de vergetelheid ontrukt

En zou de grote Volksschrijver dat erg vinden?

Hoogstwaarschijnlijk niet. Als het maar schoof. Nu hij er zelf niet meer is om de binnenwapperende bankbiljetten te tellen, zullen zijn erven dat waarschijnlijk doen. Prima. Als wij maar weer een fragmentje van zijn meesterhand tot ons kunnen nemen.

In dit fijne in roze met rood gebonden boekje vinden we de ‘Brieven aan Jef R. (1986-1997)’ Het woord vooraf van den uitgever geeft duiding aan de uitgave. Reve onderhield een briefwisseling met Jef Rademakers, televisiemaker (ook van het in dit voorwoord niet genoemde programma ‘De Pinup Club’) en vertaler van het oeuvre van Arthur Schnitzler. Tussen 1986 en 1997 maakte Rademakers met Reve een aantal spraakmakende televisieprogramma’s; de correspondentie tussen die twee kunnen we in dit werkje teruglezen.

De uitgever: “Voor de verstokte Reve-liefhebbers zal het een feest van herkenning zijn, maar ook voor wie Reve nog moet ontdekken, werd dit boek uitgegeven. Zo blijft, vijftien jaar na zijn overlijden, het universum van de grote Volksschrijver nog steeds uitdijen. Wij zijn trots dat we daar een steentje aan bij kunnen dragen.”

Driewerf dank, wij steken onze neus er als een nachtclubjunk in de cocaïne meteen in. Is de eerste indruk goed?

Ja en nee. De inhoud van de brieven is onmiskenbaar Reviaans. Voor de liefhebber is het een feest van herkenning om die alle kanten op schietende correspondentie, vol lariekoekzinnen, subzinnen en subsubzinnen met nog meer onzin, te lezen. De hieronder willekeurig opengeslagen bladzijde met ‘brief XII’ gaat over Reve’s komende 65e verjaardag. Reve en Rademakers waren het er al over eens dat dit lustrum op tv gevierd moest worden – de ideeën en voorstellen worden hier door Reve, voor Rademakers, alvast aangedragen:

“Leven en streven van een in heel Noord- en Zuid-Holland wereldberoemde man die 65 wordt, hoe kan dat in 55 minuten? Wil je er ‘alles’ in doen, dan wordt het zulk een geflits, dat de kijker er geen touw meer aan kan vastknopen. Matroos wilde eerst alles uit de geschiedenis op een rij zetten: wat er toen, toen en wederom daarna gebeurde en of daar allemaal stukken levende beelden van te achterhalen zijn. Je krijgt dan misschien wel 9½ uur film, en een ontzaglijk gevlooi, geknip en geschuif,bijna niet om uit te komen…. Ik geloof dat we andersom moeten beginnen. Ik ontvouwde voor Matroos zijn geestesoog mijn eigen plan, en hij bleek daar ten zeerste voor geporteerd.”

Naast het geven van dit soort kijktechnische adviezen verloor Reve ook de zakelijke kant niet uit het oog. Hij wist wat hij waard was en noemde de prijs voor zijn aanwezigheid dan ook zonder gêne. Wel moest hij af en toe door Rademakers herinnerd worden aan het indienen van de rekening.

Ook opvallend is Reve’s heldere kijk op de inkleding van de shows die ze voornemens waren te maken. In mei 1987 zond de NOS vier tv-programma’s uit, waarvan één verslag deed van Reve’s bezoek aan het Vlaamse dorp Haalteren. Daar beweerde een familie dat het Mariabeeldje op het dressoir tekenen van leven gaf. Reve daarover: “Ik vond het wonder van Haalteren (als het zo heette) ietwat luguber, maar er is wel iets van te gebruiken, bijvoorbeeld om het infantiele, het geoudehoerkundige, etc., peil te tonen, waar devotie overgaat in zwakzinnigheid…

Ik heb een goede tekst om ‘uit te gaan’. Voorts moeten deel I en II elk met een goede demi-finale eindigen, om de belangstelling vast te houden….

En wat denk je van een grote polaroid van dat schilderij van Joos van Cleve, dat afgebeeld staat in Alone of All Her Sex, en waarop Zij, trots en gelukkig, de Schepper zoogt? …

Om daarmede het gehele programma te beëindigen, omdat het alles draagt, vertolkt en samenvat: Haar menselijkheid, waardoor alle kritiek verstomt.”

Zoals men ziet, is de correspondentie enerzijds vrij zakelijk van aard. Dat zou de argeloze lezer kunnen afschrikken. Echter, dit fijne werkje bederft de eetlust niet omdat Reve anderzijds aan elke brief wel een buitenissige, ja zelfs lucullische draai weet te geven. Dat is waar we als dilettant uiteindelijk naar smachten: Reve, da’s tenslotte pas Leve.

Sterren ***

ISBN: 9789463936804

Uitgeverij: Borgerhoff & Lamberigts

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Tjibbe Veldkamp & Marijke ten Cate – De bijzondere beer

Klim uit je vuilcontainer

Een vrolijke beer met zonnehoedje kijkt de lezer aan. Op de achtergrond een gouden hemel met volop zon, een paar huizen in sepia oogvriendelijke kleuren, alles kits hier. Deze harige voervoeter heeft lol in zijn leven.

Die optimistische houding komt van pas, merken we als we het boek openslaan. Dit is namelijk een bijzondere beer. Eufemistisch uitgedrukt betekent dat, dat onze beer enigszins gehandicapt is. Hij heeft namelijk geen armen.

In een flashback zien we op de eerste pagina’s hoe dat zo kwam. Een fabuleuze tekening laat een over twee pagina’s slingerende lopende band zien, waarop beren zitten in verschillende stadia van voltooiing. Op het punt waar de armen volautomatisch aan de beren genaaid worden (door een glimlachende robot), zat onze beer eventjes verkeerd om op de lopende band. Daardoor mist hij de robot – en zijn armen.

Dat ongelukje beperkt de mogelijkheden nogal. Wat zou jij doen zonder armen? Niet je mes en vork gebruiken bij het eten, en ook handbal spelen wordt lastig, laat staan jezelf krabben als je jeuk hebt op je linker bil. De beer heeft daar geen last van. De man aan het eind van de lopende band wel. Die zegt: ‘Jij bent niet goed. Jou wil niemand hebben.’ En hij gooit de beer weg.

Slecht begin van een berenleven, nietwaar? Of van een gewoon leven, nu we erover nadenken. Gelukkig is deze beer bijzonder positief ingesteld en klimt uit de vuilcontainer.

Met op elke bladzijde weer die fantastische tekeningen volgen we de armloze beer. Marijke ten Cate geeft de dieren die de beer tegenkomt, een eigen karakter mee. Soms door de prachtige kleuren, soms door een houding, soms door alleen oogjes over de rand te laten kijken.

Die kleuren blijven de oogbollen van de lezer kietelen. De tinten worden zacht (geel bijvoorbeeld) in de buitenlucht, of zwembadblauw als het een wegdek betreft, of berenbruin als er meer beren in de buurt zijn. De mensen en dieren zijn helder getekend, met uitdrukkingen die meteen duidelijk zijn voor bladerende lezertjes.

De tekst is summier maar waar nodig goed ondersteunend. Geen woord te veel en zo hoort dat in een prentenboek. Over de moraal van het verhaal valt van alles te zeggen maar positief benaderd is het een mooie levensles: klim uit je eigen vuilcontainer en ga op pad.

Sterren ****

ISBN: 9789047710769

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Bronzwaer, Kooiman, Rengers – De machine: In de ban van Booking.com

Een duivels goed systeem

U kent Booking.com ook. Het is de website waarmee u dat leuke hotelletje aan het Lago Maggiore vorig jaar boekte, een website die zo soepel werkt dat het voelt alsof je het hotel zelf aan de digitale lijn hebt. Maar dat is niet zo. Booking.com heeft zich op internet tussen dat hotelletje en u een plekje verworven, zodat u de reservering niet rechtstreeks via dat hotelletje maakt, maar via hen.

Nou en, zult u denken, kan mij het schelen. Als ik maar vlot en soepel mijn vakantie kan boeken. Dat was de gedachtegang van de man die het fundament onder Booking.com legde: Geert-Jan Bruinsma. Hij bedacht in 1996 na zijn studie in Twente samen met zijn stagebegeleider het concept voor deze reserveringsmachine, waarvan niemand exact weet wat de achtergrond is.

Onderzoeksjournalisten Stijn Bronzwaer, Joris Kooiman en Merijn Rengers, allen werkzaam als redacteur bij NRC, groeven naar die achtergrond. Ze beten zich vast in de ontstaansgeschiedenis, het ontstaan en de groeistuipen van de boekingsgigant. En zoals de achterflap blurt: ‘Maar vooral is dit het verhaal van een bedrijf dat een weergaloze online geldmachine bouwde, en in de eeuwige zucht naar meer de mensen achter de machine vergat.’

Goed, de journalisten klemmen hun kaken rond de materie. Dat vastbijten is nodig, want bijna niemand wil zijn mond open doen. Zeker de twee mensen van het eerste uur niet. Zij brachten naar voorbeeld van een Golden Tulip-reserveringssysteem uit 1996 hun ideeën bij elkaar om een beter systeem te ontwikkelen. Dat is gelukt, kunnen we wel stellen. Maar om daar de lezer goed kennis van te laten nemen, neuh, daar is de moedermaatschappij niet zo van gecharmeerd.  Daarom gaan, zoals uit de inleiding blijkt, de onderzoekers grondig te werk. Heel grondig. Heel, heel grondig. Zo grondig dat we de eerste stappen op het Booking.com-pad stuk voor stuk beschreven krijgen. Ook dat de grondleggers het systeem baseren op internet, dat toen nog lang niet het potentieel van nu had. En dat er constant geschaafd werd aan het systeem, dat sneller, efficiënter, gebruikersvriendelijker werd en – niet onbelangrijk – een bescheiden winst ging genereren.

Die aanloop naar het succes is, hoewel boeiend, erg langdradig. We krijgen veel (zij)stappen te lezen, kleine vernieuwingen, nog kleinere verbeteringen, stapjes met sneller, beter internet, betere locaties, nieuwe hoofdkwartieren enzovoort. In dat proces hadden de journalisten zichzelf wel wat kunnen censureren om de leesbaarheid op een plezierig niveau te houden. Het is allemaal waar gebeurd, maar luister, we hebben niet alle tijd van de wereld.

Verderop komen we gelukkig meer tot de kern. Het is een verhaal met bekende echo’s: hoe groter de onderneming werd, hoe groter de bazen wilden groeien. Er werd extravagant veel geld verdiend, maar de menselijke maat verdween van de radar. Op het hoogtepunt van het succes waren de buitensporige feesten niet van de lucht en kwamen allerlei onfrisse zaken naar boven die in deze tijd zeker geschaard zouden worden onder de Me Too-schandalen. Het is te hopen dat dit boek in ieder geval een soort van moreel appél oproept bij de betrokkenen. Geld maakt niet alles goed.

Sterren ***

ISBN: 9789048859993

Uitgeverij: Lebowski

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Bert Teunissen – Weggecijferd, teruggevochten

Een beschamende affaire zichtbaar gemaakt

Het lijkt een koffietafelboek. Zo’n lekker dik fotoboek om te bladeren door een verzameling zeldzame sportauto’s, of Monets. Maar dat is het niet. Dit fotoboek is de weerslag van de gevolgen van de Toeslagenaffaire. Fotograaf Bert Teunissen bezocht 100 slachtoffers van die affaire, fotografeerde ze en zette ze in dit boek: “Weggecijferd, teruggevochten”

Bert Teunissen, hoe kwam je op het idee van dit boek?

“Ik werd gebeld door art director/vormgever Joeri Jansen. De SP wilde een boek maken waarmee ze de gedupeerde mensen van de Toeslagenaffaire hun gezicht willen teruggeven. Het concept was: het zijn gewone mensen. We geven het Nederlandse volk een beter beeld van wie dit werkelijk zijn.”

Het verhaal over de Toeslagenaffaire is even bekend als treurig. Het begon met de Bulgarenfraude: er verdwenen tienduizenden euro’s naar Bulgaarse dorpjes waar mensen woonden die zich in Nederland hadden ingeschreven en nu gratis geld kregen. Na dat aandachttrekkende fiasco voerde de het kabinet en in het verlengde daarvan de Belastingdienst extra strenge maatregelen in. Eerst om de Bulgarenfraude te stoppen. En na opduikende verhalen over frauderende kinderdagverblijven, besloot men ook de kinderbijslagtoeslagen steviger te controleren. Veel steviger. Het uiteindelijke gevolg was dat duizenden ouders onterecht werden aangemerkt als fraudeur.

Teunissen bezocht 100 van de gedupeerden thuis. Hoe ervoer hij dat?

“Er is veel schaamte. Vaak krijgt de vrouw de schuld, soms ook in de steek gelaten door een boze man. En boosheid. De Belastingdienst gaf iedereen het idee dat zij de enige waren. Pas toen Omtzigt en Leijten een meldpunt openden, bleken er bijna 50.000 gedupeerden te zijn.”

Voor de gedupeerden die als fraudeur werden bestempeld, had dat desastreuze gevolgen. Sommigen moesten stante pede tienduizenden euro’s terugbetalen, anderen moesten bewijzen dat ze sowieso kinderen hadden maar werden niet geloofd. De Belastingdienst gebruikte software en later een zelflerend algoritme; mensen werden weggecijferd en konden daar niets tegenin brengen. Contact zoeken met de Belastingdienst lukte niet, opgestuurde geboorteaktes verdwenen in een zwart gat; behalve betalen was er geen mogelijkheid tot correctie of uitleg.

De SP is bij monde van Omtzigt en Leijten de klokkenluider van de Toeslagenaffaire. De politici stellen vragen, proberen dossiers boven tafel te krijgen met als doel te achterhalen hoe dit zo mis kon gaan. Dat proces is gaande. Maar SP vond dat er meer gedaan moest worden. Zo kwam het boek in beeld.

Bert, het is een prachtig boek geworden. Wat wil je met dit project bereiken? “Bewustwording. Laten zien hoe machtig de overheid is als je ze tegen je krijgt.”

En wat is je het meest bijgebleven?

“Dat er twee jaar later nog steeds geen geld terug is gegeven. Mensen zijn tot de bedelstaf geraakt, tot de bedelstaf. En de houding van de Belastingdienst. Weet je hoe de ambtenaren van de Belastingdienst het noemden als ze op bepaalde momenten geld bij de gedupeerden weghaalden? Afpakjesavond!”

Het boek is te bestellen via de website van de SP. Vanaf januari 2022 ligt het in de boekhandels of is daar online te bestellen.

 

Het fotoboek is op bijzondere wijze gebonden. Met het boek in de linkerhand en met de rechterduim naar rechts door de pagina’s waaierend, komt de kille systematische kant van de Belastingdienst in beeld. Dat van cijfers en kenmerknummers.

Wissel je van hand en waaier je terug naar links, dan zie je de mensen. De gezichten en gezinnen achter de cijfers. Deze en duizenden andere gezinnen laten zich niet wegcijferen en vechten terug tegen het ongekende onrecht dat hen is overkomen.

Sterren ***

ISBN: 9789090354989

Uitgeverij: De Vrije Uitgevers

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Astrid Lindgren – Emiel Winter op de Hazelhoeve

Pietje Bell in Zweden

Eerst even de tekeningen. Die vallen nauwelijks op in dit voorleesboek maar zijn retegoed. Stripachtige poppetjes zijn het. Ze bewegen sjouwend, spelend, huilend, protesterend, strompelend, ruziënd, helpend en lachend tussen de teksten door. Je zou ze ouderwets kunnen noemen. En niet bijzonder. Toch dragen ze een groot deel van de verhalen.

Zoals op bladzijde 27, waar Emiel de miserabele Bazin van het armenhuis om de tuin leidt. Deze misantroop steelt hammen en kazen van de allerarmsten en dat kan het gouden hart van Email niet aan; ook de nooddruftigen hebben immers recht op een goede kerst. Inderdaad,  Scrooge is qua idee niet ver weg, maar de tekening is schitterend. De figuurtjes zitten in een tochtige barak, in vodden gewikkeld tegen de kou, met ingevallen wangen te wachten op hun noodlot. De gezichten zijn fascinerend simpel getekend, maar kunnen zo concurreren met de beroemde Schreeuw van Edvard Munch.

Nog eentje? Oké, alleen bladzijde 111 dan nog, waar Emiel zijn Heldendaad uitvoert. In veel te hoge sneeuw gaat hij met paard Alfred, een slee, de aan bloedvergiftiging bezwijkende Alfred en zichzelf naar de dokter in Mariannelund. De tocht is te zwaar, ze halen het niet, het moment van instorting is de tekening. Alfred staat tot aan zijn buik in de sneeuw, de zieke Alfred ligt onder de dekens, en een moedeloos gebogen Emiel poogt de sneeuw weg te scheppen. Dit komt niet meer goed.

Genoeg met die illustraties, over naar de tekst. Die is zoals verwacht kan worden van verhalen uit 1966, 1985 en 1952, gedateerd. De verhalen hebben minder snelheid dan in dit huidige tijdsgewricht, er wordt meer uitgelegd, de schrijver maakt af en toe een ommetje om een punt te benadrukken. Zoals hier bij de tekening van het armenhuis:

“Tegen die tijd had de Bazin alle worsten, palt, hammen en paté, en ieder saffraanbroodje en ieder peperkoekje naar binnen gewerkt en de tabak van Gijs zorgvuldig opgemaakt. Nu zat ze daar op zolder somber voor zich uit te staren, je weet wel, zo somber als je je soms kunt voelen wanneer je iets verkeerd hebt gedaan en ook nog te veel palt gegeten hebt. Ze wilde niet naar beneden gaan, want ze had helemaal geen zin in de verwijtende blikken van alle oudjes.”

Geweldig stukje tekst: zowel belerend als langdradig als humoristisch. Belerend is het protesterende geweten van de Bazin, omdat ze alle lekkernijen heeft verdonkeremaand en naar binnen heeft geschrokt. Landradig is het (een beetje), vergeleken met de scherpe korte sweepstakes in tegenwoordige boeken. En humor sijpelt door in het ‘zorgvuldig’ opgemaakt hebben van Gijs’ tabak.

Die combi is voor alle verhalen in dit boek van toepassing, en gek genoeg stoort het niet. Er spreekt vooral plezier uit, lol in het maken van een mooi verhaal, genoegen in het overbrengen van meeslepende gebeurtenissen, pret bij het maken van geintjes. Astrid Lindgren draait hier haar meesterhand niet voor om.

Sterren ****

ISBN: 9789021682464

Uitgeverij: Ploegsma

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Ai Weiwei – 1000 jaar vreugde en verdriet

Overleven onder een verstikkend regime

Het meest bekende kunstwerk van Ai Weiwei zou voor Nederlanders moeten zijn de ‘Dutch holiday party’. Die maakte hij in 2021: een keurige kring houten stoelen in een lege ruimte. Het laat zien hoe flexibel deze man de invloeden om hem heen opzuigt en omzet naar kunstwerken.

63 jaar oud is hij nu, en behalve beeldend kunstenaar architect, vormgever, filmmaker en curator. Hij ontving in zijn carrière de meest uiteenlopende onderscheidingen. Dat alles staat te lezen in zijn nu in het Nederlands vertaalde memoires, en ook veel gruwelijks. Gruwelijks?

Jawel. WeiWei had de pech om een foute vader te hebben. Althans volgens het Chinese regime in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Ai herinnert het zich zo:

“Als jongen was de wereld voor mij net een split screen. Op de ene helft van het scherm stapten de Amerikaanse imperialisten parmantig rond in smoking en met hoge hoed, met hun wandelstok in de hand en achter zich aan hun loophondjes: de Britten, de Fransen, De Duitsers, De Italianen en de Japanners, samen met de reactionairen van de Kuomintang die zich hadden verschanst op Taiwan. Op de andere helft stond Mao Zedong, geflankeerd door de ‘zonnebloemen’, dat wil zegen de volkeren van Azie, Afrika en Latijns-Amerika die streefden naar onafhankelijkheid en de bevrijding van het kolonialisme en het imperialisme: wij dus, de vertegenwoordigers van het licht en de toekomst… De twee helften van het scherm waren niet met elkaar te rijmen.”

Ai’s vader was schrijver en werd als ‘gezaghebbend rechts element’ onder het bewind van Mao Zedong verbannen en gedwongen tot ‘heropvoeding door arbeid’. Het gezin werd gedeporteerd naar de rand van de Gurbantüngwoestijn, ook bekend als ‘Klein Siberië’. Zonder moeder trouwens, die vertrok met het jongste broertje naar Beijing. Samen met zijn vader ondergaat Ai “de implementatie van het partijbeleid, de uitvoering van de besluiten en directieven van hogerhand en en studie van het marxisme-leninisme en het Denken van Mao Zedong.” Ook wel bekend als hersenspoelen.

Dat ging ver, want later worden vader en zoon naar een nóg  onherbergzamer oord gezonden. Daar leven ze letterlijk in een hol onder de grond, met overdag keihard werken en ’s avonds de gebruikelijke ideologie-inprenting. WeiWei besteedt bijna de eerste helft van de biografie aan de onplezierige avonturen die hij samen met papa onderging. Dat levert voor de ongeduldige lezer wat eh ongeduld op, maar voor de lezer die meer diepgang wil, een bevredigend verhaal.

Dan stapt Ai over naar zijn eigen leven. Dat is – in een iets soepeler tijdsgewricht – beduidend minder beperkt dan dat van zijn vader. Als jongeman krijgt hij het al voor elkaar naar Amerika af te reizen en daar als een verslaafde in een drugstore alle indrukken te absorberen. Andy Warhol komt langs, net als de halve kunstwereld van New York. De jonge kunstenaar drinkt gulzig alle invloeden in die hij kan vinden.

Er valt meer dan genoeg interessants te vertellen over het leven van Ai Weiwei. De biografie telt niet voor niets 461 bladzijden. Het meest fascinerend zijn de inside-beschrijvingen van de acties die het keiharde regime voert tegen eenieder die anders denkt dan de grote Mao. Ook laat de schrijver zien hoe de menselijke geest, jarenlang ondergedompeld in zo’n regime, steeds moeilijker terug kan grijpen op de herinnering van een ander leven.

Ai zet een verbijsterend beeld neer van een leven in geestelijke slavernij. We lezen in heldere taal wat vrijheid betekent; dat vrijheid pas echt iets waardevols wordt als het je met harde hand onthouden wordt. Een rijk verhaal is het, waard om door een groot publiek gelezen te worden. In deze helder en soepel geschreven vertaling is dat niet al te moeilijk.

Sterren ****

ISBN: 9789048826537

Uitgeverij: Lebowski 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok