Recensies van actuele boeken

Peter de Greef en Iris Dudok – Kootje Konijn op avontuur in Rotterdam

De vrolijke dierenbende van Rotjeknor

Een zoekboek, noemt de uitgever dit. Het is een ‘gewoon’ prentenboek over Rotterdam, maar omdat Koningsdag in 2023 in Rotterdam was, worden peuters en kleuters uitgenodigd het kroontje dat de Koning bij elke tekening heeft achtergelaten, te zoeken. Grappig bedacht.

In het boekje figureren een heleboel dieren waaronder een Koala, Neushoorn, Bever, Kameel (of is het een Dromedaris?). Alles vindt dus plaats in Rotterdam. Dat is een voordeel en een nadeel, zou Willem van Hanegem (als Rotterdamse tegenhanger van Johan Cruijff) gezegd kunnen hebben. Want Rotterdam is een prachtstad. Maar als je niet geïnteresseerd bent in Rotterdam, zal dit verhaal je ook niet boeien.

Het begin: Kootje het konijn heeft vakantie!

“Hij heeft de hele week vrij,

Maar toch is hij niet zo blij.

Mama moet werken en papa klust aan het huis.

Wat doet Kootje deze vakantie alleen thuis?”

Slechte start van de vakantie. Zeker als Kootje bij zijn vrienden gaat kijken of zij iets te doen hebben. Dat hebben ze:

“Niemand wil praten. Ze zijn allemaal bezet.

Iedereen staart zwijgend naar zijn eigen ‘i-Pet’´”

Kootje heeft een beter idee. Hij vraagt: ‘Wie gaat er mee? Op avontuur in onze stad! Met z’n allen beleven we altijd wat.’

Dat vinden zijn vrienden ook en als een complete beestenbende gaan ze de stad onveilig maken. De jonge lezertjes aan het zoeken zetten werkt prima: ze verdiepen zich in de tekeningen en krijgen zo wat mee van de charme van Rotterdam. Zoals de regenwaterdouche:

“Vrijdag is het warm, maar het zit tegen.

Ze worden overvallen door harde regen.

Opeens hoort Koe vrolijk gesnater:

Eenden op een plein volgelopen met water!

Koe krijgt een idee en springt pardoes

Zo onder de regenwaterdouche!”

ISBN: 9789083306612

Sterren: ***

Uitgeverij: Levendig Uitgever 

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow 

Roxane van Iperen – Dat beloof ik

Heftig pleidooi voor jezelf

In elk opzicht een fors boek, dit. In omvang, maar nog forser in toon, emoties, heftigheid, pech, vileiniteit en verlies. Qua emoties had het boek net zo goed in hoofdletters geschreven kunnen zijn, zo zit van Iperen bovenop woorden die de lezer vastnagelen en zinnen die de adem benemen.

Het verhaal speelt in een dysfunctioneel gezin. Lijdend voorwerp is de twaalfjarige M. die niet direct een onbezorgde jeugd kent. Geen fijne pubertijd ook trouwens; voor haar is het leven een kwestie van klappen proberen te ontwijken. Fysieke klappen van haar gefrustreerde korte lont-vader, en een paar graden erger, de geestelijke meppen van haar labiele moeder:

“Je doet ’t erom, siste haar moeder naar oma.

Het was fijn om het haar ook eens tegen oma te horen zeggen. Ze vermoedde dat het de vier woorden waren die haar moeder het meest tegen haar zei: je doet ’t erom. Alsof M. vanaf haar geboorte een vooropgezet plan in haar hoofd had van al haar handelingen en de mogelijke gevolgen die ze hadden voor haar moeder, voor haar ouders. Een duivelse landkaart met bloedrode vertakkingen. Welke afslag ze ook namen, ze leidden allemaal richting hun ondergang. Je doet ’t erom. Alles liep dood op M., die zich zogenaamd ergens van bewust was, de vermoorde onschuld uithing, zoals haar moeder het noemde.”

De onbezonnen leefwijze van vader maakt het er niet beter op. Hij is ‘ondernemer’, en maakt schimmige dealtjes met randfiguren, om vervolgens in woede uit te barsten als hij weer eens opgelicht is. Of als de spullen die hij krijgt, van zeer slechte kwaliteit zijn. Allemaal zaken die zijn korte lontje in een nanoseconde ontsteken zodat hij a. zijn frustraties op z’n gezin botviert en b. ze rap moeten verhuizen omdat er weer een schuldeiser aan de bel dreigt te trekken.

Zo leeft M. in afgelegen vakantiehuisjes in een voor haar volstrekt normale wereld. Door papa’s leefstijl wisselt ze van school zoals een opgroeiend kind van melktanden:

“De nieuwe school was als alle andere. Eindeloze rijen jashaakjes op kinderhoogte (één keer struikelen, één keer bukken als je te dichtbij stond en hup: dwars door je oogbol) .. Aan de voorkant van het gebouw was de speelplaats voor de kleintjes, met skelters en een klimrek, aan de achterkant het plein voor de bovenbouw en zolang haar moeder geen kopie van haar zwemdiploma had ingeleverd mocht ze niet mee op schoolreis…. Haar niet-bestaande zwemdiploma was kwijtgeraakt tijdens de verhuizing; de teleurstelling daarover speelde ze overtuigend mee met de directeur.”

Onze hoofdpersoon krijgt een boel te verduren: emotionele chantage van mama, vuisten van papa, gepest worden in de klas (ze duwen haar elke dag met haar hoofd in de wc-pot, om ‘de randjes schoon te maken’) en een algeheel onbegrip voor de wereld.

Van Iperen beschrijft gevaarlijk kalm M’s bij voorbaat verloren strijd in een stugge wereld en hoe het is om een outcast te zijn, niet te passen in ‘ons’ wereldbeeld. Het geeft weer hoe lastig het is als je van huis uit geen veilig pakketje normen & waarden meekrijgt. De eenzaamheid, beklemming en hopeloze afhankelijkheid van ontspoorde ouders, die in dit verhaal knap opgeroepen wordt, is hartverscheurend.

Een verhaal dus dat het waard is verteld te worden: een brandend pamflet om de leiding te houden over je eigen leven.

ISBN: 9789400408562

Sterren: ****

Uitgeverij: ThomasRap

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en op Tiktok. Het boek is genomineerd voor de Boekenbon Literatuurprijs 2023

Alex Latimer – De eend die maar niet knipperde

Geinige staarwedstrijd

De frustratie druipt ervan af:

Een (mannelijke, gok ik) observator beschrijft een eend. Een hele gewone, witte eend met gele pootjes en snavel en WIJDOPEN ogen.

Dit laatste werkt op de zenuwen van de observator. HEEL ERG op de zenuwen van de observator. Waarom knippert die eend niet?

Hij besluit net zo lang de eend in de ogen te kijken tot hij knippert. De eend dan. Niet hijzelf. Want hij geeft niet op. Neeneenee. Hij gaat deze staarwedstrijd winnen. Zeker weten. Met steeds een nieuwe strategie:

“Weet je wat? We vertellen die eend een MOP. Dat gaat vast werken.

Hoe haal je een koe uit de sloot?

Nat!”

De eend lacht.

Maar hij knippert niet.

Een mooi uitgangspunt voor een prentenboek, al zijn de vertelmogelijkheden wat dunnetjes. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om de ergernis, de irritatie, de gore moed van die eend om alsmaar niet te knipperen terwijl hij, de observator, dat ook niet doet. Het is als een shootout in een western. Ze kijken elkaar in de ogen tot de zwakste zijn revolver trekt.

Alex Latimer schreef en tekende dit originele verhaal.

Bette Westera vertaalde het.

En u kunt het aan uw (klein)kinderen voorlezen.

Waarschuwing: er is een mogelijkheid dat de kinderen daarna bij de eendenvijver zitten te staren. Maar hé, dat houdt ze weer even bezig.

ISBN: 9789493301214

Sterren: ***

Uitgeverij: Samsara

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow 

Rima Orie, Marie Lotte Hagen & Nydia van Voorhuizen, Philip Huff – 3PAK2023

Verrassende verhalen voor nop  

Zo, fijne schrijvers hier. Orie, Hagen & van Voorthuizen en Huff staan garant voor prima leesbare verhalen. Strak plan dus van de CPNB om dit trio het boekenweekgeschenk voor jongeren 2023 te laten schrijven.

Een geschenk. Dit boekje kun je dus gratis voor niks, noppes, nada gewoon ophalen bij je school of bibliotheek. Van 15 t/m 24 september 2023 om precies te zijn.

Rima Orie – ‘Avani, de dochter van de Orde’

Rima schrijft fantasyverhalen over magische werelden, zoals ‘de Zwendelprins’ en ‘In het vervloekte hart.’ Dit verhaal speelt in de game ‘Assasin’s Creed: Mirage.

Het verhaal trekt je direct naar binnen. Hoofdpersonage Avani sprint over de stenen daken van Bagdad en probeert de twee mannen en een vrouw die achter haar aanrennen, voor te blijven. Ze wordt geraakt door een gegooide dolk. Haar wang bloedt. En de achtervolgers komen dichterbij …

“Ze veegde met een paar vingers langs haar gezicht.

Bloed.

Zonder een spier te vertrekken, stapte ze over de rand van een dak en verdween de diepte in. Halverwege haar val greep ze de rand van een vensterbank om zichzelf af te remmen en belandde in gehurkte positie op de grond. ”

Marie Lotte Hagen & Nydia van Voorthuisen -‘Zelf weten.’

Een echt verhaal is het niet. Het zijn meer (seks)tips voor jongeren. Over het dagelijkse leven, dat hopeloos ingewikkeld is. De dames vertellen daarover erg openhartig, in normale taal. Bijvoorbeeld over schaamhaar bij meisjes:

“Het liep totaal uit de hand, mijn schaamhaar. Het groeide en woekerde en de laatste tijd leek het harder te gaan. Elke douchebeurt staarde ik vol afschuw naar beneden. Nu was ik nog de enige die het zag, maar met het oog op de toekomst (met wie weet een vriend), kon ik maar beter vast aan het snoeien slaan. Mijn ouders waren weg, de badkamerdeur zat op slot (m’n nieuwsgierige zusje liep hier ergens rond) en ik had het scheermesje dat deze cruciale taak moest gaan uitvoeren in de aanslag. Dat haar ging eraf.”

Philip Huff – ‘Gameplan’

Dit gaat over puber Antoon Darroze. Hij woont met broer, vader en moeder nu even in een groot huis in Amsterdam en hij heeft een haarscherpe handelsgeest. Zo verkoopt hij sneakers. Prima handeltje:

“Zoals je misschien hebt gehoord, verdien ik geld met sneakers. Vroeger deed ik dat door sneakers van anderen te customizen met mijn kunst… Maar dat versieren was veel werk. En, naar bleek, ook niet nodig. Ook omdat mensen niet op een unieke versiering zitten te wachten. Ze willen precies dezelfde sneakers als die deze rapper of die ondernemer draagt. De sneakermarkt is eigenlijk net een aandelenmarkt, maar dan met echte objecten (en zonder een leeftijdsgrens).”

Ik zeg lezen.

ISBN: 9789059656819

Sterren: ***

Uitgeverij: CPNB

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en TikTok

Esther Verhoef – Alter ego

Huiselijk geweld en sluikporno

Onze nationale thrillerkoningin flikt ’t m weer. Dik 400 bladzijden thriller ligt sinds mei 2023 in de nationale boekhandels. Een goede verkoop is Verhoef gegund. Haar verhalen zijn altijd toegankelijk geschreven, goed doordacht en prima geplot. Met tussen de twee kaften genoeg afleiding, verraad, jaloezie, seks en soms ook moord om de lezer bij de keel te grijpen. Dat is bij deze baksteen niet anders.

Hoofdpersoon Lynn heeft in haar nog jonge leven al te veel meegemaakt om nog onbevangen te zijn. Ze is getrouwd met chef-kok Camiel Storm en regelt de pr voor zijn sterrenrestaurant. Intussen heeft ze een geheime maar onstuimige affaire met de jonge Laurens, die af en toe door het lint gaat. Er gebeuren vreemde dingen rondom de sterrenvilla van Camiel en Lynn – is dit het eind van zowel haar succesvolle carrière als relatie? 

Genoeg ruis op de lijn om een intrigerend verhaal te bouwen. Volgens het versnipper-en-heers-systeem krijgt de lezer steeds een klein brokje informatie van de verschillende spelers in dit drama, waarna de geschiedenis zich onvermurwbaar afwikkelt.

We krijgen de info vanuit Lynn’s standpunt. De druk op Lynn is enorm: om te beginnen krijgen we te horen dat Lynns jeugd niet bepaald onbezorgd is geweest. Haar vader en moeder hadden een getroebleerde relatie die steeds verder uit de hand liep met de arme Lynn als machteloze scheidsrechter. Verder is er de spanning tussen haar en Camiel Storm. Hij is de macho-kok en zij de PR-assistente die een aankomend, voor Camiel zeer belangrijk evenement goed moet laten verlopen. Het zindert van de stress rondom Lynn. Om de spanning te minimaliseren neemt ze soms een drankje teveel. Af en toe. Regelmatig. Vaak.

O ja, en af en toe ontspant ze op afgelegen plekken met de goedgebouwde schilder Laurens:

“We treffen elkaar enkele kilometers buiten Roermond op een doodlopende weg. Ik stap in zijn bus en klim meteen op hem. Onze monden vinden elkaar, hongerig, koortsig, en onze handen zijn overal. Ik rits zijn broek open en trek zijn shirt over zijn hoofd heen uit. Snel ontdoe ik me van mijn bovenkleding, trek mijn slip opzij en laat me zonder aarzeling over zijn krachtige erectie zakken. Stukje bij beetje, schokkerig, ongeduldig. Laurens schuift iets naar onderen om me meer ruimte te geven, hij grijpt mijn borsten en overlaadt me met geile complimentjes. We bewegen gehaast, alsof we elk moment betrapt kunnen worden, en onze ontladingen zijn kort en intens.”

Even terzijde. Die seksscenes (net zoals het somptueuze eten en drinken dat in het sterrenrestaurant plaatsvindt) kruiden het verhaal, maar roepen wel een vraag op. Wanneer is een seksscene nog subtiel en wanneer wordt het porno? “…en laat me zonder aarzeling over zijn krachtige erectie zakken” hangt er een beetje tussenin. Laten we het sluikporno noemen. Het houdt de lezer in elk geval bij de les.

Zo bouwt Verhoef haar verhaal op en kapselt de lezer in met steeds meer raadsels. En wegomleggingen. En verkeerde afslagen. En foute hints. En multi-interpretabele suggesties. De arme lezer wil de afloop weten en leest door, bladert verder, vergeet te eten, te drinken, te slapen, komt te laat op zijn/haar werk, tot hij/zij eindelijk bij de ontknoping een catharsis kan vinden. En met bonkend hart achterover zakt in de leunstoel – dus dát was het!  Als je zo een verhaal kunt vertellen, doe je het goed. Meer!!

ISBN: 9789044652901

Sterren: ****

Uitgeverij: Prometheus

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en op Tiktok

Claire-Louise Bennett – Poel

Pointloze eloquentie

Geweldige tekst dit, denken we als we in ‘Poel’ zijn gedoken. Dat dit een debuut is, lijkt moeilijk voor te stellen. De taal is verbijsterend vloeibaar en leidt de lezer via onvermoede geitenpaadjes naar nog veel onvermoedere eindconclusies.

Wel is het ietwat zoeken naar de aanwezigheid van een intrige. Of een afgerond verhaal met een begin en een eind. Die elementen zijn afwezig. Het verhaal an sich is echter geniaal neergezet, in een eloquente schrijfstijl. De tekst is doorspekt met grappige en onverwachte terzijdes, de gebeurtenissen zijn ontwapenend en de algemene indruk is dat hier een heerlijk onbegrensd om zich heen associërend, begenadigd auteur aan het werk is.

Maar, zou men denken, gebeurt er dan eigenlijk nog wel iets interessants in een boek zonder een intrige? Ja, kan ik beamen, er gebeurt van alles, zoals wanneer de schrijfster een uitnodiging krijgt om aan een “zeer vooraanstaande universiteit aan de overkant van het water te komen spreken over een onderwerp dat me inderdaad echt interesseerde – zij het niet noodzakelijkerwijs op een verdienstelijke manier:

Het had iets met liefde te maken.  Over de wezenlijke wreedheid van liefde. Over die onverwachte zielen die bewust de liefde zoeken als hoogste middel tot totale zelfvernietiging. Ja, dat klopt. Het was een poging om aan te tonen dat in de hele literatuurgeschiedenis liefde stelselmatig wordt beschreven als een overrompelend proces van extatisch lijden dat ons uiteindelijk,genadiglijk, uitwist en aan de vergetelheid uitlevert. Uiteengereten en afgevoerd. Zoiets. Iets in die trant. Ik ben gek op je. Ik word krankzinnig. Mijn ziel brandt voor jou. Ik sta in vuur en vlam. Er is niets meer, niets behalve jij. Weg, helemaal weg. Van die dingen. Ik denk niet dat het erg goed viel.” 

Dit heen en weer stuiterende, van de hak op de tak gaande proza is een aardige doorsnee van de stijl van dit boek. Ogenschijnlijk achteloos, zonder serieus te lijken, maakt Bennett haar punten, die op hun beurt weer onderduiken in de gehele tekst, zodat het voor de gemiddelde recensent een speurtocht is naar de verborgen essentie. Als die essentie al in het boek zou zitten, natuurlijk. Het zou zomaar kunnen dat de warrigheid en de verbijstering over banale onderwerpen en de wanhoop van wederzijds onbegrip juist een poel van verborgen leegheid weergeeft, die de diepste essentie van ons leven door de ogen – en het toetsenbord – van deze dame laat zien.

Hoe dan ook, ik zou dit boek zeker meenemen op welke vakantie dan ook. Het laat je meer dan glimlachen en bezorgt je een gratis achtbaangevoel. Dat is de grote verdienste van dit onconventionele verhaal. 

ISBN: 9789083274393

Sterren: ***

Uitgeverij: Koppernik

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow 

Hergé – Kuifje in het land van de Sovjets

Geen streek veranderd

Het was echt en ongelogen toeval dat mijn oog viel op het verschoten rode ruggetje van een stripboek. Heel moeilijk was dat trouwens niet. Mijn kastplanken buigen door van strips, verzameld in een lange boeken- en illustratiefetisj-loopbaan. Het is moeilijker mijn oog niét daarop te laten vallen dan andersom.  

Maar goed, mijn aandacht verscherpte toen ik op dat rode ruggetje het woord ‘Sovjets’ zag staan. Wat was dit ook alweer? Ik trok het boek tussen de andere Kuifjes vandaan. Ach, de onverwisselbare Hergé, schepper van de oerreporter. Bladeren!

Het stripboek kwam in 1930 uit en gaat over de toen nog geheel onbekende verslaggever Kuifje. Die jongeman moet voor ‘Tijdschrift XXe‘ naar de SovjetUnie reizen en er een reportage over maken. Dat gaat er niet erg subtiel aan toe, geheel conform de handels- en denkwijze van Hergé zelf. Proefschriften zijn geschreven over zijn ‘foute’ sympathieën of, in dit verhaal, zijn antipathie tegen het communisme.  

Het beeld van de Sovjet-Unie wordt op pagina twee al gezet. In dezelfde trein als waarin Kuifje reist, zit een boos kijkende man, zwarte baard, lange jas, die een bom uit zijn valies haalt, monkelend: “Ik geloof, dat die vuile kleine kapitalist slaapt. Tijd om te handelen! Hij mag onder geen beding in Rusland aankomen: stel je voor dat hij doorgeeft, wat er allemaal gebeurt!’ BOEM!

De trein wordt grotendeels weggeblazen, zoals Kuifje even later verbijsterd constateert. Ze stoppen. Onmiddellijk wordt hij gearresteerd. Barse bonken in Duits aandoende uniformen gooien hem in het gevang. Maar dat is uiteraard buiten onze razende reporter gerekend: hij ontsnapt en vlucht per motor verder naar Rusland.  

Daar beginnen de avonturen pas echt, al zijn ze eigenlijk bijzaak. Hoofdzaak is de vernietigende kritiek op het Russische regime. Weinig subtiel valt Hergé met de deur in huis: alles in dat zogenaamde arbeidersparadijs is schone schijn.

In een plaatje vertelt een Rus aan “Engelse communisten, aan wie men de schoonheden van het Russische communisme laat zien” de waarheid: “…en in tegenstelling tot wat men in de kapitalistische landen ervan vertelt, draaien onze fabrieken op volle toeren!”

Kuifje gaat onmiddellijk achter de schermen kijken en ziet iemand stro in brand steken om ‘die namaakschoorstenen te laten roken’. Daaronder staat iemand met hamers op metaal te slaan om machinegeluiden te simuleren. Kuifje: “En dat is dan, wat de gids noemde ‘machines die op volle toeren draaien”!!

Zo rolt onze jeugdige journalist van de ene gewelddadige agent naar de andere onveilige hotelkamer naar uiteindelijk een heuse folterkamer. Prachtig getekend trouwens, met herkenbare artikelen als de pijnbank, een roodgloeiende ijzeren staaf, een spijkerbed en een ruim assortiment aan nijptangen, zagen en hamers. De daar aanwezige functionaris is wel beleefd: “Meneer Kuifje, als je mij niet vertelt, waarom je hier bent, zal ik je moeten laten martelen.”

De bot- en vooringenomenheid jegens het Russische regime voelt ongemakkelijk aan, zelfs in stripvorm. Maar helaas laat de werkelijkheid van vandaag ons zien dat de situatie aldaar geen streek is veranderd, zelfs nog veel erger kan. Dat had zelfs Hergé niet kunnen voorzien. Laten wij proberen niet die werkelijkheid te zijn. En intussen het tekentalent van deze man eren, die ons ‘de klare lijn’ gaf.

ISBN: 9789030325451

Sterren: ****

Uitgeverij: Casterman

Ook te bekijken op Tiktok

Ruben Verwaal – Bloed, zweet en tranen

Bijna te veel informatie

De achterflap vat het samen: “Ruben Verwaal, historicus en conservator bij het Erasmus MC in Rotterdam, promoveerde op onderzoek naar verandering in de perceptie van lichaamsvloeistoffen.” Dit ietwat eigenaardige boek is daar het eindresultaat van.

Los van de vraag waarom iemand ‘de perceptie van lichaamsvloeistoffen’ zou willen onderzoeken, zou de informatie die uit zo’n onderzoek komt, weleens onsmakelijk kunnen aandoen. Een korte blik op een paar van de hoofdstuktitels doet het ergste vermoeden: ‘Zweet’, ‘Oorsmeer’, ‘Menstruatiebloed’, Pus, ‘Zaad’, en ‘Tranen’.

Onbevooroordeeld als altijd echter beginnen we met lezen. Allereerst valt op dat er een heleboel vloeibaars voorbij komt.  Verwaal daalt diep af in de materie om zijn onderwerpen tot op de laatste druppel informatie uit te wringen. Dat sterkt het vermoeden dat dit kloeke boek voortkomt uit een al even kloek proefschrift. Nadeel: die mate van gedetailleerdheid botst op sommige plekken met de vlotte leesbaarheid.

Toch hoeft Verwaal niet bijzonder zijn best te doen om er een vermakelijk verhaal van te maken. Veel van de geschiedenissen zijn op zichzelf al absurd, tranentrekkend en/of spectaculair. Neem de ontstaansgeschiedenis van het onderzoek naar zaad (sperma) – daar tuimelen de bizarre aannames en experimenten over elkaar heen.

“De tijd van Tristram Shandy, rond 1700, is misschien wel de belangrijkste fase in de geschiedenis van zaad. Meer dan ooit doken wetenschappers in de anatomie van de genitalia, legden zaad onder de microscoop en raakten in verhit debat over de diertjes in het lichaamsvocht. Ontstaat de baby in de moeder of zit het embryo al in het zaad van de vader?…

‘Ik wenste wel dat mijn vader of mijn moeder, rijpelijk overdacht hadden in wat voor omstandigheden zij waren toen zij mij voortbrachten.’ .. Ze wisten toch wel, klaagde de zwakke en altijd zieke Tristram, dat hij de daad van voortplanting de gelukkige vorming van lichaam en geest van het kind op het spel stond? Dat het gezond verstand en sterke lichaam van de zoon afhangt van de woeste beweging en recht voortgaan van de ‘dierlyke geesten’ van de vader?

Zeg eens, lief, zeide myn moeder, hebt gy niet vergeten de klok op te winden? – Goede G..! zeide myn vader met een’ hevigen uitroep, doch ter zelvder tyd zorg draagende zyn stem weder te maatigen, – heeft nog wel ooit eene vrouw, zedert de schepping, haar’ man in zodanige omstandigheden; door zulk een zotte vraag gestoord?””

Zo staat het boek vol van anekdotische maar ook schrikbarende remedies tegen kwaaltjes. Overmatig zweten (hyperhidrosis) bijvoorbeeld, is in alle tijden even hinderlijk. Om dat ongemak binnen de perken te houden, schreef een arts in begin twintigste eeuw barbituraat voor. Een verdovingsmiddel dat het centrale zenuwstelsel dempt. Maar een decennium later werd die methode toch maar gestopt. Het leverde namelijk onhandige bijwerkingen op als geheugen- en coördinatieproblemen, hoofdpijn, braken, verwarring en ademhalingsstilstand.

Voor wie lekker door figuren, fileringen en feitjes wil bladeren, niet snel geschokt is door plastische beschrijvingen, een maag heeft die even sterk is als de soms van stinkende, donkergele pus druppelende experimenten, en geïnteresseerd is in deze boeiende episode van de geschiedenis van de geneeskunst, is deze fascinerende uiteenzetting van een zeer breed scala aan menselijke vloeibare in- en externe afscheidingen een onmisbare aanwinst voor op het nachtkastje.

ISBN: 9789403111728

Sterren: ***

Uitgeverij: de Bezige Bij

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Tiktok

Hanan Faour – Schervenstad

Het is nieuw noch origineel: een boek over emigratie en de zoektocht naar je wortels. Toch durft Hanan Faour het aan om te schrijven over haar leven in Nederland naast het leven in Libanon. Haar bio loopt daaraan parallel: “Hanan Faour is een Nederlands-Libanese schrijver die verhalen vertelt in tekst, beeld en HTML. Ze studeerde af aan Creative Writing ArtEZ, waar ze inmiddels ook lesgeeft. Schervenstad is haar debuutroman.”

Het verhaal: hoofdpersoon Nadine neemt het vliegtuig naar ‘Schervenstad’. In de haven van Beiroet is een opslagplaats geëxplodeerd. Hoe kan dat? Misschien omdat er een onderhoudsachterstand is in een veel te oud gebouw zonder ISO 1401 controlecertificaat met te weinig toezicht? Een onverschillige grondhouding, lijkt het zodra het vliegtuig is geland, die zoals we zullen lezen, in heel Libanon terugkomt.

Maar eerst komt Nadine met een schok in de familie terecht. Het appartement waar ze wonen is rommelig. Het puin van de ontploffing ligt nog op de vloer. Nadine helpt opruimen, en gaat met Isaac mee, die in een geblutste auto door de stad rijdt met de radio op stand lawaai. Ze manoeuvreren tussen talloze jochies door, die zonder helm op een oude scooter ook door de stad scheuren. En hun kans pakken zodra ze stil staan:

“Het geluid is hard en laat de boxen van de auto trillen, waardoor het even duurt voordat ik het geklop op mijn autoraam hoor…Ik draai aan de hendel om het raam te laten zakken. Het jongetje krult zijn vingers de auto in, gaat op zijn tenen staan en steekt zijn hoofd naar binnen. Massari?’ vraagt hij. Zijn gezicht is vuil, er zit een bruinrood korstje op zijn neusbrug en zijn haren zitten in de war, maar hij glimlacht.
Isaac wijst naar het dashboardkastje, waar bankbiljetten liggen. Ik geef de jongen twee van de briefjes, die hij snel aanpakt, in zijn vuist verfrommelt en wegstopt onder zijn shirt. Hij steekt zijn hand weer uit.
….
Isaac maakt een geluid alsof het jongetje een kat is die uit een tuin verjaagd moet worden en gebaart naar het raam. ‘Weg.’
Het kind laat het portier los, maakt zichzelf groot en zet uiteindelijk een stap achteruit.
Ik draai het raam voorzichtig omhoog. Net voordat Isaac langzaam weer weg kan rijden, zie ik in de zijspiegel hoe het jongetje tegen de auto aan schopt. Hij kan niet ouder zijn dan zes.”

Faour laat met die sfeerbeelden het leven in Libanon zien. Voor Nadine is dat zowel een weerzien met vroeger als een confrontatie met een wereld die ze ontgroeid is. Dat wordt duidelijker als ze haar vader ontmoet. Die is op een dag uit Nederland vertrokken, en passant haar leven op z’n kop zettend, en woont sindsdien in Libanon. Hij blijkt nog steeds autoritair, eigenwijs en lomp. Geen spat veranderd dus.

Zo maakt Nadine tijdens haar vakantie de balans op. Met Isaac bespreekt ze de voors en tegens van beide landen:
“‘Redenen om te blijven?’ Ik zeg het terwijl ik een van de vijgen bij het steeltje pak; ik neem het steeltje beet en trek de vrucht uit elkaar. Het vruchtvlees lijkt op een edelsteen, glinstert in de zon.
‘Teta’s mtabbal. De zee. Driehoekige pakjes Bonjus. Redenen om terug te gaan?’ Hij steekt zijn hand uit. Ik leg de grootste helft van de vijg in zijn handpalm.
‘De ov-chipkaart. IJscoupes van Clevers. Washandjes.’”

Een aardig boek over de zoektocht naar je wortels. Zoiets pakt confronterend uit, maar kan ook leiden tot reflectie, die een definitieve keus weer vergemakkelijkt. Goed geschreven maar het had iets minder voorspelbaar gemogen.

ISBN: 9789044545050

Sterren: ****

Uitgeverij: de Geus

Ook gepubliceerd op Bazarow en genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs 

Laura van der Haar – De kuil

Stof zijt gij

‘De kringloop van het leven’ lijkt de leidraad geweest te zijn voor dit boek. Alles stroomt, leeft en gaat weer dood. Eigenlijk is hier ‘de kringloop van de dood’ een betere kwalificering, want Laura van der Haar maakt het haar personages niet makkelijk.

Ja, het leven van genoemde personages is niet jofel. Kasja en Lennart bijvoorbeeld zijn een best wel tevreden samenlevend stel. Maar Lennart kan de dood van zijn zusje niet verkroppen. Zij maakte een doodsmak uit een boom, volgens Lennart omdat de grond haar aantrok en iets onheilspellends verbergt. Sindsdien is hij op een vruchteloze zoektocht naar .. dat weet hij zelf niet.

Kasja mist ook iets in haar leven, wat haar tot een liederlijke verhouding met een oudere man brengt. Een relatie die in sneltreinvaart vertrekt met ongebreidelde seks maar na verloop van tijd ontspoort naar onhoudbare proporties en, zoals dat gaat, tussen de twee geliefden hopeloos uit de hand loopt.

Allereerst is dit een extreem plastisch verhaal. Nog nooit las deze recensent zoveel afschuwelijk stinkende beschrijvingen van dode diertjes, halfvergane bomen, rottende humus en halfvergane humus. Als er van dit verhaal een geurboek zou bestaan, zou ik er ver uit de buurt blijven. Van der Haar is een meester in het lekker goor neerzetten van kokhalswekkende beschrijvingen:

“In de Middeleeuwen was dit dorp een burcht met een galgenbelt en in de burcht konden ze het knappen van het kraakbeen tussen de nekwervels horen – alsof je met kracht op een oude berkentak ging staan. De kraaien waren er dan als eerste bij, die begonnen bij de ogen, en als het slachtoffer naakt was dan gingen ze na de ogen rechtstreeks naar het kruis. Vastberaden trokken ze pezen en zenuwen en aders in de liezen los, heel precies pulkend, en nog steeds horen de dorpelingen hier ’s nachts wel eens knapgeluiden.”

Maar het is niet alleen gory stuff wat de klok slaat – juist de zuiver getoonzette verhaallijn die binnen een alinea van opperst geluk naar diepste wanhoop zwenkt, geven het verhaal kleur. Hier loopt Kasja door de supermarkt, wetend dat haar relatie niet meer bestaat, terwijl ze het object van haar liefde ziet:

“Ook hier loopt hij alsof hij de baas van de tent is, alsof de grijze vloertegels van de Albert Heijn erom smeken door hem belopen te worden, hij loopt met één hand in de zak van zijn pantalon en de andere losjes om de stang van het wagentje, gelijk moet ik aan zijn pik denken, ik sta bij de Zonnatura-producten, lijnzaad, chiazaad, rijstwafels en ik denk aan seks met hem, dat was het alsof hij me óveral aanraakte, overal gelijktijdig  de hele tijd, en hier bij dat Zonnatura-schap realiseer ik me wat voor bleke saus er over mijn leven is uitgeschonken sinds ik hem niet meer zie, iedere dag is een dag zonder verwachting, waardoor die dag geen noemenswaardig begin of einde heeft en opgaat in een zee van bleke dagen die allemaal achter elkaar kapotklotsen.”

Ja, de schrijfstijl is opmerkelijk. Sommige zinnen beginnen met een onschuldige, zelfs feeërieke situatie die vervolgens in fijn zwabberende zinnen heel subtiel kantelt naar een licht onaangename sfeer, stapsgewijs in intensiteit toenemend tot er onherstelbare daden worden gepleegd.

Wat, welke daden dan?? Neenee, meer mag ik niet prijsgeven. Ga dat boek gewoon lezen – en kijk daarna nooit meer hetzelfde naar de donkere grond van je achtertuin, waarvan je nu helaas weet dat er duizenden kleine moordenaartjes, gifmengers en kuitenbijters in rondkruipen, op niets anders belust dan het binnendringen van jouw systeem en het van binnenuit opvreten. Wees gewaarschuwd.

ISBN: 9789403111728

Sterren: ****

Uitgeverij: de Bezige Bij

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Tiktok