Lina Bengtsdotter – De vrouw die terug moest

Een thriller waarin alles klopt

Op de onuitspreekbare naam van de schrijfster na, is dit een goed gelukt stukje werk. Ten eerste is de vertaling van het boek uitstekend leesbaar, wat helaas minder vanzelfsprekend is dan zou moeten. Ten tweede doet deze ‘Charlie Lager-thriller’ wat ie hoort te doen: je meenemen naar de duisterste krochten van de menselijke ziel. Tenslotte zit de geschiedenis psychologisch hecht doortimmerd in elkaar, wat een logische leeservaring geeft.

De zeventienjarige Annabelle verdwijnt op een warme zomeravond uit het afgelegen dorpje Gullspang. De politie heeft geen clou; haar ouders zijn ontroostbaar. De ervaren rechercheur Charline ‘Charlie’ Lager wordt op de zaak gezet. Dat doet ze schoorvoetend, want ze moet nu naar het dorpje waar ze geboren is en wat ze hoopte achter zich gelaten te hebben. Ze heeft wat je noemt een reputatie: ze had veel korte seksuele relaties, geen kinderwens en het interesseert haar geen bal wat anderen van haar vinden. Tijdens haar speurtocht naar wat er met Annebelle gebeurd is, komt haar eigen verleden om de hoek kijken, net als de geheimen die in Gullspang altijd netjes weggemoffeld worden.

Komt die beschrijving van speurneus Charlie niet bekend voor? Korte seksuele relaties, geen kinderwens, immuun voor andere meningen, waar hebben we dat eerder gezien? Precies, met ongeveer hetzelfde karakter wandelt rechercheur Saga Norén (actrice Sofia Helin) door de serie ‘The Bridge’. Dat plagiaat te noemen gaat te ver, maar een handige zet is het wel. Zo kan Charlie extreem logisch redeneren, maar trapt op sociaal gebied in valkuilen die voor een ‘normaal’ mens duidelijk zichtbaar zijn. En dat geeft deze scherpzinnige Sherlock een inleefbaar zwak kantje.

De personages zijn sowieso goed getroffen. Charlie vergeet haar zwijgplicht in bed bij een gewetenloze journalist; een compromitterend filmpje (niet van Charlie) gemaakt door een wraakzuchtige dader duikt op; de partner waarmee Charlie samen moet werken is op het onnozele af; de zeventienjarige Annebelle is een herkenbaar dwarse puber; tussen de jongens die om haar heen zwermen zit een inktzwarte ‘bad boy’; ze kent de meisjes Alice en Rosa die weer bekend zijn met de brommerjongens.

“Rosa is nergens bang voor, zelfs niet voor de brommerjongens die, veel te dichtbij, met hen meerijden. Ze spuugt en wijst naar ze. Alice snapt niet dat ze dat durft. Eén keer stopt een van hen, doet de zwarte klep van zijn helm omhoog en roept naar Rosa dat ze voor straf met een slappe lul geneukt met worden.

Maar in plaats van hem aan te vliegen of tegen de brommer aan te trappen, begint Rosa te lachen.
Wat is dat nou voor een dreigement? Moet ze nu bang worden?
‘Zo belachelijk,’ zegt Rosa als ze weglopen. ‘Alsof ze me daar bang mee maken.’
Alice knikt, hoewel ze amper begrijpt wat er was gezegd.
‘Je kunt toch helemaal niet neuken met een slappe lul.’ Rosa port haar in haar zij. ‘Dat snapt een kleuter zelfs.’”

Deze en soortgelijke dialogen dragen sterk bij aan de verrassend donkere kijk op het moderne Zweden die dit boek uitwasemt. In rauwe scènes en dialogen blijkt dit sociale paradijs lang niet zo happy als je misschien zou verwachten. Dat is voor dit boek goed nieuws. Dat De vrouw die terug moest het eerste deel is in een trilogie met Charlie in de hoofdrol, voor de fans ook. Er is nog stof genoeg voor twee delen – liefhebbers, nog even geduld.

En die zeventienjarige Annabelle, hoe loopt het daar nou mee af? Doe eens een gok.

Voor het eerst verschenen op Bazarow 

Sterren: ***

ISBN: 9789402755183

Uitgeverij: HarperCollins

 

 

Liv Constantine – Het perfecte leven van mevrouw Parrish

Originele invalshoek maar te vet aangezet

Het idee is leuk. Een vrouw die niet tevreden is met haar slappe leventje neemt het leven over van vrouw die wel rich and famous is, en krijgt zo wel een bevredigend bestaan. Prima idee voor een psychologische thriller. Toch valt dat tegen. Aan de uitwerking van dit idee kleven namelijk wat lastig te nemen hindernissen, zowel voor het schrijven van het verhaal als het geloofwaardig maken van de storyline.

Die is: Amber Patterson heeft een miserabel bestaan; ze heeft er genoeg van om voor elke cent te moeten ploeteren. Ze wil meer: geld, macht, glamour. Zoals Dahpne Parrish, die getrouwd is met een succesvolle zakenman, in weelde baadt en veel aanzien geniet. Waarom heeft zij alles en Amber niets?

Amber besluit Daphne van haar troon te stoten en haar man en bezittingen in te pikken. Dat Amber om dit te bereiken zal moeten liegen en bedriegen, vindt ze geen bezwaar. Ze heeft namelijk maar één doel: zelf het perfecte leven van mevrouw Parrish leiden. Maar is Daphnes leven echt zo perfect als Amber denkt?

Nee natuurlijk niet. Dat voel je als lezer van deze flaptekst op je klompen aan. Er zit een adder onder het gras. De dingen gaan niet zoals Amber had gedacht. Haar snode plannen vallen in het water. Ja, ja en ja. Dat is het eerste mankement: het draaiboek van Amber gaat precies zoals de flaptekst voorspelt. Is dat te weinig verrassend? Alweer een ja.

Tweede minpuntje: hoe maakt het schrijversduo Liv Constantine aannemelijk dat Amber het rijke, succesvolle leven van Daphne over kan nemen? Dat is niet iets vanzelfsprekends, of gemakkelijks, of komt zelfs maar in de buurt van waarschijnlijk, iemands leven overnemen. Wat zou je zelf doen als iemand je gaat inpalmen en daarna aan de kant schuiven om jouw leven te gaan leiden? Een schop onder haar kont geven, precies. Maar dat is precies wat de rijke Daphne niet doet: ze laat alles gebeuren. Dat is wel verrassend, maar niet realistisch.

Dan het derde en meest hinderlijke in deze thriller: de stijl. Liv Constantine bedient zich van taalgebruik dat zich het accuraatst laat omschrijven als: too much. Overdreven, te vet aangezet, in your face, heeft u het beeld? Een voorbeeld van de scène wanneer Amber in contact komt met Daphne in de sportschool.

“Vanuit haar ooghoek zag ze de gouden signature Nikes op het toestel naast haar stappen. Amber rechtte haar schouders en deed net of ze verdiept was in het magazine dat heel strategisch op het rek van haar eigen toestel lag. Ze draaide zich om en glimlachte verlegen naar de beeldschone blonde vrouw, wat een beleefd knikje in haar richting opleverde. Amber reikte naar haar flesje water, verplaatste haar voet weloverwogen naar de rand van het toestel en gleed uit waardoor het magazine op de grond viel, precies onder de pedaal van het toestel van haar buurvrouw.
‘O jee, neemt u me niet kwalijk,’ zei ze, blozend.
Voordat ze kon afstappen, hield de vrouw op met trappen en raapte het voor haar op. Amber zag dat ze haar wenkbrauwen fronste. ‘Leest u dit?’ zei de vrouw, haar het blad teruggevend.

Amber sloeg haar ogen neer, keek toen de vrouw weer aan.

De vrouw keek Amber met een verdrietige blik aan…”

Er valt niets te raden hier, geen suggesties, geen subtiliteit. De stijl gaat er vet aangezet tegenaan, de lezer bewerkend met clichés om aannemelijk te maken dat Amber het leven van Daphne overneemt. Helaas.

Maar laat ik de pret niet bederven. Als u over het bovenstaande niet superpositieve commentaar heen kunt stappen, is het best een aardig boek. Spannend zelfs. Dan kunt u zich laten verrassen door het feit dat Daphne’s rijkelui-leventje toch veel gewelddadiger (tip!) is dan je zou denken. Wellicht gaat u dan ook mee in de door Amber uitgevoerde ruil van levens, en het antwoord van Daphne daarop. En slaat u het boek zuchtend dicht. Net zoals ik.

Sterren: ****

ISBN: 9789402700954

Uitgeverij: HarperCollins

Ook verschenen op Bazarow 

 

Eric Wasserman – Het tijdelijke leven

Een Isaac Babel is het niet

Joodse schrijvers wortelen in een lange en rijke traditie. Een onrepresentatief rijtje: Anne Frank, Carl Friedman, Leon de Winter, Jessica Durlacher, Arnon Grunberg, Marcel Proust, Elias Canetti, Philip Roth, Chaim Potok, Isaak Babel, Nathan Englander, Isaac Asimov, J.D. Salinger. Zij produceerden briljante boeken die in het collectieve geheugen gegrift staan. Eric Wasserman beklijft in dat geheugen nog niet. De vraag is of hij nu met Het tijdelijke leven zichzelf daarin een plaats verovert.

Laten we wat stijlkenmerken van ‘Joodse schrijvers’ die Wasserman in dit boek ook hanteert, naast zijn voorgangers leggen. Humor bijvoorbeeld, zoals gebruikt in het eerste verhaal Volgend jaar in Kona. Als we uit ons rijtje hierboven Leon de Winter als minst humoristische schrijver kiezen, dan nog is zijn schaarse humor beter dan de onhandige pogingen tot leuk doen die Wasserman in Volgend jaar in Kona onderneemt. Leuk doen is nooit, maar dan ook nooit leuk. Hier komen we voor de schrijver op een onvoldoende uit, helaas.

Een ander stijlelement: cultuurclash. In Nina de bruikbare maakt Wasserman het onoverbrugbare verschil tastbaar tussen een jonge vrouw die in Amerika woont, en haar geëmigreerde moeder uit Rusland. Moeder leeft nog in de oude traditie en begrijpt niets (bewust of onbewust) van haar dochters leefstijl. Een harde botsing is het gevolg, pijnlijk voor beide partijen en voor de lezer met afschuw invoelbaar. Prima verhaal: hier verdient hij pluspunten.

De ultieme test dan: emotionele diepgang. Daarvoor wenden we ons tot de woordkunstenaar Isaak Babel. In De rode ruiterij laat Babel zien hoe het Russische rode leger los gaat tegen hun vijanden, maar ook onder elkaar. In ongekend kleurrijke taal, maar vooral met diep inzicht in de basisemoties van de mens, houdt Babel ons de verschrikkingen van de oorlog, en het leven in het leger voor.

Stilistische kwaliteiten van dit niveau vinden we in Het tijdelijke leven niet, maar onze lat ligt door de held Babel aan de hoge kant. Wasserman slaagt er zeker in de gemoedstoestand en drijfveren van personages (subtiel) in zijn verhalen te verwerken. In het verhaal Hereniging bijvoorbeeld, waar twee oude geliefden elkaar terugzien, en meteen oude ergernissen opspelen:

“Mia neuriede mee met de radio. Howard niet. Nadat hun huwelijk was gestrand, was Mia naar eigentijdse muziek gaan luisteren: Huey Lewis en the News, Duran Duran, Wham!, Hall & Oates. Ze houdt tenminste nog van de Beatles, dacht Howard. Voor hem was er niet veel meer bijgekomen, na de muziek van zijn jeugd: Bob Dylan, de Grateful Dead, Creedence Clearwater Revival. Hij kon zelfs niet genieten van de nieuwe systhsizer-songs van Springsteen – het was gewoon niet hetzelfde…

Hij werd stapelgek van dat Cyndi Lauper-liedje. Hij zette het zijraampje een gleufje open om de muziek met wat windgeruis aan te lengen.”

Een prachtig gelaagd verhaal uit de bundel is Een Sandy Koufax is hij niet. Daarin gaat het oudere echtpaar Sid en Leah naar de synagoge voor Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar). Toevallig is daar ook Steve Salomon, een succesvol honkballer die breeduit in de media heeft aangekondigd dat hij de belangrijke wedstrijd van vandaag niet zal spelen wegens Rosj Hasjana. Sid is daar zeer verontwaardigd over, wat denkt dat verwende rijkeluisjochie wel? Spelen moet hij, de club de overwinning brengen. Sid’s grote voorbeeld in het leven is Sandy Koufax, een legendarisch honkballer uit de 60er jaren die wél principes had. Sid verliest daarbij uit het oog dat het weigeren om te spelen van Salomon juist wel getuigt van principes. ‘Toevallig’ ontmoeten ze elkaar in de rookruimte, en wisselen wat woorden. Salomon is oprecht, maar dat wil Sid niet zien. Als Sid later thuis over de ontmoeting vertelt, zegt hij: “Die Salomon, een Sandy Koufax is hij niet.” Een prachtverhaal vol dubbele bodems en moralen.

Wasserman scoort al met al een dikke voldoende op de Schaal van Schrijven. Weliswaar moet hij groeien: een Isaak Babel is hij nog niet. Maar dat kan absoluut komen.

 

Sterren: ****

ISBN: 9789082501186

Uitgeverij: Aldus

Ook verschenen op Bazarow 

 

Dianne Lake – Mijn leven met Charles Manson

Read all about it!

Na jarenlang zwijgen besloot Dianne Lake (1953) haar verhaal te doen. Samen met journaliste Deborah Herman tekende ze het bizarre stukje verleden van haarzelf op waarin ze jarenlang een verhouding had met Charles Manson. Op haar veertiende werd ze één van zijn meisjes, en op haar zeventiende kreeg hij dankzij haar getuigenis levenslang. Dat alles staat in een 397 pagina’s tellend boekwerk, een sensationeel verhaal dat in een roddelblad niet zou misstaan. Als het actueel was. Wat het dus niet is. Waarom dan nu pas deze openheid van zaken?

Dat zit zo: Dianne kreeg in 2008 een telefoontje van privédetective Paul Dostie, die wilde gaan zoeken bij de Barker Ranch. Dat was de plaats waar de Manson-volgelingen die nog over waren na de moorden, zich hadden schuilgehouden. Dostie ging daar zoeken omdat hij naar aanleiding van zijn research al wist, dat hij daar onopgeloste zaken zou vinden. Begraven mensen om precies te zijn.

Hij belde Dianne om aan te kondigen dat dit groot nieuws zou worden, waarbij ook Dianne’s rol belicht zou worden en ze kon rekenen op aandacht van de pers. Ze mocht zelf kiezen wat ze daarmee zou gaan doen met betrekking tot haar familie. Kernachtiger gezegd: ze had geen andere keus dan het verhaal te vertellen aan haar kinderen, wat ze blijkbaar nog nooit had gedaan. Zo komt het dat in 2018 dit boek uitkomt en de langzamerhand erg uitgekauwde Charles Manson-historie nog een keer oprakelt.

Wat voor soort boek is het? Een heel langgerekt sensatieverhaal. Eerst die omslag, met foto van de jonge Dianne en de beroemde ‘crazy face’ foto van Manson daarnaast. Dan de titel daarboven: Mijn leven met Charles Manson in rode kapitalen. Een dikke bundel foto’s middenin het boek. Voor de beeldvorming: als je drie tabloids neemt, twee kappersbladen, één tv-roddelrubriek waarvan ik de naam niet zal noemen omdat het RTL Boulevard is, en de krant van wakker Nederland, je kiest daar blind vier of vijf verhalen uit, mixt die met flink aanstootgevende foto’s, zet er in chocoladeletters een paar koppen boven. Dan heb je dit boek.

Dan het verhaal. Dianne lijkt daarin te goeder trouw te zijn. Ze doet haar verhaal openhartig met veel nadruk op haar blijkbaar hervonden liefde voor Jezus, en het onrecht haar aangedaan. Dat haar onrecht is aangedaan zal niemand ontkennen. En bij de aard van dat onrecht kan iedereen die in de verte de waanzinnige gedachtewereld van Manson kan bevroeden, zich iets bij voorstellen. Een wonder voor Dianne – en goed voor haar – dat ze zichzelf aan haar eigen haren uit dat moeras heeft getrokken.

Sterren: ***

ISBN: 9789402701043

Uitgeverij: HarperCollins

Ook verschenen op Bazarow 

 

Annemarie Postma – The Deeper Secret

Pas een Ferrari op de oprit als je hem echt nodig hebt

Voor de kenners zegt de titel van het nieuwe boek van Annemarie Postma al genoeg: The Deeper Secret. Dit is het gedachtegoed van The Secret; (kort door de bocht: als je positief denkt bereik je alles wat je wilt) – maar met dit boek voegt Postma daar de nodige nuances aan toe. Is dat nodig?

Nou en of. Zoals de meeste Amerikaanse zelfhulpboeken, claimt ‘The Secret’ instant succes voor iedere lezer. In dit geval, als je positief denkt, visualiseert, affirmeert en alle negatieve gedachten die je van je doel zouden kunnen afhouden, elimineert word je ofwel stinkend rijk, ofwel onwaarschijnlijk gelukkig. Dat wil iedereen wel, vandaar dat dit soort boeken altijd een grote lezersschare trekken.

Nieuw is die filosofie van positief denken niet. Veel Amerikanen (Wayne Dyer, Louise Hay, Anthony Robbins) gingen de makers van ‘The Secret’ voor, met duizelingwekkende oplagecijfers tot gevolg. Want een zelfhulpboek dat geluk en/of rijkdom garandeert, verkoopt. Daarom ook meteen de vraag waarom Postma dit boek, duidelijk geënt op ‘The Secret’, maakte. Wil ze echt iets toevoegen of gewoon een graantje uit de ruif meepikken?

Om te beginnen heeft ze goed naar het concept van een succesvol zelfhulpboek gekeken. Eerst legt ze duidelijk uit wat haar doel is: het dwaalspoor corrigeren dat ‘The Secret’ uitzet. Dan beginnen de hoofdstukken die in de vorm van twaalf ‘wetten’ zijn gegoten. Elk hoofdstuk is in heldere taal, niet te lang, begint met een citaat en eindigt met een samenvatting, daarna een affirmatie en concrete oefeningen.

De opbouw van de hoofdstukken is logisch. Het boek loopt alle stappen na om je gedachten te bepalen. De hoofdstukken heten: Weet waarom je wilt wat je wilt – Wees specifiek, of: Leef in het Nu – Heb vertrouwen. In het laatste hoofdstuk komen alle lijnen samen om het levensdoel te bepalen. De lezer heeft dan inzicht in de drijfveren waarom hij/zij wil veranderen en krijgt de instrumenten mee om dat desgewenst te doen.

Gaandeweg legt Postma uit waar ‘The Secret’ in de fout gaat en wat je echt moet doen om te kunnen veranderen. Haar centrale kritiek is dat je niet zomaar alles in je schoot geworpen krijgt door alleen positief te denken. Je moet er ook geestelijk aan toe zijn. Die gedachte lijkt gegrond. Ook de handvatten die ze geeft voor verandering komen integer over. Een oprecht boek, kortom, dat probeert misverstanden uit de weg te ruimen en mensen daadwerkelijk te helpen. Ik zou het zeker lezen. Al is het maar om meer inzicht in jezelf te krijgen. Die Ferrari op de oprit komt dan vanzelf wel. Of anders niet.

Eerder verschenen op Bazarow.com 

ISBN: 9789020208702

Uitgeverij: Ankh Hermes

Andrew Hogan – De jacht op El Chapo

Een sterk verhaal maar dan echt

Er zijn dingen die je niet doet omdat ze zinloos zijn, zonde van de tijd, of allebei. Kijken naar de film Titanic bijvoorbeeld is niet heel nuttig als je benieuwd bent naar de afloop. De Titanic zinkt op het einde als een baksteen, dat zal voor weinigen als verrassing komen. Om te kijken blijft er dan alleen die andere reden over: Kate, Leonardo en hun hartverscheurende liefde. Oké, dat zijn drie redenen, maar u snapt het idee.

Een dergelijk dilemma zit het leesplezier dwars van De jacht op El Chapo. Dat is een Peter R. de Vries-achtig crimeboek dat gaat over eh… de jacht op El Chapo. Deze El Chapo (echte naam Joaquin Guzmán Loera) werkte zichzelf in de jaren tachtig binnen het Sinaloa-kartel op tot één van de wreedste, machtigste en rijkste drugsbaronnen van Mexico.

De hoofdactiviteit van dit kartel was, ook niet verrassend, drugs smokkelen en verkopen in de VS. De narcoticabrigade aldaar wilde dat stoppen en stuurde Andrew Hogan, de souffleur van dit boek, erop af. Andrew beet zich als een pitbull zeven jaar lang vast in de zaak en wist de kartelleider in 2017 in de kraag te vatten.

Met deze voorinformatie weten we dus nog voor we een bladzijde hebben omgeslagen, hoe het boek afloopt. Dat ontspant deze spanningsboog alvast; voor de afloop hoeven we dit boek niet aan te schaffen. Maar voor een retespannend, goed, messcherp Bob Evers-jongensboek-feelgood happy ending verhaal misschien wel. Dus heeft Andrew dat onderdeel, het nagelbijtend sensationele verhaal, soepel verzorgd met behulp van de expertise van true crime-auteur Douglas Century. Die heeft al vaker dit soort boeken geschreven. Hij zorgt ervoor dat het verhaal dendert als een trein.

Wat is de inhoud van dat verhaal? Als we het kort houden: Andrew was al jong een daadkrachtig manneke. Hij wilde niets liever dan bij de politie komen. Zijn hogere doel was om een Kansas State Trooper te worden: “Ik was gek op de hemelsblauwe uniformen en marineblauwe vilten hoeden van de State Troopers, en op de krachtige Chevrolets waar ze in mochten rondrijden. Jarenlang maakte ik obsessief tekeningen van politieauto’s.”

Dat was niet zijn enige obsessie. Andrew rustte niet voor hij Hulpsheriff in Lincoln County kon worden, een opstapje naar het grotere werk dat jaren later resulteerde in de undercover-actie waar dit boek op stoelt. Andrew speelt daarin de hoofdrol door in heftige, niet van gevaar ontblote actie een mooie successtory te volbrengen waar de bad guy het onderspit delft. En Het Goede overwint.

Als dit alles aanspreekt en een spannende jongensboekstijl is voor u geen partypooper, dan is dit uw boek. Lezen te vermoeiend? Dan is het achteroverleunend alternatief de onvermijdelijke serie op Netflix. En ook daar loopt het verhaal goed af.

Sterren: ***

ISBN: 9789402700480

Uitgeverij: HarperCollins

Ook verschenen op Bazarow