Neil Shusterman en Eric Elfman – De erfenis van Tesla

 

Geinig verhaal dat geschiedenis schrijft

Heb je jezelf weleens afgevraagd hoe elektrische apparaten in huis werken? Je stopt de stekker in het stopcontact, drukt op het aan-knopje en het broodrooster begint de sneetjes grof volkoren te roosteren. Gewoon een kwestie van elektriciteit. Of toch niet? Zouden apparaten kunnen denken? Misschien zelfs bovennatuurlijke krachten hebben? Die vraag is hier niet vergezocht, sterker: in dit boek zijn de huishoudelijke apparaten springlevend.

Daar komt onze held Nick per ongeluk achter als hij een garageverkoop houdt. Hij is net verhuisd omdat hun vorige huis afbrandde. Dat niet alleen: hij verloor daarbij zijn moeder en ongeveer al zijn bezittingen, en is nu samen met zijn jongere broertje Danny en zijn vader verkast naar het huis van oudtante Greta. Die blijkt een wonderbare geschiedenis te hebben.

Ze komen aan bij oudtante Greta’s huis met een auto vol verhuisdozen die pa begint uit te laden. Nick neemt een kijkje op de zolder, groter dan hij had gedacht, eigenlijk prima geschikt als zijn kamer. Alleen die rotzooi. De hele zolder is volgepakt met nutteloze voorwerpen: een tot op het bot verroeste fiets, een logge bandrecorder, een antieke fotocamera, een ouderwetse stofzuiger met pompmechanisme, plus nog veel meer rare voorwerpen met onduidelijke functies. Tijd voor een garageverkoop.

Dat is vreemd. Op die verkoop komen veel meer mensen op af dan Nick had durven dromen. Het lijkt wel of die klanten gedreven worden door gemeenschappelijke hebzucht. Iedere bezoeker graait in de oude spullen en geeft veel te veel dollars voor een oude mixer, of een versleten honkbalhandschoen. Zijn de mensen niet helemaal lekker hier, vraagt Nick zich af, of….

Inderdaad, er is meer aan de knikker. Dat merkt ook Caitlin, het meisje dat in de buurt woont en ook last heeft van plotselinge gretigheid. Ze kan zichzelf niet bedwingen en koopt een oude bandrecorder. Voor haar kunstproject wil ze die in elkaar slaan met een moker en die ravage fotograferen. Tot Nick bij haar op de stoep staat. Hij heeft door dat er iets bijzonders is met al die oude gebruiksvoorwerpen: ze hebben magische krachten. Samen met Caitlin gaat hij op jacht.

Zo begint dit verrassend goed geschreven boek over de erfenis van Tesla. Tesla is inderdaad de naam van die elektrische auto, maar dus vernoemd naar de grote uitvinder Nikola Tesla (1856–1943). De behekste voorwerpen op Nicks zolder lijken van deze uitvinder afkomstig. Terwijl Nick en Caitlin de zoektocht beginnen die ze op de vreemdste plekken brengt en met de raarste figuren in aanraking laat komen, beginnen ze te beseffen waarom die voorwerpen zo’n aantrekkingskracht hadden op mensen. Een gevaarlijke aantrekkingskracht.

De auteurs Shusterman en Elfman zetten een geolied verhaal in elkaar, dat verrast door veel onvoorspelbare gebeurtenissen. Ook zit het vol leuke vondsten, zoals de oude bandrecorder die, als je hem afspeelt, je gedachten laat horen in plaats van wat je hebt gezegd. Zo heeft elk voorwerp van Nicks zolder zijn eigen superkracht.

Het mooie is dat wetenschappelijke feitjes netjes gedoseerd tussen de avonturen door worden gebracht, wat het boek meerwaarde geeft. Het taalgebruik is erg goed: speels, onverwacht, humoristisch en wat sarcastisch maar altijd verrassend. Als lezer word je in bijna elke alinea prettig verrast door al die zaken, waardoor je zonder enige moeite het gekke verhaal volgt. Hoe dat afloopt? Niet dus. Nog niet, want er volgen twee delen in deze trilogie.

Sterren ***

ISBN 9789000371990

Uitgeverij van Goor

Ook verschenen op De Leesclub van Alles

Jet Kat – De Waagmuizen Deel 1 De Ontploffing

Muizenavonturen over de kinderhoofdjes heen

Zes op oblongformaat uitgegeven boekjes zijn het, volgens erkende logica beginnend met deel 1. Op het voorplat hiervan een afbeelding van een kraai die over de schouder van een muis meekijkt naar een stuk sappige kaas. Bij de titel ‘De ontploffing’ blijft de blik van de recensent even hangen. Is dat niet een iets te moeilijk woord voor de doelgroep?

We slaan dit deeltje open bij een prachtige oude prentbriefkaart met drukke mensen op een oud plein, waarschijnlijk nog met kinderhoofdjes. Op de pagina daar tegenover de tekst: “Er is ergens een klein stadje, waar muizen wonen. Het ligt midden in een grote stad onder een plein. Dat plein is heel oud, al meer dan 300 jaar, maar het heet gek genoeg de Nieuwmarkt. De muizen leven daar in holletjes en kelders en onzichtbare hoeken en gaatjes. De mensen, die daar wonen, hebben geen flauw idee, wat daar onder de grond allemaal gebeurt.”

Hier zien we zes regels met sommige voor jonge kinderen slecht plaatsbare woorden als ‘Nieuwmarkt, holletjes, kelders, onzichtbare, flauw idee.’ Daarnaast valt de overdaad aan komma’s op. In regel 1 kan de komma vervallen. In de laatste regel kunnen alle drie de te vertragende komma’s weg. Als dit lijkt op kommaneuken: dat is het niet. Tekstbegrip is belangrijk, als dat het kinderbegrip te boven gaat komt de boodschap in het boek niet over.

Oké, genoteerd. We gaan verder als onbeschreven blad en kijken of we door het avontuur gegrepen worden. Rattekop en Blotestaartje leiden dat avontuur in door te ontdekken dat er iets mis is. Iets heel erg mis zelfs: “De deuren van onze kaasschuur staan open en álle kaas is weg!!!!”

Voor muizen is dat op een rampenschaal van 0-10 een 12. Geen wonder dat ze in paniek op zoek gaan naar de dader. Hier komt het dier in beeld dat muizen het meeste vrezen: de kraai. Ze verzinnen een ingewikkeld plan dat lijm en rotjes met zich meebrengt, en lossen het probleem weinig vreedzaam maar definitief op. Een goed verhaal in spanningsopbouw en afwikkeling.

Zo ontvouwt de serie van zes deeltjes zich, elk met een eigen avontuur: er is een Complot, De Valstrik, De Verkeerde La, Het Raadsel en Het Busje. Achterop de boekjes staat dat het ‘Waagmuizen-boekjes voor onderweg’ zijn. Wat dat inhoudt wordt niet duidelijk, misschien om te lezen op de achterbank van de auto onderweg naar een verre bestemming? In dat geval is er genoeg te lezen. En er is meer. Schrijfster en illustratrice Jet Kat maakt ook haar eigen kinderproducties: video’s, verhalen, muziek en gedichten, die te vinden zijn op www.waagmuis.nl.

Sterren: **

ISBN: 9789402704969

Uitgeverij: Waagmuis

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Etgar Keret – Mijn konijn van vaderskant

Absurde maar diepgravende verhalen

Wie ooit een verhaal van deze Israëlische schrijver heeft gelezen, herkent het de rest van zijn lezende leven. Keret geeft zijn meestal vrij korte verhalen een onverwisselbaar stempel mee. Ze verrassen, zijn vaak absurd  – hebben bijvoorbeeld een goudvis op pantoffels als hoofdrolspeler, en de verhaallijnen draaien net zo makkelijk 180 graden met het doel de lezer met diabolisch plezier op het foute been te duwen.

Lezenswaardig spul dus, maar laten de kritiek niet vergeten: het absurdistische karakter van de verhalen keert zich ook tegen de geloofwaardigheid. Zeker als je een hele bundel achter elkaar leest, komt de neiging op om de verhalen niet al te serieus te nemen. Immers, de auteur lijkt zijn onderwerpen ook niet altijd belangrijk genoeg te vinden, hij cirkelt immers in onnavolgbaar concentrische cirkels rondom de pointe zonder zijn punt te maken?

Dat is schijn, beste medelezers, het als een valk om het onderwerp cirkelen is een schijnbeweging, een misleiding, een dwaalspoor. Keret zet doolhoven neer die samen met de verspringende perspectieven en dwaze sketches de aandacht afleiden van de toch serieuze onderwerpen. Voorbeeldje? Welja. Het verhaal ‘Elke dag jarig’ begint als een sprookje:

“Er was eens een rijke man. Heel rijk. Sommigen zullen zeggen: te rijk. Vele jaren geleden had hij iets uitgevonden of een uitvinding van iemand anders gestolen. Het was zo langgeleden dat hij dat zelf ook niet meer wist. Maar die uitvinding was voor heel veel geld verkocht aan een gigantisch bedrijvenconglomeraat…

De man besloot een reusachtige advertentie te zetten in de krant, waarin hij verjaardagen te koop vroeg. Eigenlijk bood hij niet aan de verjaardag zelf te kopen, want die was echt niet overdraagbaar, maar alle rechten die eruit voortvloeiden: cadeaus, gelukwensen, feestjes enzovoort. De reactie op de advertentie was overweldigend… binnen een week bladerde de rijke man in een bijna volle agenda en wachtte hem vrijwel elke dag een andere verjaardag.”

Geinig verhaalidee, meent de argeloze spectator. Rijke man wordt nog rijker door gat in de markt te exploiteren: verjaardagen inkopen en alle opbrengsten daaromheen innen. Ludiek ook. Het plan om verjaardagen te verkopen is origineel. En het werkt: hij krijgt niet alleen veel inkomsten, maar ook de liefde die om de verjaardagen heen hangt in de vorm van vrolijke kaartjes, slingers en taarten. Maar in essentie zoekt de rijke man naar wat hij zelf niet kan krijgen: simpel menselijk contact, een beetje warmte.

Zo wordt de consument bij elk nieuw verhaal opnieuw verrast of op het verkeerde been gezet. Keret gebruikt duizelingwekkende ingrediënten om zijn vertellingen op smaak te brengen. Gunstig voor de lezer: die wordt op elke bladzijde verrast met nieuwe afslagen, geschifte humor of pijnlijke tragiek. Saai wordt het nooit, dat is een Keret-garantie. Neem nou de titel van deze bundel: ‘Mijn konijn van vaderskant’: wie is niet benieuwd wat daarachter schuilt?

Sterren: ****

ISBN: 9789057592294

Uitgeverij: Podium

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Frank Verhoft – De platte aarde

Leven op een pizza

Wist u het al? We leven op een platte aarde: onze planeet is geen bol maar plat als een pizza. Zo zonderling als dat voor veel mensen zal klinken, zo serieus wordt dat ‘feit’ genomen door een grote groep mensen. Frank Verhoft dompelde zich een jaar lang onder in de denkwereld van de zogenaamde platte-aarders en schreef er dit onthutsende boek over.

Netjes academisch loopt Verhoft eerst de chronologisch gerangschikte bronnen voor de platte-aarde theorie af. Als oudste is daar vanzelfsprekend de Bijbel, die drie belangrijke basisideeën poneert voor moderne platte-aarders: de aarde is plat, beweegt niet en ze wordt afgedekt door een koepel. Ten tijde van het ontstaan van de Bijbelteksten kwam dat wereldbeeld inderdaad overeen met het algemene geloof.

Pas later komt de echte wetenschap, die met voortschrijdend inzicht een beter eh… inzicht verschaft. Dat laat Verhoft zien met de tijdlijn die loopt langs de Oude Grieken, de Arabische geleerden, de kerkvaders uit de Middeleeuwen, Aristoteles, Copernicus, Ptolemaeus, Newton, tot aan Foucault die met zijn slinger het Corioliseffect aantoonde en daarmee een belangrijke bouwsteen aandroeg voor het ronde-aarde bewijs.

Wetenschap is ook maar een mening, blijft echter het hardnekkige uitgangspunt van de platte-aarders. Eén van de eerste aanjagers van dat idee is Samuel Birley Rowbotham, die in 1865 het boek publiceerde: ‘Zetetic Astronomy. Earth not a globe!’ Rond die tijd begonnen allerlei semi-natuurkundigen, hardcore Bijbelvolgers en charlatans de spectaculaire theorie van een pannenkoekvormige aarde te misbruiken om geld te verdienen. Met lezingen, of het uitschrijven van een onwaarschijnlijke weddenschap die breeduit in de toenmalige pers kwam. Het is alsof je het huidige debat in de media volgt. De wetenschap: ‘De aarde warmt op’. Sommige politici: ‘Bakerpraatjes, niks aan de hand.’

Zo gaat het platte-aarde geloof in de loop der jaren gelijk op met het ongeloof. Tegenover de vrije jongens of religieuze fanaten met hun lezingen staan de onderzoekers en nog later de ruimtereizen met fotomateriaal als bewijs. Het baat niet. De platte denkers laten zich door niets van hun standpunt afbrengen. Tot op de dag van vandaag blijven ze bij hun standpunt. Het is zelfs zo dat de complottheorieën in onze tijd juist weer een zekere amusementswaarde krijgen, zeker als ze door influencers gedeeld worden op sociale media: 

“Video’s die zich kritisch uitlaten over het fenomeen, duiken zelden of nooit op in de speellijsten of de suggesties die YouTube de kijker voorschotelt. Op deze manier versterken de sociale media de neiging die alle mensenhersenen hebben: de drang om de ideeën die men reeds heeft, te bevestigen en bevestigd te zien worden, en informatie die de bestaande denkbeelden tegenspreken, te negeren. In het Engelse jargon heet dit confirmation bias. De algoritmes van YouTube en andere sociale media stellen deze zwakte in het menselijk denken zwaar op de proef en buiten de drang naar bevestiging zeer doeltreffend uit.” 

Wat geloven Platte-aarders nu eigenlijk concreet? Dat onderzoekt Verhoft uiteraard ook. Het platte-aarde denken blijkt onderdeel van een groter geheel dat bekend staat als het ‘conspiratisme’. Dat is het geheel van samenzweringsverhalen die steeds absurder worden, inhoudelijk steeds minder substantieel zijn en moeilijker weerlegd kunnen worden. Complotten zijn het, die de werkelijke wereld verhullen van geheimzinnige aliens die vanuit Atlantis de aarde besturen. Of stiekem een connectie aanbrengen tussen het Corona-virus en 5G-zendmasten.

In de loop der tijd is er een soort professionalisering ontwikkeld bij de complotdenkers – men gebruikt wetenschappelijke en andere argumenten die tegen hen gebruikt worden, nu juist om zich te verdedigen. Alles wat niet in hun complottheorie past is immers verzonnen of door een geheim genootschap/samenzwering gestuurd en dus onbetrouwbaar. Nuttig is daarom het hoofdstuk dat Verhoft aanreikt met strategieën om juist wél met de complotters te kunnen communiceren. Voor zover mogelijk, natuurlijk.

Met dit speurwerk komen de denkbeelden van de platte-aarders in beeld. Een blik op een verbijsterende wereld.

 

Sterren: ****

ISBN: 9789057189500

Uitgeverij: ASP

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Arend van Dam – Hoe fel de zon ook scheen

Arend van Dam en Alex de Wolf – Hoe fel de zon ook scheen 

Ongemakkelijke verhalen uit de Tweede Wereldoorlog

Waargebeurde geschiedenissen over gewone mensen in oorlog, in een door vreemdelingen bezet land dat Nederland heet. Hier kun je lezen hoe het moet zijn geweest om in een onderdrukt land te leven waar je doodgeschoten kon worden als je iets deed wat de bezetter niet wilde.

Arend van Dam verzamelde en herschreef de verhalen in dit door Alex de Wolf zachtjes en wonderlijk mooi geïllustreerde, stevige boek. Verhalen en tekeningen zijn levendig, helder, duidelijk en meestal doen ze een beetje pijn. Dat ongemak heb je met oorlog.

Rie Mastenbroek bijvoorbeeld, was een hele goeie zwemster. Ze mocht daarom meedoen aan de Olympische Spelen die in Duitsland werden gehouden. In die tijd was ene Adolf Hitler aan de macht en onderweg in de trein naar de Spelen praatte Rie met de andere sporters over de vreemde ideeën van Adolf. Die man denkt dat alle blanke mensen goed zijn, en alle andere mensen zijn ‘ondermensen’. Ook denkt hij dat de Joden de schuld zijn van alles dat misgaat. Toen ze in het stadion gingen sporten, schrokken ze van de rood met witte vlaggen met een hakenkruis erop. Maar daar kwam Rie niet voor, ze kwam om te zwemmen, en wel sneller dan ooit.

Dat deed ze: ze won drie gouden medailles. En een zilveren op de honderd meter vrije slag. Ook won haar vriendin Willy goud met estafette hardlopen. Blij gingen ze naar huis – en het werd oorlog. Alles veranderde. Jaren later komen de vrienden weer bij elkaar en vertelde Rie:

“‘Mijn medailles heb ik weggegeven. Iedereen vraagt altijd: “Zeg Rie, waarom ben je eigenlijk naar Berlijn gegaan? Je had toch wel kunnen weten dat die Hitler niet deugde?” Maar wat kon ik eraan doen? Ik zwom niet voor die akelige dictator. Ik zwom voor mezelf.’

‘Dat is wel zo,’ zei Tinus. ‘Maar we hebben ons toch ook een beetje laten gebruiken.’  …

‘Het is verschrikkelijk wat er allemaal is gebeurd,’ zei Rie. ‘Maar wij konden dat toen nog niet weten. Ik zou zo graag een beetje trots willen zijn op mijn medailles. Ik heb toch niemand kwaad gedaan door zo hard mogelijk te zwemmen?’”

Zo heeft elk verhaal zijn eigen tragedie. Het titelverhaal ‘Hoe fel de zon ook scheen’ gaat over de dierentuin van meneer Ouwehand, die vlakbij de grens ligt. De generaal van het Nederlandse leger belde meneer Ouwehand en zei dat er oorlog dreigde en dat hij soldaten naar de dierentuin zou sturen om Nederland te verdedigen. Toen de soldaten aankwamen hadden ze een leuke tijd, en de mensen die de dierentuin bezoeken ook. De zon scheen uitbundig. De mensen in de rij voor de kassa waren in vakantiestemming. Het zou vast geen oorlog worden. Niet met dat mooie weer.

En toen brak de oorlog uit. De Duitsers rukten op en de generaal van het Nederlandse leger belde weer: ‘Ik wil niet dat mijn soldaten gevaar lopen door uw wilde dieren.’ Hij ging iemand sturen om de roofdieren dood te schieten. Toen nam de directeur van Ouwehands Dierenpark waarschijnlijk de verschrikkelijkste beslissing van zijn leven: als zijn dieren dood moesten, dan deed hij het liever zelf. Met een geweer schoot hij alle gevaarlijke dieren dood. Behalve een IJsbeermoeder met twee jongen, die verstopte hij in een hok. Hoe het verder afloopt, is in het boek te lezen.

Samenvattend zijn dit best gruwelijke verhalen van gewone mensen die overvallen worden door een oorlog. De subtiele tekeningen van Alex de Wolf versterken door hun zachte pastelkleuren en vriendelijke contouren het dubbele gevoel dat leven middenin een oorlog moet geven. Arend van Dam heeft deze 20 verhalen terecht aan de vergetelheid ontrukt. Zodat we ze onthouden.

Uitgeverij van Holkema en Warendorf

Sterren ****

ISBN 9789000371136

Ook verschenen op De Leesclub van Alles