Madalena Matoso – Als tijd voorbij gaat

Voor kinderen of ouders

De strak gestileerde voorkant van het prentenboek trekt meteen de aandacht. De titel hangt boven de illustraties, hemelsblauw in vriendelijk geronde letters. Op die illustraties liggen mensen schuin op verschillend gekleurde handdoeken, zo te zien op het strand, boeken lezend of onder een boek in slaap gevallen.

Als je het boek open slaat, zie je dat de tekeningen gedetailleerd zijn en vaak tegenstellingen voorstellen. Korte teksten ondersteunen de illustraties. Kanttekening: niet alle teksten zijn even helder, het is dan zoeken naar de connectie met het beeld.

Het thema is tijd, zoals de titel al hint. In de sfeer daarvan zijn de tekeningen opgezet, en verwijzen bijvoorbeeld op tegenover elkaar liggende bladzijden naar elkaar. Zo zit een meisje in een ligbad en verliest één van haar melktanden met de tekst: “Als de tijd voorbijgaat, raak je dingen kwijt.” Op de tekening ernaast glijdt hetzelfde meisje soepel door een zwembad. “Maar andere krijg je juist.”

De heldere, primaire kleuren combineren goed met de cartooneske figuurtjes en bijna abstract gestileerde objecten. De stijl heeft iets van een schilderij; mij deed het aan Mondriaan denken. De schrijver en tekenaar misschien ook, al komt dit prentenboek oorspronkelijk uit Portugal. Daar won het prentenboek overigens verschillende prijzen.

Ook van mijn kant lof aan alle kanten, maar ik zie toch een probleem opdoemen. Als dit boek in een gezin landt, breekt er oorlog uit. De kinderen trekken eraan vanwege de kleurrijkheid. Papa en mama trekken de andere kant op door de saillante stijl. Wie mag het als eerste lezen? Strootje trekken ouders, stel ik voor. En valsspelen.

Sterren: ****

ISBN: 9789492168207

Uitgeverij: Karmijn

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Andy Sheperd – De jongen die draken kweekte

Lekker fout anti-regeltjesboek

Het zou heel vreemd zijn als dit boek niet aanslaat bij kinderen. Er gebeuren zo veel dingen in die niet netjes zijn, tegen de goede smaak van pappa en mamma in gaan en normaliter verboden zijn, dat het de jeugdige fantasie prikkelt als een cactus.

De vergelijking met Roald Dahl komt dan al snel in beeld. Hij was een meester in het creëren van dit soort situaties (Matilda, Sjakie en de chocoladefabriek, GVR), waardoor zijn boeken nog altijd bestsellers zijn. Toch, met een eigen stijl, heeft Andy Shepherd een wereld geschapen met voldoende originaliteit om de weg te gaan vinden naar grote kinderscharen.

De flaptekst zegt er het volgende over: “Andy Shepherd was lerares Engels toen ze besloot zich volledig te wijden aan het schrijven van kinderboeken. Toen haar agent het manuscript voor De jongen die draken kweekte en de plannen voor twee vervolgdelen rondstuurde, struikelden de Britse uitgevers over elkaar om de boeken te bemachtigen. De rechten zijn ook al verkocht voor een Britse televisieserie.”

Hoeveel aanmoediging heb je nodig? Laten we eens kijken in de wonderlijke wereld van Tomas en zijn familie.

“Als mensen me vragen wat we in grootvaders tuin kweken, denken ze waarschijnlijk aan komkommers, tomaten en snijbonen. Ze verwachten vast niet dat het ware antwoord ‘draken’ is. Maar dat is het wel. We kweken draken. En ik kan je één ding vertellen: dat is een hoop meer gedoe dan komkommers.”

Die lekker lezende, tegen je aan pratende stijl geeft het boek een enorme vaart, die versterkt wordt door elkaar in razend tempo afwisselende chaotische gebeurtenissen. Hierbij komt de droge humor in de tekst en de Pietje Bell-achtige houding van Tomas. Dat alles maakt het een onweerstaanbaar geinig en rebels boek.

Zijn er ook minpunten? Toch wel. Het thema ‘draken’ kunnen we zonder onszelf geweld aan te doen, niet origineel noemen. Het ‘drakenfruit’ waaruit bij rijping jonge, kleurige draakjes vallen die liefst in de broekzak van kinderen slapen is grappig, maar niet zo’n enorme vondst.

Dan de jonge draakjes die voortdurend rondvliegen in kamers, huizen, boven straten. In die huizen en straten houden zich ook volwassenen op, maar die zien de draken nooit omdat ze nét weggeglipt zijn. Of in een broekzak gefrommeld. Na een paar van dat soort scenes wordt het beeld van vliegende draakjes een beetje ongeloofwaardig.

Maar afgezien van dit gemuggenzift dus lof en bewondering. Tomas en zijn opa hebben een jaloersmakende band, zijn ouders een wat minder benijdenswaardig rommelig huishouden waarin driejarig zusje Lolli haar etenrondsmijtende bijdrage belangeloos aan levert, en de sfeer van het verhaal blijft luchtig maar toch serieus genoeg om erin mee te gaan. En het belangrijkste: het boek neemt de wereld van de volwassenen niet te serieus. Hun regeltjes nog het minst van al. Dat zou weleens de belangrijkste les kunnen zijn voor onze oplettende lezertjes.

Sterren: ***

ISBN: 9789047710684

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Louis Ferdinand Celine – Reis naar het einde van de nacht

De kale mens

Wat zou je mogelijkerwijs toe kunnen voegen aan een vrijwel volmaakt boek? Het in 1932 voor het eerst verschenen Reis naar het einde van de nacht is zo’n boek: het laat de mens in zijn naakte essentie zien, en de wereld eromheen die welbeschouwd niet veel mooier is, in een uitstekende tekst die zich meermaals laat lezen. Een heldere boodschap, klaar. Toch dacht de Franse tekenaar Jacques Tardi daar anders over. Hij illustreerde in 1989 het boek met zijn weinig optimistische tekeningen, die perfect aansluiten bij de sfeer. Het resultaat, zou je kunnen zeggen, is een ‘graphic novel’ met een ‘bite’.

Het verhaal neemt ons mee in straattaal. We gaan op reis met hoofdpersoon Bardamu door de wereld, van een oorlog tot een verblijf in de grote stad, om telkens tot dezelfde conclusie te komen: de maatschappij deugt niet en hij wordt er door mensen bepaald niet beter op. Dat alles zeer realistisch verwoord.

Céline laat met deze bedevaart naar de hel zien dat de mens slachtoffer is van zijn driften. Onder een dun laagje beschaving wordt hij/zij gedreven door hebzucht, woede, jaloezie, moordlust en nog wat reptielenbrein-emoties. Die lage emoties zorgen ervoor dat een maatschappij altijd ‘verrot’. De zwakken en behoeftigen krijgen de klappen, oorlogen zijn niet te vermijden, niemand is echt te vertrouwen. Een beeld dat in de loop van de geschiedenis redelijk adequaat is gebleken en ook in 2018 nog niet ingrijpend hoeft te worden bijgesteld.

Dan is er deze getekende versie van Tardi die, zoals gezegd, flink bijdraagt aan de sombere, mistige, koude sfeer. De illustraties versterken de tekst en omgekeerd. Maar is het eigenlijk een negatief boek?

Kijk naar het motto. Dat zegt: “Reizen is heel nuttig, het prikkelt je verbeelding. Al het overige geeft maar teleurstelling en last. Onze reis hier is volkomen denkbeeldig. Dat is zijn kracht. Hij voert ons van het leven naar de dood. Mensen, dieren, steden, dingen, alles berust op fantasie. Het is een roman, een verzonnen verhaal, meer niet. ’t Staat in Littré, en die vergist zich nooit. En trouwens, iedereen kan het doen. Je hoeft je ogen maar te sluiten. Het is aan de andere kant van het leven.”

Céline schetst weliswaar de donkere kanten van de mens (de andere kant), maar daarmee erkent hij tegelijkertijd dat de mens goede eigenschappen heeft (deze kant). Het is aan ons om de keus te maken. We doen dat misschien niet vaak, maar het is mogelijk. Zo bezien is dit een zeer positief boek. En zo wil ik het graag blijven lezen.

Sterren: ****

ISBN: 9789028207394

Uitgeverij: Atheneum Polak v. Gennep 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Karin Slaughter – Gespleten

Intelligent hak- en breekwerk

Karin Slaughter houdt er een bijna machinaal tempo op na: ook dit jaar zet ze weer een nieuwe thriller op de wereld. Een wereld die daar dan weer wel met grote graagte op zit te wachten. Haar boeken verschijnen in 36 talen, wereldwijd zijn er meer dan 35 miljoen exemplaren verkocht. Met zulke cijfers kun je thuiskomen.

En het is duidelijk, Gespleten is werk van een vakvrouw. Alsof je in een konijnenhol valt, trekt het verhaal je meteen de diepte in. Ik ga er weinig over vertellen om de spanning niet te verknoeien, maar in het kort: Andrea ziet een heel andere kant van haar moeder tijdens een gewelddadige incident. Ze ontdekt hierdoor dat Andrea zich al dertig jaar schuilhoudt onder een andere naam en dat alles over haar verleden gelogen is. Kan zijn haar moeder nog wel vertrouwen nu zij een volslagen vreemde blijkt te zijn?

Dat verleden van haar moeder, zich afspelend rond in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, blijkt verrassend actuele trekjes te hebben. Alsof je de huidige discussie in Nederland hoort over de zorgproblematiek, en de veelgehoorde ‘verwarde personen’ op straat. Het komt allemaal aan bod, maar dan op zijn Amerikaans. Het is duidelijk dat mam in dat verleden geen nette meisjesdingen deed, en dat stoute gedrag haalt haar nu in.

Bekwaam springt Slaughter voor- en achteruit in de tijd tussen 1986 en 2018, afwisselend verteld. Dat schema zien we vaker bij thrillers. Ze bouwt zo een historie op waarin de achtergrond van de personages zichtbaar wordt. En het duidelijk wordt waarom ze in de huidige tijd zo gedeformeerd zijn, of gecompromitteerd, of domweg psychopathisch.

Wat verder opvalt, zijn de spannende scenes, goed gekarakteriseerde personages, en vooral de wagonladingen geweld.

“Kogels.
Pop-pop.
Shelly Barnard lag op de vloer. Op haar rug…Uit haar neus sijpelde bloed…
Pop.
Andy zag de achterkant van Betsy’s keel in een golf bloed naar buiten stulpen.
Pop.
De zijkant van haar schedel barstte als een plastic zak open.”

En dit is pas blz. 24. Er volgen nog vele bloedfonteinen, waaronder een memorabele scène met een mes dwars door een hand.

Elkaar met harde hand naar het leven staan dus. Ter nuancering dient daarbij gezegd worden dat er niet alleen op de zwakke maag gespeeld wordt. Slaughter laat ook maatschappijkritische geluiden horen, die zo te lezen in de Amerikaanse samenleving niet onwelkom zouden zijn. Dat geeft deze thriller meerwaarde en schraagt haar goede reputatie.

Sterren: ***

ISBN: 9789402701562

Uitgeverij: HarperCollins

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Nop Maas – Gerard Reve Kroniek van een schuldig leven 2

Deel twee van de biografie over Gerard Reve: De rampjaren, 1962-1975

[Recensie] De biograaf is bezig Reve’s levenshandel en wandel in een aantal dikke delen op te tekenen. Na deel 1 in 2009, is er in 2010 deel 2 dat de jaren 1962-1975 beslaat. In de eerste zinnen zien we wat we kunnen verwachten: “In brieven van 28 en 30 oktober 1962 deed Reve verslag van zijn reilen en zeilen in de eerste dagen van Schuhmachers afwezigheid. Ze geven een idee van de manier waarop hij zijn dagen doorbracht.”

Vervolgens reconstrueert de biograaf de dagindeling van de schrijver. Samengevat: Op vrijdag 26 oktober bracht Reve vriend Wimie naar de trein, huilde daarom in de kerk en thuis even, en ging daarna zijn huis opruimen. ’s Middags belde Jan Wolkers op om hem voor zijn verjaardag uit te nodigen, maar dat aanbod sloeg Reve af. ’s Avonds bezocht hij een voorstelling van een door Reve zelf vertaald stuk en rond één uur was hij thuis.

Chronologisch gaat het zo door: “Zaterdag 27 oktober profiteerden Reve Lucardie van het windstille weer door met de brommer naar het Gooi te gaan. Ze gingen niet langs bij Fritzi ten Harmsen van der Beek en waren om half vijf weer thuis. ’s Avonds gingen ze …” et cetera.

Gelukkig verlaat de biograaf daarna dit microscopische proza en neemt grotere stappen. Hij legt dwarsverbanden en verklaart zaken, zoals Reve’s eigen betiteling als ‘natuurkatholiek’, die hij in de geschiedenis van de Katholieke kerk van de woelige zestiger jaren plaatst.

We lezen hoe Reve naar Spanje reist. Hij had het plan zich in Spanje te vestigen maar komt tot de conclusie dat het leven in dat land lang zo goedkoop en eenvoudig niet is als hij had gedacht en keert terug naar Nederland.

De biograaf gaat in op Reve’s gewoonte zijn horoscoop (en die van allerlei vrienden) te laten trekken bij ‘de zusjes Meyer’. Dat geeft een aardig inzicht in Reve’s gedachtenwereld op het spirituele vlak. Lichamelijk krijgen we ook een beeld van hem: het gaat in rap tempo slechter met Reve. Hij drinkt te veel en heeft last van zware depressies.

Uiteraard komt ook het ‘ezelproces’ voorbij. Reve beschreef in Nader tot u hoe hij de liefde bedrijft met God als ezel. Half Nederland vatte dat in dit tijd op als godslastering, en een heus proces volgde. Dat Reve overigens ruimschoots won.

Nieuw zijn al die feiten niet. Een feest van herkenning is het wel, voor wie Reve’s brievenboeken kent. Maas voegt aan die feiten ongelooflijk veel details toe – een knappe prestatie. Heel plezierig voor wie nóg meer wil weten over Reve, maar het geeft ook een tweeslachtig gevoel. Hoe minutieuzer Maas het leven van Reve in kaart brengt, hoe meer zicht we krijgen op de mens achter de schrijver. En dat wordt na een aantal hoofdstukken – voor mij tenminste – een probleem.

Reve was een getroubleerd mens. Dat is bekend. Zijn verdienste was dat hij uit die troebelen briljante verhalen en uitspraken wist te persen, in een onnavolgbare stijl en erg leesbare boeken.

Voor mij is dat lezen voldoende. Ik hoef niet zoveel extra informatie. Mijn bewondering voor de man blijft, hij is een idool zonder hem te hoeven ontmoeten. Dat hij een bevlekt idool was, weet ik ook wel, maar van mij hoeft dat niet letterlijk beschreven te worden. Van mij mag hij op zijn sokkel blijven staan. Schitterend in de zon.

Sterren: ***

ISBN: 9789028241237

Uitgeverij: van Oorschot 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles