Caroline Albertine Minor – Zegeningen

Intense, ongemakkelijke verhalen

Een Deens schrijftalent. Met die typering slaat het voorwoord zowaar de spijker op zijn kop. Deze dame kan schrijven. Haar boek won twee Deense prijzen en werd genomineerd voor nog twee in Scandinavië.

Zeven gebundelde verhalen zijn het, en aan elk verhaal zit een steekje los. Een prettig steekje wel, meer lollig dan onrustbarend, meer een stukje niet helemaal de rails volgen dan donderend ontsporen. Zoals de oude Reve placht te zeggen: ‘er komt weer geen normaal mens in voor.’

Het eerste verhaal ‘Villages de France’ begint fijn vervreemdend. De vrouwelijke hoofdpersoon is in Denemarken en krijgt een bijna onverstaanbaar telefoontje. Haar vader ligt in het ziekenhuis. Of ze wil komen. Naar Belvianes. In Frankrijk, ja.

“Mijn vader was zijn hele leven al als een verre planeet geweest en ik noch mijn moeder had iets gedaan om zijn vastgelegde baan te verstoren.” En vader is de beroerdste niet om die bewering te staven.

Overigens een briljant begin: onverwacht nieuws met een nog onverwachtere boodschap. En die zin over haar vader die een verre planeet is.

In ‘Flügel des lebens’ komen we vader weer tegen. Er is een feest georganiseerd ter ere van hem, en de hoofdpersoon ziet met klamme handen de gasten arriveren. Want hoe zal papa reageren? Die lont in het kruitvat is altijd gevaarlijk:

“Toen de eerste gasten ons vanaf het tuinpad begroetten, begreep ik dat ik wat meer werk van mezelf had moeten maken, maar daar was nu niets meer aan te doen. Mijn vader kwam als een van de laatsten en heel even was ik bang dat hij was vergeten dat we ter ere van hem het huis vol mensen hadden. Toen klapte hij in zijn handen en nodigde iedereen uit een drankje van het dienblad in de keuken te pakken…

Hij heette vanuit de deuropening de gasten welkom. Een deel van hem was zoals altijd teruggetrokken, verstopt. Tegelijkertijd was hij belangstellend en vriendelijk tegen iedereen. Hoe deed hij dat?”

Mooie zinnen, onverwachte wendingen, goeie seks. Wat? Ja, net zo nietsontziend als de onhandige intermenselijke contacten, brengt Minor het seksleven van de protagonist in beeld. Klein voorbeeldje dit keer.

De vrouwelijke hoofdpersoon gaat in op de avances van de (kleine) tv-presentator van een campingprogramma. Volgt een technisch klinisch vrijpartijtje:

“Zijn pik was net zo klein en aantrekkelijk als de rest en ik tolereerde het zelfs dat hij aan mijn haar trok. Anders ergerde me dat altijd – het iets te vanzelfsprekende ervan: mijn haar, jouw duim. Hij kwam zonder geluid te maken, trok zich terug en reikte mij de tissuedoos aan, waar een Kleenex als een vleugel uit de spleet piepte. Terwijl ik me schoonveegde, rolde hij een sigaret … en nodigde me uit een dezer dagen mee te gaan naar de opnames.”

Eigenlijk iets teveel citaten hier, maar ik kon het niet laten ze u onder de aandacht te brengen. Hopelijk laat het u besluiten dit net zo bizarre als interessante werkje te gaan lezen.

Sterren ****

ISBN: 9789492478887

Uitgeverij: DasMag

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

 

Rachel Bright & Jim Field – Gekkie de Gekko

Ik ben een ster!!!

Daar hebben we Gekkie. Hij leeft op een eiland waar palmbomen groeien en geurige, kleurige bloemetjes bloeien, en hij zingt als een nachtegaal zijn vrolijke lied, zo hard hij kan, zo vaak hij kan.

Dat is de kern van dit prentenboek. Gekkie de Gekko blaast om zich heen, springend, dansend, aandacht trekkend en vooral zingend. Dat laatste valt bij zijn toehoorders niet goed. Dat merkt Gekkie niet want hij is vervuld van zijn eigen kwaliteiten. Hij heeft een belangrijk probleempje: hij schaamt zich niet.

Die crux geeft het vrolijke verhaal extra vuurkracht. Immers: hoe kan iemand die zich niet schaamt, zijn eigen gezang beoordelen? Niet dus. Hier sluit het verhaal netjes aan op de huidige tijd. Iedereen die weleens een talentenjacht heeft gezien herkent het fenomeen van aspirant-artiesten die maar één zangtechniek hebben: zingen zo luid als het kan. Dat galmen niet automatisch beter zingen oplevert, kan dan een nuttig advies zijn. Volkszangers, lezen jullie mee?

De tekst van dit verhaal is op rijm, uitstekend vertaald in het Nederlands door Bette Westera:

“Al bij het ontbijt

danste Gekkie de tango

Hij zwabberde rond

met een sappige mango.”

 

“’Een slaapliedje spelen?

Dat komt voor de bakker!’

riep Gekkie, en hield

alle jonkies juist wakker.”

De tekeningen zijn fantastisch levendig. De uitdrukkingen van Gekkie, de explosieve mimiek, het onwankelbare sterrendom dat hij uitstraalt, het maakt dit boek visueel aantrekkelijk. In de meest ondenkbare felle kleuren (die uitstekend het flamboyante gedrag van Gekkie weergeven) zien we hem tekeer gaan. Bij elke song die hij doet, slaan mensen hun handen voor hun oren of kruipen onder een dekbed, totdat iemand het aandurft om iets stoutmoedigs te doen: Gekkie de waarheid vertellen.

Wat er dan gebeurt, mag de (jeugdige) lezer ontdekken. Onderga dit verhaal met zijn extravagante tekeningen, zijn oogverblindende kleuren, zijn uitbundige plezier. Uw peuter zal ervan smullen.

Sterren ****

ISBN: 9789462915886

Uitgeverij: Gottmer

 

Ook verschenen op Bazarow en Tiktok 

 

Lucia Zamolo, Pim Lammers – Liefdesverdriet en andere ongemakken

Pijn in je hart

Wat is liefdesverdriet? Het een wrangzoete ziekte die dit prentenboek doordrenkt.

Lucia Zamolo schreef en tekende het boek en onze eigen Pim Lammers vertaalde het vanuit het Duits. Het heeft een aparte sfeer, die zich het best laat omschrijven als onaf. Alsof iemand een aantal ideeën voor een verhaal opschrijft. Uit de losse pols, grofweg, met zwevende stukken tekst.

Tekeningen en tekst lijken nog het meest op een puberagenda. Grove, niet erg professionele tekeningen van menselijke figuren en situaties wisselen elkaar af met handgeschreven tekst vol ballonnetjes, terzijdes en – soms grappige – kwinkslagen. Een ietwat controversiële stijl die niet alle lezertjes zal aanspreken; voor anderen weer razend origineel en baandoorbrekend.

Waar dat allemaal over gaat, is meteen de titel: liefdesverdriet. Of Lucia Zamolo daarin ervaringsdeskundige is weten we niet, maar ze vat het algehele gevoel goed samen: alsof een olifant op je borst ligt. Dat is toevallig ook de Duitse titel: ‘Elefant auf der Brust’.

Er zou niks mis mee zijn geweest om die titel te gebruiken in plaats van het wat saaiere ‘Liefdesverdriet en andere ongemakken’, maar vertaler Pim Lammers had daar vast zijn redenen voor. Hij gebruikt de olifant-uitdrukking nog wel een keer verderop in het boek, en de rest van de tekst is zoals altijd helder, nauwgezet en puntig vertaald.

Het boek is ondanks de houtjetouwtje-stijl zeer serieus. Zamolo haalt bij het delven naar de oorsprong van haar liefdesverdriet diverse bronnen aan. Beroemde meesterwerken uit de kunst zoals de Keltische legende ‘Tristan en Isolde’ en de klassieker ‘Het banket’ van Plato. Ook noemt ze fysieke oorzaken die een liefde kunnen versjteren, zoals de menopauze.

Tegenover de zware wijsheden contrasteren de flieberige tekeningen en vlotte quotes lekker. Het laat zien waar het om gaat: waarom heb ik dat verdriet. Maar ook weer niet té diepgaand:

“NIEMAND kan je nu helpen.

En al helemaal OUDERS niet!

Wat snappen die daar nou van?

LIEVERD, het eten is klaar!

Kom je?

Papa heeft spaghetti

carbonara gemaakt

–Voor jou zelfs vegan!”

Op een leuke, speelse manier gaat de lezer mee in de emotionele achtbanen die liefde kan veroorzaken. Met lekker veel informatie. Zo veel, dat minstens drie keer doorlezen aanbevolen wordt om alle nuances mee te pakken.

Sterren ***

ISBN: 9789462915886

Uitgeverij: De Eenhoorn

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Khalil Gibran – De Profeet verteld voor kinderen

Universeel verhaal nu ook voor kinderen

Een nieuw boek kun je het niet noemen: in 1923 verscheen The Prophet en werd direct een wereldwijde bestseller. Miljoenen volwassenen namen sindsdien de wijsheden van Khalil Gibran tot zich en deden er hopelijk goede dingen mee. En nu is er dus dankzij uitgeverij Samsara ook een jongerenversie van het boek.

Dat is geen dag te laat. Natuurlijk zijn de levenslessen in het boek universeel, maar zijn ze nog altijd gericht op volwassenen. Terwijl kinderen uiteraard ook antwoorden zoeken op vragen waarvoor ze zich op hun niveau interesseren – ik durf zelfs te beweren voor dieper gaande vragen dan volwassenen bedenken.

Tiny Fisscher, die de tekst bewerkte, voelt dat feilloos aan. In haar inleiding legt ze uit wie Khlil Gibran is, dat hij in Libanon geboren is en later verhuisde naar Boston, Amerika. ‘De Profeet’ is zijn meest succesvolle boek, in negentig talen vertaald. Het gaat over de wijze man Almustafa die op een bepaalde dag terug wil keren naar zijn geboortegrond. Dan komen opeens allerlei mensen die nog vragen voor hem hebben. Die vragen worden in het boek behandeld.

Grondig behandeld. Zoals met dit relaxed diep gaande onderwerp ‘Geven’.

“Een jongen vraagt: ‘Als je veel geld hebt, hoeveel moet je daar dan van weggeven?’

‘Zou jij zelf graag rijk willen worden?’ vroeg Almustafa.

De jongen aarzelde.

‘Je mag eerlijk antwoord geven,’ zei Almustafa, ‘ik bijt niet.’

De jongen knikte. ‘Ja, dat zou ik best willen.’

‘Waarom?’

‘Omdat ik niet arm wil zijn,’ antwoordde de jongen een beetje ongemakkelijk. Almustafa begon te grijnzen. ‘Dat vind ik een prima reden. Maar wat betekent het woord rijkdom, eigenlijk? Zit rijkdom alleen in geld en spullen?’

‘Eh…’ De jongen had daar niet meteen een antwoord op.

‘Luister,’ zei Almustafa. ‘Iets weggeven waar je meer dan genoeg van hebt, is niet zo moeilijk. Je geeft pas echt iets aan iemand, als je iets van jezelf geeft.’

De jongen trok een rimpel tussen zijn wenkbrauwen. ‘Hoe bedoelt u?’

Almustafa probeerde het uit te leggen. ‘Eigendommen zijn dingen die je soms met je leven bewaakt, omdat je bang bent ze kwijt te raken. Vergelijk het met een hond die zo bang is dat hij nooit meer een bot zal hebben om op te kauwen, dat hij een berg botten begraaft. Vervolgens wordt hij afgeleid door iets anders, hij herinnert zich die botten niet meer en gaat op zoek naar nieuwe. Bij mensen werkt dat vaak net zo…..”

Zo, door deze uitstekende vertaling op zijn niveau toegesneden, krijgt de jongen meer informatie. Tot hij (en de volwassen toehoorders in één moeite door) door krijgt dat ‘geven’ iets is dat uit je hart moet komen, wil het waarde hebben. En dat is maar één prachtige uitleg van de busladingen wijsheid in dit terecht iconische boek.

Illustrator Pyhai brengt de sterke teksten nog beter tot leven door prachtige illustraties. Licht en luchtig zijn ze, de getekende vogels, of het meisje dat zich zorgen maakt over dingen die misschien ooit zouden kunnen gebeuren. Als je een cadeau zoekt voor een nieuwsgierig kind dat van boeken houdt, dan zou ik het wel weten.

Nieuws: ‘De Profeet’ in deze nieuwe vertaling is genomineerd voor Beste Filosofische Kinderboek van 2022. Je kunt op deze link stemmen voor de publieksprijs.

Sterren ****

ISBN: 9789493301023

Uitgeverij: Samsara

 

Ook verschenen op Bazarow en Tiktok

 

Ilse Ceulemans – De tijdontkenner

Jezelf overbodig verklaren

Meestal is ‘je baan verliezen’ een traumatische gebeurtenis. Opeens ben je ontslagen, een gapende leegte ontvouwt zich. Verbijstering maakt zich van je meester. Ongeloof. Woede. Verdriet. Hoe moet het nu verder?

Dat laatste is allemaal niet het geval in ‘De Tijdontkenner’. Hoofdpersoon Erik neemt het heft in eigen handen: hij houdt zelf gewoon op met werken. Of dat verstandig is op je eenenvijftigste is een vraag die hem niet boeit. Hij is journalist bij een krant, maakt de televisiepagina’s, maar voelt dat hij boventallig wordt in een tijdperk waarin de streamingsdiensten met hun series steeds meer tv-kijkers aan zich binden. En nu heeft Erik dus alle tijd van de wereld.

Die levensveranderende keus – en de gevolgen ervan – is de insteek van dit boek. Ilse Ceulemans kiest ervoor het verhaal in hoofdstukken te vertellen. Korte hoofdstukken. Dat maakt het lezen ervan tot een gefragmenteerde gebeurtenis. Het voelt alsof een ADHD-er bezig is een lang verhaal te vertellen terwijl hem steeds een andere anekdote invalt, hij daarom een volle stop maakt, de nieuwe anekdote vertelt en ho, weer een andere anekdote kwijt moet. Voor mij maakte dat het lezen niet tot een feest.

Korte hoofdstukken dus, die uiteraard gaan over het Leven Na Het Werk van Erik. Dat leven waaiert binnen de hoofdstukjes in den brede uit. Zo krijgen we het woelige gevoelsleven van Erik mee. Voor mezelf duurde het tot op bijna een kwart van het boek voor ik doorhad dat we in het hoofd van een man meeliften. Ligt aan mij uiteraard, maar was toch verwarrend. Ik had de hoofdpersoon ingeschat als vrouw, ondanks de toegevoegde, iets te stereotype masculiene alinea’s als deze:

“Parel

Het einde van de relatie met Caro viel samen met de overwinning van Bayern München in de champions League. Over het precieze verband weid ik liever niet te lang uit. Het was een avond geweest met tequila en veel sigaren. Een meisje van de boekhouding zat op mijn schoot toen Caro laat op de avond het café binnenkwam. Er waren te weinig stoelen, vandaar. Het was allemaal één groot misverstand.

Caro was het type dat niet meteen strafte, dat deed ze pas later. Het was onze archivaris die me er attent op maakte. ‘Ik vind toch dat Caro nogal losse ideeën heeft over de liefde. Dat moet voor jou ook niet makkelijk zijn.’ Ik werd daarbij bezorgd aangekeken.”

Tot zover. Wat vinden we verder in die hoofdstukjes, de inhoud zeg maar, de ziel van het verhaal, de essentie, de urgentie? Het zijn leuke teksten, dat zeker, soms scherp, soms diepzinnig, soms humoristisch, soms ook wat flauwtjes. We krijgen de twijfels van een middelbare man mee, en zijn problemen natuurlijk. Maar helaas is het geheel niet bevredigend genoeg: we komen niet verder dan een nipte voldoende.

Sterren **

ISBN: 978902233678

Uitgeverij: Manteau

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Arthur Japin – Wat stilte wil

Soms werkt het leven tegen

Veelschrijver Arthur Japin slaat weer toe. Met goed resultaat: HET PAROOL: ‘Een sensitieve roman over jezelf mogen zijn’ –ALGEMEEN DAGBLAD: ‘Een meesterwerk. Punt.’ Ronkende flapteksten, maar wat vinden wij eenvoudige lezers ervan?

Anna Witsen is hier de hoofdpersoon, een bestaande jongedame die niet naadloos paste in haar tijdperk (1855-1889). Ze had ongelukkig genoeg het talent om met haar stem een publiek in vervoering te brengen. Dat, en een onblusbare drang om op de planken dat talent ten uitvoer te brengen, botste heftig met de gangbare zeden in dat tijdperk. Dames, en zeker jongere dames, werden niet geacht en plein publiek dit soort uitbundigheden uit te halen.

De emotionele en fysieke worsteling die dat tot gevolg had, brengt Japin gedetailleerd tot leven. Een woest schilderachtig verhaal zou het kunnen zijn, van talloze ups en nog meer downs, repressie, depressie, verbanning, wild vechten tegen de bierkaai. Maar Japin kiest voor een gecontroleerde benadering in een enigszins hoogdravende, klassieke, formele, gekunstelde taal. Dat past weliswaar bij thematiek en tijdsbeeld, maar komt het leesgenot bij deze lezer niet ten goede. We troosten ons met de gedachte dat de doelgroep vast beter is afgestemd op deze bloemrijke krultaal.

Een bekvecht tussen Anna en haar vader verloopt dan zo:

“’De tijden veranderen, papa.’

‘Altijd heb jij zangles mogen nemen en dat mag je blijven doen. Op besloten avondjes mag jij altijd zingen, graag zelfs, in Amsterdam, in Utrecht, overal. Het enige wat ik verbied, is dat je het ooit als professie uit zult oefenen.’

‘Op onze avondjes… Zonder dagelijkse ervaring op te doen, zonder echt orkest, zonder serieuze musici, hoe moet ik dan ooit verder komen?’

Nu hij tranen in haar ogen zag, kwam Jonas Jan achter zijn zetel vandaan. Hij stak haar zijn handen toe, maar zij nam die niet.

‘Jij hebt een prachtige stem, lieverd,’ troostte hij. ‘Iedereen luistert er graag naar. Wat wil een mens nog meer?’

‘Ik ben een volwassen vrouw,’ sprak zij koel. ‘U hebt over mij geen zeggenschap.’

‘Voorzichtig nu,’ maande de vader. ‘Jij schijnt te vergeten wie je bent, Anna.’

‘Integendeel.’ Zij wiste haar gezicht met een servet, stond op, bruusk, en stormde de kamer uit terwijl zij riep: ‘Ik kom er net pas achter.’”

Prima zowel in archaïsche trend als in de tijd geplaatst, dit twistgesprek. Anna heeft pech, zoveel is duidelijk. In dit welgestelde milieu is het not done om op de planken te staan, alleen een privé-optreden tussen de schuifdeuren wordt het gedoogd. Dat is voor haar niet voldoende, ze wil shinen.

Onvermurwbaar gaat ze dan haar eigen weg. De tijd werkt in haar voordeel: er komen allerlei nieuwe, vrijgevochten initiatieven op. Ook dat beschrijft Japin nauwgezet. Zo is er ‘De beweging van tachtig’ onder leiding van Willem Kloos, die de gezapige literatuur duchtig schoonspuiten. Met hun spraakmakende ‘Nieuwe Gids’ lukt dat moeiteloos, en Anna sluit zich graag bij de jonge wildemannen aan.

Dat opent nieuwe vergezichten. Zelfs durft ze weer te gaan dromen over een zangcarrière, een eigen geluid. Ze wil leven op het podium, een echte Zangeres zijn. Haar familie ziet dat met lede ogen aan. Wij krijgen er een unheimisch gevoel bij.

Sterren ***

ISBN: 9789029542869

Uitgeverij: Arbeiderspers

Ook verschenen op Bazarow

Pim Lammers & Susan ‘t Hooft – Kamiel de kameel

Nieuwe dingen zijn eng

Het is druk op de boerderij. Er wordt een nieuwe stal gebouwd. Met een bordje erboven, en een naam: Kamiel. Wie is Kamiel? En voor wie is die stal eigenlijk?

De dieren in de boerderij zijn in rep en roer. En blij. Het paard denkt dat die stal een nieuw onderkomen voor hem is. De haan is reuze verheugd, want het zal een theater zijn, waar hij eindelijk kan optreden. Dat wil hij al zo lang. Volgens het konijn is dit zijn langverwachte cadeautje, dat komt goed uit. Of is het toch een groter hok, waar het varken al zo lang op hoopt?

Ondraaglijk oplopende spanningen in de gemeenschap. Herkenbaar. Als er zaken opeens veranderen, wat verandert er dan voor mij? Word ik er blij van? Gaat die verandering mij beperken? Heb ik er voordeel van?

Dan komt de aap uit de mouw. Of preciezer: de kameel uit de kar. De dieren van de boerderij kijken met openvallende monden toe. Wat is dat??? Dit is Kamiel de kameel. De toekomstige bewoner van de nieuwe stal.

Opnieuw een sterk verhaal van Pim Lammerse. Een wranggrappig verhaal. De boerderijdieren beleven opeens een andere realiteit. Ze hebben een nieuwe buurman. In een nieuw hok. Dat vraagt om aanpassingen.

De illustraties zijn geweldig. Zonder enige moeite herkennen we Paard, Varken, Konijn, Haan als de dieren die ze zijn. In zachte pastelkleuren laat Susan ’t Hooft het verhaal zien door de ogen van de personages. Onzekere varkens, een teleurgestelde Haas, en het mooiste: een gelukkige kameel. Hij heeft zijn plekje gevonden in de gemeenschap.

Sterren ***

ISBN: 9789462915503

Uitgeverij: De Eenhoorn

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Lize Spit – De eerlijke vinder

Glashelder verhaal over duisternis

Van Lize Spit weten we na haar ongeveer een ziljoen keer verkochte debuutroman ‘Het smelt’, dat ze kan schrijven. In het Boekenweekgeschenk 2023 laat ze dat opnieuw zien met bedrieglijk eenvoudige zinnen die soepel bij de lezer binnenkomend, intussen een enorme emotie opwekken. Als we bij striptekenen spreken van ‘de klare lijn’, dan kunnen we bij haar werk spreken van ‘de klare taal’.

De eerlijke vinder van de titel is Jimmy. Hij is jong en noemt zichzelf een ‘wereldberoemde verzamelaar in wording.’ Zijn modus operandi is: op de BMX langs de teruggeefvakjes van sigarettenautomaten, gokmachines, parkeermeters, winkelkarretjes fietsen, op zoek naar verloren muntjes. En daar zakjes chips voor kopen. Want in die zakjes zit de buit: Flippo’s! Jawel, we zijn in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Vandaag is het geluk aan zijn kant. Uit de bankautomaat steekt een bundel biljetten, vijfduizend frank (België, inderdaad) in totaal. Duizelig rekent hij uit dat hij daarmee tweehonderdvijftig zakken chips kan kopen, met in één klap meer dan zevenhonderdvijftig flippo’s voor zijn verzameling.

Snel na het geluk volgt de pech: de dame die het geld gepind heeft ziet hem en eist de bankbiljetten terug. Jimmy raakt in paniek en vertelt dat het geld niet voor hem is maar voor Tristan Ibrahimi, zijn vriend die doof aan één oor is, uit Kosovo komt en onderweg naar hier een granaat van zo dichtbij hoorde afgaan dat zijn trommelvlies gesprongen is. De vrouw is niet onder de indruk en neemt terug wat van haar is.

Zo speels maar indringend zet Spit de lijnen uit van een verhaal dat in de huidige tijd bevolkt zou kunnen worden door Oekraïners met een oorlogstrauma. Het trauma van zijn vriendje Tristan ontgaat de onnozele Jimmy. Te druk met zijn Flippoverzameling.

De glasheldere taal is een lust voor het oog. Net als de subtiele grapjes, de belevingswereld van een ietwat wereldvreemd jongetje, de schaduw van een vuile oorlog die over zijn vriendje Tristan hangt, de levensomstandigheden van Tristans familie als oorlogsvluchtelingen, en de vrijwel onmogelijke opgave om vanuit een veilige dorpsomgeving te snappen wat een oorlogstrauma is.

Ook de verhouding tussen Jimmy en Tristan is hartverwarmend. Zo heeft Jimmy ‘Papriprak’ bedacht, een gerecht dat ze samen bij speciale gelegenheden eten:

“Papriprak bestond uit een deel water en twee delen ‘gruzelementjes’ − dat waren met een daartoe ontworpen knuppeltje in een vershoudzak tot kleine kruimels vermor­zelde chipsdeeltjes, de bijvangst van elke verzamelaar…. De lekkerste prak was die van paprikachips gemengd met warm maar niet kokend water, dan werd het geheel zachter. Mengen, even laten trekken, weer mengen…Ze aten zoals altijd zij aan zij, in ongeveer hetzelfde tempo, uit de porseleinen kommetjes die Jimmy uit het twaalf­delige trouwservies van zijn ouders had geleend. De prak smaakte exact zoals hij smaken moest, en vandaag zelfs nog lekkerder dan normaal, want het was misschien echt de laatste keer.”

Het is inderdaad de laatste keer dat ze Papriprak eten. In de ontknoping is Spit op haar best als ze de beschadigde en onbeschadigde mensen op scherp, en tegenover elkaar zet. Prachtverhaal.

Sterren ****

ISBN: 9789059656789

Uitgeverij: CPNB

 

Ook verschenen op Bazarow en Tiktok

 

Raoul de Jong – Boto Banja

Genuanceerde kijk op het slavernijvraagstuk

Voor de titelraders: Boto Banja is het lied van de tot slaaf gemaakten. De uit hun thuisland ontvoerde slaven gaven met dat lied boodschappen aan elkaar door tijdens hun gedwongen bootreis naar de andere kant van de wereld, waar ze niet mochten praten maar zo toch communiceerden. De Boto is de boot en een Banja is een banjo-achtig instrument.

Dat slavernijvraagstuk is waar dit boek om draait: een ernstig besmet gedeelte van de geschiedenis. De Jong bewaakt het evenwicht van de tekst als een volleerd koorddanser; hij is niet mordicus tégen blanken maar ook niet onwrikbaar vóór zwarten. Daarnaast verlucht hij de tekst met gepaste ironie. Dat blijkt precies de goede aanpak bij dit heikele onderwerp.

Voor de schrijver begint het allemaal met een zoomcall waarin hij gevraagd wordt het Boekenweekessay 2023 te schrijven. Hij barst in huilen uit omdat op dat moment twee dingen samen komen: zijn eigen zoektocht naar het verleden, en de eer om die zoektocht te verwerken in het Boekenweekessay.

Bij wijze van ervaringsdeskundigheidopdoening stapt hij daarna met een open blik, relativeringsvermogen en een scherpgeslepen pen op de boot naar Curaçao:

“Aangezien ik voor het eerst in mijn leven op een zeilboot sta en we midden in het orkaanseizoen naar Curaçao zullen varen, beginnen we de Boto Banja vandaag met een testtocht: een paar mijl de oceaan op en weer terug naar Lupéron. Dana start de motor, Russel beent over het schip …. De zeilen zijn gehesen, de motor gaat uit, en dan is er het grote open water, waar alles ooit begon. De Boto Banja is geopend.” 

Onderweg leest De Jong slavernij-gerelateerde boeken. Wij lezen mee over Zora Neale Hurston die opgroeide in Eatonville, een van de eerste zwarte stadjes in de Verenigde Staten die bestuurd werd door vrije zwarte mensen:

”Toen de boot bij Haïti was, had Zora korte verhalen geschreven, essays, een roman, onderzoek gedaan als antropoloog, films gemaakt en muziek opgenomen.”

Dan arriveren ze op het strand van het stadje Sosúa en kan De Jong gaan verhalen over het leven van zwarte mensen in Amerika. Ook daarin is een rijke geschiedenis van verschillen tussen zwart en wit te vinden, die netjes wordt uitgediept. Hij heeft een goede neus voor mensen die ondanks de discriminatie en achterstelling hun rug recht genoeg houden om succesvolle ondernemingen op te zetten. Of met het schrijven van boeken de top weten te bereiken. Hij belicht dat heikele thema door zowel de woede als de gelatenheid aan het woord te laten.

Ietwat voorspelbaar wordt die manier van werken dan langzamerhand wel, maar door de luchtigheid die De Jong de tekst meegeeft, blijft het helder leesbaar. Het levert een mooi beeld op van een nog altijd onevenwichtige verdeling van kleur en macht in de (westerse) wereld.

Sterren ***

ISBN: 9789059657298

Uitgeverij: CPNB

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Pim Lammers, Milja Praagman – Het lammetje dat een varken is

In een verkeerd lichaam

Dit zou een ultrakorte bespreking kunnen zijn. Het gaat over een lammetje dat graag een varken zou willen zijn. Een dier dus in een fout velletje. Lastig als je dat je hele lammetjesleven met je mee moet dragen. Tragisch zelfs. Dus: goed om de aandacht op te vestigen.

Dat was het dan, veel plezier met het boek.

Nee, geintje. Het thema hier is inderdaad ‘jezelf willen zijn’, op een erg leuke en creatieve manier uitgewerkt tot een verhelderend verhaal.

Het begint subtiel. Vijf schapen (en één kip) lopen in een weitje. Ze hebben een glimlach rond hun snuitjes, een happy tafereeltje.

Een bladzijde verder vinden we een haast nog happier tafereeltje: er liggen vijf varkens in een modderpoel. En twee kippen naast de poel, maar die doen er even niet toe. De varkens zijn besmeurd, half onder de oppervlakte van de poel:

“ze rollen door de modder

en doen verder niet zo veel.”

Het volgende tableau is anders: in de varkensmodderpoel liggen niet alleen varkens. Neen, er is een lammetje bij gekomen. Dat spartelt in zijn helderwitte vachtje met veel plezier in de donkere drab, tot verbazing van de toekijkende varkens.

De doordenkende lezer kan de rest van dit mooie verhaal waarschijnlijk wel raden. Jullie mogen zelf ontdekken of je voorspelling wel of niet klopt.

De teksten zijn summier, bijna steno, en laten aan duidelijkheid niets te wensen over.

De geinige illustraties van Milja Praagman versterken die duidelijkheid. Nu is duidelijkheid essentieel in een boek, maar hier is het een punt van kritiek: het is TE duidelijk. Er is geen twijfel aan wat hier het motto is. Die boodschap wordt in je gezicht geduwd en zoals modder nog een beetje uitgesmeerd, zodat je het niet vergeet. Voor mij had het subtieler gemogen. Maar misschien is die duidelijkheid voor sommige lezertjes nodig.

Sterren ***

ISBN:  9789462911994

Uitgeverij: de Eenhoorn

 

Ook verschenen op Bazarow