Barbara Rottiers – Leve Astrid!

De Enige Echte Astrid 

Een boek over Astrid Lindgren was er natuurlijk al. Eén boek? Er verschenen talloze biografieën over haar, boeken die de levensloop van de fameuze schepper van de nog fameuzer hoofdpersoon Pippi Langkous beschrijven. Deze biografie doet dat ook. Maar een tikje anders.

Het citaat van Astrid zelf, prachtig gecentreerd hier ook, is te raak om onherhaald te blijven:

“’Ik leef maar raak. (…)

Ik vind het heden altijd zo spannend en vol inhoud,

dus heb ik als het ware geen tijd om te piekeren over hoe het

in de toekomst zal gaan.
Ik laat elke dag genoeg hebben aan zijn eigen kwaad.

Ik vind dat je elke dag moet beginnen

met het idee dat het de enige dag is die je hebt (…)

Eigenlijk vind ik dat het leven van een snel

voorbijgaande zinloosheid is en dan volgt de grote stilte.

Maar de korte tijd dat je hier op aarde bent,

moet je vullen met inhoud.’”

Barbara Rottiers neemt het maken van de biografie serieus, dat is duidelijk. Deze bladzijden zijn niet bedrukt met alleen letters, maar ook met tekeningen en allerhande kunstzinnige plaatjes. Dat vrolijkt een biografie behoorlijk op.

Met die letters kan Rottiers sowieso goed overweg. De beschrijving van Astrids leven is frivool, springerig, van de hak op de tak, met wonderlijke zijpaadjes. En afslagen van die zijpaadjes. Die dan weer in een ovaal cirkeltje terugkomen bij de hoofdtekst. Een beetje zoals Astrid zelf ook schreef.

Zo leidt de biograaf de lezer door het leven van Astrid. Dat is natuurlijk voor veel mensen redelijk bekend, maar als je gaat lezen kom je toch nog leuke weetjes tegen.

Nog leuker is dat de sfeer voelbaar is, die Astrid zelf uitstraalt. Bij interviews, door de manier waarop ze zich door het leven sloeg, bij alles wat ze deed had ze een onverwoestbaar vrolijke kijk op het leven. Of beter: een absurdistische kijk. En dat vinden we terug in haar bekendste geesteskind: Pippi.

Hoe Pippi Langkous ontstond, vind je hier uiteraard vanzelfsprekend ook. En ja, ook dat is een memorabel verhaal, zoals eigenlijk alles wat met Astrid samenhangt, lezenswaardig is. En dan hebben we het nog niet eens over het andere geschreven werk dat ze naliet.

Meer vertellen hoeft niet. Dat doet deze terugblik op de raarste schrijfster van Zweden (en misschien wel van het Westelijk halfrond), op een prima toegankelijke manier. De rest doet Astrid zelf wel, in haar boeken. En misschien stuurt ze nog wat fijne bizarre kronkeltjes naar beneden, voor beginnende schrijvers. Wie weet.

Sterren: ***

ISBN: 9789464015874

Uitgeverij: Pelckmans

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok 

 

Bill Browder – Achtervolgd door de staatsmaffia

Do the right thing

Rusland is een kleptocratie, hoor je vaak, een land vol stelende en witwassende criminelen. Dat zal niet gelden voor alle bejaarde burgers en de gewone loonslaven, maar wel voor een bepaalde invloedrijke bovenlaag in de bevolking. Dit verslag van de strijd tegen de gevolgen van die bovenlaag-kleptocratie is niet alleen schokkend en pessimistisch, maar eerst en vooral een blik op de nietsontziende schaamteloosheid van de leiders van het land. Mensen dus die een voorbeeld zouden moeten geven: Poetin en zijn trawanten.

Pecunia non olet, zeiden de Romeinen ooit, maar in dit geval lijkt geld wel degelijk te stinken. Naar gas, olie en bloed. De schrijver van dit verhaal kreeg daarmee te maken. Zijn naam is Bill Browder. Hij richtte in 1996 in Moskou een hedgefonds op, het Hermitage-fonds, dat hij noemde naar museum de Hermitage in Sint-Petersburg, waar Rusland haar kostbaarste schatten bewaart.

Al snel ontdekte hij dat de bedrijven waarin hij investeerde, werden leeggeroofd door Russische ambtenaren en oligarchen. Browder kon dat niet over zijn kant laten gaan. Hij zocht uit wie de dieven waren en begon een naming-and-shaming campagne. Dat werkte. Iets te goed zelfs, want hij werd Rusland uitgezet.

In zekere zin had Bill nog geluk. We weten allemaal hoe het met klokkenluiders afloopt. Mensen die de moed hebben om misstanden aan de kaak te stellen, worden ontslagen, vervolgd, kaalgeplukt en in een blijvend kwaad daglicht gezet. Die procedure wachtte Bill niet af. Hij vocht terug. Daarbij kwamen zijn wereldwijde netwerk én zijn contacten in de advocatuur goed van pas.

Zijn vriend Sergej Magnitski en hijzelf verzamelden bewijzen, lichtten financiële constructies door, haalden documenten boven tafel die de stromen gestolen geld in kaart brachten. En hoeveel het eigenlijk netto was. Magnitski berekende dat er 230 miljoen dollar aan corruptiegeld verdween in de richting van Vladimir Poetin. Magnitski liet beslag leggen op die geldstroom, werd prompt in Rusland opgepakt en op een barbaarse manier om het leven gebracht. Vanaf dat moment is Bill Browder geen investeerder meer, maar actievoerder. Vogelvrij weliswaar, maar toch actievoerder.

Even over die geldhandel:

“Het grootste geldbedrag geassocieerd met de fraude van 230 miljoen dollar is uiteindelijk niet terechtgekomen in New York, Spanje, Frankrijk of Zwitserland, maar in mijn eigen stad, Londen. Dat geld is gebruikt om vastgoed en luxe artikelen aan te schaffen, en niettegenstaande alle bewijzen die ik aan de Britse justitie, het parlement en de Britse pers heb gepresenteerd, is er tot op de dag van vandaag in het Verenigd Koninkrijk nog geen enkel initiatief genomen tot een witwasonderzoek in verband met de Magnitski-zaak.”

Browder schrijft het allemaal op, uiteraard in de wetenschap dat ook zijn leven niet meer dan een flesje Novitjsok waard is. Het is een onthutsend boek over een dievenbende die zijn weerga niet kent. De taal van het boek is niet altijd gemakkelijk te verteren. Browder weidt nogal eens uit over typische advocaatzaken, zoals het overhandigen van een aanklacht. Dat moet op een bepaalde manier gebeuren omdat het anders niet rechtsgeldig is, en de beschrijving daarvan houdt het verhaal soms onnodig op. We snappen echter dat Browder zorgvuldig te werk gaat en zorgt dat het relaas in het boek ook juridisch is dichtgetimmerd.

Maar alleen al het wereldwijd uitbrengen van dit boek is een schep zout in de wond van de ego’s die het betreft. De mensheid kan nu kennis nemen van wat je eigenlijk al wist, maar nu ook bewezen ziet. Hulde aan een prima klokkenluidersactie, met de hoop dat Browder de ongelukken, voetangels en klemmen die onverwacht op zijn pad zullen verschijnen, weet te ontwijken. En bovenal respect voor de onverzettelijkheid en moed van deze man.

Sterren: ****

ISBN: 9789045042572

Uitgeverij: AtlasContact

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok 

 

Margriet du Maine – Verboden kleuren

Subtiele diversiteit 

Jippie! Margriet du Maine levert ons verhalenverslinders met Verboden Kleuren een potentiële klassieker. Ten eerste is het een dik boek, wat helpt in de weging voor klassiekers. Ten tweede gaat het ergens over, namelijk over wat alledaagse uitsluiting (of discriminatie, als je dat een fijner woord vindt) teweeg kan brengen. En ten derde schept ze een originele wereld; eentje die in kleuren is ingedeeld. Zie ook de titel in dit verband.

Ook best belangrijk: ze kan schrijven. Dat merk je als je bij kop en kont het verhaal in tuimelt. We kijken mee door de ogen van Kind, een tikje recalcitrant meisje. Ze woont in een soort weeshuis samen met veel meer andere kinderen, in afwachting van echtparen die af en toe komen kijken en een kind voor zichzelf meenemen. Behalve Kind, want zij is een Coloriet.

Wat dat betekent, weet ze zelf niet eens. Maar ze voelt wel dat ze niet tussen de andere brave, gehoorzame, volgzame kinderen past. Braaf en al dat andere is zij niet: zij bijt van zich af, soms letterlijk. De leiders van het huis hebben het allang opgegeven om te proberen haar te helpen, of te sturen. Kind is een zwart schaap tussen de anderen, en als er weer een echtpaar komt, wordt ze opgesloten op zolder.

Dan komt Maan langs, een mysterieuze vrouw/tovenares, die Kind wil meenemen. Weerbarstig als Kind is, weigert ze dat, maar ze voelt ook wel dat dit misschien een kans is op een ander leven. Op dat punt gaat het grote avontuur van start dat je zelf maar moet lezen, dat zou ik in elk geval zonder uitstel gaan doen.

Dit verhaal is van viersterren kwaliteit. Het zet een fantasy-achtige wereld neer met kleurrijke figuren, maar weer niet zo fantasy dat de gelijkenis met onze eigen aarde ophoudt. Als lezer leef je je makkelijk in. De taal is toegankelijk, het verhaal trekt je aandacht en maakt je nieuwsgierig, dus doorleesgevoelig, en de queeste is spannend, met ups en downs zoals het hoort. Alle elementen dus voor een boek dat zijn eigen plek verdient op de boekenplank.

Du Maine bouwt alles solide op, in klare taal, en laat bij de opbouw van de hoofdstukken (en de geschiedenis) geen steken vallen. De karakters zijn helder, de hoofdpersoon is prettig tegendraads, de meester/pupil verhouding is in orde.

Wat het boek daarbovenop compleet maakt, is het onderwerp. In het huidige tijdsgewricht vinden we veel buzzwoorden: rassenongelijkheid, discriminatie, mensen van kleur, slavernij. In deze wereld zijn die problemen extreem uitvergroot. Dat zet aan tot denken. Dat is een gratis tip voor meer mensen.  

En nu lezen. Hup!

Sterren: ****

ISBN: 9789051168020

Uitgeverij: De Vier Windstreken

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Haro Kraak – Het water bewaart ons

Urk in 2084?

Jottem, een dystopie. Altijd leuk om een naargeestig verhaal over een treurige toekomst door te nemen. Of hebben we hier te maken met een utopie? Ook mooi om te lezen: een naar viooltjes geurend toekomstbeeld, waar iedereen blij en vrij en happy rondloopt. Welke van de twee is het nou?

Dat hangt van de locatie en het perspectief af. Locatie is Schokland, een eiland dat ooit ingepolderd is maar in dit verhaal door stijgend water weer tot eiland is terug gevormd. Het perspectief ligt bij de mannelijke eilandbewoners, die deze geïsoleerde samenlevingsvorm toejuichen om hun rigide ideeën over een samenleving in de praktijk te brengen. Kort gezegd is er een Amish-achtige structuur ontstaan waar de mannen het voor het zeggen hebben en de vrouwen maar één recht hebben, het aanrecht. Zo bezien is het een utopie voor de mannen maar een dystopie voor de vrouwen.

Niet heel origineel, die dystopische invalshoek. Zeker niet als je George Orwell, Aldeus Huxley,  Thomas Moore, Margareth Atwood, Dave Eggers, Adriaan van Dis hebt gelezen. Wel origineel, al wordt dat niet expliciet vermeld, is de link met dat andere eiland, Urk. Als we de actualiteit een beetje hebben gevolgd, weten we dat er vooral sinds de Corona-lockdown in gesloten gemeenschappen als Urk, maar ook Volendam en zelfs voetbalkantines, een soort eigen eiland-mores begint te ontstaan. Die komt erop neer dat de inwoners van die gemeenschappen het zelf allemaal wel regelen. Daar hoeven niet-eilanders zich niet tegenaan te bemoeien. Dat afzonderen en inteelt-invloeden aanmoedigen leidt tot een bijzondere kijk op de samenleving, die in dit boek uitvergroot wordt.

Haro Kraak laat dat onderhuidse gevoel in de tekst uitstekend tot zijn recht komen. Vanaf het begin loeren de veelbetekenende blikken om de hoek, smiespelen de roddels achter je rug, stoten de mensen elkaar aan als je voorbij loopt.

Dat is de ene kant; de andere kant is de klare taal die hij bezigt. In heldere hoofdstukken word je meegenomen in de gedachtewereld van de personages en als dat nodig is, meegesleurd in hun vertwijfeling. Of, net zo makkelijk, in hun ondergang. Die doemsfeer hangt erg indringend tussen de regels.

Dus ja, beklemmend is wel het gevoel dat de lezer krijgt als hij de samenleving van Schokland binnengaat. Dat gevoel heeft Elsa lang geleden weggedrukt, toen ze besloot bij Schoklander Age te gaan wonen. Ze past zich aan, maar weet ook dat echt integreren gewoon niet aan de orde is. Niet voor een vastelander.

Als Elsa en Age een vreemdeling, Kasper, oppikken en tijdelijk in huis nemen, verandert de argwanende houding van de Schoklandse bevolking in afkeuring. Of misschien wel erger dan dat. Age vindt dat het wel mee valt en gaat gewoon door met zijn boottochten voor toeristen – er moeten centjes verdiend worden. Elsa zoekt troost in de drank en solliciteert op een interne baan. Zo kan ze misschien toch beter contact krijgen met de inboorlingen.

Dan gaat het mis met Age. Hij krijgt een aanvaring met zijn boot, waardoor er een aantal toeristen strandt op het eiland. De boot heeft flinke schade, de provisorisch ondergebrachte toeristen morren in toenemende mate.

Elsa heeft haar eigen sores; ze komt erachter wat haar baan eigenlijk omvat en wil daar in geen geval in meegaan. Maar opzeggen heeft consequenties in deze gemeenschap:

“Geen enkel excuus voldeed, besefte ze, want haar ontslag indienen betekende pas het begin van het liegen. Op het eiland ontkwam je niet aan het verhaal dat over je werd vereld, of dat je over jezelf vertelde. Ze stond, als ze haar redenering ver doortrok, voor de keuze: leven met een leugen of verdwijnen. De waarheid aanvechten was zinloos, je kon hier niet iets aan de orde stellen, niets aankaarten, er was al een waarheid.”

ISBN: 9789025472344

Sterren: ***

Uitgeverij: AtlasContact

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Marc van Dijk & Sander ter Steege – Becky Breinstein, Het ravijn van Nietzsche

De diepere Nietzsche

Het is een leuk concept, een graphic novel-serie die de grootste denkers aller tijden voor het voetlicht brengt. Kekke plaatjes, een spannend verhaal en je krijgt inzicht in de peilloze denkwereld van ’s werelds grootste filosofen. Wat kan er nog mis gaan?

Eén dingetje. Het is als onbekommerd lezertje niet handig om gewoon, op pagina 1, aan het verhaal te beginnen. De kans is dan namelijk groot dat de vertellijn geheel langs je heen glijdt. Want als je dit leest, is het grappig? En zo ja, waarom? Misschien sla jij na een paar bladzijden het boek wel gefrustreerd dicht. Want waar de fok gaat dit over?

Rustig, niet gooien met boeken. Het helpt om meteen eerst even door te bladeren naar pagina 174, waar de inspiratiebron van de makers staat. Friedrich Wilhelm Nietzsche is dat, de Duitse filosoof uit de laatste helft van de 19e eeuw. Op zijn geest is dit verhaal geënt, dus de grappenmakerij (die hij ook graag bedreef) hoort erbij. Net als zijn ongeduld en zijn niet zo goede communicatie met de rest van de mensheid.

Oké, we hebben die twee pagina’s doorgenomen. Handige verwijzingen naar de bladzijdenummers ook. Dat helpt. We beginnen opnieuw. Nu gaat de geschiedenis wel leven, snappen we de grappen ook beter. En de teksten die de getekende snorremans uitkraamt: ‘God is dood! Zo spreekt Snorrie!’. Ook de tekeningen gaan spreken; zoals die van het aquarium dat steeds opnieuw wordt schoongemaakt: ‘Alweer de blobvis verschonen, hè? Zou het waar zijn dat alles zich steeds herhaalt? Zoals dit moment?’ Het zijn uitspraken van De Filosoof Zelve.

We zitten in de flow. En we leven mee met de oude filosoof. Met de grappige cartoonstijl tekeningen en de korte, vinnige dialogen is dat goed te doen. Schrijver en tekenaar stemmen tekst en tekeningen goed op elkaar af. Ze bouwen gebbetjes in, soms een dwaalspoortje, dan weer een kwinkslag, en zo doorlezend/kijkend komt een aardig één op één vergezicht naar boven van de eindeloze zoektocht van deze eigenwijze bergbeklimmer.

Dit boek is de tweede graphic novel van Becky Breinstein. Deel 1 heet ‘De gifbeker van Socrates’. De serie laat de grootste denkers aller tijden zien op een toegankelijke manier.

Op www.beckybreinstein.nl vind je meer informatie.

Sterren: ***

ISBN: 9789025907136

Uitgeverij: Ten Have

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Philip Huff – Wat je van bloed weet

Papa is boos

Het citaat van Kafka op de allereerste pagina werpt de schaduw vooruit. Het is een fragment uit een brief van Franz aan zijn vader. “Trouwen, een gezin stichten, alle kinderen die maar willen komen aanvaarden, ze in deze onzekere wereld behoeden en ze ook nog een beetje leidinggeven, dat is naar mijn overtuiging het allerhoogste waarin een mens kan slagen.”

Dan komt het verhaal. We zitten in het hoofd van een jongetje dat wakker wordt in zijn broertjes bed, zijn broertje slaapt nog. Er is stilte, die het jongetje nerveus maakt. Hij komt uit de kamer en ja – scherven van een vaas op de lichtgroene vloerbedekking, bloemen verspreid op de grond. Op de wc kijk je naar buiten en inderdaad, zijn auto is weg.

“In de keuken ruikt het naar koffie.

‘Goedemorgen,’ zegt je moeder. Ze draagt een ochtendjas van dunne, glimmende, hier en daar versleten donkerblauwe stof. De zijkant van haar gezicht is rood en gezwollen.”

Er is geen buitengewoon goede verstaander nodig om deze aanwijzingen te duiden. Het botert niet erg tussen papa en mama, om aan de eufemistische kant te blijven. Door de ogen van het jongetje krijgen we verdere informatie in brokjes toegediend. Zijn wereld is nog klein, maar aan alle kanten, vooral van de mannelijke ouderkant, onveilig. Met voelhoorns op loopt hij letterlijk op kousenvoeten door het ouderlijk huis, een villa in het Gooi, hopend dat zijn vader in een goed humeur is. Spoiler: vaak niet.

Huff neemt de tijd om het verhaal uit te bouwen. Vanaf de slaapkamerscène groeien en reizen we met de verteller mee, van Bussum naar Blaricum naar Laren naar Tiveden en Juan-les-Pins. Het leven van de jongeman wordt breed uitgemeten, iets te breed naar het oordeel van deze lezer. Ja, het verhaal is heftig, en de traumatische omgeving waarin de arme jongeman moet zien te overleven is een psychologisch mijnenveld, maar het had iets compacter verteld kunnen worden.

Dat zijn natuurlijk spijkers op laag water. Het is een intiem verhaal over een harde waarheid die zachtjes verteld wordt, steeds nieuwe sluiers oplichtend, met centraal het hartverscheurende beeld van een opgroeiend mannetje in een gewelddadige omgeving. Een mannetje dat bij alles wat hij doet, zijn vader moet mijden en zijn moeder met medelijden probeert te beschermen. En zijn broertje. Die blijkt namelijk op zijn eigen manier om te gaan met de oorlog tussen zijn ouders; geen manier waarvan hij vrolijker wordt.

Zo’n leven  laat diepe emotionele wonden na, die moeizaam helen. Als ze al helen. Huff laat gedurende het verhaal de worsteling zien waarmee de beide jongetjes moeten dealen. Het broertje van de hoofdpersoon heeft wat meer moeite met die ongemakkelijke waarheid van zijn ouders:

“Vergeten is jouw manier van ontkennen, van negatie, een soort medicijn: je verliest wat je verdriet doet of, erger nog, wat je kan gijzelen. Je broertje, daarentegen, onthoudt alles. Die zwelt op van het verdriet, met een heel leger van gijzelnemers achter zich aan. Er is niet genoeg ruimte in jouw hoofd om alles te begraven, zoals voor jouw broertje niet genoeg land bestaat om te kunnen blijven vluchten.”

ISBN: 9789044650518

Sterren: ****

Uitgeverij: Prometheus

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Machiel Hoek – Het meisje dat de wereld veranderde

Zoek jezelf, zuster

Het omslag trok me over de streep – dat prachtige rode lettertype met de veelbelovende titel in een witte cirkel, het meisje in silhouet eronder, op een zwart plateau haar toekomst tegemoet wandelend. Geweldig.

Dus begon ik een paar dagen later in het bijbehorende verhaal. Korte inhoud: het meisje (dat meisje uit de titel, ja) voelt zich in deze wereld niet plezierig. Ze is eenzaam, het lijkt of alles en iedereen tegen haar is. Haar opa hoort dat en gaat haar het geheim van het leven laten ontdekken. Ze wordt geconfronteerd met haar angsten die ze overwint, maar er komt nog iets belangrijks aan het licht.

Die opzet van opa/kleindochter komt bekend voor. Meester/leerling, vakman/gezel, letterkundige/analfabeet, bruut/softie: een tegenstelling werkt erg goed om een verhaal te ondersteunen en de lezer daarin mee te nemen. Zo ook hier: Lisa komt op gezette tijden bij opa om haar hart te luchten, en opa merkt dat ze niet lekker in haar vel zit. Hij gaat haar helpen.

Hier komt het belang van goede dialogen om de hoek kijken. De lezer krijgt de rest van het boek een tweespraak tussen de oude man en het meisje voorgeschoteld die niet erg naturel verloopt. ‘Show, not tell’ is een oude schrijverswet, die hier beter toegepast had kunnen worden. Zo lezen we als Lisa haar frustraties met hem deelt:

“Opa’s glimlach werd groter. ‘Bravo meissie,’ zei hij met een krachtige stem.

Lisa keek hem met een verbaasde en vragende blik aan.

‘Ik ben onder de indruk,’ verklaarde hij zich nader…

‘Ben je niet kwaad of teleurgesteld?’ vroeg Lisa voorzichtig.

‘Integendeel,’ zei opan met luide, enthousiaste stem…

‘Je hebt volledig gelijk,’ zei opa enthousiast.

Een ander puntje is de pregnante wijsheid van opa. Als ik Lisa was, zou ik al een paar keer tegen opa gezegd hebben dat hij best iets uit mag leggen, maar asjeblieft niet zo vanuit alwetendheid:

Opa helpt Lisa van haar spinnenangst af met een filmpje:

“De kinderen waren een grote zwarte spin aan het pesten, die uit zijn schuilplaats tevoorschijn kwam.

Lisa gilde nog eens en deed haar handen voor haar ogen. ‘Gadverdamme! Ik kan hier niet naar kijken!’

Opa stopte het filmpje. ‘Je ziet wel een spin, maar hij is hier niet hè?’

Lisa … keek opa met een angstige blik aan. ‘Snap je dan niet dat ik het vreselijk vind om en spin te zien en al helemaal zo’n joekel?’

‘Ik snap het wel en toch weet ik dat jij ook weet dat het niet hetzelfde is als een echte spin. En voor het project is het belangrijk dat je dit filmpje in zijn geheel ziet, dus wil je je over je angst en weerzin heen proberen te zetten en even met me mee blijven kijken?’

Ja, zou je willen roepen, we snappen het.

Oké, de stijl kan beter, maar het idee achter het verhaal is goed. Opa leert Lisa de geheimen van het leven, eigenlijk leert hij haar zichzelf zoeken. Inhoudelijk betreden we dan esoterisch terrein. Voor de gevorderde lezer op dit gebied komt er veel bekends voorbij. De geheime leer, Bhagavad Gita, De Alchemist, Een cursus in wonderen, Een ongewoon gesprek met God, The Secret, allemaal boeken die Lisa mag bekijken. En ervan leren. Zo leert ze breder om zich heen te kijken.

Nieuw is dat allemaal niet, wel nuttig om kennis van te nemen. Maar de crux van het boek is wel nieuw- een mooi inzicht dat inderdaad een leven kan veranderen. Dat leert Lisa dan toch maar weer van die ouwe opa, en zoals dat gaat in de wederkerige wereld van de spiritualiteit, steekt opa zelf er nog wat van op.

Een leuk boek dus, met een aardig verhaal. Dat daarmee de lezer naast bekende wijsheden, ook een brandnieuwe blik op het leven biedt. Al kleurt dat de wereld maar één tintje mooier, dan is dat mooi meegenomen.

ISBN: 9789493280090

Sterren: ***

Uitgeverij: Paris Books

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en  Tiktok

 

Roxane van Iperen – ‘t Hooge Nest

Het hele verschrikkelijke verhaal

Het is één van de – ook internationaal – bestsellendste Nederlandstalige boeken van de laatste jaren: meer dan 275.000 maal verkocht and still counting. We hebben het over ‘t Hooge Nest’, geschreven door jurist en schrijver Roxane van Iperen.

De totstandkoming van het boek is interessant: van Iperen zocht een huis. Ze stuitte aan de rand van het NoordHollandse dorp Huizen op een schitterend gelegen huis in het bos. Op de gevel een naamplaat: ‘t Hooge Nest. Ze trok er met haar gezin in en verdiepte zich in de geschiedenis. De rest werd haar geschiedenis.

Het grote oude huis herbergde in de 2e Wereldoorlog veel (Joodse) onderduikers. Dat lijkt een spannend avonturenverhaal, maar de realiteit was meedogenlozer. De Nazi’s joegen op Joden en deden dat grondig. Gedurende de oorlog was het vaak ook bij ‘t Hooge Nest kantje boord, maar de onderduikers werden niet gevonden. Pas toen de oorlog ten einde liep, ging het mis. In dit ultragedocumenteerde boek staat de complete geschiedenis van het huis in het bos tijdens de oorlogsjaren in het Gooi.

Oorlog, onderduikers, jodenjagers, klinkt dat zwaar? Inderdaad, en van Iperen gaat die ongemakkelijke waarheid niet uit de weg. Integendeel, ze vertaalt de hele verschrikkelijke historie knap naar een meeslepend verhaal. Wel een verhaal met buitengewoon naargeestige trekken, vooral als je je na lezing realiseert wat mensen elkaar aan kunnen doen, opgezweept door een zieke ideologie.

Het eerste dat opvalt is de meticuleuze werkwijze van de schrijfster. Vanaf zin 1 is het duidelijk dat ze het onderwerp scherp heeft. Geen detail is haar ontgaan, geen stukje van de geschiedenis is niet nageplozen, geen plek die genoemd wordt is onbezocht, geen verhaal van de overlevenden is niet gecheckt. Dat geeft het boek een griezelige actualiteitswaarde mee. Het is niet meer alsof het verhaal speelt in een mistige periode van 70 jaar geleden maar we maken het hier en nu mee, en we worden er met onze neus bovenop gedrukt.

Dat is één van de redenen dat dit boek zo’n indruk maakt, ook op nabestaanden. Dat is goed te lezen in Brieven aan ’t Hooge Nest dat in 2021 uitkwam. Toen ‘t Hooge Nest zo’n verkoopsucces werd, kwam een stroom brieven uit de hele wereld op gang, richting de brievenbus van dat huis. Enorm veel mensen voelen zich aangesproken door de ontrafeling van deze geschiedenis, en haast nog meer mensen hebben met terugwerkende kracht gevoelens van woede, rouw, spijt en ongeloof.

Een andere reden is de gedetailleerde manier waarop het boek is geschreven. Het leven van de zussen Brilleslijper en hun geliefden rijst letterlijk in geuren en kleuren uit de bladzijden op. De geluiden van de merels in de tuin van het paradijselijk gelegen huis, de zon die opkomt boven de bomen, de kleuren van de seizoenen, het IJsselmeer dat ligt te schitteren aan de horizon, het knerpen van het grind op de oprit, het brute binnendringen van NSBers, de vertwijfeling van de onderduikers. Alles komt fel tot leven, en wordt even fel door de lezer ondergaan.

Nog een succesfactor is de karakteruitwerking van de personages. Zeker bij een verhaal als dit, waar goed en kwaad lijnrecht tegenover elkaar staan, is het verleidelijk die eigenschappen volautomatisch aan de goeden en slechten toe te wijzen. Maar in die val trapt de schrijfster niet. Ze nuanceert naar waarheid de gemoedstoestanden van de hoofdrolspelers in dit drama. Dus een NSBer op zoek naar ondergedoken Joden hoeft niet 100 % een bad guy te zijn. En een ondergedoken verzetsstrijder is nobel, zeker, maar kan ook jaloers zijn, of zelfs een verrader. Dat maakt het verhaal zo echt als het ook daadwerkelijk gebeurd is.

Een misschien minder in het oog springende bijdrage aan de populariteit van het boek zijn de beschrijvingen van de grove mensenrechtenschendingen die in een oorlog plaatsgrijpen. Zonder omfloerste taal legt van Iperen die mensonterende daden de lezer voor: dit was het dus. Het was de smerige realiteit dat de weggevoerde Joden in luizige, overbevolkte kampen werden gestouwd. Maar ze werden ook dagelijks vernederd, weer een stukje verder uitgehongerd en mishandeld. Het fysieke misbruik was zwaar; het geestelijke aftakelen was nog fataler.

In dat opzicht is het laatste deel van het boek het indrukwekkendst, was het althans voor mij. De helletocht van de zussen Brilleslijper en hun verwanten, als ze opgepakt zijn en op transport gaan, wordt de lezer in het netvlies gebrand. De overvolle treinen die dagenlang onderweg waren en alleen stopten om nog meer magere, stinkende mensen in de wagons te proppen, de viezigheid, de onzekerheid. Het verblijf in de kampen, half uitgehongerd, naakt, nog meer vernederd en elke dag de vraag of jij dit keer naar de verbrandingsoven ging, of toch nog niet.

Zo is dit indrukwekkende verhaal een mooie, maar ook harde leeservaring. Toch zou ik het lezen ervan verplicht willen stellen. Al was het maar voor iedereen die zich bij het begrip Jodenvervolging niets kan of wil voorstellen.

 

ISBN: 9789048854783

Sterren: ****

Uitgeverij: Lebowski

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Roxane van Iperen – Brieven aan ‘t Hooge Nest

Corresponderen over het onzegbare

‘t Hooge Nest’, geschreven door jurist en schrijfster Roxane van Iperen, behoeft geen introductie meer. Het boek is een internationale bestseller, stond hoog in de New York Times top tien en behalve een enorm bereik van het indrukwekkende verhaal, leverde dat de schrijfster een tsunami van brieven op van over de hele wereld. Zo veel brieven, dat ze besloot ze te bundelen in dit boekje.

Het is “Een simpel streven zoveel mogelijk stemmen aan het woord te laten. Geen historici, onderzoekers of oorlogskenners, hoewel die niet zijn uitgesloten, maar willekeurige lezers die zich geroepen voelden hun persoonlijke ervaringen op te schrijven over gebeurtenissen nu of uit die tijd.”

Naast de bloemlezing aan brieven is opgenomen de 4-meilezing ‘Stemmen uit het diepe’, die van Iperen in 2021 uitsprak, de Cleveringalezing en een verslaglegging van de ontruiming van Het Apeldoornsche Bosch in 1943, een psychiatrische instelling.

Om met de laatste te beginnen: die ontruiming vindt, voor zover mogelijk, op nog mensonterender wijze plaats dan de gebruikelijke Jodentransporten naar de concentratiekampen. Deze instabiele patiënten worden naar buiten gejaagd, waar ze in de klaarstaande laadbakken van vrachtwagens worden geslagen, en naar station Apeldoorn gereden. Een kolonne lege goederenwagons wordt vervolgens gevuld met opnieuw opgejaagde patiënten. De wagons worden letterlijk tot de nok volgestapeld, tot er niets meer bij kan en de deuren worden dichtgeforceerd. De luchtkokers worden van buitenaf hermetisch gesloten. Wat vervolgens in de dagenlange reis naar Auschwitz-Birkenau met de slachtoffers gebeurt, gaat het normale menselijke voorstellingsvermogen te boven. Wat er nog aan overlevenden rest, wordt bij aankomst vergast en verbrand. Of rechtstreeks in een kuil gestort en verbrand, als we de versie van Dr. Lou de Jong volgen.

Geen fijne kost, nee. Ook dit verhaal sluit aan in een lange rij beestachtige handelingen die de Duitsers jegens de Joden uitvoerden. De brieven van lezers van ’t Hooge Nest dragen allemaal de sporen van dat besef, uit welke uithoek van de wereld ze ook komen:

“Maar nu, door het boek, heb ik Janny en Lien Brilleslijper echt leren kennen… Ik was met hen in Amsterdam, in Bergen aan Zee, in Westerbork, opgepropt in de stinkende trein en aankomst in Auschwitz … toch was er hier en daar een sterretje hoop te midden van de hopeloosheid, daar was liefde, daar was steun, daar was kracht … Dit verhaal moet levend blijven. De geschiedenis herhaalt. Ik woon al meer dan zestig jaar in de Verenigde Staten.”

“Vreemd genoeg heeft het mij nooit wezenlijk geraakt. Nu bij het lezen van dit boek zijn er bij mij voor het eerst na 75 jaar veel emoties losgekomen en moest ik regelmatig huilen. Dat is wat ik graag wilde vertellen. Ik ben daar dankbaar voor.”

“Regelmatig heb ik mezelf afgevraagd hoe moedig ik toen geweest zou zijn…”

Die laatste vraag raakt de kern van van Iperens overtuiging, en van haar drive om deze verhalen zichtbaar te maken. Het gaat erom jezelf trouw te blijven. Ze sprak in 2019 de Cleveringarede uit; ook opgenomen in dit boek.

Hoogleraar Rudolph Pabus Cleveringa had de moed om op dinsdag 26 november 1940 in het Groot-Auditorium van het Academiegebouw van de Universiteit Leiden een protestrede uit te spreken tegen de Duitse maatregel zijn joodse collega’s van de waarneming van hun functie te ontheffen. Het was een drieste beslissing, maar hij moest het doen. Hij kon zichzelf niet ontrouw zijn.

 

ISBN: 9789048862986

Sterren: ****

Uitgeverij: Lebowski

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok