Jan Antonissen – De onfatsoenlijken

Boosheid krijgt een gezicht

‘De onfatsoenlijken’ licht zichzelf heel praktisch op de voorpagina al toe: ‘Een reis door populistisch Europa’. Dat is wat de Belgische journalist Jan Antonissen deed: hij trok door dorpjes in de rust belt van Europa en tekende het commentaar op van de bewoners. In korte hoofdstukken interviewt hij een persoon, schetst de levensomstandigheden en maakt er zo een portret van.

Dat het geen suikerzoete portretjes zijn, wordt de argeloze lezer die nog niet voldoende door titel en onderschrift gewaarschuwd was, al snel duidelijk. Het eerste gesprek is met Johanna Flüchter uit Gelsenkirchen, die tijdens het interview een zwart spuitbusje op tafel zet. Pepperspray. Alle vrouwen uit haar bejaardenclubje hebben zo’n spray binnen handbereik voor het geval ze worden overvallen door het vreemde gespuis dat door niemand een vingerbreed in de weg wordt gelegd. De politie zal je echt niet komen redden, zo werkt dat niet in deze stad.

Haar verhaal is zwartgerand. Er is veel verborgen armoede onder de bejaarden in Gelsenkirchen, en zij adviseert ze over hun rechten: “In Duitsland heb je een Grundsicherung van ongeveer 800 euro, dat is het bestaansminimum. Maar de meeste bejaarde vrouwen voelen te veel schaamte om die 150 euro extra bij de stad te halen.” Ook hekelt ze de Turkse families met “hun grootschalige misbruik van de sociale zekerheid, met valse banen en valse identiteiten.”

Boosheid dus, zoals we dat in Nederland dankzij de gele hesjes ook kennen. De woede en onmacht zijn hetzelfde, over falend overheidsbeleid, wegkijkende autoriteiten en onbegrijpelijke beslissingen. Antonissen geeft die woede een stem door de juiste persoon aan het woord te laten, waar hij verontrustend weinig moeite voor hoeft te doen.

Ryan Hall, een Britse ex-soldaat, is ook zo iemand. Hij opereerde voor zijn vaderland in Somalië, Syrië, Libië, Libanon, Irak, en is ervan overtuigd dat het oorlogsgeweld zijn geest voorgoed heeft ontregeld. In Hollybush House aan de kust van Schotland probeert hij zijn combat stress kwijt te raken:

“Het Britse leger brengt geen vrede in oorlogsgebied. Het verdedigt onze belangen: het verzekert onze zeevaart- en vliegroutes, onze toegang tot natuurlijke rijkdommen, onze inkomstenstromen… De therapie in Hollybush House wordt betaald door een privéliefdadigheidsgond en het ministerie van Gezondheidszorg – niet het ministerie van Defensie.”

Citeren kan eindeloos maar het is beter het boek zelf te ondergaan. De interviews komen recht van de lever, zijn wat Wildersiaans misschien, en het is ook niet duidelijk hoe Antonissen de geïnterviewden heeft geselecteerd, maar het zijn wel bestaande mensen die hun verhaal doen. Op onfatsoenlijke toon. Ze hebben hun straat, buurt, dorp, politici zien veranderen, vinden nergens gehoor en voelen zich daar niet meer senang bij. Laat staan tevreden.

 

***

ISBN: 9789463103046 

Uitgeverij: Polis

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  

 

Jan Cremer – Jayne

Ik, Jayne Cremer

Er is niet veel veranderd in de schrijfstijl van Jan Cremer sinds hij zijn onverbiddelijke bestseller ‘Ik, Jan Cremer’ uitbracht. Het hoofdonderwerp is altijd Jan zelf. Dat gaat onverdund op voor het boek Jayne, dat handelt over de Amerikaanse Jayne Mansfield, een voluptueuze dame die na de dood van Marilyn Monroe haar plaats als sexbom in de amusementsindustrie innam. Met Jan als haar bodyguard annex verloofde annex troubleshooter annex loverboy.

De ontstaansgeschiedenis van dit dynamische duo past even hilarisch als naadloos in het tumultueuze leven van Jan. Jayne Mansfield is in de jaren 60 beroemd tot ver buiten de Verenigde Staten en Jan, al jaren verliefd op haar foto’s, en toevallig ook in de VS, komt door zijn publiciteitsman met haar in contact. Ze ontmoeten elkaar in het Latin Quarter-theater in Manhatten. Ze lunchen samen en de vonk slaat over. In Jan’s woorden: “Het had zes jaar geduurd van het moment dat ik de eerste ansichtkaart aan de muur prikte, tot het moment dat ik met haar in bed lag en de liefde bedreef zoals ik die nog nooit had bedreven.”

Fijn voor hem natuurlijk, maar op alle andere fronten in zijn leven loopt het op dat moment spaak. Jan zit financieel aan de grond door ruzie met zijn uitgever en neemt het aanbod van Jayne aan om met haar mee te gaan op een theater- en nachtclubtour door Zuid-Amerika. Als lijfwacht. De neerslag van die reis vinden we in ‘Jayne’, een verhaal dat overigens eerder verscheen in ‘Ik Jan Cremer Derde Boek’. Deze uitgave van de Bezige Bij is lichtjes opgedikt tot een mooi gebonden boek met zulke stevige pagina’s dat het nauwelijks opvalt dat het netto maar 167 bladzijden beslaat.

De tour is een chaos vanaf het moment dat ze arriveren in Bogotá, Colombia. Enorme mensenmassa’s van merendeels mannen komen op de optredens af, veel meer dan in de theaters en nachtclubs passen. Onder invloed van de sexy foto’s van Jayne die in de bladen staan en vooral onder invloed van drank en dope, dringt de menigte regelmatig door het politiecordon heen en verplettert bijna de ster. En daarmee ook haar lijfwacht.

Door de slechte organisatie herhaalt dit soort veldslagen zich in elke nieuwe stad, zodat Jan in zijn beschermende positie soms klappen moet uitdelen, of gewoon hals over kop met Jayne door de artiestenuitgang moet maken dat ze wegkomen. Met zichzelf in de hoofdrol schildert hij de avonturenrijke verhalen in Indiana Jones-filmstijl, waar de kogels niet zelden langs zijn oren fluiten.

Tussen de bedrijven door komt van Jayne een beeld naar voren van een aan alcohol en drugs verslaafde starlet, die in haar rol als sexy godin ongeveer elke man die ze tegenkomt het hoofd op hol brengt. Dat zijn in het danmalige Zuid Amerika gevaarlijk vaak machtige mannen. Generaals, politiechefs, politici, vage kerels met indrukwekkende uniformen, die duizenden dollars betalen voor een avondje aan Jayne’s tafel. Met Jayne die na weer een fles Champagne alsmaar lispelender wordt, zodat de machthebber in kwestie haar steeds meer claimt. Met als voorspelbare uitkomst dat lijfwacht Jan haar moet ontzetten, niet zelden met gevaar voor eigen leven.

Cremer zet deze tragische scenes met zijn kenmerkende bravoure en bluf soepel neer. Hij heeft een strak waarnemingsvermogen en kan in een paar seconden de situatie waarin ze zich nu weer bevinden, opnemen. En actie ondernemen. Als hij en Jane samen met een met medailles behangen generaal in een officiersmess zitten, de generaal een diamanten ring aan Jayne geeft en meer wil, noteert hij onderkoeld:

“De generaal fluisterde Jayne iets in haar oor.

‘Nee hoor, kirde zij lachend. ‘Dat kan helaas niet, Juan, too bad. Ik ga trouwen met hem.’ Zij wees op mij.

De generaal keek mij aan met vertrokken lippen en een vuurspuwende blik.

Je wordt bedankt, dacht ik. Wordt de rivaal uit de weg geruimd,…of kom ik onder een legertruck?

Het werd nu een beetje link in de officiersmess. De generaal begon aan Jayne te plukken…”

De afloop laat zich raden: nooit een saai moment met Jayne.

***

ISBN: 9789403135908

Uitgeverij: De Bezige Bij

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Niccolò Ammaniti – I’m not scared

Maar ik wel

Wat moet je verwachten van een niet al te dikke, Engelstalige paperback met een intrigerende titel en een negenjarig jongetje als protagonist? Dat de vertelling nagelbijtend is, of onder je huid gaat zitten, of bewondering afdwingt voor het zonder één foutje volgehouden negenjarige-gezichtspunt van de verteller, of échte spanning weet op te roepen?

Verwacht het maar. En lees dat boek, want het is een tour de force van Ammaniti. Het boek stamt uit 2001 alweer, het was één van zijn eerste boeken en hij sloeg er meteen een leger recensenten mee tegen de grond.

Ze lagen allemaal op apegapen voor de zes kinderen die op een verschroeiend hete zomerdag in een korenveld ergens in Italië een verlaten boerderij vinden, waar één van hen, de negenjarige Michele Amitrano, een schokkende ontdekking doet. Zijn wereld, en later die van de kinderen om hem heen, zal nooit meer hetzelfde zijn.

Het boek is sterk op verschillende fronten. Ten eerste roept Ammaniti feilloos de denk- en belevingswereld van het jongetje Michele op. Een wereld waarin nog heel veel onbegrijpelijk is, vooral het gedeelte waar de volwassenen bij betrokken zijn. Die volwassenen nemen merkwaardige beslissingen die Michel ver boven de pet gaan, maar blijkbaar ergens voor nodig zijn, en waar hij beter niet over in discussie kan gaan als hij geen draai om zijn oren wil.

Met die volwassenenwereld komt hij hard in botsing als de volwassenen achter zijn ontdekking komen. Ze reageren daar niet blij op, waarom weet hij niet. Wij wel. Daar wordt de tweede laag die Ammaniti in het boek heeft gestopt zichtbaar: het jongetje verliest vanaf hier zijn onschuld.

Goed, een vlekkeloze structuur dus. Dan de taal. Die is lastiger te duiden aangezien het origineel in het Italiaans verscheen. Ik las de Engelse vertaling, die de gedachtewereld van Michele heerlijk compact weergeeft. De Nederlandse zal dat ongetwijfeld ook doen. Hoe dan ook, de taal past als een jas bij de vocabulaire van een negenjarige die al redelijk wat van de wereld om hem heen snapt, op sommige essentiële finesses na. Weer een pluspunt voor de schrijver.

Zijn er ook minpunten? Euh, nee. Dit is gewoon een excellent geschreven verhaal dat niet te missen is. Zelfs al is het niet heet van de naald maar uit 2001. Zoek het ergens op, in een bibliotheek, een kringloopwinkel voor mijn part. Stop het in je koffer, neem het mee op vakantie. Die moet wel minstens drie dagen achtereen duren, want ik kan beloven: eenmaal begonnen met lezen is er geen ontsnappen meer aan.

5 sterren

ISBN 9781841954424

Uitgeverij: Edinborough

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Jan Terlouw – Gedichte gedachten

Verstand concurreert met gevoel

Met deze poëziebundel voegt Jan Terlouw een voor hem nieuw genre toe aan zijn brede oeuvre. Sinds 1970 schrijft hij met grote regelmaat kinderboeken (18 stuks), met iets mindere regelmaat fictie voor volwassenen (10 waarvan 9 samen met dochter Sanne) en tussen de bedrijven door nog non-fictie boeken (5); dat is meer dan sommige schrijvers fulltime produceren. In zijn ‘gewone’ leven was hij onder andere D66-voorman, minister van EZ en senator van de Eerste Kamer.

In zijn woord vooraf vertelt hij hoe de gedichten tot stand kwamen: “Het overkomt me, als ik een lezing voorbereid, dat ik zin heb om het onderwerp te concentreren in enkele rijmende regels. Dat helpt me om mijn gedachten te ordenen en tot de kern terug te brengen…Zo zijn in mijn lichtelijk chaotische werkkamer, en in duistere hoeken van mijn computer, teksten te vinden waarvan ik het bestaan niet meer wist. Marie-Anne van Wijnen van uitgeverij de Kring heeft me aangespoord ze op te zoeken en te ordenen… Het zijn mijn gedichte gedachten.”

En, volgt de onvermijdelijke vraag, is het wat?

Die vraag is lastiger beantwoord dan gesteld. Eerst moeten we vaststellen wat deze bundel eigenlijk is. Poëzie? Zijn het zoals de titel aangeeft: gedichten? Of is het rijmelarij? We kunnen volstaan met twee voorbeelden:

Plataan

Mijn dierbaarste vriend is de boom achter ’t huis

Je kunt op hem rekenen, hij is altijd thuis,

mijn plataan.

De taal der seizoenen die hij me onthult

is uiterst welsprekend en leert me geduld.

Niet altijd haasten, op zoek naar gewin.

Stilstaan geeft dikwijls beduidend meer zin

aan ’t bestaan.

Een boom kan niet praten, wordt dikwijls beweerd,

Maar ‘k hoor hem, al is ’t niet gearticuleerd,

keer op keer.

Wanneer ik van hot naar her ben geracet,

als ’t weer eens een rottige dag is geweest,

ik door mijn partner ben afgesnauwd,

dan ritselt hij zacht dat hij wél van me houdt,

zonder meer.

Ik word ook door hem op m’n nummer gezet,

als ‘k luister naar hem, als het stormt, in mijn bed,

windkracht acht.

Dan fluit hij me uit en sabelt me neer.

Dan gaat hij indrukwekkend te keer.

Hij doet me beseffen hoe nietig we zijn.

Hij hoont mijn pretenties. En ik word heel klein

in de nacht.

Maar meestal kalmeert hij, bemoedigt en sust,

de boom in mijn tuintje. Zie hem daar rust-

gevend staan.

Hij loopt niet, hij zwemt niet, hij vliegt niet. hij staat.

Gastvrij voor de vogel die aan ’t nestelen slaat.

Misschien overdrijf ik een beetje, dat kan,

maar ik zag nog nooit iets voortreffelijkers dan

mijn plataan.”

 

“Vrijheid (1)

Vrijheid, begrip met een onvoorstelbare weidsheid,

een woord waar het leven spontaan van open bloeit.

Onbereikbare verten

worden door vrijheid ontsloten,

kale, woeste terreinen

zijn ineens te ontginnen,

het is of door vrijheid alles de hemel in groeit.

 

Vrijheid, zo hoog op ieders verlanglijst.

Als je ontbreekt, wat is het leven dan schraal.

Iedere nieuwe gedachte

gevangen binnen je schedel.

Iedere zin die je uitspreekt

verhuld in een hypocriet jasje,

diep door de knieën in houding, in mening, in taal.

 

Vrijheid, je laadt op onze fragiele schouders

Ook een grote verantwoordelijkheid.

Als we je kwetsbare plekje

niet hardnekkig verdedigen,

Als we de mogelijkheden

die je schenkt niet waarderen,

Keer je ons zomaar de rug toe, en zijn we je kwijt.”

 

Beide gedichten rijmen, hebben een soort van metrum, drukken iets uit. Het verschil is dat ‘Plataan’, het eerste gedicht, een gevoel uitdrukt. Een nederig, troostend gevoel dat door simpele woordkeus wordt bewerkstelligd, versterkt, vergroot. Hier overheerst het gevoel.

In het tweede gedicht ‘Vrijheid (1)’ worden een heleboel woorden gebruikt. Ze dienen om een groot goed te ondersteunen en uit te drukken: vrijheid. Wat je echter ziet doorschemeren is meer de politicus dan de gevoelsmens: de vrijheid die de mens heeft, is belangrijk maar ook erg kwetsbaar. Het moet verdedigd worden, bevochten zelfs. In dit gedicht overheerst het verstand.

Dat is wat er in deze bundel gebeurt: er staan mooie gedichten in maar ook minder goed gelukte. De mooie zijn ontstaan uit (warme, diepe, urgente) gevoelens. De minder goede volgen uit het verstand, de rede prevaleert. Daar neemt de politicus het over van de poëet. Maakt dat de bundel onevenwichtig? Een beetje, maar erg is dat niet. Veel interessanter is het dat de gedichten een breder licht werpen op de mens Terlouw.   

ISBN 9789462971202 

Sterren ****

Uitgeverij De Kring

 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Tim Collins – Leef meer als een luiaard

Geschreven als een luiaard

De Engelse Tim Collins is een inmiddels gerenommeerde kinderboekenschrijver, bekend door onder andere zijn ‘Het dagboek van Nurdius Maximus’; een serie boeken die een humoristisch verhaal koppelen aan historische kennis. Een prima manier om relaxed lezend te ervaren hoe het leven er in de Romeinse tijd uit zag. Leuke boeken, goed geschreven.

Dit andere boek van dezelfde Tim staat daar ongeveer haaks op. Wat we hier aantreffen is een lollig boekje met een semi-diepgaande boodschap en een hoog cliché-gehalte. Het is niet direct wat je van hem verwacht, zeker niet als je zijn eerdere kinderboeken hebt gelezen. Maar oké, als hij eens een uitstapje wil maken, vooruit. Al valt het een beetje tegen na die leuke Maximus-boeken. Ook levert het niet direct een mijlpaal in de kinderliteratuur op. Het biedt meer een soort van verstrooiing.

Of verspilling van tijd, dat hangt ervan af hoe je ertegenaan kijkt. Het basisidee is eenvoudig. Het moet een boek worden voor kinderen en volwassenen, en ze moeten er iets van opsteken. Hoe gaan we dat doen? Laten we een dier kiezen met een naam en eigenschappen die tot de verbeelding spreken, en daar het verhaal omheen bouwen.

Collins nam de luiaard, het ondersteboven hangend door het leven gaande wezen dat geen haast kent, geen stress, en met zijn onverstoorbaar lage ritme alle zaken des levens diep lijkt te doordenken. Een voortreffelijke keus, gezien het drukke en soms zenuwslopende levensritme waarin we ons anno 2019 bevinden. De subtitel dient zich dan als vanzelf aan: “De kunst van het vertragen en ontspannen”

Volgende stap. Zoek je suf naar alle onderwerpen die je kunt koppelen aan dat ‘vertragen en ontspannen’, liefst zo wijd mogelijk verspreid. Dan krijg je een lijstje met: “Hobby’s voor luiaards, Eten als een luiaard, Luiaardyoga, Als een luiaard de natuur in, Slapen als een luiaard”, enzovoort, die je vervolgens als hoofdstukken kunt nummeren en volschrijven met bijpassende teksten. Voeg aan het eind nog een ‘Tot besluit’ toe met voorspelbare tips: “Voer taken op halve snelheid uit, Ga te voet in plaats van met de auto”, pers er nog een nawoord uit en voilà, het boek kan naar de uitgever.

Veel meer is er over dit werkje niet te zeggen. Het is als oesters eten: je vindt het lekker of je haat het. De keus is aan de lezer. Mijn advies: maak die keuze weloverwogen en haast je absoluut niet.

ISBN: 9789021571966 

Uitgeverij: Kosmos

Ook verschenen op De Leesclub van Alles