Henk van Straten – Ernest Hemingway is gecanceld

Wrang-opgewekte duiding van de actualiteit

Op het eerste gezicht is dit geen optimistisch boek. Het verhaalt over een naamloze, volkomen ruggengraatloze persoon met een fluïde mening. Hij denkt ontzettend veel na en vormt dan wel meningen, maar draait om als een blad in de wind als er een andere, sterkere mening komt:

“Geef me een opiniestuk te lezen en ik denk: ja, dit klopt wel. Geef me vervolgens een opiniestuk te lezen met een andere mening en ik denk: ja, dit klopt wel. Ik heb geen eigen mening. Ik heb geen eigen mening omdat ik geen ruggengraat heb. Je kunt me in alle vormen boetseren.”

Meteen op de eerste bladzijde vallen we het leven van deze persoon binnen, op het moment dat hij thuiskomt en twee dakdekkers aan zijn deur vindt. Ze stellen zich voor als Ronnie en Bas van Boekel en ze komen zoals afgesproken zijn dak dekken. Het is klip en klaar: de hoofdpersoon voelt zich niet op zijn gemak bij de twee mannen met hun heldere taal, grove grappen, ondubbelzinnige opmerkingen, stoere houding. In bijna alles tegengesteld aan hem en juist daarom jaloezieopwekkend vanwege de laagdrempelige rechtlijnigheid die hij zelf niet bezit.

De toon is gezet: het verhaal ontspint zich vanuit het gezichtspunt van de verteller, die zijn eigen angsten en somberheid ruim etaleert. Die gedeprimeerde levenshouding staat haaks op die van de blanke mannen, de dakdekkers. Dat zijn échte mannen, met een recht voor zijn raap-mening. Jaloers is hij daarop, en hij doet zijn best om zichzelf beter, steviger neer te zetten.

Daarbovenop krijgt hij te horen dat de expositie die hij samenstelt – over Ernest Hemingway inderdaad – vervalt. Hemingway is te masculien, te weinig me-too, een reliek uit een oud tijdgewricht dat nodig vergeten moet worden. Het huidige publiek kan zo’n eenzijdige tentoonstelling niet aan, en dus kan onze conservator zijn biezen pakken.

Dit heeft begrijpelijkerwijs geen positief effect op zijn droefgeestigheid – hij spiraalt verder omlaag, verliest de grip op de werkelijkheid en komt uiteindelijk in de gevangenis terecht. Waar hij wonderlijk genoeg uitstekend gedijt want opeens heeft hij rust, reinheid en regelmaat en vooral: hoeft hij geen eigen beslissingen te nemen. Dat kan nooit goed gaan tot aan het einde van het boek, en dat doet het ook niet.

Van Straten is een taalkunstenaar. Met souplesse zet hij dialogen neer die niet alleen levensecht zijn, maar ook snel, overtuigend, scherp en wrang-humoristisch. De uitgesproken dialogen passen naadloos bij de trede op de sociale ladder waarop de groep zich bevindt, bijvoorbeeld de dakdekkers. Of de hoogopgeleide intellectueel, zoals de hoofdpersoon.

Met die dialogen – en het gezwind voortschrijdende verhaal – wordt de lezer in een plezierige achtbaan van nieuwe ontdekkingen meegenomen. Saai wordt het nooit. We volgen de ontwikkeling van de verschillende verhoudingen op microniveau, maar tegelijkertijd op het macroniveau dat we in de wereld anno 2021 om ons heen zien gebeuren. Zie de Capitoolbestorming bij de presidentsverkiezingen in Amerika of de rellen tegen de avondklok in Nederland.

Zo dicht als van Straten de actualiteit op de huid zit, zo weinig duidt hij die. Meer dan aanstippen van de sterker wordende polarisatie, het verwonderen over weer een nieuwe loot van de complottheorie-enthousiastelingen of het in afgrijzen bezien van de raadselachtige opkomende woede des volks, doet van Straten niet. Dat kan misschien ook niet. We worstelen er immers allemaal mee. Het is in elk geval bewonderenswaardig dat hij een sterk beeld van deze tijd in zo’n plezierig leesbaar boek heeft gegoten.

‘Hemingway is gecanceld’ is het tweede deel van een trilogie. Het eerste deel is de novelle ‘Kwaad bloed’.

Sterren: ***

ISBN: 9789038802626

Uitgeverij: Nijgh en van Ditmar

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Arnold Zweig – De Vriendt keert terug

Kara Ben Nemsi had het niet beter gekund

Arnold Zweig is nog geen vergeten schrijver, maar hoog in de actuele bestsellerlijsten staat hij ook niet. Toch heeft hij prachtig doorwrochte boeken geschreven waarvan sommige, deze bijvoorbeeld, een diepgaande kijk geven op belangrijke keerpunten in de geschiedenis. Uitgeverij Cossee brengt daarom terecht het uit 1936 stammende ‘De Vriendt keert terug’ opnieuw uit.

Wat meteen opvalt is dat het boek prettig leest. Het is nauwelijks te merken dat de tekst meer dan 80 jaar oud is, zo vloeiend golven de zinnen over het papier. De plotopbouw is intelligent en brengt een meeslepend verhaal in prachtig fonkelende volzinnen. Daarnaast staat het bol van avontuur, wat bijna niet anders kan omdat het gaat over de zeer onstuimige geschiedenis van het ontstaan van Israël. Genoeg recommandaties – of misschien de allerbeste nog: de moord op de De Vriendt is ruwweg gebaseerd op de moord op Jacob Israel de Haan. Zo bekeken is het een waar gebeurde geschiedenis, zij het geromantiseerd.

In het geval van De Vriendt schrijven we 1929. Het Midden-Oosten is explosief onrustig: de Engelse Lord Balfour heeft een verklaring uitgegeven dat de Joden Palestina tot thuisland van het Joodse volk mogen uitbouwen. Onze Nederlander De Vriendt heeft belang bij die deal en reist niet geheel toevallig door de streek.

Arabieren hebben ook belang bij die deal, maar dwarsdiagonaal tegengesteld aan dat van De Vriendt. Dat geeft frictie en meteen ook vaart aan het verhaal. Zo staat de lezer direct midden in het Midden Oosten. In een fijne schrijfstijl beschrijft Zweig zeer levendig de stad, de hitte, het stof en de karakters waardoor het verhaal bij de lezer uitstekend binnenkomt. Daarnaast weeft hij erudiet de buitengewoon gewelddadige geschiedenis van het gebied door het verhaal. De lezer komt terecht in de wereld waar de held van Karl May, Kara Ben Nemsi ook doorheen trok; een stoffige, hete omgeving vol mensen die elkaar om uiteenlopende redenen vurig haten dan wel bevechten:

“In 1902 had de Engelse regering de leider van de zionisten, Theodor Herzl, het Noord-Afrikaanse Oeganda aangeboden als kolonie voor de Joden. Herzl, die vanwege zijn gekwetste liefde voor Duitsland zo vlug mogelijk een oplossing voor het Joodse vraagstuk wilde realiseren, was geneigd geweest het aanbod te accepteren. Maar het project was stukgelopen op het verzet van de Russische Joden en hun liefde voor Zion. Zij wilden van niets anders weten dan Palestina, het land dat, zoals ze op grond van de gebeden van een oeroude traditie geloofden, God zelf speciaal voor de Joden had voorbestemd.”

Die oeroude traditie van het kiezen voor Palestina is interessant omdat daardoor de keus voor de oprichtplaats van Israël al in steen gehouwen is, ook al ligt dat land midden tussen andersdenkenden. Gewelddadige andersdenkenden zelfs. Engeland, die alles orkestreerde, zag die bui al eerder hangen en stelde voor om de nieuwe Joodse staat in Oeganda te vestigen. Dat land hadden ze toch over, en het lag handig ver bij het Midden Oosten vandaan. Maar daar wilden de orthodoxe Joden dus niets van weten.

In korte hoofdstukken verstrekt Zweig ons de levendige manier waarop het conflict uit de hand loopt. Ook De Vriendt heeft problemen: zijn voorkeur voor, en relatie met een jongeman lekt uit, hij wordt gechanteerd. Daarnaast moet hij serieus vrezen voor zijn eigen leven. Anders dan bij Kara Ben Nemsi loopt dat niet goed af: hij wordt vermoord. Intussen neemt de spanning tussen de Joden en de oorspronkelijke bewoners toe, er breken gevechten uit, er zijn slachtingen in Hebron: de Joden nemen het heft in eigen handen.

Zweig geeft ons een realistische inkijk in de onverzoenlijkheid van volkeren die verschillende geloven aanhangen, en de treurige gevolgen daarvan. Dat doet hij in een lenige stijl die bijna muzikaal meeslepend is. Wie deze ook nog in onze tijd door etterende geschiedenis wil lezen, doe dat vooral. Dit is vakkundig geschreven historie in romanvorm.

Sterren: ****

ISBN: 9789059369399

Uitgeverij: Cossee

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Hebban

 

Elena Favilli en Francesca Cavallo – Bedtijdverhalen voor Rebelse Meisjes

Inspiratieduw voor meisjes

Dit boek is niet te missen. Door het bijna tablet-achtige formaat, maar vooral door de heftig gekleurde woorden van de titel op het voorplat, woorden die over elkaar heen buitelen, naar de lezer schreeuwen en alle ogen naar zich toe trekken: ‘Lees me, lees me!’

Okay dan. De bedtijdverhalen “zijn 100 voorleesverhalen over inspirerende vrouwen, van Cleopatra tot Serena Williams. Vrouwen die op hun eigen rebelse manier de wereld hebben veranderd, als schrijver, piraat of wiskundige. Een boek vol inspiratie, speciaal voor meisjes die hun eigen pad kiezen.” Dank achterflap.

Het gaat hier om de Nederlandse vertaling van het Amerikaanse ‘Good Night Stories for Rebel Girls’, dat wereldwijd dik tweeëneenhalf miljoen keer verkocht werd. Een onweerlegbaar succes, en als je gaat lezen merk je waarom.

Dit is namelijk een inspiratieboek. Het presenteert bekende vrouwen en hun weg naar succes in éénbladzijde-voorleesverhalen. Briljant concept. Een verhaal-voor-het-slapengaan op één bladzijde, dat je als ouder of onderwijzer kunt voorlezen aan (jonge) kinderen. Of als ze wat ouder zijn, het de kinderen zelf laten lezen. En wat krijgen ze voorgelezen of lezen ze dan? Verhalen van bekende vrouwen die laten zien dat alles mogelijk is in deze wereld.

Hillary Rodham Clinton is zo’n bekende vrouw. Van haar staat een ietwat flatteuze tekening op de rechterpagina (van Justine Lecouffe, één van de 60 vrouwelijke kunstenaars die de illustraties verzorgden), terwijl de linker pagina in sprookjesvorm Hillary’s geschiedenis vertelt:

“Lang geleden konden alleen jongens alles worden wat ze wilden: honkballer, dokter, rechter, politieagent, president.

Toen werd er in Illinois een meisje geboren, Hillary heette ze.

Hillary was een heel nieuwsgierig, dapper meisje met blond haar en dikke brillenglazen. Ze wilde eropuit om de wereld te verkennen, maar ze was bang voor de rotjochies in haar buurt die haar uitlachten en uitscholden.

Op een dag zag haar moeder hoe ze zich verstopte. ‘Hillary, kom tevoorschijn en ga eropaf. Anders hoeven die pestkoppen niet eens te vechten om te winnen.’

Dus daar ging ze….”

En ze overwon, zoals we allemaal nu weten. Ze schopte het niet helemaal tot president, maar kwam ver genoeg om een diepe indruk achter te laten. Erg ‘American Dream’ allemaal, niettemin een waargebeurd verhaal dat leest als een sprookje. En dat is precies de toegevoegde waarde van dit boek, de unique selling proposition, de kern: de meeste verhalen hebben dat tikje magische sprookjeskracht die bij kinderen in het geheugen blijft hangen. En wellicht aanzet tot grote daden, of op zijn minst tot de intentie daartoe.

De verzameling succesvolle vrouwen is internationaal vanuit Amerikaans gezichtspunt – je zoekt bijvoorbeeld tevergeefs naar bekende Nederlandse vrouwen. Dat zou beter kunnen in een volgende versie: 100.000 Europese bedtijdverhalen voor Rebelse Meisjes. Of zou dat een te dikke pil worden voor tengere meisjeshanden om zelf in bed vast te houden? We laten het graag aan de samenstellers van het boek over om hun succes uit te bouwen. Zolang meisjes over de hele wereld maar geïnspireerd worden om iets moois te maken van hun leven.

Sterren: ***

ISBN: 9789082470130

Uitgeverij: Rose Stories  

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Mylo Freeman – Over dames en tassen

Leef elke dag alsof je jarig bent

De dame en haar handtas – het is een even onverbrekelijke als voor mannen onbegrijpelijke band. Mylo Freeman brengt een ode aan die band in dit prachtige boek waar ze beroemde/bekende vrouwen met hun favoriete handtas portretteert. Misschien kunnen mannen daar ook iets van opsteken qua cadeau-idee.

In haar voorwoord zet Freeman het waarom van deze verzameling uiteen:  

“De vrouwen die ik heb gekozen om te portretteren in dit boek zijn totaal verschillend Iedere vrouw heeft een unieke eigenschap die mij persoonlijk aanspreekt en inspireert. Het is zoals kunstenaar Grayson Perry zegt: ‘Identity is co-created.’ De knipoog van Anna Piaggi, een vleugje zelfvertrouwen van Chanel of de dromen van Josephine Baker? Kies ze zorgvuldig uit, stop ze in je tas en om Paris Hilton te citeren: “Leef elke dag alsof je jarig bent.”

De lijst van vrouwen-met-hun-tas in indrukwekkend. Van Rihanna tot Koningin Máxima tot Coco Chanel tot Sarah Jessica Parker tot Mary Poppins tot Josephine Baker tot Salt ’n Pepa tot Lady Di – ze zijn allemaal door Freeman getekend met hun favo tasje. Om met Rihanna te beginnen: deze succesvolle zangeres en modekoningin heeft als handtas ‘Le Chiquito’ van Jacquemus. Dat heeft een reden: veel wereldsterren en topmodellen gaan voor diezelfde Jacquemus-stijl en zo wordt dit soort handtas een statussymbool.

De indeling van de bladzijden is helder: links een beschrijving van de celebrity en rechts een tekening van Freeman van de celebrity met bijpassende tas. De tas in kwestie is op het linkerblad, onder de beschrijving, nog eens op zichzelf staand getekend met af en toe een accessoire. De tekeningen zijn overigens nogal wat wisselend van kwaliteit.

Queen Elizabeth II bijvoorbeeld is goed gelijkend als een in elkaar gedoken oudere vrouw in een mooie gele overjas met complementair hoedje. En een smakelijke Britse quote: ‘Laten we onszelf niet al te serieus nemen. Niemand van ons heeft de wijsheid in pacht.” De oude koningin draagt een Traviata-tasje van Launer. In de tekst ernaast staat vermeld dat ze in totaal zo’n 200 van die Launer tassen heeft, in alle denkbare kleuren, omdat het haar favoriet is. Dat blijkt.

Kijken we qua tekening naar Lady Di, dan moeten we concluderen dat die tekening haar behoorlijk minder gelijkend weergeeft dan de werkelijkheid is. Prinses Diana’s quote: ‘Mensen denken dat uiteindelijk een man de enige oplossing is. Eigenlijk is een bevredigende baan beter voor mij.’ Het verhaal van haar tas (een ‘clutch’) is wel weer veelzeggend. Dat was meer een nuttige oplossing dan een modefetisj in haar door paperazzi verziekte leven: ‘Om gênante foto’s te voorkomen wanneer ze uit een auto stapte, zorgde Diana er altijd voor dat ze een clutch bij zich had die ze voor haar boezem kon houden.” De clutches, zo leren we, zijn ontworpen door Anya Hindmarch, welk merk nog altijd een trouwe leverancier aan het hof is.

Geinig boek met heel veel feitjes, mooie tekeningen van beroemdheden en vooral: tassen in alle formaten en uitvoeringen. Alleen de heerlijk ruime vierkante boodschappentas ontbreekt nog. Een perfect boek voor de ware tassenfetisjist.

Sterren: ***

ISBN: 9789047628309

Uitgeverij: Rubinstein Publishing BV  

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Sonja Barend – De appel in het paradijs

Weinig opwindend lockdown-dagboek

“Hoe kijk jij naar de wereld om je heen?

Schrijf het eens op, zei de uitgever…

Op de dag dat ik mijn vulpen vulde om te schrijven, een nieuwe blocnote openvouwde, moest de voordeur dicht, we mochten er niet meer uit en niemand mocht erin.

Mijn wereld werd de huiskamer met – goddank – één gesprekspartner.”

Zo begint ‘De appel in het paradijs’ als een registratie van het dagelijkse leven anno Coronatijd. Het is een boekje op binnenzakformaat geworden, wat misschien al genoeg zegt over de inhoud. We krijgen een kijkje in het leven van Sonja. Dat blijkt verrassend overeen te komen met onze eigen levens: het bestaan is veranderd in een rare wereld waar je niet meer volledig over je eigen tijd kunt beschikken.

Onze nationale ex-televisie-coryfee schreef haar relaas in de tijd die toevallig net lockdown-tijd was geworden. Geen gemakkelijke periode voor veel mensen die ofwel De Ziekte hebben, ofwel in sommige gevallen lijfelijk contactloos thuis zitten. Dan kun je nog zoveel Zoomen, Teamsen en beeldbellen, maar het blijft een matig surrogaat voor ‘the real thing.’ Dat geeft stof tot nadenken, en dat zien we terug in haar aantekeningen.

Kort gezegd: haar belevenissen zijn niet veel anders dan die van de gemiddelde thuiszitter. Okay, sommige ervaringen zijn wat minder doorsnee: zo kan de hoofdpersoon naar een huis in de Provence rijden. Daar, tussen de olijfbomen en wijnvelden, kijkt ze bespiegelend terug op onder andere de vermakelijke verkiezingscampagne van Mona Keijzer. En geeft ze in één moeite door de club van Baudet een veeg uit de pan. En schakelt een alinea verder door naar discriminatie, meer specifiek Jodenhaat, de herdenkingsrede van Arnon Grunberg en oorlogservaringen.

We leren iets over het comfortabele huis waarin ze samen met haar partner haar tijd doorbrengt: voorzien van radio, tv en internet. Geen gebrek aan contact met de buitenwereld. Ook over haar verleden als talkshowhost (al heette het toen nog anders) vertelt ze smakelijk. Ze was toen inderdaad baanbrekend in het behandelen van de vaak gevoelige onderwerpen.

Zo zigzaggend gaat de hoofdpersoon door het leven en dat van haar. Het is amusant en prikkelend maar bij vlagen ook voorspelbaar en – sorry – gewoontjes. Eigenlijk zoals je je eigen opgeslotenheid ook beleeft, noodgedwongen vanachter de geraniums maar toch er het beste van makend. De achterflap vermeldt tussen neus en lippen door dat van Sonja Barends’ vorige boek, haar memoires ‘Je ziet mij nooit meer terug’ meer dan 100.000 exemplaar zijn verkocht. Dat lijkt een tamelijk legitieme reden voor dit boekje.

Sterren: **

ISBN: 9789403194509

Uitgeverij: De Bezige Bij

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Benjamin Ferencz – Negen lessen voor een bijzonder leven

Zelfhulp gedestilleerd uit de donkerste krochten der mensheid

Ben Ferenez leeft een bijzonder leven. Als straatarm immigrantenjochie groeide hij op in New York, wist een beurs te krijgen voor Law School in New York, kwam daarna in de 2e wereldoorlog bij het leger terecht en werd uiteindelijk hoofdaanklager bij de Neurenberg-processen waarin de concentratiekampcommandanten berecht werden. Hij zag de slechtste kanten van de mens, maar houdt altijd oog voor het positieve, getuige zijn ervaringen in dit boek.

Down to earth, dat is een rake typering van Ben’s schrijfstijl. Sterker: van zijn hele persoon. Zo pragmatisch als hij zich door het leven werkt, zulke bijzondere zaken krijgt hij op zijn pad. Gelukkig daarom dat hij de lessen die hij daaruit leerde, hier aan de geïntrigeerde lezer aanbiedt.

Geringschattend noch sardonisch als het bovenstaande bedoeld is, verdient het derhalve aanbeveling Ben’s lessen niet hautain weg te wimpelen. Ze lijken simpel maar zijn universeel, en kunnen direct toegepast worden. Laten we als voorbeeld nemen les 4: ‘De weg is altijd hobbelig, nooit vlak’.

Die les komt voort uit zijn tijd in het Amerikaanse leger: een strak hiërarchische organisatie die voor vrije geesten als onze Ben onvermijdelijk zorgt voor botsingen met gezag, met regels, met ongewenst eigen initiatief. Dat gebeurde toen hij in de oorlog in Frankrijk tegen de Duitsers vocht. Daar negeerde hij de strenge legerregels. Ben en zijn maten kregen van de bevrijde Fransen uit dankbaarheid voedsel, waaronder eieren. Hij ging er meteen een lekker kipmaaltje van maken:

“Aangezien we allemaal leefden op spam, een ondefinieerbaar vleesmengsel waarvoor zelfs een rat zijn neus zou ophalen, waren we heel blij met de eieren. Maar algauw werd er een waarschuwingsbord aan de bomen gehangen: OP BEVEL VAN DE COMMANDANT IS INDIVIDUEEL KOKEN NIET TOEGESTAAN. De kolonel was kennelijk bang dat het hele terrein zou worden bezaaid met eierschalen.

Ik kon niet geloven dat hij de mannen niet toestond een eitje te eten, dus ik oefende mijn grondwettelijke recht op leven, vrijheid en streven naar geluk uit door drie van mijn kameraden uit te nodigen voor een kipmaaltje.”

Het vervolg ligt voor de hand: de kolonel ontdekte dat privé-etentje en Ben had er een belangrijke vijand bij. Zo belangrijk, dat toen er een lijst was gemaakt met vijftienhonderd soldaten die een medaille voor goed gedrag zouden krijgen, door Ben’s naam een rode streep stond. Drie keer raden van welke pen die streep kwam. De les? ‘Je zult waarschijnlijk altijd tegenstanders hebben en je zult niet altijd je terechte beloning krijgen.’ Maar Ben werd daarna wel voorgedragen door Washington om een manier te vinden om oorlogsmisdaden te benoemen en de daders te berechten. De les? ‘Levens volgen nooit een rechte lijn.’

Leuk, die lessen, maar het boek is meer dan dat. Zo maakt Ben de ontruiming mee van een aantal concentratiekampen, net nadat de Duitsers hebben gecapituleerd. Daar zie je hoe bewonderenswaardig deze (toen nog) jongeman omgaat met de opborrelende gevoelens van haat en wraak bij het zien van de uitgemergelde gevangenen. Hij nam het recht niet in eigen hand maar zette zijn oorlogsmisdadentak op en vervolgde de misdadigers op legale wijze. Volgens zijn eigen leefregels, die zo gek nog niet zijn.

Sterren: ***

ISBN: 9789000374922

Uitgeverij: Spectrum

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Alex Halberstadt – De jonge helden van de Sovjet-Unie

Soul searching zonder happy end

Op zoek naar zijn roots die in Moskou liggen, dat doet Alex Halberstadt. Dat klinkt simpel, maar kent een ingewikkelde uitvoering. Halberstadt is in 1970 geboren in die stad en in 1980 geëmigreerd naar de VS, werd freelance journalist voor niet de minste Amerikaanse media, studeerde creative writing en publiceerde tot dusver twee boeken met als blinkend succes dit laatste.

Het is lastig te bepalen waarom juist dit boek zo geliefd is. Het helpt vast dat een groot gedeelte ervan een papieren aflevering van het tv-programma “Spoorloos” lijkt te zijn, maar zonder de happy ending. Ook is de worsteling van de schrijver met zijn geaardheid een koket reality-gegeven waar lezers mee kunnen sympathiseren. Voor de rest is de beschrijving van de markante geschiedenis van de Sovjet-Unie op zichzelf al voldoende voor een achtbaan-leeservaring. Het zal de combi zijn.

Feit is dat we worden meegenomen terug naar Alex’ jongere leven, nog niet eens echt op zoek naar zichzelf, maar naar zijn grootvader Vasili die de lijfwacht van Stalin is geweest. We komen Vasili na heel lang zoeken op het spoor en krijgen hem te spreken. Die gesprekken vormen het kloppende hart van dit verhaal. Eigenlijk brandt de schrijver van nieuwsgierigheid over hoeveel hij van zijn grootvader heeft meegekregen op het gebied van karaktertrekken, meningen en eigenaardigheden. Kort gezegd: lijken ze op elkaar?

Zoals ook “Spoorloos” dat feilloos aanvoelt, is die vraag de bron van het bestaan voor heel veel mensen. Wij zijn dan ook nieuwsgierig naar Vasili’s leven, dat uitzonderlijk avontuurlijk is geweest. Een lijfwacht van Stalin moet natuurlijk bepaalde zaken in zijn competentiepakket hebben, zoals intelligentie, meedogenloosheid, blinde gehoorzaamheid aan meerderen, sluwheid, het vermogen om ondermijning en/of aanslagen binnen eigen gelederen van alle kanten te zien aankomen, en vanzelfsprekend een vast geloof in het Sovjet-systeem.

Naarmate er meer details boven komen drijven, wordt het beeld steeds naargeestiger en dat komt door de tijdsperiode waarin Vasili zijn dienstverband had. Onder het bewind van Stalin werden burgers tot verklikkers van hun eigen buren gemaakt, werden moordpartijen, verbanning van intellectuelen, geweld tegen burgers gewoongoed en werden de contouren van het beruchte Loebjanka-gebouw waar de KGB huisde, voor de bevolking steeds angstaanjagender.

Vasili moest in die omgeving functioneren dus het vermoeden leeft dat zijn karakter daardoor gevormd dan wel misvormd is, maar de man wil weinig over die periode kwijt. De ondervrager moet flink zijn best doen om uiteindelijk toch tot een onfrisse kern door te dringen. En dan nog blijkt de waarheid subjectief, zoals altijd. Maar Alex heeft een onstuitbare drang naar het vinden en spreken van zijn opa. De reden daarvoor is geboren na het lezen van een wetenschappelijk tijdschrift:

“Er stond in dat een onderzoeksteam aan Emory University in Atlanta bij muizenjongen een kersenbloesemgeurtje de kooi in had geblazen en tegelijk hun pootjes een elektrische schok had toegediend. Op den duur leerden de muizen de geur van kersenbloesem met pijn te associëren en beefden ze van angst wanneer ze die roken. De verrassing kwam echter nadat ze zelf jongen hadden gekregen. De muizen van de tweede generatie begonnen ook te trillen wanneer ze werden blootgesteld aan de geur, al hadden zij nooit een schok gekregen. Ook lichamelijk waren ze veranderd. Ze waren geboren met meer geurwaarnemende neuronen in hun neus, en de hersenstructuren die de signalen van die neuronen ontvangen, waren groter geworden.”

Het is dus niet zozeer ‘lijk ik op hem?’,  als wel ‘ben ik net zo geestelijk misvormd als hij?’ Alex is voorgoed nieuwsgierig gemaakt naar de genen waaruit hij zelf voorkomt. Dus bikkelt hij het spoor terug naar zijn opa, zet dat in een goed leesbare stijl uiteen, en gaat dóór, door Litouwen, Rusland, Oekraïne, om te eindigen in Moskou. Wat daar gebeurt laten we aan de lezer zelf te ontdekken. Deze soul searching is te interessant om het niet zelf te lezen.

Sterren: ****

ISBN: 9789083073514

Uitgeverij: Pluim 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

David van Reybrouck – Revolusi

 

Een continent van leed

“Toch?” Over die vier letters, de kortst mogelijke samenvatting van dit enorme boek, gaat heel hoofdstuk 1. Het woordje verwijst naar de bedenkelijke mentaliteit van Nederland in, en lang na de koloniale tijd. In 2006 besloot premier Balkenende nog een speech met een oproep naar meer daadkracht met de uitroep: ‘die VOC-mentaliteit!’ Door het verontwaardigde gejoel van enkele parlementsleden voegde hij snel een woordje toe: ‘toch?’

Dat woordje zegt veel over de labbekakkerige Nederlandse mentaliteit in dezen. Doodzwijgen, pappen en nathouden en niet meer lullen over dat beladen verleden was het devies. Maar vooral zegt dat woordje iets over de pitbullachtige vasthoudendheid van de samensteller van dit boek. Vastbesloten om zo gedetailleerd, punctueel mogelijk te zijn, komt van Reybrouck tot een werkelijk imposant volledige geschiedenis. Dik vijf jaar deed hij over het samenstellen van dit verhaal over Indonesië, in helder uiteengezette hoofdlijnen en veel nogal schokkende details.

Om te beginnen: complimenteus aan het adres van hardvochtig Nederland is het boek om begrijpelijke redenen niet, zij waren tenslotte vanaf ongeveer het jaar 1500 de belangrijkste kolonisatoren.  Later waren er meer agressors. Japan bijvoorbeeld, dat in de Tweede Wereldoorlog de rijkdom aan grondstoffen van het continent goed kon gebruiken en dus ook aan de slag ging met koloniseren. Daarbij sloegen ze ongekend hard toe met hun aanval op Pearl Harbour, wat ook de Amerikanen en later de Britten erbij sleepte. In gedetailleerde voorbeelden komen de verschillen tussen de Nederlandse en de Japanse bezetting en wat dat voor de bevolking betekende,  goed naar voren.

In de beginjaren van het opzetten van handel in Indonesië waren er genoeg gieren die aasden op winst, maar eerlijk is eerlijk: niemand verslaat de Vereenigde Oostindische Compagnie. Deze bedenkelijke Nederlandse organisatie was onbetwist koploper in rücksichtslose geldzucht. Van Reybrouck stapt chronologisch door de koloniale tijd, vanaf het inlijven van ‘de Oost-Indische bezittingen’, langs protesten als het impactvolle boek ‘Max Havelaar’ van Multatuli, tot Soekarno. Met deze charismatische leider begon de Revolusi, de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.

Tussen die historie door geeft hij laag geprofileerde maar veelzeggende details, zoals het boekje ‘Populair Maleis’, dat een uitgave voor zelfstudie was in die tijd: “’Djongos, ga naar de winkel.’ ‘Koki, haal warm water.’ ‘Kebon, veeg de tuin!’ ‘Baboe, Mevrouw vraagt thee.’ ‘Kebon, was de auto!’ ‘Je bent een dom mens.’ De gebiedende wijs zegt hier genoeg over hoe de verhoudingen lagen.

In WO-II verdrijven de Britten en Amerikanen met tegenoffensieven de Japanse bezetter, wat de locals alweer veel nevenschade bezorgt. Ook realiseerde Nederland zich dat ze hun veel geld opleverende kolonie niet kwijt wilde. De Politionele Acties waren daarvan het gevolg. Troepenmachten werden ingevaren en –gevlogen, die acties ondernamen met, jawel, buitensporig geweld.

De samensteller voert veel gesprekken met overlevenden, zo ook met iemand van het dorpsschooltje: Hamad Puag Abi, die op de dag van de slachting in Galung Lombok 17 jaar oud was: “Om acht uur ’s ochtends was ik met mijn broer een traditioneel bladerdak aan het leggen met planken en bladeren van de sagoboom. Zwaar werk… Ineens zagen we Ambonezen in het uniform van het Nederlandse leger… We moesten te voet van Lawarang naar Galung Lombok. Toen we daar om tien uur aankwamen, waren al heel wat mensen dood. Nederlanders zeiden dat het ‘rampokkers’ waren. Wie een rebel was, werd gedood. Toen kwam het nieuws dat drie Nederlanders gedood waren en begon het maaien met het machinegeweer. Ik hoop dat mijn kleinkinderen zoiets nooit hoeven mee te maken. ..De Javanen zeiden: “Ga liggen!” Zij hadden nog een hart, de anderen waren mabuk, dronken… Zelfs de imam van Baruga werd gedood. “Ik ben een hadji,” zei hij. Zo iemand geniet erg veel aanzien bij ons. “Leugenaar,”zei de soldaat., “jij bent geen echte hadji.” Hij nam zijn hoofddeksel af en zette het zelf op: “Nu ben ik een hadji.” Hij trapte in zijn knieholte om de imam te doen knielen en schoot hem af.”

Het voert te ver om nog meer te citeren. Indonesië bleef voor Nederland een overzeese parel die men niet kwijt wilde, maar de geschiedenis volgt haar onpartijdige weg. Die wordt onvermoeibaar geregistreerd tot en met de rampzalige Suez-crisis. Dat verhaal van moedwil en misverstand alleen al is de moeite van het lezen waard, en vormt in het kort het slotakkoord van dit boek. Well done. David Van Reybrouck kan fier zijn op deze tour de force.

 

Sterren: ****

ISBN: 9789403183404

Uitgeverij: De Bezige Bij

Ook verschenen op De Leesclub van Alles