Steven de Jong – Bezorgde burgers

Op naar de afgrond, of Hoe zwaar op de hand kun je zijn?

Met motto’s moet je uitkijken, vooral als je Gerard Reve citeert: “Iedereen komt je te hulp, behalve als je in moeilijkheden zit.” Als schrijver loop je het risico dat jouw stijl naast die van de onnavolgbare stilist gelegd wordt, of dat de troostrijke maar snijdende humor van de woordartiest best briljant afsteekt tegen jouw grapjesmakerij, of dat de zwaarte van het leven die de oude Reve ervoer niet in verhouding staat tot de ondiepe, alledaagse probleempjes die jij in jouw leven opvoert.

We laten ons echter niet biassen en beginnen blanco aan Bezorgde Burgers. Daar werkt Samuel bij Communicatiebureau Puntjes op de i, of werken moeten we het eigenlijk niet noemen. Samuel probeert zo weinig mogelijk te doen met zo min mogelijk contact met zijn collega’s. Waarom wordt niet duidelijk, maar Samuel heeft een intense afkeer van zijn collega’s. Bloedserieus, zonder Reviaanse ironie.

Even bijstellen twintig pagina’s later: Samuel heeft een intense afkeer van alles. Titel van het eerste blok tekst: “Was het maar oorlog”. Want “Onderworpen aan een avondklok zou ik het wel laten om op stap te gaan. Toch hunker ik naar vrijheid. De meeste burgers hunkeren daar helemaal niet naar. Die debatteren zich een ongeluk over hoe moslims zich moeten schikken naar hun vrije samenleving. Een farce dus, die vrijheid. Geregelder dan dit krijg je een land niet. Was het maar oorlog, dan had ik recht op verzet. Nu leef ik onder de tirannie van gebruiken waar de elite consensus over bereikt heeft.”

Deze dystopische stijl woekert het gehele boek door. Het verongelijkte toontje is waarschijnlijk bedoeld om de gevoelens van de hoofdpersoon weer te geven, maar gaat de lezer al snel een beetje tegenstaan. Sterker nog: het wordt strontvervelend steeds weer te lezen dat er niks deugt aan de gevestigde orde, aan de burgers, aan de verdeling van de economie, aan Nederland an sich, etcetera, etcetera. Al lezend zie je 40 afleveringen van De Wereld Draait Door voorbijkomen. Het touwtje uit de brievenbus van Jan Terlouw, scheldkanonnades op Twitter, de Boze Blanke Burger, de nepperigheid van het toerisme in Amsterdam. Let wel: bloedserieus, subtiliteit is ver te zoeken en relativering al helemaal.

Verwondering wekt het dan ook niet (verrast wordt de lezer sowieso nergens) dat Samuel afglijdt naar een toestand van lethargie en afkeer van de maatschappij. Via de disco met te veel drank, verder indrinken met foute vrienden, een kampioenskater daarna, en op kantoor een nieuwe collega die hem op alle fronten overtroeft, belandt hij in een inrichting. Daar verleidt hij nogal onwaarschijnlijk zijn therapeute Sophie. Hij chanteert haar vervolgens met de film van hun seksuele escapades en smokkelt zichzelf in een IKEA-meubel weer de vrije wereld in. IKEA als model voor het geest- en fantasieloze bestaan, vat u ‘m?

Volgt een ronduit flauw stuk over een asielzoeker en een incompetente vluchtelingenwerker, “wij van Vluchtelingenwerk hechten aan heldere communicatie over en weer”. Het eind mag u zelf lezen, als u daar nog trek in hebt.

 

Sterren *

ISBN:  9789048835768

Uitgeverij: Lebowski

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Karin Luiten – Eten zonder pakjes & zakjes

Slimmer eten, minder voedsel verspillen

Het was een risico, roekeloos welllicht. Maar ik besloot het te doen: eten volgens het nieuw uitgekomen kookboek van Karin Luiten. “Jij?”, vroeg mijn vrouw, “eten zonder pakjes en zakjes?” “Jazeker,” zei ik en vergat de goedkope prijsvechter-chocoladekoekjes en onduidelijke BBQ-worsten. “Laat de test beginnen,” zei mijn vrouw.

We namen het boek mee op vakantie. De derde dag in ons huisje zei mijn vrouw: “Dit is spinaziecurry met champignons.” Ik bekeek de vrolijke berg op mijn bord. Groene klodders, bonkige paddenstoelen, kleurige saus. Het zag er niet slecht uit. Het smaakte nog beter; vooral de pittige smaak van de spinazie in combinatie met de eigenzinnige saus was een aangename verrassing. Voor de recht-op-het-doel-af koks die het ook willen maken: blz. 180 in het boek.

Op dag vijf kwamen maar liefst twee gloednieuwe creaties uit onze keuken. Het voorgerecht was een verrukkelijke, stevige, royaal vullende groene soep. “Spinaziesoep?” dacht ik te weten. “Je mag nog een keer raden,” glimlachte mijn vrouw. Ik kwam er ook na zes keer niet uit, en zelfs toen ze vertelde dat het komkommersoep was, kon ik het niet geloven. Zo romig, zo vol body? Bladzijde 110 voor de ongelovigen.

Wat volgde was nog beter. Op een groot bakblik was een kleurige mix van aubergines, uien, paprika, etc. in de oven gaar gestoofd. Olijfolie eroverheen en de ratatouille is klaar. Zoals in de gelijknamige film werd ik bij de eerste hap terug geflitst in de tijd. Ik zat weer tussen olijfbomen, een zachte mistral ritselde door kromme takken, en voor ons trok de ondergaande zon een rode streep in zee voor de kust van Cannes. Nee, Nice. Of was het Monaco? Voor de filmliefhebber, het recept staat op pagina 100.

Mijn vrouw zei: “Bijzonder. Deze gerechten zijn vaak vleesloos, maar niet dwingend, gewoon als je daar zin in hebt. En de taal is zo toegankelijk dat je meteen aan de slag wilt om met de spullen die je in huis hebt, iets lekkers kunt maken. De restjes kun je dan in heel andere schotels verwerken, een dag later. Zo ga je voedselverspilling tegen. En de recepten zijn eigenlijk allemaal creatief.”

“Dank je,”  zei ik en tekende de quote hierboven op.

Vandaag brachten we de restjes-theorie in praktijk. Van de ratatouille die over was, bakten we (met wat nieuwe ingrediënten) een fantastische hartige taart. Dat is de quiche Mediterranée op blz 103, voor de leftover-fetisjisten.

Onnodig te vermelden dat we in onze drie weken vakantie Karins boek steeds vaker hebben geraadpleegd. Het blijkt gewoon mogelijk om iets lekkers te maken zonder half aangebrande worsten te bedelven onder knoflooksaus. Een stapje vooruit voor de mensheid, en een sprong voor mij.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

 

Sterren ****

ISBN: 9789046822555

Uitgeverij: Nieuw Amsterdam

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Paolo Cognetti – De acht bergen

Levenslessen in het hooggebergte

“Paolo Cognetti (Milaan, 1978) is een Italiaanse schrijver en documentairemaker. De acht bergen betekende zijn definitieve doorbraak in Italië. De rechten van het boek werden nog voor verschijnen aan meer dan dertig landen verkocht. Het boek werd zowel met de Premio Strega Giovani als met de prestigieuze Premio Strega bekroond.” Zo’n ronkende aankondiging, en ook nog Boek Van De Maand bij DWDD, lezen dus!

Ik werd niet teleurgesteld. Het verhaal is goed, de thematiek over vriendschap solide, het verteltempo puik, er is sterke interactie tussen de personages, er is drama, humor, vreugde, en bovenal klinkt er liefde door. Liefde voor vriendschap in de stille, hoge wereld van de bergen. De wereld waar de meeste van ons stervelingen nooit komen; een eigen universum waar de twee vrienden Pietro en Bruno zich thuis voelen.

Om twee personen, stadsjongen Pietro en dorpsjongen Bruno, draait het verhaal. Pietro’s vader is ongelukkig in zijn baan en leeft pas op als hij in de bergen kan wandelen. Elke zomer gaat de vakantie dus naar de bergen, meer specifiek het dorpje Val d’Aosta in Noord-Italië, en beklimmen zoon en vader (soms inclusief moeder) menige bergtop. Pietro raakt bevriend met Bruno, een hechte vriendschap. Maar wat als de gebeurtenissen des levens aan die vriendschapsband beginnen te knagen? Houdt de vriendschap stand?

De allereerste alinea laat al veel elementen van de prettig leesbare stijl zien als verteller Pietro herinneringen ophaalt. “Mijn vader had in de bergen zo zijn eigen manier van wandelen. Daar was weinig meditatiefs aan, het was een en al eigenzinnigheid en bravoure. Hij klom zonder zijn krachten te doseren, ging altijd met iemand of iets de strijd aan en als hij het pad te lang vond, klom hij gewoon recht omhoog. Als je met hem mee was, was het verboden te pauzeren en verboden te klagen over honger, vermoeidheid of kou, maar een lied zingen mocht wel, vooral als het onweerde of als er dichte mist hing. En ook joelen als je je over de sneeuwvelden omlaag stortte.”

Cognetti componeert zijn geschiedenis vakkundig. Het verloop van de levenspaden van de twee vrienden wordt op de juiste momenten afgewisseld zodat het verhaal organisch blijft aanvoelen. Pietro is de rusteloze zwerver van de twee. Bruno de honkvaste bergjongen. Dat moet haast wel uit elkaar gaan lopen, en dat doet het ook. Twee levens die verschillend benut worden, maar wie van de twee heeft nu het meest bereikt? De parabel van de acht bergen (hoofdstuk negen) geeft daar een interessante visie op.

Het thema vriendschap is niet exact nieuw in de wereldliteratuur, maar de manier waarop Cognetti het uitwerkt is de moeite waard. Hij laat zien hoe ook de hechtste vriendschap bloot staat aan erosie, wel de moeite van het in stand houden waard is, maar soms door omstandigheden op een laag pitje komt te staan. Of soms gewoon door overmacht stopt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

 

Sterren ****

ISBN: 9789023466413

Uitgeverij: De Bezige Bij

 

Ook verschenen op Bazarow