Sebastien Perez en Benjamin Lacombe – De allerbeste mama van de hele wereld

Mijn mam is top

Maakt jouw moeder boterhammen klaar, brengt ze je naar school, geeft ze je ’s avonds in bed een kusje? Dan is zij misschien wel de beste mama ooit.

In de dierenwereld zijn de mama’s niet anders. Dat zien we in dit schattige (sorry, dat is het enige passende adjectief hier) boek. Origineel uitgegeven in het Frans, vertaald door onze eigen Pim Lammers. U weet wel: de schrijver die door axonendeficiëntisch geschreeuw in ongenade is gevallen. Dit boek heeft hij vertaald.

Schattig dus, dit boek vol poezelige, pluizige dan wel wollige diertjes. Het boek is origineel in het Frans uitgegeven. En nu leesbaar voor Hollandse kindertjes dankzij Pim.

De verhaaltjes gaan elke keer over een andere dierenmoeder, met haar specifieke eigenschappen. Dat gaat volgens een strak stramien. Zoals de zwanenmoeder:

“Als er één moeder toegewijd is, dan is het de zwanenmoeder wel. Nadat ze wekenlang heeft zitten broeden, kijkt ze trots toe hoe haar zwanenjongen uit hun eieren breken en langzaam uit het nest proberen te kruipen. Maar mama zwaan laat ze nog niet alleen! Ze neemt ze mee naar het water, waar ze haar jongen achter zich aan laat zwemmen en ze soms zelfs op haar rug draagt. ’s Avonds mogen ze ook heerlijk warm onder haar vleugels slapen. Zo kan ze hen dag en nacht beschermen, altijd klaar om met haar scherpe snavel roofdieren weg te jagen. Niet veel later zal voor de pulletjes hun eerste grote reis beginnen. Mama zwaan, papa zwaan en hun jongen vliegen met z’n allen naar warmere delen van de wereld. En op een dag zullen de kleintjes ook de liefde van hun leven vinden en zelf zulke geweldige ouders worden. Maar is de zwanenmoeder ook echt de beste mama van de hele wereld?”

Die laatste vraag komt bij elk van de dierenmoeders terug, tot de overkoepelende conclusie op het eind. Een leuk leesbare en originele constructie.

Goed is ook dat er veel info is over het gedrag van de dieren. Merkwaardige info soms. De moeders (of vaders) gaan bijvoorbeeld soms totaal niet op een liefdevolle manier om met hun wollige kinderdiertjes.

Goeie tekst, mooie plaatjes, bijzondere wetenswaardigheden, strakke Nederlandse tekst. Ik zeg pak dat boek

 

Sterren ****

ISBN: 9789462916364

Uitgeverij: de Eenhoorn

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Franz Kafka – In het labyrint  nagelaten verhalen

Onvoltooide horreur

Franz Kafka is de meester van het beklemmende verhaal. Je zou het de voorloper van het horrorgenre kunnen noemen, alleen is zijn horror geen kettingzaagfilm, of een meisje bezeten door demonen, of de geheime toegang tot een moordlustige donkere wereld. Kafka’s wereld is subtieler en daarom des te keelknijpender.

In dit boek is een verzameling van zijn ‘onvoltooide’ werken opgenomen. Kafka kwalificeerde nog geen tiende van zijn werk als ‘voltooid’. De restanten, kruimels, spaanders en fragmenten die hij vaak in de late uurtjes schreef, zijn in het Duits samengebracht in “Nachgelassene Schriften und Fragmente”. Deze selectie is daar weer een selectie van. De fragmenten lopen uiteen van slechts één regel tot soms zo goed als afgeronde verhalen. Daarbij draagt al dit schrijfwerk uiteraard zijn absurde en angstwekkende signatuur.

Genoeg gepraat. Een paar citaten zeggen meer dan 100 recensies:

“Waar is F.? ik heb hem al tijden niet gezien.

F.? U weet niet waar F. is? F. is in een labyrint, hij zal er wel nooit meer uit komen .

F.? Onze F.? F. met de volle baard?

Ja, die.

In een labyrint?

Ja.”

Zes zinnen uit een conversatie. Laat die heel even op u inwerken. Er zit evenveel suspense in deze zinnen, in dit fragment, als een heel boek van Dean Koontz. 

Nog eentje dan:

“In de grafkelder

Ik was bij de doden te gast. Het was een grote, schone grafkelder, er stonden al een paar doodskisten, maar er was nog veel plaats, twee kisten waren open, vanbinnen zagen ze eruit als doorwoelde bedden die net waren verlaten. Een schrijftafel stond iets terzijde zodat ik die niet meteen opmerkte, erachter zat een forsgebouwde man. In zijn rechterhand hield hij een ganzenveer alsof hij pas gestopt was met schrijven, zijn linkerhand speelde met de glanzende horlogeketting aan zijn vest, zijn hoofd diep eroverheengebogen. Een schoonmaakster was aan het bezemen, aar er viel niets te bezemen.

Uit en soort nieuwsgierigheid plukte ik even aan het hoofddoekje dat haar hele gezicht overschaduwde. Nu pas kon ik haar zien. Het was een Jodinnetje dat ik ooit had gekend. Ze had een vol wit gezicht en smalle donkere ogen. Nu ik haar naar me zag lachen, tussen de vodden vandaan die haar tot een oude vrouw maakten, zei ik: ‘Je bent hier aan het komediespelen, vermoed ik?’”

Meer van dit huiveringwekkend onderbuiks rommelende proza lezen? Koop het boek, leg het op je nachtkastje en lees elke avond een fragment of verhaal. Onrustige dromen zijn niet uitgesloten.

Sterren ***

ISBN: 9789083237084

Uitgeverij: Koppernik

Ook verschenen op Bazarow en Tiktok  

Renée Faas – Chronisch uitgeput, chronisch opgewekt

Een zwaan met beperkingen

Myalgische Encefalomyelitis, zo werd de toestand van de net afgestudeerde psycholoog Renée Faas gediagnosticeerd. Een vermoeidheidsziekte die kortheidshalve met ME wordt aangeduid. En die het leven van de patiënt verandert in een leven zonder een sprankje energie.

In dit handzame boek legt Faas uit hoe zij leerde omgaan met de ziekte. Makkelijk was dat niet:

“Een grote moeheid had zich als een zware, grauwe deken over mijn leven uitgespreid. Nadenken lukte niet echt. Of echt niet. Uitrusten hielp niet. Medicijnen waren er niet. Met veel moeite deed ik boodschappen. Mijn flat werd viezer. Vrienden zien ging niet meer. Dat was erg.”

Met het sprookje van het lelijke eendje maakt ze de vergelijking met de toestand van een ME-patiënt. Het eendje wordt aan alle kanten gepest, denkt daardoor dat hij lelijk is, tot hij in het water zijn spiegelbeeld ziet. Hij is een prachtige zwaan. In dit verband een zwaan met beperkingen.

Met die beperkingen zal de patiënt rekening moeten houden. Er is een beperkte voorraad energie die efficiënt verdeeld moet worden. Anders wordt het lastig het einde van de dag te halen zonder in te storten.

In acht hoofdstukken vol aan- en afbevelingen reikt de schrijver een helpende hand. Ze is eerlijk: ME is een nare aandoening, je leven wordt er zwaar door gekortwiekt maar je zult het ermee moeten doen. In de hoofdstukken laat ze zien hoe je ondanks je tegenwerkende lijf toch het beste uit je leven kunt halen. Dit praktische door- en terugbladerbare handboek biedt binnen de kaders van het mogelijke, steun en troost.

Sterren ***

ISBN: 9789463310376

Uitgeverij: Hajefa

Ook verschenen op Bazarow 

Pim Lammerse en Joris Thys – Het grote kleine monster

We zijn bang, nee, niet bang. Niet.

“Vandaag gaat Edo op reis. Samen met papa. Ze gaan niet op het strand spelen. Ook niet zwemmen. Geen kasteel bouwen van zand. En geen ijsjes eten. Deze reis is anders. Ze gaan jagen.”

Zo begint de berenjacht, eh, monsterjacht: Edo is de hoofdpersoon in dit dappere verhaal. Hij is een jochie met blond haar, een ouderwetse bevermuts op zijn hoofd en de tong tussen zijn tanden. Om zijn schouders hangen bretels die een soort van pofbroek opgehesen houden. Avontuurlijk typetje wel.

Maar dat is nodig. Want er moet een monster gevangen worden.

“Diep in het bos leven de monsters.

Ze wonen er in een grot.

Daar slapen ze.

Of ze praten met elkaar.

Soms spelen ze een spel.

Ze zijn daar aan het wachten.

Tot ze weer eng kunnen doen.

En weer mensen bang kunnen maken.

Ineens horen ze een geluid.

‘IEEE!’

En dan: ‘KRRRG!’

Iets groots komt binnen.

Het heeft de schubben van een draak.

En een bek met scherpe tanden.

Het is een monster!.”

Dus gaat Edo op stap, met een beetje hulp van zijn vrienden. Hij is wel ietsjes bang. Maar hij heeft iets bedacht. Een list. Alleen: gaat dat lukken?

Een doordacht verhaal dat gaat over angsten, onzekerheden en twijfels. Enge dingen, en dat die enge dingen misschien toch niet zo heel eng zijn. Dat je als kind nog niet zo groot bent, maar wel dapper. Of hulp kunt zoeken bij je vriendjes.  

Voor al die twijfels kun je dit puntgave prentenboek lezen én bekijken. De scherpe tekst is van Pim Lammers, en de zeer expressieve illustraties zijn van Joris Thys. Prima combi. Prachtboek.

Sterren ****

ISBN: 9789462913516

Uitgeverij: De Eenhoorn

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Hengameh Yaghoobifarah – Ministerie van Dromen

Bijtende immigrant-zelfspot

De jonge vrouw met de lange naam hierboven beschrijft hoe ze vanuit Iran naar Duitsland verhuisde, en daar een nieuw leven begon. Dat is de droge ogen versie van dit verhaal. De huilende editie is tussen de regels door te lezen: emigratie is geen kattenpis.

Maar knellende familiebanden hebben ook hun irritatielevels.

Hen, zoals de schrijver zich kortweg noemt, is een vrijgevochten jonge vrouw; in het boek noemt ze zich queer. Ze drinkt tegen de klippen op en is ook niet vies van wat geestverruimende middelen. Daarnaast heeft ze het hart op de tong. Een perfect recept om met veel mensen te conflicteren, bijvoorbeeld haar oerconservatieve moeder. Of de lastige buren, of de overheid, of de politie, of haar zus.

Dat zou de recap van dit verhaal kunnen zijn, maar is nog maar het begin. Rebellie is hier het sleutelwoord. Sinds Hen uit Iran weg moest, heeft ze de kont tegen de krib gegooid en gaat overal hard tegenin. En omdat het toeval wil dat Hen goed kan schrijven, combineerde ze haar dwarsheid met goed leesbare stukken, die geplaatst werden in tijdschriften en kranten. Zo werd ze eerst een plaatselijke, toen Duitse en nu ook Nederlandse Bekende Schrijver.

Als we in dit boek beginnen valt meteen de felle, springerige maar ook erg grappige stijl op. De hoofdpersoon staat in de rij voor een telefooncel. Ze heeft het warm en is wanhopig. Ze kan niet wachten en loopt langs de rij naar voren.

“‘Alsjeblieft, ik moet naar de telefooncel,’ smeek ik de persoon vooraan in de rij, als zo’n loser die ik nooit wilde zijn…. Ik doe mijn portemonnee open en bied de persoon alles aan wat erin zit. Ze gaat eindelijk overstag en laat me voor.”

Ze krijgt verbinding met Nush, maar gaat ook flippen:

“’Je mag niemand binnenlaten in die telefooncel, maar je mag er ook niet uit,’ hoor ik Nush door de telefoon zeggen. Het wordt steeds warmer om me heen. Eerst doe ik het af als een mindfuck, die door de inspanning komt, maar plotseling wordt de hoorn zo heet dat ik het niet meer houd en hem laat vallen.”

Enigszins chaotisch leeft Nes haar leven. Als haar zus Nushin met de auto tegen een boom rijdt, wordt het haar teveel. Ze vermoedt dat Nushin zelfmoord heeft gepleegd en dat is hard. De zussen hebben namelijk een lange overlevingsgeschiedenis: migreren naar Duitsland, hun vader verloren, een emotioneel geblokkeerde moeder en het ongeplande moederschap van zichzelf. Zo beschrijft ze het globaal:

“Hardop huilen doe ik nooit, ik ben het verleerd toen maman mijn zevenjarige ik op spottende toon uitlegde dat hardop huilende – of sowieso huilende – meisjes lelijk zijn en welk kind wil dat nou: dik, buitenlands, zwak en lelijk zijn? Maar op dit moment gaat alles overboord, alle regels, elke taal, mijn eigen gezicht. Tranen, regen, het einde van de wereld, alles klatert met emmers tegelijk op mijn harige tenen. Ze zei altijd dat een einde ook altijd een begin is, soms is het gewoon het begin van iets kuts.”

Complimenten hier nog even voor de strakke vertaling – het moet niet makkelijk zijn geweest om deze half spreektaal, half schuttingtaal in leesbaar Nederlands om te zetten, maar Elbert Besaris is het gelukt.

Rücksichtslos, om bij haar tweede moedertaal te blijven, raast Nes door haar chaotische leven en veegt en passant de vloer aan met alles wat haar dwars zit. Een onopgesmukt beeld van een immigrantenleven, dat opgesloten zit in een queer lichaam maar toch het leven in een wonderlijk vreemd land met verve tegemoet treedt. Of met wanhoop, dat is niet helemaal duidelijk.

Sterren ***

ISBN: 9789044546552

Uitgeverij: de Geus

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Joukje Akveld, Jan Jutte – Maximiliaan Modderman geeft een feestje

Lekker vies

Het ruime formaat van een gemiddeld prentenboek heeft het niet. Dit boekje valt in de categorie ‘geschikt voor kleine handjes’. Maar juist dat, gecombineerd met het stempel ‘prentenboek 2023 van het jaar’, maakt het een hebbeding. 

Maximiliaan Modderman is een bekend personage. Meerdere prentenboeken met dit ongerichte, van peilloze energie stuiterende, dwarse jochie gingen dit boek voor. In dit verhaal geeft hij een feestje voor zijn speelgoedbeesten.

Nee, geen gewoon feestje natuurlijk. Zoals we op de eerste bladzijden zien, is het een WILD feestje, en een VIES feestje. De aanwezige gasten moeten door de modder en klei lopen, en zien er al snel verfomfaaid uit. Trouwens, Maximiliaan zelf kan ook wel een schrobbeurt gebruiken. Dus wordt er in het bad geplonsd. 

Spetterend en modderworstelend wikkelt het verhaal zich af. Zoals het hoort, gaat dat met minimale tekst en maximale beweging. De speelgoeddieren rennen, springen, vallen, stuiteren en, jawel, plonzen er op los. Vrolijkheid troef, vooral voor de jonge lezer/kijker.

Een prima opstapje naar meer, dit vrolijke uitspattinkje, voor een zacht prijsje mee te nemen bij uw plaatselijke boekhandel. De CPNB geeft het boekje uit ter gelegenheid van de Nationale Voorleesdagen 2023.

Sterren ***

ISBN: 9789059658523

Uitgeverij: CPNB

Ook verschenen op Bazarow 

Youssef Azghari – Boom Vaas Vis

 

Een beeld zegt meer dan duizend woorden

Dit boek van Youssef Azghari gaat je vrolijk verrassen. Het verhaal laat zien hoe je op verschillende manieren naar iets kan kijken, een methode die in deze polariserende wereld steeds minder vanzelfsprekend is.

In dit niet al te dikke boek begint Azghari met een anekdote uit zijn schooltijd. Hij moest een boom tekenen. Dat deed hij: in een vloeiende lijn kwam er een boom vanuit zijn hoofd, via zijn arm, hand en potlood op papier. Het was een prachtboom, vond hij zelf.

Maar als andere mensen naar de tekening keken, zagen ze er niet hetzelfde in als de maker. Hoe meer mensen er keken naar de boom, hoe meer andere gezichtspunten eruit kwamen. Dat is het wonderlijke proces van de menselijke perceptie, een proces dat dit bedrieglijk eenvoudige verhaal sterk verbeeldt.

De taal van het verhaal is helder. Korte, stevige zinnen leiden de lezer langs verschillende figuren, beeltenissen, verklaringen van verschillende observanten. Een punt van kritiek is wel dat het verhaal na een aantal bladzijden voorspelbaar wordt. Als er iemand namelijk een beeld heeft herkend in de tekening, volgt er automatisch een volgend beeld waarin iemand weer iets geheel anders ziet. Die herhaling zit te sterk in het verhaal. Een kleine zijsprong, of een stukje proza als afwisseling, zou de lezer beter bij de les houden.

Verder is het een prima verhaal met een wijze les. Die les is zo sterk dat het zelfs Wikipedia heeft gehaald: ’A picture is worth a thousand words

Ook verschenen op Bazarow 

Sterren ***

ISBN: 9789464682458

Uitgeverij: BoekScout

 

Toon Tellegen & Marc Boutavant – Echt boos is wel wat anders

Parabels van Bijbelse allure

Er klopt ongeveer 100% van dit boek. Teksten en tekeningen zijn in fluwelen harmonie en tonen respectievelijk hoge kwaliteit en lucide beeldentaal. Dat mogen zowel Toon Tellegen als Marc Boutavant in hun vestzak steken en ermee pochen, want ze leveren een klein meesterwerk af.

We hebben het over een hardcover prentenboek. A4 formaat, voorplaat in zachte tinten rood. De tekening toont een sfeervol opkomende zon, een vuurpad op de voorgrond die zijn armen heft in wanhoop. Boos en verdrietig is hij, geheel in lijn met de boosaardige verhalen. Ja eventueel met deze bespreking meelezende peuter, dit is geen kindontziend boek, dit gaat over omgaan met teleurstellingen van Bijbelse omvang. 

Marc Boutavant tekende de figuranten, zoals de twee in het eerste verhaal: ‘De vuurpad en de egel’ We zien een verwachtingsvolle, best blije egel achter zijn deur staan als er iemand op heeft geklopt. Ha, bezoek! Maar het is de depressieve vuurpad. Als hij binnen is, trekt hij met één ruk alle stekels uit de rug van de egel:

“De vuurpad deed een stapje achteruit en vroeg: ‘Hoe noem je wat je nu bent, egel?’

‘Boos,’ huilde de egel. ‘Heel boos.’

De vuurpad bekeek hem aandachtig en schudde zijn hoofd.

‘Nee,’ zei hij, ‘je bent niet boos.’

‘Ik ben wel boos,’ huilde de egel.

‘Niet echt boos,’ zei de vuurpad.

Hij draaide zich om en ging de kamer uit. ‘Helaas,’ zei hij nog.”

Dat is wat je noemt indrukwekkend tekst. De tekeningen erbij spreken ook voor zich: de egel met ogen als schoteltjes, verbijsterd door de kwaadaardigheid van de vuurpad. En de vuurpad staat daar licht gekromd, agressief naar voren buigend, gretig als een worstelaar om iemands oren van zijn hoofd te draaien.

De andere verhalen zijn niet allemaal zo goed als dit eerste, maar ze blijven op hoog niveau. En heerlijk leesbaar met dezelfde fabuleuze illustraties. Dat maakt dit half depressieve, half opgewekte meesterwerkje tot een prima (voorlees)boek. Alleen misschien niet voor al te jonge kinderen.

Sterren ****

ISBN: 9789045126302

Uitgeverij: Querido

 

Ook verschenen op Bazarow