Imme Lammertink, Wouter Goudswaard – Het grote TOS mysterie

Wetenschappelijke insteek zit verhaal dwars 

Wat TOS inhoudt, weten we. De afkorting staat voor Taal Ontwikkelings Stoornis. Het is geen dyslexie en zeker geen domheid maar ‘gewoon’, zoals sommige kinderen moeite hebben met rekenen of aardrijkskunde, moeite met taal.

Bijzonder aan dit boek is dat het a. in stripvorm komt, en b. is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Imme Lammertink onderzocht waarom het leren van taal niet voor ieder kind vanzelfsprekend is. Voor de kenners: het onderzoek heeft de titel: “Examining the contribution of procedural learning to grammar and literacy in children”

Het verhaal begint met een potje voetbal. Geheel gendercorrect schoppen een meisje (Naomi), een jongetje van kleur (Amir) en een blank jongetje (Jeroen) tegen een bal. Een beetje onhandig, want de bal gaat door een open raam en komt in het laboratorium van taalwetenschapper Roos terecht.

Ze is bezig met onderzoek naar taalpatronen. Appie de robotaap helpt daarbij: hij roept zinnen in een verzonnen taal zoals “TEP WADIM LUT!” Daar laat Roos kinderen naar luisteren om te zien of ze er een patroon uithalen, want dat is hoe wij mensen taal leren. Wij herkennen patronen.

Het is zoiets als een melodie ontdekken, laat ze de drie kinderen uitproberen met de taal die Appie de robotaap uitkraamt. En inderdaad herkent Jeroen, de jongen met TOS, de patronen niet. Dat verandert als professor Roos de drie kinderen een andere manier van patronen herkennen voorlegt, daarin blijkt Jeroen juist wel heel goed te zijn.

Zo simpel als het hierboven staat, zo stroperig komt deze uitleg in het stripverhaal naar voren. Zelfs voor geoefende lezers is het nodig een paar keer heen en weer te bladeren om te snappen wat hier bedoeld wordt. Dat komt, vrees ik, door de kwaliteit van het stripverhaal.

Iedere strip/comicliefhebber weet dat een goed beeldverhaal een kunstvorm is die nauw luistert. Als de plaatjes wat houterig zijn, de acties van de stripfiguren niet helemaal logisch zijn, de lichaamstaal van diezelfde figuren niet aansluit bij de tekst en acties die ze uitvoeren, en als ook nog de boodschap wat omfloerst gebracht wordt, dan raakt de lezer de draad kwijt. Niet erg, je kunt terug bladeren en de boodschap alsnog oppakken, maar het is handiger als die meteen helder is.

Klinkt dit kritisch – dat is ook zo. Als je een (strip)verhaal maakt om kinderen met mogeljjke TOS, en hun ouders, te helpen, maak het dan kristalhelder. Zo helder dat ook een kind met TOS het onmiddellijk snapt. Anders schiet je je doel voorbij.

Dat doel is intussen ook deze lezer wel duidelijk, namelijk dat mensen taal leren door patronen te herkennen. En dat voor niet talig ingestelde mensen, visuele patronen veel sneller herkenbaar zijn dan talige patronen. Je kunt de uitkomsten van het wetenschappelijke onderzoek er uithalen, maar moeizaam. Misschien kan in een volgende editie van dit nuttige stripboek het verhaal wat meer gestroomlijnd worden. Het onderzoek brengt goede inzichten over het TOS-mysterie naar voren, die het verdienen met een breed publiek gedeeld te worden.

Sterren **

ISBN: 9789083183756

Uitgeverij: Levendig 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Elisabeth Day – Schaduwstad

Intermenselijke problematiek blijft aan de oppervlakte 

Elizabeth Day is een Britse journalist. Ze werkt voor bladen als The Guardian, Vogue, Elle en is columnist voor Mail on Sunday. Daarnaast schreef ze twee bestsellers en met dit boek waarschijnlijk de derde.  

Howard Pink kunnen we wel de hoofdpersoon noemen. Hij begon zijn carrière (voortijdig van school, zonder diploma) als kleermaker maar is door geluk, meedogenloosheid en sluwheid opgeklommen tot selfmade miljonair. Nu verkeert hij onder de jetset, dineert in exquise restaurants, drinkt de duurste wijnen (liefst per fles) en doet intussen zijn zaken. Keiharde zaken.

Beginscène: Howard heeft zijn relaxmoment in het superdeluxe Mayfair Rotunda Hotel. Terwijl hij zijn rituele bad neemt, trekken er gedachten langs.

Verdrietige: aan zijn dochter Ada, staartjes in haar haar, een gat op de plek waar een voortand had moeten zitten.

Tevreden: De flatscreen-tv toont een gepersonaliseerd welkomstbericht. Hij weet zonder te kijken al dat er een halve fles goeie chablis en een Toblerone-reep in de minibar liggen.

Wrokkig: Eén van de mouwen van zijn badjas bobbelt aan de rand, daar kan hij niet tegen. Meticuleus, noemt Claudia hem. Eén van de woorden waarmee ze mensen in verwarring bracht die wellicht dachten dat ze niet eer was dan een met siliconen opgespoten pronkstukje. Soms las ze in bed woordenboeken.

En geil: Het kamermeisje Beatrice staat het bed op te maken, haar broek spant over haar billen. Howard gaat vlak achter haar staan, legt zijn handen rond haar middel en duwt met de knoop van zijn badjaskoord tegen haar billen.

We zijn hier pas op blz. 21 en alle sporen voor een nieuwsgierig makend verhaal zijn door Day vakbekwaam uitgezet. Haar schrijfstijl is lekker puntig, met saillante details. Levendige beeldtaal trekt voorbij aan de lezersogen. Nergens blijft het verhaal hangen, Day zorgt ervoor dat er steeds iets gebeurt, of aan de horizon dreigt te gebeuren, waardoor je door wilt lezen. Ze doet dat zo goed dat ook als het verhaal een beetje inzakt, toch de leesvaart erin blijft.

Want dat verhaal, daar is wel iets op af te dingen. Oké, het is spannend, staat bol van human interest. Je krijgt een aardig inkijkje hoe het gaat als je reporter bent voor een grote Engelse krant (allemachtig stressvol, onhaalbare deadlines, snauwende hoofdredacteuren en beroemdheden die liever dood gaan dan door jou geïnterviewd te worden), en er ontspint zich van alles rondom de chronisch te dikke Howard. Maar aan die oppervlakte blijft het.

Dat geeft niks. Je kunt niet elke dag de Dark and Sumptious Chocolate Cake van Nigella Lawson eten; af en toe een Mars is ook lekker. Dit boek blijft een beetje in die tweede categorie steken. Wel met uitschieters die goed psychologisch inzicht verraden, zoals wanneer Howard sombert over zijn relatie met Claudia:

“De beslissing om te scheiden was wederzijds geweest… Zijn begeerte naar Claudia was, vreemd genoeg, altijd gebaseerd geweest op een diepe haat voor alles waar zij voor stond. Hij had haar afstandelijkheid, haar kille ambitie, haar openlijke zucht naar status en rijkdom, nodig als bevestiging van het vermoeden dat hij altijd al van zichzelf had gehad: dat hij niets meer waard was dan dat, dat als je het gordijn wegtrok er niets was, alleen een klein jongetje dat wanhopig een draad in de naald probeerde te krijgen, dat bang was om door de mand te vallen.”

Dat beeld van het kleine jongetje kan zonder meer succesvol verfilmd worden. Meteen doen.

Sterren ***

ISBN: 9789026353550

Uitgeverij: Ambo Anthos 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Kentalis – Help! Weet jij het woord? Tossie en Uil gaan op zoek

Lastige vormgeving houdt lezertjes moeizaam bij de les

Ja lezer, ken jij het woord TOS? Eigenlijk geen woord maar een afkorting: Taal Ontwikkelings Stoornis. Dit boek is voor kinderen die TOS hebben.

TOS komt bij ongeveer vijf procent van de kinderen in Nederland voor. In de hersens van die kinderen wordt taal minder goed verwerkt. Daarom hebben ze moeite met praten of taal begrijpen. TOS is dus geen dyslexie of een lage intelligentie.

Moeilijk kunnen lezen of taal verwerken is lastig in onze talige maatschappij. Het goede nieuws is dat TOS al op jonge leeftijd te herkennen is. In dit boek staat een lijstje met signalen. Ook is er een link naar een TOS-check-app om het taalniveau van je kind te testen. En natuurlijk dit verhaal, geschikt als voorleesboek voor kinderen van 3-6 jaar.

Dat testen we met de 6-jarige kleindochter met TOS diagnose. Ze is inderdaad wat minder goed in taal, maar wel slim en snapt 100 keer sneller een computergame dan de gemiddelde volwassene zoals ondergetekende. We leggen haar het boek voor.

Nou ja, eerst leggen we het boek neer. De flappen steken er aan beide zijden uit. Ah, de flappen klittenbanden op elkaar vast, dan heb je een rechtopstaande driehoek. Met aan de ene kant tekst en aan de andere kant plaatjes. Kleindochter de plaatjes, ik lezend.

Dat loopt niet heel soepel. Ik kan niet goed zien of kleindochter de plaatjes op mijn leesvolgorde volgt. Zij snapt niet precies op welk gedeelte van de plaatjes ze moet kijken als ik lees. Oplossing: we zetten het boek schuin tussen ons in.

De tekst volgt ze moeiteloos, te moeiteloos. Als ik bij de laatste twee regels ben, trommelt ze al met haar vingers op tafel. Dat moet sneller, dit lijkt niet eens op de snelheid waarmee Pikachu zijn vijanden verslaat in Pokemon. We lezen door en halen heel snel de eindstreep, ruim waarvoor de kleindochter luidkeels de vraag in het verhaal beantwoordt: wat zoekt Tossie eigenlijk? Heel goed. En nu ze dit weet, hoeven we haar echt niet te vragen om dit verhaal nog een keer te lezen.

Dit is een vrijblijvende test, en we willen het boek niets tekort doen. Maar…

Voor 3, 4 en misschien 5-jarigen zal het verhaal spannend zijn. Dat hangt ook af van de mate waarin de kinderen door TOS gehinderd worden. Dit verhaal is toch ietwat voorspelbaar. Voor kinderen die anno 2022 met een tablet in hun handen opgroeien, zul je wat meer moeite moeten doen. Daarnaast is de uitvoering van het boek en daarmee het gebruikersgemak wonderlijk eh ongemakkelijk, zie hierboven. Als voorlezer moet je contact kunnen houden met de tekst, anders kun je het kind dat meekijkt, niet goed begeleiden.                        

Het klinkt allemaal nogal kritisch, maar zoals het hier staat is het in real life ervaren. Kentalis volgt het loffelijke streven om een heel brede groep mensen die moeite hebben met taal, te stimuleren en begeleiden. Maar dit product zou ik bij een volgende druk checken of het nog voldoende aansluit bij de doelgroep.

Sterren **

ISBN: 9789074471008

Uitgeverij: Koninklijke Kentalis 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

J.M. Dollbaum, M. Lalllouet, B. Noble – Navalny

Luis in de pels van de grote beer

‘Bent u niet bang?’

Dat willen de journalisten weten van Aleksey Navalny, als hij op zondag 17 januari 2021 op luchthaven Berlin Brandenburg het vliegtuig in stapt. Hij is op weg naar Rusland. Dat zou reden genoeg moeten zijn om ter plekke om te keren. De Russische autoriteiten hebben namelijk al laten weten dat ze hem in Rusland zullen oppakken omdat hij zich niet aan de regels van zijn voorwaardelijke vrijlating (in 2014 is hij veroordeeld wegens fraude) zou hebben gehouden.

Nee dus, Navalny is niet bang. Integendeel: zijn optimisme grenst aan doodsverachting, zeker als je weet dat hij al jarenlang de luis in de pels is van de grote gemene Russische Beer. In die hoedanigheid is hij tegengewerkt, gevangengezet en nog niet zo lang geleden op de vertrouwde KGB-manier vergiftigd. Het is onwaarschijnlijk dat hij feestelijk ingehaald zal worden en zijn verkiezingscampagne weer mag opstarten. Integendeel: hij zal het strafkamp in gaan. Toch gaat hij met rechte rug zijn ondergang tegemoet. Waarom?

Omdat iemand het moet doen, omdat zo ongeveer alle tegenstand tegen Poetins repressieve regime in Rusland inmiddels de kop ingedrukt is. Dat is de trieste boodschap uit dit boek. Het beeld van de laatste Mohikaan tegen een zwaar gewapende overmacht dringt zich op.

Toch klopt dat niet helemaal. De drie schrijvers van dit boek haasten zich om in dat Mohikaan-beeld een nuance aan te brengen. Navalny is géén fulltime idealist, geen luchtfietser. Hij staat voor bepaalde waarden die zich niet laten verenigen met het huidige beleid, maar is ook een zakenman. Een slimme man die internet en de sociale media goed weet te gebruiken voor zijn eigen zaak. Mede door die succesvolle activiteiten wordt hij ‘lastig’ voor de autoriteiten.

De schrijvers pluizen het leven van Navalny uit en laten zien hoe hij dat ‘lastige’ wist te uit te buiten en te consolideren. Van elke actie stak hij wat op en paste het toe in zijn eigen campagne. In 2011 en 2012 braken betogingen uit na parlementsverkiezingen met een hoog doorgestoken kaart-gehalte. Door de steden trokken demonstranten met spandoeken:

“Dit was de tweede les die Navalny leerde: hoe inspirerend en motiverend demonstraties ook kunnen zijn, ze hebben pas echt een politiek effect wanneer die inspiratie en motivatie gekanaliseerd en geconsolideerd worden, oftewel: wanneer het protest een georganiseerd activisme is.”

En daaraan werkt Navalny graag mee. De schrijvers van het boek geven in de laatste hoofdstukken antwoord op veel gestelde vragen. Vragen die laten zien dat dit wrange verhaal toch nog wat lichtstraaltjes van hoop opwekt.

“Veel van de vragen die over Navalny … worden gesteld, zijn in wezen niet te beantwoorden. ‘Is Poetin bang voor Navalny?’ is zo’n vraag. Om daar antwoord op te geven, zou je moeten weten wat er omgaat in het hoofd van Poetin, of op z’n minst in de hoofden van z’n vertrouwelingen….

We weten weliswaar niet hoe Poetin over Navalny denkt, maar we kunnen wel conclusies trekken uit de hardnekkige weigering van de president om Navalny’s naam in het openbaar uit te spreken, zijn bevestiging van het feit dat Navalny vóór hij in augustus 202 ziek werd was geschaduwd door mensen van de veiligheidsdienst, en zijn voortdurende afschildering van Navalny als agent van westerse mogendheden…

We kunnen conclusies trekken uit de officiële bevelen om de YouTube-video’s te verwijderen, de frequente politie-invallen bij de stichting, en tot slot de vernietiging van de FBK…

We weten misschien niet hoe serieus het Kremlin ‘slim stemmen’ neemt. Maar we kunnen wel conclusies trekken uit het alternatieve ‘slim stemmen’ dat de autoriteiten in het leven hebben geroepen om de boel te verzieken, de massale arrestatie van gemeentepolitici in maart 2021 en de frontale aanval op Navalny’s campagnekantoor in het hele land.”

Sterren ****

ISBN: 9789401615327

Uitgeverij: Xander

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Pieter Koolwijk – Gozert

Een ontembare vriend

Ties, onze beweeglijke hoofdpersoon in dit originele boek, vindt het best normaal dat er een onzichtbare vriend met hem meeloopt. Overal, altijd.

Als Ties iets niet durft, of twijfelt, dan neemt Gozert voor hem de beslissing. Zoals bij het autokerkhof van de achterbuurman. Samen met zijn onzichtbare vriend steekt Ties de sloot over om bij de auto’s te kijken. Maar een slooptrol (woord van Gozert), iemand die toevallig een beetje lijkt op de baas van de sloperij, komt achter hen aan. Ze kunnen nog net wegkomen door een emmer slootwater in zijn gezicht te gooien.

Deze keer loopt het goed af, behalve dat de baas van de sloperij komt klagen bij papa. En er gebeuren steeds meer van dit soort vreemde dingen omdat Gozert steeds frequenter materialiseert, dus gaan zijn ouders toch maar met hem naar dokter Kees. Die denkt dat het tijd wordt voor een pilletje, om de denkbeeldige vriend te vergeten. Boos lopen Ties en zijn vriend de wachtkamer uit – medicijnen, dat nooit!

Lekker wiebelig gaat het verhaal zo van start. Koolwijk houdt het tempo moeiteloos vast: het boekraast door als een karretje in een achtbaan. Het kost zelfs proefondervindelijk geëxperimenteerd moeite te stoppen met lezen, zo goed trapt Koolwijk het gaspedaal in. Daarbij wordt hij geëscorteerd door illustrator Linda Faas. Zij vertaalt de wisselende sferen in deze achtbaan in knotsgekke, stuiterende tekeningen.

De blije, of misschien wel arme Ties tuimelt het ene na het andere avontuur in. Zijn onafscheidelijke vriend blijft bij hem en verhoogt de feestvreugde door joelend als een aap aan het plafond te hangen, of in een strakke broek, in veel te ruim overhemd met op zijn hoofd een gigantische krullenbol over de dansvloer te rolschaatsen. De fantastische tekeningen van Linde Faas vullen moeiteloos die fantasievolle rollen in met kleuren, wervelende bewegingen en voorwereldlijke figuren.

Met een vriend als Gozert hoef je niet meer uit je comfortzone te komen: hij haalt alle denkbeeldige hete kolen voor je uit het vuur. Alleen jammer dat op het moment suprême, dat wil zeggen steeds als het faliekant misgaat, Gozert roept: ‘Missie afbreken, missie afbreken!’ en in het niets verdwijnt. Zodat Ties de schuld krijgt.

Dat is de reden dat de mensen rondom Ties gaan vragen hoe hij zelf vindt dat het gaat, met hem ook, eigenlijk, eerlijk gezegd, op het moment,? Nou prima, en rare dingen? Nee, dat herkent Ties niet – het gaat booming, fantastisch, beter dan ooit. Hij wil Gozert ook niet kwijt, nope, no way, vergeet het maar, Gozert blijft.

Koolwijk metselt zijn jonge held in een cel van zelfvertrouwen dankzij de virtuele stoere vriend. Maarrr … wat als Gozert nu eens zou verdwijnen? Dat gevaar loert. Want elke keer als Ties weer een keer mee moet naar een dokter, zegt die dat ze Gozert moeten rustig houden met pillen. Die gedachte brengt het koude zweet op Ties’ rug. Zonder Gozert redt hij het niet. Maar hij merkt ook wel dat hij langzamerhand een beetje vreemde indruk maakt op de buitenwereld.

Hoe dat afloopt, lees je in dit heerlijk gekke, verslavende boek. Koolwijk heeft een prachtverhaal gemaakt met vliegende vaart, levensechte personages, de verbeelding tartende avonturen, een sympathie én medelijden opwekkende hoofdpersoon plus een hartverscheurend dilemma. Wil Ties zijn Gozert kwijt? Wil Gozert dat ook? Om dat te weten te komen, lees dit, ga mee in deze vrolijke ADHD-geschiedenis en heb lol. Niet voor niets bekroond met de Gouden Griffel 2021.

Sterren ****

ISBN: 9789047710370

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok

 

Jo Komkommer – Opkomst & ondergang van de Citroën Berlingo

Avonturen met een lach en een traan

Van Jo Komkommer had ik nog niet gehoord – van een Citroën Berlingo wel. Aan die goudkleurige zowel bestel- als personenauto waarmee mijn vrouw en ik half Europa hebben doorgebuffeld, heb ik sterke herinneringen. Daarin sta ik niet alleen, blijkt als ik het verhaal met de Franse auto in de hoofdrol lees. Ook bij Jo zijn de herinneringen lucide genoeg om ze te boek te stellen.

Avontuurlijk, met een jeugdig naïeve kijk op het leven, gaat de jongere Jo het bestaan te lijf. Voor hem geen doorsneebaantje, geen kantoor met een systeemplafond waar je achter je stalen bureau verzekeringsformulieren moet beoordelen in een kantoorpand langs de snelweg, geen hersendode personeelsfeestjes met te warme bubbels, en ook geen baan in de diamantairsbranche van zijn in België vermaarde opa. Jo zoekt het verderop. In het buitenland, zo ver mogelijk weg.

Die urgentie begint al in zijn jeugd. Samen met boezemvriend Tom brengt hij nachtenlang door met ‘Nebraska’ van Bruce Springsteen op de speakers. Het gruizige stemgeluid van The Boss lonkt naar onbestemde verten, avontuur en vrijheid. Plichtmatig werkt Jo een paar McJobs af, tot hij als reisleider zijn draai vindt en over de halve wereldbol zijn rusteloze aard kan uitleven.

Fraaie afgeronde geschiedenissen zijn het, Jo’s verhalen. In sappig Vlaams lezen we over de grootouders ‘bompa’ en ‘bobonne’, over niet te negeren joodse familietradities, over gelukszoekers en over toeristen; fraaie kleurrijke schilderijtjes van kleine levens. Gelardeerd met een onstuitbare drift om steeds weer het allerbeste uit het leven te halen, ook als weer een avontuur was geëindigd. Optimisme en bravoure zijn nooit ver weg:

“Niet lang nadat ik op het treinstation van Florence de dochter van een Florentijnse graaf een afscheidskus had gegeven, nam mijn leven een vreemde wending. Was het grootheidswaanzin, aangestoken door de kracht van de liefde? Wat er ook van zij, ik besloot aan de universiteit van Antwerpen de studie post-graduate in applied Business Economics aan te vatten, met in het achterhoofd de gedachte: als ik de taal van de zakenwereld eenmaal machtig ben, keer ik terug naar Florence, richt een handelsimperium op, trouw met mijn toenmalige eeuwige liefde en ga elke dag uit lunchen met bevriende captains of industry om over de vakbonden te zeuren.”

De stijl is een curieuze mengeling van nostalgie, ironische humor en niet altijd succesvolle bravoure. De spanningsboog laat hier en daar wat ruimte voor verbetering, maar hé, het avontuur moet ook ruimte krijgen. Het helpt dat de schrijver een aantal avonturiers opvoert. Die lopen soms een stukje mee in zijn eigen bestaan, maar nemen regelmatig een afslag te vroeg of gewoon een slechte beslissing, zodat ze ergens in een afbladderend hotel eindigen. Andere maten hebben hogere doelen, zoals bijvoorbeeld een masterplan bedenken om op een geheel nieuwe manier ijs te maken in een warm buitenland. Vervolgens die methode te introduceren, de hele ijshandel op alle stranden van dat buitenland overnemen en daarmee puissant rijk worden is dan helaas net een paar voetstappen te ver.  

Een grappig, onderhoudend boek is het, met alle avonturen die jij en ik nog niet durfden te ondergaan. Niet alle vertellingen zijn even interessant en de stijl is af en toe iets te opzichtig richting humor geduwd, maar daar staan de gelukkig weer onnadrukkelijke, vriendelijke lessen des levens tegenover.

Sterren ***

ISBN: 9789022338254

Uitgeverij: Manteau

Ook verschenen op De Leesclub van Alles en Tiktok