Sander Heijne en Hendrik Noten – Fantoomgroei

 

Sander Heijne en Hendrik Noten – Fantoomgroei

Een ongemakkelijkere waarheid

Het statement voorin dit boek klinkt als een goed doordachte missie van een multinational, maar is het niet. Het heeft meer – en vooral een totaal andere – ambitie dan het gemiddelde bedrijf:

“Dit boek is een zoektocht naar een nieuw verhaal over een economie voor een andere, betere wereld. En als we die wereld kunnen schetsen, willen we haar ook realiseren. Dat, en niets minder, is de ambitie van deze vertelling.”

Een betere wereld, dat horen we vaker, en ongeveer even zo vaak dat de wereld toch weer een gradatie slechter is geworden. De feiten: onze economie is ontspoord. Bedrijfswinsten zijn huizenhoog maar de werkende mens ziet dat niet terug op de salarisstrook. Betaalbare huizen zijn niet meer te vinden. De zorg, het onderwijs, de politie zijn uitgehold. Waarom accepteren we dat?

Sander (onderzoeksjournalist) en Hendrik (bestuurskundige) gaan terug in de tijd om te traceren waar het mis ging. Bij Sander komt de motivatie door de tegenstellingen die hij observeert in het dagelijkse leven in Amsterdam. Hoogopgeleide tweeverdieners leven een paar stadswijken naast bijstandsmoeders die de eindjes niet aan elkaar geknoopt krijgen. Hendrik werkt als beleidsmedewerker bij de Algemene Werkgeversvereniging Nederland en merkt dat zijn collega’s net als hij, een eerlijker en duurzamere wereld zouden willen. En net als bij hem, lukt dat niet omdat het systeem iedereen de andere kant op duwt. Het beslissende zetje voor hem om dieper te gaan graven komt als het kabinet Rutte vanuit het niets de dividendbelasting voor een aantal bedrijven wil afschaffen. Een cadeautje voor multinationals, zeg maar.

De twee mannen vinden elkaar en gaan zoeken naar oorzaken. Ze beginnen bij Gerard Philips als die in 1886 in Glasgow zijn studie begint. Gerard legt daar de fundamenten voor een gloeilampenimperium dat Philips gaat heten. De rest is historie. Philips wordt een meer dan succesvolle multinational die, in tegenstelling tot veel bedrijven anno nu, wel verantwoordelijkheid neemt voor zijn arbeiders. Philips investeert in goede maatschappelijke voorzieningen, winkels, speelplaatsen, een bibliotheek en scholen.

Die tegenstelling met het volgende hoofdstuk is schril. Dat beschrijft namelijk de omstandigheden waarin webwinkeldistributiecentrummedewerkers hun arbeid verrichten. Kernwoorden: buitenlandse arbeiders, anoniem, tot dertig km per dag lopen, wettelijk minimumloon, geen vaste aanstelling. Soortgelijke banen zijn helpdeskmedewerkers en pakketbezorgers: vrijblijvende arbeid, losgekoppeld van het bedrijf. Hier profiteren niet de medewerkers van een succesvol bedrijf, maar de aandeelhouders. In het klein is dit één van de oorzaken van het uitblijven van die eerlijke, duurzame wereld.

Dat is slechts één aspect van het probleem. Onze twee onderzoekers laten ook zien hoe ongezond groot de macht van aandeelhouders van ondernemingen is geworden. Mooi voorbeeld is Unilever. De hoogste baas Paul Polman heeft bijna tien jaar lang geprobeerd Unilever te verduurzamen. Met de goede redenen: het verminderen van de CO2-afdruk, bouwen aan een wereld waarin Unilever over honderd jaar nog steeds geld kan verdienen. Tot er een vijandig overnamebod kwam van het Amerikaanse Heinz. De Amerikanen voelden niets voor een duurzame koers en stelden de aandeelhouders veel hogere rendementen in het vooruitzicht. De aandeelhouders wilden dat overnamebod best afwijzen, maar alleen als Polman de waarde van hun aandelenpakket zou vergroten.

Dit, en nog een wagonlading meer onrustbarende feiten halen Sander en Hendrik naar boven. Feiten die pijnlijk duidelijk maken dat winstoptimalisatie slecht samengaat met lange termijn-denken. En dat laatste is nodig om te investeren in de werkende mens in plaats van een handvol superrijken nog rijker te maken.

De onderzoekers brengen helder in kaart hoe in de loop van de geschiedenis sociale stromingen afgewisseld worden met economische-groei stromingen, en hoe het komt dat die verhouding uit evenwicht is geraakt. Het kantelpunt waarop we in een fout verhaal zijn gaan geloven, weten onze reporters precies aan te wijzen: een knap staaltje speurwerk. Ze halen de ongemakkelijkere waarheid naar boven, zoals Al Gore deed over de opwarming van de aarde met zijn ‘Inconvenient Truth’, maar dan een stapje dieper. Mooie idealisme-gedreven journalistiek.

Sterren ****

ISBN 9789047013242

Uitgeverij Contact Business

Ook verschenen op De Leesclub van Alles

Word wakker! Het leven is slechts een droom.

 

Word wakker! Het leven is slechts een droom.

Indringende wake-up call vraagt veel van de lezer

Michael B.C. Murray heeft een boek geschreven en dat zullen we weten ook. De Nederlandse titel met uitroepteken doet het nog rustig aan vergeleken met de originele: ‘Wake the fuck up! Life is but a dream. De schrijver slaat de lezer links en rechts op de wangen zodat er opgelet wordt: er komt wat belangrijks uit zijn koker.

Murray heeft een ongezonde hoeveelheid pech gehad in zijn leven. Komend uit een gezin zonder geld dat met z’n vijftienen op een kleine boerderij woont op het Ierse platteland, krijgt hij vanaf zijn zevende vier bijna-doodervaringen en wat hij noemt lichaamsuittredingen. Nadien gaat zijn leven steil bergafwaarts. Op het dieptepunt van die hellevaart krijgt hij drie spirituele ervaringen die zijn blik op het leven voorgoed veranderen.

Het leven zoals wij allen dat beleven, is namelijk niet echt. Klinkt dat levensveranderend? Voor Murray was het dat wel toen hij op de bodem van zijn bestaan in ‘de toestand van totale leegte’ terecht kwam, ‘dieper kon ik in mijn leven niet meer vallen’. Hij kon niet anders dan dat accepteren, en op dat moment veranderde zijn wereldbeeld: er hoefde niet meer geoordeeld te worden en er kwam vrede over hem.

Zo beschrijft hij de weg waarlangs hij tot zijn besef kwam dat de wereld zoals wij die kennen, anders in elkaar steekt dan het lijkt. Simpel gezegd leeft de mensheid in een droom – wij kennen de echte wereld niet. Het blijkt dat met name één ding ons mensen in de weg zit en saboteert: het ego. Met de rest van het boek als uitleg geeft hij aan hoe wij gewone stervelingen in een toestand kunnen komen van verlichting.

Helemaal nieuw is dat gedachtegoed niet. Murrays uitleg leunt zwaar op een ander boek dat dit inzicht al eerder voor het voetlicht bracht: ‘Een cursus in wonderen’. Ook in de goede oude Bijbel zijn aanwijzingen te vinden, mits men de juiste interpretatie toepast. Dan is er de in het esoterische veld bekende auteur Eckhart Tolle met zijn ‘De kracht van het Nu’, en Boeddha die ons zijn weg naar Verlichting al enige tijd geleden heeft nagelaten. Het tijdperk van Aquarius blijft evenmin ongenoemd – een duiding die in de hippietijd opgang deed.

Murray brengt in zijn rechttoe-rechtaan stijl de standpunten onomwonden. Over het lijden in de wereld:

“Op een dag moeten we allemaal beseffen dat alle lijden door onszelf wordt gecreëerd. Dat alle lijden voortkomt uit onze keuze om met eisen, verwachtingen, behoeften en verlangens naar de wereld te kijken. De oorzaak van al ons persoonlijk leed is datgene wat we dagelijks buiten onszelf zoeken. Toen Jezus zei: ‘Leid ons niet in bekoring’, bedoelde hij: laten we niet buiten onszelf zoeken. Telkens als we buiten onszelf zoeken zullen we lijden, punt uit. Ik zal lijden als er niet aan mijn eisen, verwachtingen, behoeften en verlangens wordt voldaan of ik zal jou laten lijden; voor het ego maakt het niet echt uit wie er lijdt, zolang iemand dat maar doet.”

Een fascinerend boek is het zeker. Al was het maar om te bedenken hoe dat zou zijn: denken zonder oordeel. Voor de juiste ontvanger kan deze bekentenis verlichtende inzichten aanreiken en wie weet, inderdaad het ondermaanse bestaan een stukje beter maken.

Sterren ***

ISBN 9789463310215

Uitgeverij Hajefa

Ook verschenen op De Leesclub van Alles

Dimitri Verhulst – Onze verslaggever in de leegte

 

Dimitri Verhulst – Onze verslaggever in de leegte

Groots naar de afgrond

Een ongebruikelijk boek van onze choquerendste, tevens snelste schrijver uit Vlaanderen sinds Herman Brusselmans. Succesvolste vergaten we nog, gezien het aantal prijzen dat hij won en de meer dan 20 talen waarin zijn werk vertaald wordt. Hoezo een ongebruikelijk boek?

Omdat het nietsontziend eerlijk is. Volgens de flaptekst komt dit epistel voort uit een dagboek dat Verhulst een aantal jaar geleden begon ‘om te schrijven waarover hij niet praten kon.’ Hij registreerde zijn eigen snelweg richting vernietiging door zijn nogal tamelijk ongezonde levensstijl te laten zien. Hij is angstig, op de vlucht, maar voor wat?

Laat het gerust aan Verhulst over om zelfs een dagboek bol van ellende stijlvol vol te pennen. Het eerste gekke aspect van die ellende trouwens is dat de persoon die het ondergaat het helemaal niet zo voelt. Hij haalt nachten door, drinkt een paar flessen rode wijn, dan gin, snuift een poedertje hier en daar en topt dat af met nog een paar glazen champagne, tussendoor kettingrokend. Het is alsof de wilde zestiger jaren-rock ’n roll-tijden herleven: men keek toen ook niet op een traytje drank en wat spuitjes drugs meer of minder. Het grote verschil is dat we nu beter weten wat de dope doet met je lichaam.

Beter weten doet Verhulst natuurlijk ook, maar er zijn opvallend weinig spijtige gevoelens te bespeuren als hij weer eens doorrookt en afgetankt op een willekeurige matras neerdondert. Er is eerder sprake van een morbide soort trots:

“Het enige dat nog uit mijn mond kwam was schuim.

Er waren vier flessen rode wijn en twee en een halve gram poeder in mijn lijf gegaan.

Gecombineerd met pijnstillers voor m’n hernia.

Keurig. Een kampioensmaaltijd.

Lijnen, zo dik als oranje naaktslakken, ze zijn niet lekkerder te krijgen.

Alsof ik gehaast was om kapot te gaan.

Om vijf uur ’s ochtends ben ik op een feestje in Gentbrugge beland, want kennelijk wordt daar ook gefeest, geen god die weet waarom. Daar heb ik nog een bol xtc gesnoept. Gekregen van een chemicale broeder.

Ongeduldig als altijd, en teleurgesteld in de efficiëntie van die drug, heb ik een kwartier later al een tweede bol geslikt.

Spoedig daarna kwam al dat schuim. Een bellenbad, die bek van mij.

Ik lag in foetushouding op de achterbank van de taxi. Mijn licht ging uit, ik doofde uit, en het kon me geen hol verdommen.

Aangekomen op mijn adres moest ik van de chauffeur niet betalen. Het enige wat hij zei was:

‘Maak dat je als de bliksem uit mijn auto bent. Ik heb liever dat je op straat sterft dan op mijn achterbank.’

Mij maakte het niet uit waar ik stierf, en ik heb braaf zijn orders opgevolgd.”

Groots en meeslepend naar de afgrond, Charles Bukowski en Jeroen Brouwers worden niet voor niets als voorbeelden geblurrd. De vraag die blijft, nee die gedurende het boek steeds sterker wordt is: waarom? Why the fak die zelfvernietigingsdrang? De man heeft een formidabel schrijftalent, een jaloersmakende productie, geen gebrek aan inspiratie en inmiddels een breed lezerspubliek. Zijn schoorsteen rookt én hij krijgt erkenning. Waar zit de catch? Dat, beste mensen, laat deze veelschrijver pas zien op bladzijde 152 (van de 165). Het is even doorlezen, maar dan hebt u ook een dagboek rauw als een verse wond.

Sterren ****

ISBN 9789083045917

Uitgeverij Pluim

Ook verschenen op De Leesclub van Alles

Oliver Jeffers – Het fortuin van Fausto

Oliver Jeffers – Het fortuin van Fausto

Minder tekst, meer impact

Dit is een fabel verbeeld door Oliver Jeffers.

“Er was eens een man die

geloofde dat alles van hem

was en hij ging op pad om

zijn eigendom te overzien.”

Kunstenaar Jeffers maakte het beeld voor dit boek op een traditionele lithopers in Parijs. Voor het ontwikkelen van het lettertype (Chambord Maigre (Fonderie Olive, 1945)), werden traditionele loden handletters gebruikt. Wat dat betekent? Een oogstrelend boek. Een gedurfd boek ook, vol leegte. Dat zal niet iedereen waarderen of kopen. Petje af dus voor dit experiment, en chapeau voor uitgeverij De Fontein om dit uitgeefrisico te nemen. Het leukste is: het experiment lukt. Het boek komt binnen.

Neem de twee bladzijden waarop Fausto, de man die gelooft dat alles van hem is, de zee op gaat om ook die te annexeren.

Op de linker pagina, bovenin:

“Toen hij ver genoeg

uit de kust was

sprak Fausto op luide toon:”

Op de rechter pagina, bovenin:

“‘Zee, jij bent van mij.’”

Een golvend streepje blauw daaronder, één streepje, op verder blanco bladzijden. Zo eenvoudig is de fabel, zo spartaans vertelt Jeffers hem. Idem voor de tekeningen; toch vormen ze samen met de tekst een indrukwekkend geheel.

Meer hoeft er niet gezegd te worden. Of toch: aanschaffen dat boek. En bladeren en kijken, keer op keer.

Sterren ****

ISBN 9789026151453

Uitgeverij de Fontein

Ook verschenen op De Leesclub van Alles