Stephen King – Under the dome

Zeer spannend met adembenemende ontknoping

Er is iets mis met Gevangen het nieuwste boek [2015/red] van Stephen King. Subtiele nuance: iets mis MET het boek, niet IN het boek. In Kings boeken gaat altijd van alles mis, met de gruwelijkste gevolgen, zo ook in dit boek, en daar is dan weer niks mis mee want het levert een mooi verhaal op. Wat wel mis is, is het gegeven van dit boek. Een stadje wordt opeens van de buitenwereld afgesloten door een mysterieuze koepel. Geen kaasstolp van glas maar een barrière van onzichtbare energie, ondoordringbaar zelfs voor de raketten van het inderhaast opgetrommelde Amerikaanse leger.

Waar komt de koepel vandaan? Wie heeft hem gemaakt? Niemand die het weet en pas een heel eind verderop in het boek geeft King een – behoorlijk zwakke – verklaring. Die koepel blijft dan dwarszitten, hoe goed het daarachterliggende verhaal ook is, en maakt het verhaal voor mij ongeloofwaardig.

Jammer, want het verhaal zelf is retespannend. King doet wat hij het beste kan: een groep mensen afsluiten van de wereld en de tegengestelde belangen aanwakkeren, zoals hij deed in De Mist, Mobiel, De Groene Mijl, De Beproeving en in wezen ook Misery en De Shining. In de snelkookpan van emoties die dan ontstaat ontrolt het verhaal zich als een lawine; explosieve krachten laaien op, mensen laten hun laagje beschaving vallen en komen als roofdieren op elkaar af. Goed tegen kwaad, wie gaat het winnen?

In Gevangen zet King de kleine gemeenschap onder de koepel extra onder druk door de lucht in de koepel snel te laten opraken, terwijl een groep mensen hele snode plannen heeft.

Het gevolg is een verhaal dat als een straaljager doorraast. Je krijgt ademnood van spanning, pijn in je vingers van het bladzijden omslaan en hoge elektriciteitskosten van het nachtenlang doorlezen omdat je wilt weten hoe het afloopt. King is uitstekend op dreef en neemt je mee naar een adembenemende ontknoping. Pfoei, dat was lekker lezen. Zwetend leg je het boek weg als je eindelijk door de 1056 bladzijden heen bent. Even wat drinken. Maar hoe zat het ook alweer met die koepel?

Sterren: ***

ISBN: 9789024552771

Uitgeverij: Luitingh Sijthoff

Ook verschenen op Bazarow 

 

Tineke Beishuizen – Oud zeer

Verprutste cake

Een boek is als een cake. Beide kunnen er mooi uitzien. Een boek met een mooi omslag. Een goudbruine cake kan watertandend ogen. Maar soms is bij de eerste hap iets mis. Na twee hoofdstukken wringt het. Stond de oven te heet? Heeft de schrijver iets met de ingrediënten gedaan? Ergens is het fout gegaan en de cake is niet lekker. Het boek klopt niet helemaal. Oud zeer van Tineke Beishuizen doet me denken aan zo’n cake en zo’n boek.

Anne Verheul werkt bij een praktijk voor psychotherapie. Met een baksteen door haar raam begint haar bedreiging, die later overgaat in stalken. Haar collega’s willen haar helpen, maar langzaam glijdt ze af. Een mysterieuze persoon wil wraak… Zo begint het verhaal, dat een tijdje prima leesbaar blijft en zelfs spannend. Tot de passages komen waarbij je tenen gaan krommen.

Eerst is er het clichématige taalgebruik: “Godallejezus, wat waren ze indertijd verliefd geweest. … Geen plek in huis of ze hadden er liggen of staan vrijen, geen traptrede was veilig geweest voor haar luidruchtige orgasmes.”

“Het echtpaar verstart bij de gedachte dat ze tot een duidelijke uitspraak moeten komen. Er worden blikken gewisseld.”

“Marleen schiet in de lach maar Derk bekijkt haar peinzend, zich afvragend of hij haar op haar nummer zal zetten of zich er maar bij neer moet leggen dat ze zo af en toe doet alsof zij de tent runt.”

“Ze kan natuurlijk Derk bellen… Dan zal er bij hem een lichtje gaan branden.”

Verder komen de gedragingen van de personages niet altijd voort uit hun karakter. Een scène in een café waar twee vrouwen ruzie maken over wie er naast een man mag zitten. Derk, de man, is naast Lisette, ‘een tamelijk spectaculaire vrouw’, gaan zitten. Als hij naar de wc gaat, komt Natascha, zijn min of meer vaste vriendin, bij Lisette zitten. “Lisette wordt opeens alert. Het laatste waar ze op dit moment zin in heeft is een rel. Voor het eerst sinds tijden hangt de belofte van een opwindend avontuurtje in de lucht, en ze niet van plan om dat te laten verknoeien door een, nou ja, iemand die een stuk jonger is dan zijzelf en bovendien niet onaardig om te zien.” Hoezo hangt er voor het eerst in tijden een avontuurtje in de lucht voor een tamelijk spectaculaire vrouw?

Tenslotte zijn te veel personages volgestopt met psychische mankementen die zo uit een psychologiehandboek lijken te komen. Dat maakt het verhaal minder geloofwaardig.

Kortom: Oud zeer bevat teveel storende zaken die het verhaal in de weg zitten. Zeker in een thriller die de lezer moet meeslepen is dat dodelijk. Of dat komt door haastwerk, te weinig redactioneel toezicht of verkeerd gedoseerde ingrediënten maakt niet uit. Het boek is onevenwichtig. De cake is verprutst.

 

Sterren: **

ISBN: 9789029572507

Uitgeverij: The house of books

Ook verschenen op Bazarow 

 

Marieke Lucas Rijneveld – De avond is ongemak

 

In de drek uws aanschijns

De meeste schrijvers geven bij de altijd weer obligate vraag hoe autobiografisch hun boek is, als antwoord dat ze niet écht zijn afgerost door pa en ma, dat de rituelen in het gezin niet écht duivels waren, dat de sfeer in huis anders, beter was, dat het boek geen één op één beeld geeft van hun eigen leven. Voor Marieke Lucas Rijneveld is dat te hopen. In ‘De avond is ongemak’ geeft ze een angstaanjagend beeld van een jeugd in een onmiskenbaar disfunctioneel gezin.

Ook zonder de leefsituatie die ze in het boek beschrijft verbatim naar de werkelijkheid te vertalen, wordt duidelijk dat de jeugd van hoofdpersoon Jas in het boek geen wandelingetje in het park was. Het gezin woont op een boerderij, tussen de koeien. Pa communiceert ofwel in oudtestamentische Bijbelteksten, ofwel in veelzeggende stiltes, die de kinderen dan weer feilloos hebben leren duiden. Ma heeft buitengewoon weinig aardigheid in haar leven dat met tobben, werken en werken gevuld is. Zusje Hanna heeft haar eigen sores en broer Obbe is praktiserend psychopaat.

Tussen al die bermbommen door moet Jas laveren, onderwijl opgroeiend van meisje naar jonge vrouw. In dat proces ontdekt ze onvermijdelijke zaken als seksualiteit, ze merkt dat de sfeer thuis die toch ietwat vreemd is, komt in aanraking met de zondige buitenwereld. En, na het tragisch overlijden van haar jongste broertje Matthies, De Dood. Magere Hein die voor altijd een ijzig stempel drukt op het toch al wankele gezin. Dit zijn de grondstoffen waarmee Marieke Lucas Rijneveld een zeer rijk, zij het soms wat stroef lezend boek fabriceert.

Dat stroeve lezen komt doordat de schrijfster op sommige punten het verhaal iets té vol propt met terugkerende thema’s, motieven en spiegelingen. Diepgang gaat dan de strijd aan met leesplezier, en dat heeft op de lezer een verkeersdrempel-effect. Ongetwijfeld zal dat verdwijnen in een volgend boek, want Lucas Rijneveld is een groot talent.

En jawel, alle vergelijkingen met Wolkers kloppen. Rijneveld heeft een goed oog voor de plastische, bij voorkeur smerige kanten van het menselijk bestaan. Neem de beschrijving van het drinken van het verplichte glas verse melk: “die meestal al een paar uur uit de tank was en lauw, en waar soms nog een geelachtig roomlaagje op lag dat bleef plakken aan je gehemelte als je te traag dronk. Het beste was om het glas melk met je ogen dicht naar binnen te klokken…”

Ook de gevoelige kant des bestaans laat ze de revue passeren. Soms moet Jas haar vader helpen de mollenklemmen te controleren. “Als we geen vangst hadden, dan hield vader zijn handen stijf in zijn broekzakken, dan was er niets dat om een beloning vroeg, anders dan wanneer we beethadden en we met een verroeste schroevendraaier de dubbelgeklapte bebloede lijfjes uit de klemmen peuterden, wat ik voorovergebogen deed zodat vader niet zag dat er tranen over mijn wangen gleden bij de aanblik van een klein leven dat nietsvermoedend in de val was gelopen.”

De eindconclusie: dit is een jonge, veelbelovende aanwas van de stroming ‘loskomen-van-een-gereformeerde-jeugd’ auteurs. Tegen het eind van dit boek wordt een tekst geciteerd van het bordje boven een brug, waar Jas en haar vriendin vaak langs fietsen. Dit citaat kan gerust het motto zijn voor het hele boek: “Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi.”

Sterren: ****

ISBN: 9789025463854

Uitgeverij: Atlas Contact

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

A.J. Finn – De vrouw in het raam

Wie is de dader nu?

[Recensie] In interviews met A.J. Finn schemert het al door: hij kan het zelf allemaal ook nog niet echt bevatten. Hij was redacteur bij een grote uitgeverij in Londen, recensent van thrillers, heeft gewerkt met Karin Slaughter, J.K. Rowling, Nicci French en Patricia Cornwell, en is nu opeens de auteur van een wereldveroverende psychologische thriller. De vrouw in het raam krijgt louter lovende kritieken en verkoopt als pepernoten in Sinterklaastijd. Hoe is dit eclatante succes te verklaren?

Old skool lezen, daar beginnen we het onderzoek. Behalve dat het nog niet zo simpel is om in het verhaal te komen. Dat komt omdat Finn les 1 van het schrijvershandboek goed ter harte heeft genomen: begin middenin het verhaal. Zo lok je de lezer er met boter en suiker in. Dus plonzen we in de gedachtewereld van Anna, die we pas als Anna kunnen identificeren op het eind van hoofdstuk 2, als haar man haar naam noemt, en dan nog geruime tijd moeten doorlezen voor we een vinger op het verhaal kunnen leggen.

Anna Fox, zoals ze voluit heet, denkt springerig, in korte mitrailleurvuur-zinnen die weliswaar lekker weg lezen (les 2: maak het snappy) maar omdat ze zo hak-op-de-takkerig zijn, een obstakel vormen om de structuur van het verhaal te doorgronden.

Bij de volgende hoofdstukken gaat dat beter en vorm je jezelf een beeld van Anna. Ze is psycholoog, woont blijkbaar alleen in haar huis, werkt online, heeft moeite met face-to-face contact en, niet onbelangrijk, heeft een drankprobleempje. Wat heet. Dit boek is mede mogelijk gemaakt door Nieuw-Zeelandse Merlot en Californische Pinot Noir. Op bijna elke bladzijde drinkt Anna dat rode, soepel aan het glas hangende, glanzende, geurige, troostrijke vocht, zelfs zonder problemen een paar flessen achter elkaar – een niet te missen teken dat ze euh iets verdringt. Dat zal les 3 zijn: geef de hoofdpersoon flink veel bijna niet op te lossen ellende mee, dat verhoogt de betrokkenheid.

En dan zit je in het verhaal. Dan is het boek, zoals Stephen King op de achterflap quoot: “Onmogelijk om weg te leggen.” Je wilt weten hoe het afloopt. Want dat heeft Finn goed begrepen/aangepakt (les 4), hij zorgt voor een constante spanningsboog waarin de lezer zich identificeert met Anna Fox en dus wil weten wat er gebeurd is waardoor ze haar huis niet meer uit durft.

De schrijfstijl gaat ook meehelpen: puntig, geestig en verrassend. De onverwachte wendingen (les 5) kleuren net genoeg buiten de lijntjes om te blijven boeien. Tegelijk weeft Finn een halve encyclopedie aan klassieke film noirs, waar Anna fan van is, door de tekst. Veel zwart-wit titels en voor de jonge lezer namen van regisseurs die geen enkele bel laten rinkelen. Aan de andere kant onderhoudend genoeg om de lezer in het verhaal te houden. En dan hebben we het nog niet eens over de suspense.

Verrukkelijk langzaam (les 6) wordt steeds een nieuw stukje van de sluier opgelicht. We komen te weten dat Anna haar buren begluurt, die dat op hun beurt niet plezierig vinden en tegenacties ondernemen, waardoor de spanning stap voor stap oploopt tot gevaarlijke bloeddrukwaarden. Er is meer mis in Anna’s leven – de uitgezette sporen leiden naar heftige confrontaties, die escaleren naar bloedstollende momenten die smeken om niet te stoppen met lezen, zodat een gemiddelde nachtrust al snel sneuvelt in de drang om DIT BOEK UIT TE KRIJGEN. Want hoe eindigt het??

Dat is de miljoen dollar-vraag. Dollars die Finn zonder enige twijfel in een gestage stroom op zijn bankrekening ziet neerdalen, en terecht. Hij maakte een originele, razend spannende, psychologisch realistische thriller. Met zijn inventieve verhaal trekt hij rookgordijnen op die alleen maar dichter worden als het eindpunt nadert (les 7). Niets is wat het lijkt, bij elke onthulling openen zich weer nieuwe perspectieven. Whodunnit? Met die vraag blijft de lezer lang zitten. Heel lang.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

 

Saskia Noort – De verbouwing

Het ideale gezinnetje

Mathilde van Asselt-Fortuin, plastisch chirurg, opent een privékliniek voor mensen die iets willen laten doen aan overhangende oogleden, rimpels op ongewenste plekken en buikvet dat in de weg zit. Ze is een succesvol zakenvrouw, gelukkig getrouwd met psychiater Rogier Fortuin. Samen hebben ze puberzoon Thom. Het ideale gezinnetje – lijkt het.

In werkelijkheid heeft Mathilde huizenhoge schulden gemaakt, zit man Rogier in een dip die ook met liters rode wijn niet te bestrijden is, en pubert zoon Thom tegen de klippen op. Voor de buitenwacht houdt Mathilde de schone schijn op, maar van binnen is het mis.

Dat wordt er niet beter op als jeugdvriend Johan opduikt en haar een partnerschap aanbiedt. Hij weet dat er regelmatig deurwaarders op de stoep staan en biedt aan in één keer haar schuld af te lossen. Eerst wil ze niets van hem weten, maar als Mathildes moeilijkheden groter worden en ze ook nog valt voor zijn jeugdige charme, komt ze in de problemen. Dieper dan ze ooit had gedacht.

Saskia Noort schreef met De verbouwing een behoorlijk spannend boek. Behoorlijk-, maar net niet zoals haar vorige thrillers, zenuwslopend spannend. Dat ligt aan sommige karakters. Niet Mathilde, die is als zakenvrouw met frustraties goed getypeerd, puberzoon Thom is ook OK, en psychiater Rogier heeft ook voldoende diepgang. Maar ‘huizenarts’ Hylke is in een paar streken neergezet. De schurk van het verhaal, Johan, lijdt aan ditzelfde euvel. Het maakt dat de lezer zich minder met die personen identificeert en daardoor minder spanning voelt.

De bedreiging die Mathildes wereld op z’n kop zet is daarentegen prima beschreven. Ook de zorg om haar zoon, en de angst om haar hele bestaan te verliezen, die haar telkens een stapje verder voert naar de ontknoping, wordt goed gedoseerd gebracht. Verder wordt het hele fenomeen ‘plastische chirurgie’ vanuit vrouwelijk oogpunt tegen het licht gehouden, wat verfrissende inzichten oplevert.

Dan het plot. Die doet enigszins geconstrueerd aan. Dat, samen met de al beschreven karakters, maakt het verschil tussen behoorlijk- of zenuwslopend spannend. Waarbij ‘behoorlijk’ zeer zeker voldoende is voor een uitstekend leesbaar boek. Mogen we daar de volgende keer dan weer gierende zenuwen bij?

Sterren: ***

ISBN: 9789041424440

Uitgeverij: AmboAnthos

Ook verschenen op Bazarow 

 

Esther Verhoef – Close-up

 

Toenemende spanning en een nagelbijtende ontknoping

[Recensie] Esther Verhoef kan wat mij betreft de titel ‘Koningin van de Nederlandse Thriller’ krijgen. Ze heeft in er inmiddels drie afgeleverd, die steeds beter lijken te worden. Zo ook met Close-up. Vanaf bladzijde één word je het boek in gesleurd, in dit geval het leven van Margot Heijne in, en het laat je niet meer los.

Door haar ogen kijk je mee naar de nare periode die ze achter de rug heeft (gescheiden, geknakt zelfvertrouwen), beleef je de spanning als ze voor het eerst weer op de werkvloer komt, en voel je haar twijfels. Vooral twijfels aan zichzelf, haar presentatie en haar lijf (ze vindt zichzelf te dik). Die karaktertekening is een sterk punt van Verhoef; ze geeft Margot uitstekend psychologische diepgang mee. Dat doet ze bij alle personages trouwens.

Voor Margot is Leon Wagner een geschenk uit de hemel. Ze ontmoet de mooie, lange man tijdens een vakantie in Londen. Hij waardeert haar en helpt haar om haar eigen slechte zelfbeeld bij te stellen. De man is alleen wat dominant, wat heet, hij beheerst al snel bijna haar leven. Ook jaloezie is hem niet vreemd.

Als daarna vreemde voorvallen plaats gaan vinden in Margots omgeving, krijgt ze argwaan. Is Leon wel de ideale man? Meesterlijk beschrijft Verhoef hoe de spanning tussen Margot en Leon toeneemt. Dat kan niet anders aflopen dan met een nagelbijtende ontknoping. Dat doet het dan ook.

Met heel veel plezier gelezen, complimenten!

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Julia Cameron – Je leven schrijven

Leuke opvolger voor The Artist’s Way, maar eh… voegt het wat toe?

[Recensie] The Artist’s Way van Julia Cameron is inmiddels wereldwijd meer dan 1 miljoen keer verkocht, en terecht. Het is een prachtboek voor iedereen die meer wilt leren over schrijverschap en over de belemmeringen die je daarin kan ondervinden. Met Je leven schrijven maakte ze dé opvolger voor dit boek, althans volgens de achterflap.

Was de missie van haar vorige boek het opheffen van blokkades die schrijven in de weg staan, dit boek is bedoeld om iedereen aan het schrijven te krijgen. Julia vindt schrijven een basisbehoefte zoals eten en drinken, en met dit boek kan iedereen schrijven leren. In meer dan 40 korte hoofdstukken gaat ze in op problemen die je het schrijven kunnen beletten zoals blokkades of slechte kritiek. Ze geeft tips over het vinden van geschikte onderwerpen, of hoe je bijvoorbeeld uitstelgedrag kunt oplossen.

Je leven schrijven volgt de opbouw van veel (Amerikaanse) zelfhulpboeken. De hoofdstukken beginnen met een korte anekdote waarin het probleem geschetst wordt, dan volgt een aantal citaten van bekende of onbekende schrijvers, en vervolgens is daar de oplossing. Elk hoofdstukje besluit met een oefening om de potentiële schrijver bewust te maken van de valkuilen en de pen op papier te krijgen.

Over het algemeen is het boek nogal rommelig. De hoofdstukken/problemen lijken willekeurig op een rij gezet, en Julia zelf gaat in de inleidende verhaaltjes alle kanten op, van professioneel schrijven tot spirituele levenswijsheden. Bovendien herhaalt ze veel dat ze in The Artist’s Way al heeft behandeld. Minpuntje is de oubollig aandoende vertaling, misschien omdat het boek alweer uit 1998 stamt. En een tip voor de redacteur van de volgende editie: in één van de hoofdstukken wordt nog over ‘gulden’ gesproken in plaats van ‘euro’.

Samenvattend: Je leven schrijven is niet de opvolger van The Artist’s Way. Daarvoor worden te vaak dingen uit het eerste boek herhaald en blijft Cameron teveel op bekend terrein. De oefeningen zijn vaak, maar niet altijd leerzaam, en de rest is vooral leuk om eens te lezen. Je krijgt er wel je pen mee in beweging, maar als je meer wilt leren over je eigen schrijfbehoefte en de blokkades daarbij, zou ik het houden bij The Artist’s Way.

 

Ook verschenen op Bazarow 

 

Griet Op De Beeck – Gezien de feiten

 

Wees jezelf, zuster

[Recensie] Twee citaten maar liefst voorin het boekenweekgeschenk 2018, en niet van de minste. Shakespeare en Ted Hughes benadrukken allebei dat het loont om je hart te laten zien en te volgen (vrij vertaald). Laten we kijken hoe dit de personages in het boek beïnvloedt.

Dat Olivia haar keuzes beter zou moeten maken, daar liegt het verhaal niet om. We vallen binnen op de begrafenis van Ludo, de man van Olivia en er springen een paar dingen in het oog. Eén: dochter Roos heeft een tamelijk Machiavelliaanse manier van haar mening geven. Twee: Olivia houdt niet van conflicten, zodat ze niet in durft te gaan tegen wat dochter Roos voorstelt. Drie: Olivia was niet heel happy in haar huwelijk met Ludo.

Goochelend met deze gegevens bouwt Op de Beeck de geschiedenis op. We komen te weten dat Olivia in de herfst van haar leven is, en nu Ludo dood is, eigenlijk wel zin krijgt om zelf eens dingen te beslissen. Zoals de inrichting van het huis. Of haar dagindeling. Of de manier van ontbijten. Allemaal zaken die Ludo in zijn dominantie bepaalde. Probleem is alleen: hoe komt ze te weten wat ze wil?

Na verloop van tijd daagt het bij Olivia. Ze ruimt wat op, kijkt in figuurlijke zin om zich heen, en stelt zich zelfs te weer tegen de besliswoede van dochter Roos. Dan gaat Olivia vrijwilligerswerk doen in een onbestemd land in Afrika, en daar begint haar nieuwe leven pas echt los te gaan. Ze wordt de vrouw die ze altijd al was, maar tegen welke prijs?

Op de Beeck maakt er zoals gebruikelijk een vakkundig verhaal van. Een verhaal dat in eerste instantie wel heel duidelijk de wegwijzers zet bij de personages, zodat er van echte verrassing bij de lezer geen sprake is. Ook blijft het wat vlak en gaat niet, zoals we in haar romans gewend zijn, prachtig uitweidend de diepte in. Misschien komt dat omdat ze beperkt werd door het formaat van het boekenweekboekje, een probleem dat wel meer schrijvers parten heeft gespeeld. Ook is het eindakkoord onnodig plomp, wat voor mij afbreuk deed aan de charme van het boek.

Maar verder is dit een vintage Op de Beeck, die zoals hier fijntjes de spanning tussen de personages dialogiseert:

“Olivia keek naar haar huis en dacht aan Ludo’s afgeknipte teennagels die ze gisteren in het bad had gevonden, aan het lijstje met klusjes dat hij voor hen nog op het bord had geschreven, vol uitroeptekens bij wat dringend was, aan zijn brood in de diepvries waarvan ze nog elke ochtend uit gewoonte vier sneetjes nam als ze opstond, zodat het de juiste temperatuur had wanneer hij wilde ontbijten. Als ze dat vergat, kon hij daar zo ongelukkig van worden, dat leert een mens niet zomaar af.”

Laten we trouwens de sfeertekeningen, zoals van het Afrikaanse land, niet vergeten. Die zijn luisterrijk, net als de dialogen met dochter Roos. Hartverscheurend daarentegen zijn de momenten waarop Olivia tegen beter weten in de verkeerde beslissingen neemt. Als lezer wil je haar wakker schudden: doe het niet, gek mens! Dat is de kracht van de schrijfster – ze sleurt je met huid en haar het boek in. Een mooi nieuw hoofdstuk in haar carrière, en nu maar wachten op meer dikke, dikke boeken.

Ook verschenen op Bazarow 

 

Arnoud Brouwers – Rodina

Met de moed der wanhoop

Arnout Brouwers reist samen met zijn vriend Pasja dwars door Rusland. Hij ontmoet, interviewt en portretteert de Russen die hij op zijn trips tegenkomt. De verzamelde interviews staan in het boek Rodina, dat een gevarieerde en goed leesbaar reisgids wordt van het interne leven van modern Rusland. Bij lezing zit er een positieve kant van dit immense land in het boek, maar er valt ook niet te ontkomen aan een andere emotie.

En dat is wanhoop. Brouwers laat in zijn levendige beschrijvingen zien hoe de hedendaagse Rus in het leven staat. Soms is dat positief en goedgemutst. Maar vaker staan ze in een leven dat uitgelopen is op een mislukking, in een positie dwarsdiagonaal tegengesteld aan wat ze ooit wilden bereiken. Veel van de geïnterviewden stralen anti-optimisme uit, een door de stuitende realiteit van alledag ingehamerde wanhoop die niet meer goed komt.

Zelfs optimisten lopen in zo’n realiteit een zwart randje op. German Sterligov bijvoorbeeld, een van Ruslands eerste miljonairs. Met zijn handelshuis verdiende hij honderden miljoenen, tot hij de fout maakte presidentskandidaat te willen worden. Het Kremlin had daar andere ideeën over en door een ‘administratieve fout’ werd zijn naam van de kieslijst geschrapt. Zijn miljoenen verdampten, hij trok zich als een moderne cowboy terug in een houten huis op de Russische prairie, zijn gezin verplaatsend vanuit ongekende luxe naar een basic leefstijl. De ex-miljonair leeft nu als een oude krijgsheer te paard, zijn droom aan diggelen, maar vol plannen om Rusland beter te maken.

Zo meandert de interviewer het immense land door, van spookdorpen vol dode zielen op 250 km boven Moskou, tot voorheen luxueuze badplaatsen in de buurt van Sotsji, tot een stadje in Siberië waar het hoofdkwartier van de Goelag was gevestigd. Intussen legt hij alles vast in kleurrijke verhalen die niet zouden misstaan in een bundel van Tsjechov, Babel of Poeskin.

Brouwers heeft met name een scherp oog voor gewone mensen, bij voorkeur in kroegen. Hun ‘condition humaine’ schildert hij meesterlijk. Zijn schrijfstijl meandert mee van meelevend tot ironisch tot filosofisch, zoals wanneer hij de biljarttheorie ontvouwt:

“Het typische aan een Russisch biljart is dat het veld veel groter is dan bij een Amerikaanse pooltafel, maar de gaten waar je de ballen in moet schieten veel kleiner zijn. Wie heeft die onmogelijke combinatie verzonnen? En wat zegt dit over de volksaard? Misschien dit: aan elke activiteit moet een zekere hopeloosheid kleven, zelfs aan biljarten. Waarom zou je er anders aan beginnen?”

De theorie kan model staan voor de moderne Rus die ergens tussen optimisme en defaitisme leeft en zich, indien nodig, met de moed der wanhoop een stukje verder door het leven slaat. De enig mogelijk houding wellicht in een maatschappij vol drankzucht, corruptie, incompetentie maar ook menselijkheid, liefde en oké, zelfs hoop.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

 

Julian Barnes – Alsof het voorbij is

Oude liefde roest

[Recensie] Dit boek van Julian Barnes is van een bescheiden dikte én heeft een bijzonder anti-opwindende titel, zodat de nietsvermoedende rondstruiner in een boekhandel geen enkele aanwijzing krijgt dat van dit werkje briljante inhoud te verwachten is. Ook ik ging aan dit gecamoufleerde kleinood voorbij, om nog een andere reden, ik was namelijk al bezig met het nieuwere Het enige verhaal. Een bevriende boekenfreak (bedankt, Nelly) vertelde me echter dat de twee boeken verband houden met elkaar, en leende me haar exemplaar. En inderdaad, de boeken hebben verwante thematiek.

Het boek werd bekroond met de Man Booker Prize én de Europese Literatuurprijs, en je merkt al snel waarom. Barnes is op dreef hier, heeft geen woord teveel nodig om zijn punt te maken en vertelt toch het verhaal subliem achteloos. Dat draait om Tony Webster die, op middelbare leeftijd gekomen, terugkijkt op zijn leven.

De terugblik begint chronologisch verantwoord in het studentenleven. Tony raakt bevriend met Adrian Finn, een briljante student. Hele fraaie discussies tussen de kennishongerige studenten en hun leraren volgen – het scherpen van de geest. Die discussies belichten het belangrijkste thema: de tijd. Dat thema komt bijvoorbeeld aan bod als de studenten de vraag moeten beantwoorden wat geschiedenis eigenlijk is. Tony geeft te snel het obligate antwoord: “Geschiedenis is de leugen van de overwinnaars.” Adrian imponeert de leraar wel: “Geschiedenis is de zekerheid die ontstaat op het punt waar de gebreken van de herinnering en de onvolkomenheden van de documentatie samenkomen.” Waarop de leraar weer een geweldig doortimmerde verhandeling ten beste geeft. Prachtige gedachtenexperimenten.

Een stukje verder in zijn leven komt Tony in contact met vrouwen, meer in het bijzonder met zijn vriendin in wording Veronica. Het zijn de jaren zestig, maar van vrije liefde (lees: seks) was zeker geen sprake. Niet bij hem. Bij Veronica is sowieso weinig sprake van seks, laat staan liefde. Zij komt in het verhaal naar voren als een nare betweter die Tony meer vernedert dan liefheeft. Toch blijft Tony een tijdlang bij haar. Slechts éénmaal in die periode komt Tony toe aan een soort van vleselijke gemeenschap, maar dat moment van glorie ervaart Veronica totaal tegengesteld, en gebruikt het vervolgens de rest van haar leven tegen hem.

Geen wonder dat hij, nadat het contact is verbroken, haar jarenlang niet meer ziet. Tot een brief van de notaris hen weer samenbrengt. Wat gaat Tony op zijn leeftijd nu nog doen? Probeert hij weer bij haar in het gevlei te komen of kiest hij voor de wraakzuchtige benadering? En als hij dat doet, heeft het dan zin? Immers, het verleden is altijd anders verlopen dan je herinnering je voorspiegelt. Het verhaal neemt nu een verrassende wending.

Met goedgeschreven zinnen de lezer bij de les houdend, onderzoekt Barnes nog meer diepgravende vragen, zoals “Heeft het zin om berouw te hebben?” en “Kun je iets dat je in het verleden verprutste, ooit weer goedmaken?” Heeft dat sowieso wel zin? Dat alles vervat de schrijver in een mooie compacte geschiedenis die misschien wel twee keer gelezen moet worden om hem ten volle te ondergaan. Zeker is dat dit verhaal, ondanks zijn geringe omvang en simpele titel, de lezer zowel vermaakt als aan het denken zet.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Sterren: ****

Uitgever: AtlasContact