Kevin J. Todeschi – Edgar Cayce over de Akasha Kronieken

Gemakzuchtige seriespiritualiteit

De Akasha Kronieken staan bekend als ‘het geheugen van de mensheid’. Ze bevatten alle informatie over ieder individu en bewaren alles dat zich op dit ondermaanse ooit heeft gemanifesteerd. Ook hebben ze een interactieve werking: ze kunnen dingen manifesteren, dromen waarmaken als het ware. Klinkt dat onwaarschijnlijk? Voor velen is dat zo. Maar er zijn mensen die claimen met de Kronieken contact te kunnen maken. Edgar Cayce was zo iemand.

Zo ver, zo goed, Edgar Cayce is overleden inmiddels, maar was een bestaand person. Maar die Akasha Kronieken, is dat niet wat mysterieus, ongrijp- en vooral bewijsbaar? Cayce had daar geen twijfels over. Hij was Amerikaan, gezegend met een directe geestelijke verbinding met de Akasha Kronieken, en maakte er zijn levenswerk van om ‘readings’ te geven aan mensen. Meer dan veertig jaar lang; je kan wel spreken van een goedlopende praktijk.

Zijn cliënten hadden vaak problemen in hun leven, of onverklaarbare dromen, of geen idee wat hun volgende carrièrestap zou worden, of gewoon nieuwsgierig naar het verleden. Cayce haalde hun informatie op uit de Kronieken, liet zien wat ze in hun vorige levens hadden gedaan en welke kwaliteiten ze het best konden ontwikkelen. Dat kun je als charlatanisme bekijken. Maar zijn cliënten gaven aan dat ze veel steun hadden gehad aan zijn hulp. In hoeverre Cayce echt het toegangshekje van de Kronieken kon vinden, blijft in het midden.

Dit boek is geschreven door Kevin J. Todeschi. De man is de directeur van de Association for Research and Enlightenment, een organisatie opgericht door Edgar Cayce zelve. Hij heeft meer dan twintig titels op zijn naam. Als je de inhoud van deze titel bekijkt, kun je je een beeld vormen van de teksten waarmee hij die andere twintigplus boeken heeft gevuld. Het is een samenraapsel van een kleine hoeveelheid algemene informatie over die Kronieken, per hoofdstuk herhaald, en veel, heel veel verhalen.

Ha, verhalen, daar houden wij lezers van. Dat zal Todeschi ook gedacht hebben toen hij de nalatenschap van Cayce doorspitte. In zijn lange werkzame leven legde Cayce alle readings die hij met/van zijn cliënten maakte, vast in verslagen. Dat is een halve bibliotheek, minstens.

Dit boek staat vol van die verhalen van readings, zoals één van de vorige levens van een meisje dat het prostituee-pad op ging, of een reading voor een kind waarvan gezegd werd dat hij eens Cayce’s kleine broertje Thomas was geweest, of Michael en Susan “die gelijktijdig zich een vorige levenservaring herinnerden … in die tijd deelden Michael en Susan als ‘bevriende collega’s’ een kantoor”. Zo krijg je snel een paar hoofdstukken vol.

Zonder de goede bedoelingen of oprechtheid van de maker en Nederlandse uitgever van het boek in twijfel te willen trekken, is dit boek een mooie verpakking voor een magere hoeveelheid spiritualiteit. Het geeft weinig tot geen nieuwe informatie over Akasha maar borduurt voort, en is gevuld met, niet ter zake doende oude Amerikaanse verhalen. Leuk om eens te lezen, maar verlichtende inzichten troffen we bij deze te gemakzuchtig in elkaar gezette uitgave niet aan.

Sterren: **

ISBN: 9789463310291

Uitgeverij: Hajefa

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  en Tiktok

 

Fleur Jaeggy – De gelukzalige jaren van tucht

Desperaat in een kille wereld

Ach wat aardig, een schoolmeisjesverhaal, kun je denken als je de eerste zin leest:

“Op mijn veertiende zat ik op een kostschool in Appenzell.”

Dan lees je door en krijg je twee leverstoten, een linkse directe en een muilpeer.

“Een omgeving waar Robert Walser vaak had gewandeld toen hij in het gesticht verbleef, in Herisau, niet ver van ons internaat. Hij stierf in de sneeuw. Op foto’s zie je zijn voetsporen en zijn lichaam languit in de sneeuw. We kenden die schrijver niet Zelfs onze lerares Duits kende hem niet. Het is echt zonde dat wij niet van het bestaan van Walser afwisten, we zouden een bloem voor hem hebben geplukt. Tenslotte was ook Kant ontroerd toen een onbekende vrouw hem, voor hij stierf, een roos aanbood. In Appenzell ontkom je niet aan wandelen.”

Hallo, je bent gearriveerd in de ijskoude wereld van Fleur Jaeggy. Ze zet met fluwelen handschoenen een buitengewoon akelige omgeving neer, waar de personages tegen wil en dank aan deelnemen. Zij (de hoofdpersoon) beschrijft haar leven in een kostschool. Dat zo’n leven niet prettig is, nemen we vanzelfsprekend aan. Dag en vooral nacht tussen volslagen vreemden doorbrengen, zonder privacy maar met een overdaad aan regeltjes en verboden, dat is geen kattenpis. Jaeggy maakt die misère met gemak nog een paar graden onaangenamer.

Een fijn verblijf in het meisjesinternaat zit er niet in.Totdat er een nieuw meisje komt, Frederique. Onze hoofdpersoon valt voor haar en dat lijkt wederzijds, maar ook weer niet, ze trekken elkaar aan maar stoten elkaar ook weer af. Verwarrend? Ja, maar de verhouding gaat in de loop van het verhaal toch richting een soort van liefde. Een ingewikkelde liefde die binnenhuis opbloeit, aantrekt maar even zo gemakkelijk weer afstoot. Is er liefde in het spel? Of alleen manipulatie? Dat wordt niet duidelijk, ook omdat de strenge regelgeving in het pensionaat soepele contacten niet bevordert. De meisjes zuchten onder hun juk, samenvattend, en daar komt voorlopig geen (goed) einde aan.

Een barbaarse schrijfster, zo typeert Susan Sontag Jaeggy op de achterflap en daar is niets van gelogen. Constant op zoek naar de diepere, primitievere lagen van de menselijke psyche zet de schrijfster personen tegen elkaar op, laat ze verliefd worden, daarna tot op het bot beledigen. Of chanteren. Aan de andere zijde van het spectrum elkaar onverwacht weer beminnen. Of bewonderen. In goed gekozen, scherpe, meedogenloze zinnen neergezet.

Is dat leuk lezen? Nee natuurlijk, het gaat zelfs tegenstaan om al die manipulaties, dat desperate zoeken naar nooit komende verlichting, door te worstelen. Er rijst meer dan een vermoeden dat de schepper van het verhaal een ietwat eenzijdige kijk op het leven wil geven, en niet de vrolijkste.

Maar een goed verhaal is het wel. De lezer beleeft de emoties, de tucht en ontucht, de toppen en dalen in het Zwitserse geestelijke landschap, van dichtbij mee. Het verhaal maakt boos, ontroert, lucht op, desillusioneert. Als je dat bij je lezers kunt aanboren, dan kun je schrijven.

Sterren: ****

ISBN: 9789083174419

Uitgeverij: Koppernik

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  en Tiktok

 

Dav Pilkey – Dog Man De bal is hond

Flauwer kan niet, en toch leuk

Dog Man, wie heeft er niet van hem gehoord? Deze recensent ook natuurlijk, al was dat eerlijk gezegd alleen van boekomslagen op Bazarow.com. Maar altijd tuk op stripverhalen, deden we nader onderzoek en bleken die boekomslagen met de boeken er nog in, wel heel erg goed te verkopen. Tijd voor een dieper gaand, geheel onafhankelijk en waardenvrij consumentenonderzoek.

De Nederlandse titel is prettig woordspelig bedacht. De oorspronkelijke titel: ‘Dog Man, for whom the ball rolls’. Geinige verbastering van een hele bekende Hemingway-titel en een al net zo geinige, geslaagde vertaling van Tjibbe Veldkamp. We nemen een kijkje in dit deel 7 van de serie alweer.

Het verbaast niet dat de hoofdpersoon een hond is. In een soort Supermanpak doet hij, net als echte superhelden, het Goede. Maar dan onhandig. Ongeremd. Zonder nadenken. Passioneel. En Recht voor z’n Raap. Zodat zijn acties best vaak uitmonden in rampen als hij weer eens ongebreideld los gaat.

Nou heeft Dogman ook geen makkelijk leven, eerlijk is eerlijk. De hele dag zit zijn grote vijand hem dwars: Karel de Kat, alias de meest moreel verwarde kat ooit. Die niet alleen gemeen is, maar ook doortrapt en meedogenloos. Gelukkig heeft Dog Man drie fantastische vrienden: Zoezoe: beste poedel ooit, Pien Petjeaf: beste verslaggever ooit, en Baas: beste baas ooit. Die vrienden helpen hem door de moeilijkste perioden heen want zoals gezegd: zijn leven is lijden.

Dat ligt aan schrijver/tekenaar Dav Pilkey, die het zijn Dog Man constant moeilijk maakt. En hem eenvoudig maar doeltreffend tekent. Een kat van Pilkey kun je moeiteloos als kat herkennen, maar een professionele tekenaar zou zich waarschijnlijk schamen voor de knullige tekeningen. Het zijn een soort van dieren, zoals een kind ze zou tekenen, en dat is tegelijk de kracht van die stijl.

Ook laat Pilkey zijn honden, katten, krokodillen en apen in de krankzinnigste situaties verzeild raken. Waar Dog Man dan weer aparte maar humoristische oplossingen voor bedenkt. De charme van de verhalen spreekt voor zich, en de verkoopcijfers nog meer. Schrik niet als uw dochter/zoon thuiskomt met een Dog Man boek, laat haar/hem met rust om ervan te genieten.

Sterren: ***

ISBN: 9789493189430

Uitgeverij: Condor

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  en Tiktok

 

Mirjam Oldenhave & Rick de Haas – Boutje van de rommelberg

Voor de vuist weg rommelen

Nog voor het boek is opengeslagen, is het al onweerstaanbaar. Dat komt door de titel. In vette letters begint die met ‘BOUTJE’ en daaronder in kleiner lettertype ‘van de rommelberg’. Als je goed kijkt, heeft de O van BOUTJE hier opeens zes kantjes gekregen, waardoor het op een moertje lijkt. En waar past een moertje op? Precies.

Met dit soort visuele grappen staat het boek vol. Rick de Haas heeft zich bij het illustreren zo te zien lekker uitgeleefd. De hoofdpersonen/kinderen Boutje en Sisi komen in een losse stripfiguur-stijl die zowel lichaams- als gezichtsuitdrukking keurig eh uitdrukt.

Voor een tekenaar moet een rommelberg een grenzeloze speeltuin zijn. Geen voorwerp te gek, geen kleur te raar, neem de rommelste rommel in gedachten en de Haas tekent het. In zijn strippige, zeer herkenbare stijl zien we lege koelkasten, fietswielen, leunstoelen, half afgekloven bezems, paspoppen, dekbedden, op zijn kop liggende Billy’s, ketels, stofzuigers, boilers, ladders, ventilatoren en een fier omhoog staande kapstok.

Het verhaal is top. Bedrieglijk simpel in het begin: vader Ed en zoon Boutje wonen in een huis in een straat en op een nare dag staan er allemaal mensen voor de deur. Ze roepen: ‘In deze straat wonen nette mensen, en geen …’ Ed, zo sterk als twee gorilla’s tegelijkertijd, weet wat hen te doen staat. Ze vertrekken.

De taal van Oldenhave is bedrieglijk eenvoudig maar raakt precies de juiste tonen op de goede momenten. Het stuwt het verhaal op. En stopt. Wanneer de spanningsboog. Het hoogst is. En pakt weer door. Zodat. Je. Doorleest.

“En toen, uren later, kwamen ze bij een grote, lege plek. Er lag wel heel veel rommel, maar het was allemaal schone rommel. Dus geen etensresten of vieze luiers, nee, het waren spullen, een héleboel spullen.”

Boutje de knutselkoning is in zijn nopjes. Met deze rommel kan hij wel wat, en Ed ook. Ze maken een werkplaats voor Boutje en gooien de waardeloze rommel aan de kant zodat ze wat ruimte krijgen. Dit is hun stekkie.

Niet voor lang. De ongenaaktbare werkelijkheid haalt hen in, de politie staat aan de voet van de berg en ze nemen Ed mee. Boutje is alleen. Wat nu?

Daarover gaat de rest van deze leuke avonturenroman. In de grote onvriendelijke wereld moet Boutje Ed zien te vinden. Gelukkig krijgt hij hulp van het meisje Sisi, en van het schattige hondje Ali dat precies tussen zijn handen past. Ondersteund door de al genoemde fijne illustraties geeft die zoektocht het verhaal vaart en goed gedoseerde spanning.

Wie wil niet weten hoe dit afloopt? Uw kind zeker wel, dus haal dat boek in huis en beleef samen kleurrijke avonden.

Sterren: ****

ISBN: 9789021681894

Uitgeverij: Ploegsma

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  en Tiktok

 

Koen Caris – Stenen eten

Een subtiele opgroeihistorie

Ben heeft absoluut geen zin uit bed te komen. Tegen het schelle gepiep van de artificiële vogels in zijn moeders wekker beschermt hij zich met een kussen over zijn hoofd. Toch zal hij moeten, hij weet dat hij moet zorgen dat ze haar koffie op bed opdrinkt, want dan lukt de rest meestal ook wel. Daarna heeft hij tijd voor zichzelf, maar net te weinig om op tijd op school te komen – alweer.

Op deze doorsnee ochtend van adolescent Ben gaat niets soepel. Zijn thuis is een vertragend bad stroop met ergernis; school is een met virtueel scheermesprikkeldraad omwikkelde plek. Waar hij een kwartier te laat aankomt, en de andere leerlingen hádden al de pik op hem, life sucks. Gelukkig geniet hij de bescherming van stoere Tom, anders was hij allang weggepest. Daarbovenopgestapelde tragedie: zijn oudere zus Kim heeft een paar jaar geleden zichzelf gedood. Het is een niet geringe optelsom van ellende die op de schonkige schouders (ook daar baalt hij waanzinnig van, elke dag weer) van Ben drukt.

Bij het nogal clichématig begin van Caris’ debuut komen bekende associaties op. Een puber vol rondzoemende emoties, niet zo’n verantwoordelijke moeder, ongewild en waarschijnlijk gepest op school, plus die overleden zus, dat wordt een sombere geschiedenis. Veel belangrijker nog: hebben we dit niet al eens anders, beter, gelezen?

Te rap geoordeeld. Er komt vaart in de tekst – en de lezer krijgt meer te beleven – bij de beschrijving van leraar Verhelm en de strapatsen die in de klas worden uitgehaald. Daartussendoor ontsteekt Caris een vonkje door de tegen elkaar aan schurende knieën van vriend Tom en Ben zelf.

Zo zachtjes gaat dit boek van start. Bijna alsof het niet gelezen wil worden. Het is even zoeken naar het goudstof op de juiste lettercombi’s, voor we het zich schuilhoudende verhaal te pakken hebben. Op fluwelen voetjes voert de schrijver ons langs zijn steeds raker wordende zinnen zoals bij “het feest van Emma:

“Tom wil er per sé heen… , dus uiteindelijk staken wij onze protesten. Ook omdat Tom al best vaak doet wat wij willen, zoals hele dagen roze koeken eten en Tell Sell kijken of trage jarenvijftigfilms zonder ook maar één vechtscène.”

Of als hij met vriend Tom op een feestje aan geestverruiming doet:

“Tom doet het voor, twee keer voor de zekerheid, en houdt dan het open zakje voor mijn neus. Als ik te lang aarzel pakt hij mijn hand en stopt mijn pink in zijn mond, draait met zijn tong twee rondjes om het topje en duwt mijn vinger het zakje in… Ik steek snel mijn pink in mijn mond; nu kan ik er niks meer aan doen. De kristalletjes smaken naar het medicijn van toen Kim en ik kinkhoest hadden, een bittere chemische smaak.”

Ben droomt erover zijn ouderlijk huis te ontvluchten, maar het komt er niet van. Intussen wordt de seksuele aantrekkingskracht tussen Tom en Ben alsmaar groter. Zo groot, dat het tussen de regels wegmoffelen van hun liefde niet meer lukt en de verteller overgaat op hardcore beeldmateriaal:

“De volgende dag blijven we in bed. Ik dwing Tom elke centimeter van mijn huid langs te gaan…

Ik grijp naar hem zoals hij naar mij grijpt ’s nachts na een feest. We staan allebei te kijken van mijn uithoudingsvermogen; ik kan geen genoeg van hem krijgen. Tegen het einde van de middag begint het nogal te schuren, maar dat kan me niet schelen; pijn onthoud je toch beter dan de rest.”

Eindbeoordeling: dit is een fraaie duik in het proces van volwassenwording, beeldend, als een lentewind ruisend, subtiel – dat woord weer – maar ook droevig, melancholisch, boos en vernederend. Al die emoties strooit Caris over ons heen om een opgroeiend leven te laten zien. Een boek om langzaam tot je te nemen.

Sterren: ***

ISBN: 9789025454883

Uitgeverij: Atlas Contact

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  en Tiktok

 

Stephen King – Billy Summers

De oude bard zet een goed verhaal neer

Het nieuwe boek van Stephen King is uit. Ja. Alweer. Als de man nog iets harder werkt, verschijnen er sneller boeken dan de recensenten de beoordelingen kunnen bijhouden.

Even wat fun facts: Eerder dit jaar publiceerde hij ‘Later, en eveneens dit jaar bemoeide hij zich zeer actief met het maken van de Apple-tv-serie ‘Liseys Story’: één van zijn oudere en meest persoonlijke boeken. Hij was elke dag op de set om aanwijzingen te geven en teksten te herschrijven voor de film, naar verluidt omdat hij al veel te vaak een boek van zijn hand had zien verworden tot een monsterlijk slechte film of serie.

Ach o ja, hij zette daarnaast nog even deze 509 bladzijden tellende roman op papier.

En is het verhaal afgeraffeld, dun, pulp, met niet uit de verf komende karakters, slordig? Nee. Het is wel wat wisselend van kwaliteit, zoals we dat gewend zijn van hem. We vinden slappere, maar ook ijzersterke passages.

Zoals de titel doet vermoeden, gaat het over Billy: ‘a good guy in a bad job.’ Hij is huurmoordenaar maar ruimt alleen slechte personen uit de weg. Schieten kan hij goed; hij was scherpschutter in het Amerikaanse leger dat in Irak vocht. Door het vizier turen van zijn speciale geweer, de trekker overhalen en nadat het doelwit is uitgeschakeld maken dat je wegkomt, is geen probleem. Voor jezelf uitmaken wat precies een slecht persoon is, ligt lastiger.

Om die vraag draait het boek, of groter genomen: wat is eigenlijk goed of kwaad? Het verhaal volgt de gewoonlijke absoluut-geen-haast opbouw, stapje voor stapje en met (soms te) veel details komt Billy in beeld. Die inmiddels merkt dat deze baan iets meer geestelijke belasting geeft dan werken op een administratiekantoor. Dus wil hij stoppen met mensen omleggen. Dat kan als hij nog één laatste klus aanneemt, waar hij twee miljoen mee kan binnenhalen.

Nee, dat gaat inderdaad niet goed. Er gebeuren dingen waardoor hij gedwongen wordt op zoek te gaan naar de opdrachtgever om verhaal te halen. Dat doet hij samen met Alice, een meisje dat hij tussen de bedrijven door redt van verkrachters.

Is dit dan een simpel wraakverhaal? Dat zeker niet: de schrijver graaft dieper dan alleen oog om oog. Wat als de slechteriken zijn bestraft? Is dan de job done? Nee, niet genoeg. Ook de onschuldigen moeten worden beschermd, en de samenleving, tegen subversieve elementen. De wereld wordt in hoog tempo onveiliger en daar moeten we wat aan doen. Wat dit boek uitstraalt is heimwee naar het leven (of het Amerika) zoals het was in voorbije jaren. Toen mensen nog hallo zeiden op straat en elkaar zonder winstoogmerk hielpen.

Billy en Alice ondernemen hun roadtrip, die lekker lang wordt uitgesmeerd. Met een happy ending? Wie weet. Als je niet opziet tegen een oceaan van woorden en forse uitweidingen, valt er aan deze baksteen veel leesplezier te beleven. De personages zijn levendig, er is spanning, geweld en ontroering. De oude schrijver doet wat hij al jaren meesterlijk kan: een lekker verhaal vertellen.

Sterren: ***

ISBN: 9789022593806

Uitgeverij: Boekerij

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Op Tiktok vertel ik er meer over.

 

Paolo Bouman – Laag vliegen de helden

Magere inhoud wordt er door mannenhumor niet beter op

Het idee was aardig. Men neme een gisse jongen met een creatief beroep, laten we zeggen commercialregisseur. Er overkomt hem iets dramatisch, bijvoorbeeld rolstoelafhankelijkheid. Als invalide wil hij dood dus koopt hij, stel, een pistool om zichzelf om te leggen. Onverwachte wending: hij doet iets edelmoedigs en dat voelt verdraaid retegoed, dus gaat hij het goede doen met zijn smoking gun.

Voor een streamingdienst-inkoper kan dit idee filmisch een natte droom zijn – verlevendigd wellicht met special effects, bloedspuitende wonden, rolstoelachtervolgingen. Maar in boekvorm, gewoon lezend, beklijft het helaas niet. Dat komt vooral door het verhaal, dat een te geconstrueerde indruk maakt. De gebeurtenissen zijn allemaal eerst te vaag, dan ongeloofwaardig en in totaal een beetje te vergezocht.

Protagonist Luuk is de man in de rolstoel die het goede gaat doen: ‘Do the right thing.’ Hij bezit een sterk geheugen voor filmscénes met dit soort gevleugelde citaten. Denk Dirty Harry: ‘Go ahead, make my day…’ Zijn plan voor zelfmoord met zijn speciaal aangeschafte vintage Colt wisselt hij in voor een plan voor een wraakactie. Op dat magere gegeven, en een heleboel laagvliegende ongein, draait het boek.

Ongein? Die kan een goed effect hebben op een verhaal. Edoch, hier moet de lezer het doen met mannenhumor. Dat gaat zo:

“Ik sloeg mijn arm om mijn dochter. ‘Dat is de geur waarin je je laatste levensjaren mag slijten. Het goede nieuws is dat je reukvermogen met de jaren minder wordt. Zo heb elke Johan Cruijff z’n Johan Cruijff.’

Of:

“Eerst whisky sippen en dan champagne slempen, dat is als eerst tandenpoetsen en dan norit kauwen, maar ondanks de pulserende dreun in mijn hoofd word ik verrassend blij wakker. Ik voelde me als de ochtend na m’n ontmaagding: boordevol leven. Dat was trouwens niet omdat die wip kans zou maken op een Hot d’Or…”

Enzovoort.

Dan de suspense, ook wel spanningsboog genoemd, die de lezer moet aansporen hongerig de bladzijden om te slaan. Voor dat effect is waarschijnlijk Fako in de verhaallijn geschoven, het maatje van Luuk. Fako’s echte identiteit wordt niet onthuld, wel lezen we dat hij deelneemt aan een groepssessie in het ‘Centre for Awakening’, waar men op zoek gaat naar het innerlijke zelf. Sneaky wint Fako eerst het vertrouwen van groepslid Lies, leent haar telefoon en kopieert ’s avonds in zijn werkkamer haar gegevens en foto’s. Welk snood masterplan bezielt zijn doortrapte brein? Die ontknoping blijft te lang uit om prikkelend te zijn. Tip: doorbladeren. Tegen het einde van het boek komt de clou.

Het is niet dat het boek geen potentie heeft. De menselijke ontmoetingen zijn levendig neergezet, de fascinatie van Luuk voor de Colt is lucide. Aleen het verhaal is te veel los zand. De thema’s kunnen beter worden uitgewerkt, zo is de tegenstelling gehandicapt/gezond al dramatisch genoeg om een aangrijpende kern in het verhaal voort te brengen. Empathie opwekken voor de rolstoeler moet ook niet moeilijk zijn. Die emoties komen er niet uit. Bouman kan schrijven – doe dat, en make my day. 

Sterren: ***

ISBN: 9789401474368

Uitgeverij: Lannoo

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Op Tiktok vertel ik er meer over.

 

Mark Janssen – Dromer

Meer thema dan verhaal

Een prentenboek is altijd een feest. Kleurig, mooie tekeningen, spannend, verrassend, ontroerend en als het goed is, begeesterend voor de lezertjes.  Het is dan ook een steengoed idee van de CPNB om in de Kinderboekenweek ‘bij besteding van…’ niet alleen een leesboekje, maar ook een prentenboek aan te bieden. Al is het prentenboek niet gratis, doch voor een geringe 7,25 euro is het van u. Voor elke liefhebber een boek.

Voor Kinderboekenweek 2021 heeft Mark Janssen dat prentenboek gemaakt. Een boek dat binnenkomt. Het formaat valt meteen op; zelfs voor een prentenboek is dit een joekel van een rechthoek van een boek.

Ook de tekening op de voorkant kun je moeilijk missen. Middelpunt is een enorme, vermoedelijk Amerikaanse, terreinwagen uit vroeger tijden. Welk merk het is blijft jammer genoeg in het ongewisse. Hij is bijna fotografisch nauwkeurig getekend; en op zijn dak staat een jongetje. Veel vager, doorzichtig zelfs, zijn een vogel en een tijger getekend die als silhouet rondom de auto hangen. Maak je gordels maar vast – dit wordt avontuurlijk.

Wild avontuurlijk zelfs. Het jongetje dat Aron heet, zit achterin de auto en is stil. Zo stil dat zijn vader vraagt wat er is. Aron vertelt dat ze het op school hadden over wat je later worden wil. Papa legt als een verstandige ouder uit dat je heel veel kunt worden, eigenlijk kun je worden wat je wil. Hé, is dat niet het thema van de Boekenweek van dit jaar?

Jazeker. En in mooie, kleurrijke, fantasievolle, zwevende, op een haar na fysiek geluid makende tekeningen laat Janssen zien hoe een wereld eruit kan zien waarin geen grenzen zijn aan je mogelijkheden. Een heel goede vertolking van het thema, maar kleine kanttekening: een echt verhaal met een kop en een staart is het niet.

Dat is de enige kritiek hier. Het verhaal IS het thema, dat had creatiever gekund. Maar onze hersens die verwend worden door deze oogzenuw-strelende tekeningen zijn al blij genoeg met al die dopamine. Elke tekening kun je gerust een paar keer opnieuw bekijken. Dan zie je weer andere kleuren, vormen, grapjes, rare dieren, spelende wolken, bomen, rotsblokken. Letterlijk een ‘prentenboek’: het barst van de prenten, vakkundig neergezet door de artiest, een feest voor je ogen. Geniet ervan!

Sterren: ***

ISBN: 9789059658813

Uitgeverij: CPNB

Ook verschenen op Tiktok en De Leesclub van Alles

 

Bette Westera en Pyhai – Tiril en de toverdrank

Rare jongens, die Noren

“Zo’n 2000 jaar  geleden was het Hoge Noorden (zo heette Scandinavië toen) bezet door soldaten van Zwartbaard, de Noordse veldheer. Héél het Hoge Noorden? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Noren in de omringende legerplaatsen bepaald niet gemakkelijk…”

Zo zou het boekenweekgeschenk van 2021 hebben kunnen beginnen als het een nieuwe Asterix was. Maar dat is het niet. Dit verhaal draait om Zwartbaards zoon Harald Haardos, die één groot rijk wil maken van het Hoge Noorden.

Nog maar één dorpje, dan is het gelukt. Maar de dorpsoudste – de baas van het dorpje – wil niet. Hij is bang dat Harald hen gaat overheersen, dat ze niet meer de baas over zichzelf mogen zijn. ‘Onzin,’ zegt Tiril, ‘we gaan een toverdrank halen. Als de dorpsoudste die opdrinkt, denkt hij er wel anders over. Harald wil het dorp juist beschermen, samen met alle andere dorpen.’

Hoe loopt dat af? Dat zien we in dit grappige verhaal van Bette Westera, met erg mooie illustraties van Pyhai. Het meisje Tiril gaat samen met haar vriend Thialfi op speurtocht naar een toverdrank, toverbier eigenlijk. Die moet de tong van haar vader zo los maken, dat hij een prachtig heldendicht maakt. Daarmee kan het dorp weer trots op zichzelf zijn, niet meer bang voor overheersing.

Dus: lustopwekkende illustraties, een meisje in de hoofdrol, een op mythologie gebaseerd verhaal, lekker leipe Noorse goden, een flinke drive door een dreiging van buitenaf en een spannende zoektocht. Wat kan er nog mis gaan?

Een paar dingetjes. Zo zijn er behoorlijk veel personages, die zo beknopt weergegeven zijn dat ze niet tot leven komen. Verwarrend is ook dat het meisje Tiril  de dochter van Loki is, de semi-kwaadaardige god die vervelende grappen uithaalt. En we hebben Ola van de overkant, ‘onze buurman’, die marginaal figureert. Vergeet ook de willekeurig opduikende Joekels en de Minkels niet. En elk hoofdstukje introduceert een mythologiefiguur op rijm, wat niet gemakkelijk wegleest. Haakjes die het leesplezier niet erg bevorderen in een verder leuk verhaal.

De fijne retro tekeningen van Pyhai doen ook veel goed. De zwart/witte, mooie bonkige figuren en landschappen in het binnenwerk zijn duidelijk en passen bij het verhaal. Op de omslag zien we het meisje Tiril op de rug. Ze staat op een uitstekend rotsblok de verte in te kijken, klaar voor een epische queeste. Links van Tiril ontwaren we een vakwerkhuis, steunend op een rots. De dennenbomen daarboven staan in silhouet afgetekend tegen een vale hemel die veel ongewisse avonturen belooft. De cirkelende zwarte vogels (zijn ze goed of slecht?) versterken dat beeld. Heel sfeervol.

Hoewel het grote geheel wel snapbaar is (de reis naar het toverbier) is het doel (het dorp rijp maken voor samenwerking met andere dorpen) wellicht voor de jonkies niet al te duidelijk. Voor de doelgroep (kinderen) is dat hopelijk geen reden om het boekje terzijde te leggen, dat zou het doel (leesbevordering) ernstig in de weg zitten. Gelukkig hebben we erg vroegwijze kinderen (tablets!) in deze tijden, dus we gaan ervan uit dat het verhaal in vruchtbare aarde landt. Een verhaal dat op zich leuk is, maar helderder verteld had mogen worden.

Sterren: ***

ISBN: 9789059657700

Uitgeverij: CPNB

Ook verschenen op Tiktok en De Leesclub van Alles