Nadav Vissel – Het grote niets

Met kinderogen kijken naar de gevolgen van de Holocaust

‘Cynisme geef je door, dat wilde ik niet doen,’ aldus schrijver Nadav Vissel in Het Parool over zijn roman ‘Het grote niets’.

Dat niet doorgeven van cynisme is goed gelukt: de hoofdtonen in deze roman zijn humor, begripsverwarring en ongemakkelijkheid. Logische zaken in het leven van een jongetje. Sterker: voor een jongetje dat opgroeit in een Joodse familie. Sterker en specifieker: voor een jongetje dat opgroeit in een Joodse, door oorlogsgebeurtenissen akelig beschadigde familie.

Een deel van Vissels familie werd namelijk tegen het einde van de oorlog gedeporteerd naar Westerbork. Gelukkig voor hen waren er tegen die tijd geen verdere deportaties naar Auschwitz meer, zodat ze levend terugkeerden in Nederland. Levend, maar van een normale familie was na de oorlog geen sprake meer. Te veel gezien, te veel meegemaakt.

In een spervuur van emoties groeit Naff (zoals hij in het boek heet) op. De sfeer is erg goed neergezet:

“Zolang ik me kan herinneren, hing er een ‘Ding’ bij ons in de kamer… Ik voelde al van jongs af aan dat het er was, alleen hing er een waas van geheimzinnigheid omheen… Het begon met een fotoboek…Mevrouw Cohen was wat schichtig en nerveus en bleef aan de andere kant van de tafel staan. Ze aaide met haar hand over een fotoboek… Op de voorkant stond een foto van mannen in zwarte pakken die in een kuil stonden. Soldaten keken vanaf de rand op ze neer. Van soldaten wist ik op die leeftijd wel wat het waren. Van de mannen in de zwarte pakken in de kuil had ik tot dat moment niets geweten, en waarom ze in een kuil hadden gestaan ook niet.”

De zevenjarige Naff is een clever jochie dat allang door heeft dat de mensen in zijn familie wel heel vreemd reageren, alleen het waarom heeft hij nog niet uitgevogeld. Hij is echter behalve slim ook ongeremd in zijn vragen, erg rechtdoorzee, duidelijk, helder. Die eigenschappen maken de vragen die hij op de familieleden afvuurt veel te expliciet, rijten oude wonden open, brengen herinneringen naar boven die beter beneden kunnen blijven, en verstoren de moeizaam opgebouwde daar-praten-we-niet-meer-over consensus tussen de familieleden.  

Op een wrang-grappige manier komt zo de beladen geschiedenis van zijn familie aan het licht. De kleine Naff kan goed tekenen én verhalen vertellen; helaas zijn ook die teksten/tekeningen te confronterend voor zijn familieleden. Idem voor de schooljuf die hij treft als ze naar een ander dorp verhuizen.

Vissel treft op veel manieren de juiste toon in dit boek. Vanuit de beleving van Naff beschrijft hij humoristisch/subtiel diens nog grotendeels ongevormde omgevingsbewustzijn. Ook de vastbeslotenheid van de jongeman om met zijn tekst en tekeningen ‘iets’ te doen komt prima naar voren. De eerste ervaringen op seksueel gebied, de volwassenen die hem slecht begrijpen en wederzijds: het wordt allemaal in een prima leesbare stijl beschreven. Ook de krampachtigheid van de familieleden om het vooral niet over de oorlog te hebben is goed neergezet. De arme beschadigde zielen van hen die de oorlog hebben overleefd zullen met zwarte vlekken op hun aura hun leven moeten voortzetten. De galgenhumor die daaruit voortkomt, tragikomisch zoals in de beste Joodse traditie, is het smeermiddel in dit verhaal en maakt het onzegbare draaglijker.

‘Ik wilde opschrijven hoe een naoorlogs kind opgroeit in een Joods gezin dat de oorlog heeft meegemaakt, en de absurde aspecten van zo’n thuissituatie,’ zegt Vissel tenslotte in het Parool-interview. Ook dat is, kunnen we beamen, dik voor mekaar.

Sterren: ****

ISBN: 9789044978650

Uitgeverij: Signatuur

Ook verschenen op Hebban en De Leesclub van Alles 

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *