Lewis Carroll – Alice in Wonderland & Alice in Spiegelland

Wie kent Alice niet? Ze zette de standaard voor talloze ravissante avonturenverhalen. Ook ik heb in dat fantasie+ genre flink rondgelezen. Toen ik hoorde dat het origineel van Alice in Wonderland – dit dus – opnieuw uitgegeven werd door kwaliteitsuitgeverij van Oorschot, was de keus niet moeilijk. Ik verdween in het konijnenhol.
En kwam er een paar dagen later gelouterd weer uit. Wat een verhaal. Wat een gekkigheid, nog steeds. Een mix van Engelse humor, diepe belezenheid, eruditie, spot en niet te vergeten een verrukkeluk rubberen geest. Dat laatste lijkt het voornaamste wapen om de krankzinnige droomtocht die Alice aangaat tot een goed einde te brengen. Voor zover mogelijk.

Lewis Carroll
Maar het boek ademt meer uit dan een beschonken droomtocht. Het nodigt uit op avontuur te gaan, de schoonheid van onze wereld te ontdekken, verder te kijken dan je neus lang is en vooral, vooral niet stoppen met nieuwsgierig zijn.
Die invalshoek heeft vertaler Robbert-Jan Henkes uitstekend gehandhaafd, zoals we merken bij het gedicht dat het boek inluidt:
“Wat is het warm, wat is het heet,
mijn hoofd gaat ervan gloeien,
terwijl we plissen-plassen in een boot
en kleine armpjes roeien,
en kleine handjes aan het roer
de koers weer eens verknoeien,
Ik voel me in de warme weer
als veertien afdruiprekken,
maar nee: ‘Verhaal! Verhaal!’
roepen mijn wrede lachebekken.
Wat kan ik in mijn eentje doen,
als er drie tongen kwekken?”

Illustrator John Tenniel
Dan gaat het verhaal van start. Overbekend natuurlijk, en direct beginnend met misschien wel de meest ten onrechte geciteerde passage sinds de Bijbel:
“ Hoofdstuk 1
Hoe Alice het konijnenhol in dook
Alice werd er langzaamaan doodmoe van om aan het water naast haar zus te zitten met helemaal niets te doen: een paar keer had ze van opzij in het boek gekeken dat haar zus aan het lezen was, maar er stonden geen plaatjes in en er werd niet in gepraat, ‘en wat heb je aan een boek,’ vond Alice, ‘waar geen plaatjes in staan en waarin niet wordt gepraat?’”
Groot gelijk. Een boek dient niet saai te zijn maar juist de lezer te amuseren, choqueren, enerveren, anticiperen en educeren (als dat woord zou bestaan), en dat is precies wat dit vette nonsensverhaal doet. Alice komt van alles tegen op haar tocht ‘het konijnenhol in’, van pratende Muizen tot de Gekke Hoedenmaker, in kietelende taalspelletjes of ongebruikelijke zetwerk van een tekst die over een pagina zigzagt.
Heerlijk vermaak, maar.
Ja, je wist dat er een maar kwam. Samen met vloeken in de kerk:
Het boek is ouderwets.
Ssst. Niet hardop zeggen. We hoeven kinderen of volwassenen die het verhaal voor het eerst gaan lezen, niet te ontmoedigen. Het verhaal is leuk. Was leuk. In z’n tijd. Maar in deze tijd voelt de tekst van een boek uit 1865 (jazeker) toch, nou ja, min of meer, sleets.
Daar. Ik heb het gezegd.
Nu ben ik voor eeuwig verdoemd na het besmeuren van de glans van een klassieke everseller.
En toch is het zo. Het verhaal verloopt traag, de avonturen hebben we weleens spectaculairder gezien, de dieren die Alice tegenkomt kennen we al, en de verstrooiende/amuserende uitstraling die Carroll op zijn gemak erin stopte, kan het tempo van onze huidige tijd niet evenaren. Na 1865 zijn er namelijk wel wat nieuwe boeken en films (en series, bedankt Netflix) op ons pad gekomen met vernieuwende content. Verrassende content ook. Daardoor hebben we het gevoel dat we bij Alice alles al vaker gelezen hebben. De verrassing is weg, de humor bekend, het verhaal een ietwat, um, sloom.
Ondanks dat zou ik het boek toch gewoon eens lezen. Je zult er veel in herkennen, in het meesterwerk van Carroll. Have fun down the rabbithole.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
ISBN: 9789028243118
Sterren: ****
Uitgeverij: Van Oorschot
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!