Arnon Grunberg & Thé Tjong-Khing – Zevenpoot
Lachspiegel met slagschaduw
Ongebruikelijk is het niet, een boek dat eruit ziet als een graphic novel maar toch een literair karakter in zich draagt. Voor dat karakter draagt Arnon Grunberg zorg; voor de graphic novel-feelings liggen de credits bij de gewaardeerde illustrator Thé Tjong-Khing.
Eerste vraag: wat domineert, taal of teken? Dat zijn toch de tekeningen, startend met het voorplat. Daar is een bende door elkaar heen wriemelende mensen, op weinig zachtzinnige wijze, in een tram/trein/OV-vehikel, bezig met elkaar in de weg staan. Er wordt geduwd, getrokken, gedronken en iemand heeft zelfs een (seks)pop onder zijn arm. Vriendelijk oogt het niet, eerder chaotisch en boos. We gokken dat de tekenaar de huidige toestand in de wereld wil laten zien.
Mooie pics dus die adequaat het verhaal ondersteunen. Zoals wanneer het belangrijkste moment van deze hele geschiedenis uitgebeeld wordt: de geboorte van de zoon van de Knoblauchs. Daar komen we op terug; eerst even dit: op de tekening zien we een operatietafel met een meer dan levensgrote arts/chirurg ernaast, die met een vergrootglas klaar staat om het kleine wonder in ogenschouw te nemen. Mevrouw Koblauch ligt op de tafel, afwachtend kijkend naar de Frankenstein-achtige chirurg. Meneer Knoblauch staat observerend aan de andere kant van de tafel, en wat machines met apparatuur links en rechts in het vertrek completeren het ziekenhuis-idee.
Goed: er is een kindeke geboren dus. Een bijzonder kind en dat is het. Als je tenminste een kind met acht benen bijzonder vindt,wat ik wel doe. Daarnaast is het kind erg voorlijk, blijkt als het al direct een brief schrijft:
“’Lieve papa en mama,’ las de kleine jongen met hoge en ietwat trillende stem voor. Hij stond nog altijd op de kleine stoel. ‘Niet alleen ben ik zoals jullie weten piepklein, maar ik heb ook acht benen, nou ja zeven, want de mensen van het kunstenaarscollectief hebben er per ongeluk eentje afgebroken. Maar goed, dat kan gebeuren als je creatief bezig bent. Jullie maken je zorgen om mij. Dat begrijp ik goed. Maar voor een piepklein wezen met zeven benen ben ik er eigenlijk prima aan toe. Zonder het te willen, maak ik jullie te schande. Gewoon door te zijn, met mijn zeven benen. Dat besefte ik al vroeg. Jullie hadden zo gehoopt op een zoontje met twee benen…”
Het komt in de beste families voor: de jonggeborene zet door zijn uiterlijk meteen al zijn ouders voor schut, wat doe je eraan? Grunberg heeft geen enkele moeite met het sardonisch neer laten dalen van allerhande ellende op de figuranten in het boek. Zo komt de koning nog langs, die niet zijn gewone uiterlijk meer heeft:
“Ik speelde al langer met de gedachte om kat te worden,’ zei de koning, ‘ik wist dat er mogelijkheden waren in een privékliniek in Brazilië waar vele beroemdheden die zogenaamd dood zijn een nieuw leven hebben gevonden als poes of hond, een enkeling is boa constrictor geworden.”
De flamboyante tekenstijl van Tjong-Khing versterkt ook hier vloeiend het verhaal.
Bij de eindconclusie treft mij enige twijfel. Is dit absurde verhaal onvoorstelbaar flauw of juist buitengewoon humoristisch in elkaar gestoken? Dat kon ik pas vaststellen op driekwart van het boek. Veel scherpe grappen kruiden de tekst en dat is goed. Maar het zijn de flauwe grappen, vaak aan het einde van een zin, of alinea, of bladzijde, die toch de scherpte uit het verhaal halen en daardoor een te jolig stempel op het geheel drukken.
9789021487267
Sterren: **
Uitgeverij: Querido
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!