Dirk Weber – Welkom thuis, chrononauten
Sjoemelen met de tijd
Het omslag slingert de lezer al meteen terug naar ergens rond de jaren 50 van de vorige eeuw: een prachtig ouderwets getekende jongen en meisje in onmodieuze kledij, starend naar een draaiende witte wolk boven een met gras en bomen bedekt veld.
We zien hier Barend en Lize, die zijn gesmeed tot een dynamisch duo met een missie. Een gevaarlijke missie: ze gaan schilderijen stelen voor hun onbetrouwbare baas meester Rieter, die zeer succesvol een veilinghuis bestiert. Kleine bijkomstigheid: die schilderijen moeten worden opgediept uit lang vervlogen tijden. Dat gaat niet zomaar. Daarvoor moeten Barend en Lize eerst chrononauten worden: tijdreizigers.
Met dit grappige thema zet Dirk Weber een origineel verhaal in elkaar. Een fors verhaal ook: dit buikige boek telt 366 bladzijden. Weber geeft steeds kleine brokjes informatie; we komen het meest te weten via Barend. Hij komt min of meer per ongeluk bij meester Rieter binnen, blijkt tekentalent te hebben en de juiste mindset om al tijdreizend schilderijen te gappen die op het moment dat ze net geschilderd zijn, nog niet veel waard zijn. Maar 200 jaar later wel, zodat de lepe meester Rieter duizelingwekkende winsten kan maken.
Dit is in kort beschot de ruggengraat van het boek. Had Dirk Weber het daarbij gelaten, dan zou het een simpel avonturenboek zijn geweest. Maar Weber gaat dieper. Hij laat zien hoe verleidelijk een zak geld kan zijn, vooral als die waardevoller is dan een zuiver geweten. Ook krijgen we een lesje in tekenen en schilderen, een kunst die held Barend beheerst. Jammer genoeg voor Barend nét niet goed genoeg om zelf een beroemd schilder te worden, zodat de stap naar het stelen en verhandelen van beroemde prenten en schilderijen door de eeuwen heen een logische keus wordt
Stap voor stap worden wij lezers in het complot ingevoerd, letterlijk, want Weber neemt de tijd. Bij hem geen flitsende dialogen, scherpe grappen of onverwacht opduikende aliens. Kalm laat hij het verhaal doormeanderen, ook als Barend en Lize steeds meer gevaar gaan lopen met hun gaandeweg toch niet zo risicoloze avonturen:
“Barend voelde zich niet slecht. Hij was alleen een beetje duizelig toen hij naar buiten gegooid werd. De opening was op een veldje dat aan drie kanten omzoomd was door bomen; aan de vierde zijde liep het gras omhoog tegen een dijkje. Erachter was vast en zeker de rivier.
Hij ging tegen een boom zitten aan de rand van het veld om te wachten op Lize. Het was koud en zijn pak was maar dun, met korte mouwen en korte broekspijpen, en daarom maake hij zich klein om warm te bijven. Het kon lang duren maar dat deed het niet, want plotseling was ze daar. Een bel ontstond uit een onzichtbare bellenblaasring, stulpte lillend uit tot het een soort slurf was, en daarin zat iemand. De bel trok zich terug in de ring en liet Lize achter op het veld.”
In mooie en vaak inventieve taal drijft het verhaal zo verder, waarheen? Dat laat ik aan u, beste lezer.
—
ISBN: 9789045130002
Sterren: ****
Uitgeverij: Querido
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!