Kamel Daoud – Houris

Grof geweld

Het citaat op de achterflap:

“Ik ben het duidelijkste bewijs van alles wat we tien jaar lang in Algerije hebben meegemaakt. Ik verberg het verhaal van een hele oorlog, dat al sinds mijn kindertijd in mijn huid is gekerfd.”

We hebben het over de Algerijnse burgeroorlog van 1992 tot 2002. Bij de verkiezingen in 1991 kreeg het Front Islamique du Salut (FIS) zoveel stemmen dat de verkiezingsuitslag een einde zou maken aan de democratie en hoogstwaarschijnlijk de Islamitische wet, de sharia, zou invoeren. De overheid verbood daarom de FIS, waarna een burgeroorlog losbarstte. Pas in 2005 startte de Algerijnse regering een verzoeningsprogramma, waarna de aanslagen langzaam uitdoofden.

Dit alles bij wijze van achtergrond, en de introductie van onze hoofdpersoon Aube. Zij is slachtoffer van die oorlog: ze heeft een litteken op haar gezicht in de vorm van een lach, en haar stembanden zijn doorgesneden. Vrouwen waren de makkelijkste slachtoffers. Aube kan moeilijk communiceren met de buitenwereld, alleen al door haar afschrikwekkende uiterlijk, maar ook omdat ze niet meer kan praten. Behalve met haar ongeboren dochter – in gedachten.

Een triest verhaal dat Kamel Daoud ons voorschotelt. Hij schrijft als de duivel. Niets blijft onbesproken, de helse feiten worden klip en klaar opgesomd. Als lezer verdwijn je in een inferno van verschrikkingen, zoals blijkt als we Aube volgen op een reis, terwijl ze in gedachten tegen haar ongeboren dochtertje praat:

“Denk niet dat het makkelijk is voor een vrouw om alleen op een feestdag een stil weggetje in te slaan met niet meer dan de zon, die in mijn ogen schijnt maar niet al mijn redenen verklaart. In Algerije reist een vrouw niet alleen, en al helemaal niet op de dag van het Offerfeest. Er zijn dingen die jij nooit zult kunnen doen als je op deze wereld komt. Bijvoorbeeld alleen in de regen lopen, alleen op een bankje in een park zitten met uitzicht op een berg die weigert met je te praten. Of je kleden zoals je wilt, lachen op straat, of een onbekende bedanken die achter je aan blijft lopen vanuit het idee dat je een prostituee bent omdat je zo vriendelijk bent geweest als een kamerplant. Je gaat in een groepje wandelen (alleen in de steden, want in de dorpen is dat onmogelijk) tijdens de stille uren als de mannen in de moskee zijn, om naar een begraafplaats te gaan of de trouwerij van een familielid.”

Aube’s reis gaat uiteindelijk letterlijk naar haar geboortedorp. Daar vindt ze hopelijk, wanhopig, verklaringen voor wat er is gebeurd en de facto nog steeds aan de hand is. Ze zoekt antwoorden die alleen de overledenen haar kunnen geven, bijna tegen beter weten in.

Een boek dat je met een harde klets voor je kop laat beseffen dat het niet overal ter wereld gezellig is.

ISBN: 9789026370830

Uitgeverij AmboAnthos

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *