Manik Sarkar – Ossenkop

I
Vroeger was alles beter – of wacht…
In dit iets oudere boek zijn de eerste drie pagina’s al volgeprezen door pers en boekhandelaren, unaniem tussen juichen en ronken in. Zulk verbaal geweld werkt bij mij vaak tegengesteld. Dus ik nam met enige reserve toch het boek ter hand nam. Het is het beste boek dat ik in tijden heb gelezen.
Waar ligt dat aan? Toegankelijkheid, denk ik. Het verhaal begint aards: we staan opeens handenblazend op een koude veemarkt. Je hoort de veehandelaar met glimmend rode wangen, een portefeuille vol honderdjes en een flesje brandewijn in zijn binnenzak zeggen dat het een topdier is, niks mis mee, vertrouw op mijn ervaring, jong, ik heb je opa nog gekend.
Rensing kent de markt
Tussen die ruwe en sluwe handelsmanieren voelt de jonge Rensing zich thuis. Hij kent de markt, maar beter nog de dieren die verhandeld worden. Als zijn vader de slager een net aangeschaft rund uit de aanhanger laadt, staat de jongen erbij, ziet hier dier en zegt: ‘Dit is nat.’ Vader reageert niet want weet dat hij al jarenlang ervaring er gelijk heeft, maar bij het slachten blijkt het rund toch ‘zeiknat’. De teneur is gezet: zoon overtreft vader in vakmanschap. Helaas kent dat vakmanschap zijn beperkingen. Rensing is een topslager, kent elke spier, elk stukje binnenwerk van de runderen, fileert de biefstuk als geen ander, kan een stuk vlees op meters afstand determineren. Maar verkopen is andere koek. Als hij zijn vader opvolgt en de winkel gaat drijven, komt naar boven dat zijn zakelijke instinct nauwelijks aanwezig is. Hij kan een prima vleesadvies geven, maar de vleeswaren zodanig prijzen dat er nog wat winst overblijft lukt niet. Dat laat zijn sporen na, zelfs als hij de behulpzame vrouw Jacomine trouwt.
Jacomine grijpt in
“Op een dag na het eten zei Jacomine: ‘We bloeden leeg. Er moet iets veranderen.’ Het was anderhalf jaar na de grote verbouwing. Van Rensing grote vernieuwingen was niets meer over. De verkoop verliep weer zoals de verkoop altijd was gegaan, zoals de verkoop in alle slagerijen van de wereld gaat. Niks vernieuwing. Niks revolutie.
Jacomine zat aan de keukentafel over het grootboek gebogen. Ze had water voor koffie opgezet. ‘Er komt niet genoeg binnen en er gaat te veel uit. We moeten over een nieuwe rente onderhandelen. Dan krijgen we een boete, maar dat moet dan maar. Ik heb een afspraak bij de Middenstandsbank gemaakt. Morgenmiddag halfvier. Ik doe het woord.’”
In zijn beperktheid is dit een fabelachtig strak gemaakt verhaal. We worden terug gekatapulteerd in een tijd dat er nog geen supermarkten of elektrische bezorgbusjes waren. We zijn in naoorlogs Nederland op z’n smalst. Onze Rensing (de lezer sluit hem direct in zijn/haar hart, totdat het verhaal vordert) gaat niet met de tijd mee. Voor hem is het slachten, fileren en uitstallen van het vlees zijn passie. En zoals Jacomine met lede ogen aan moet zien, is hij niet in staat om ook economisch een zaak te drijven.
Dat wringt inderdaad. Sarkar pluist die emoties meedogenloos uit tot in de diepste vezels van de hoofdrolspelers. Wat verrijst is een helder doch tragisch beeld van een veranderende wereld, en een grootse beschrijving van de teloorgang door karakter.
Hoe het verhaal verloopt, lees dat vooral zelf. Het is de moeite waard.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
ISBN: 9789048862629
Sterren: ****
Uitgeverij: Hollandsdiep
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!