Mariska Kleinhoonte van Os – Tussen de mazen
Afglijdende mensen
Er gaan veel mensen dood, of zijn dat al gegaan, in dit diepgravende boek van Mariska Kleinhoonte van Os. Deze hele recensie vullen met fragmenten uit de verhalen hier zou geen enkel probleem zijn, ware het niet dat we dan te veel weggeven. Het enige juiste advies: lezen dat boek.
Iets te kort door de bocht inderdaad, laten we het boek laten spreken. Een fragment dan uit ‘De paskamer’, waar we door de ogen van een schuchtere vrouw in een lingeriewinkel voelen hoe de nasleep van een operatie ingrijpt in zoiets relatief eenvoudigs als het vinden en passen van een kledingstuk. Ze staat in de paskamer en een vriendelijke medewerker assisteert:

Mariska Kleinhoonte van Os
uitgeverij Van Oorschot
©Annaleen Louwes
‘Kom, laat me je helpen,’ zei de medewerker zacht. In het midden van de bh, aan de achterkant, greep de elastische stof in elkaar als de puntige tanden van een alligator, om en om in elkaar passend. Ze stulpte de haakjes naar voren, zodat de kaak zich opende. ‘Sorry dat ik het vraag, maar zijn je lymfeklieren ook verwijderd?’
Opnieuw kon ze alleen maar bevestigen, met een nauwelijks merkbaar knikje van haar hoofd.
“Dan geeft deze bh een goede drukverdeling om vochtophopingen te voorkomen.’”
Subtiel verwoord lokt deze kleine geschiedenis de lezer het verminkte leven van de vrouw in. Zachtjes maar met harde na-ebbende schokgolven maken we kennis met de tegenovergestelde kant van gelukkig zijn. Kleinhoonte van Os is een meester op dat miniatuurgebied.
De verhalen zijn relatief kort maar de impact is des te groter. Dat zien we in ‘Ibis’. Daar vallen we het hoofd binnen van Antonius. Ingenieus leidt zijn gedachtengang ons direct naar vermoedens van vergeetachtigheid of wellicht erger:
“Er is een complot. Zijn telefoon is ook al weg. Te wijten aan zijn eigen slordigheid, zeggen de anderen. Maar Antonius is niet gek, hij voelt het toch. Hoe ze smoezen in de gang, de gesprekken die verstommen als hij binnenkomt….
Eerst was daar het gesprek, boven. Ver van hen die beneden wachtten, zijn vrouw en zoon. Na tien minuten al kwam Antonius naar beneden, briesend, schreeuwend, stampend, jankend. ‘Ze willen me laten opnemen!’ En dan volkomen strak: ‘Als jullie me dit aandoen, dan wil ik jullie nooit meer zien…’”
Meer parafraseren zou zonde zijn. Beter is het om gewoon dit juweeltje te gaan lezen en bijvoorbeeld meemaken hoe afglijdende mensen zich moeten voelen. Of je eigen mededogen testen: wat zou ik doen?
—
ISBN: 9789028251298
Uitgeverij van Oorschot
Ook verschenen op Boekenkrant
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!