Marjolein de Craen – Freek en de mierenkoningin
Goede intenties in zwak verhaal
‘Show, not tell’ is één van de belangrijkste schrijverswetten. Een verhaal moet de lezer bij de lurven pakken voordat de concentratieboog geen boog maar nog slechts een slaphangend draadje is. ‘Freek en de mierenkoningin’ lijdt aan zo’n hangend draadje. De opzet van het verhaal is goed, de thematiek belooft veel goeds en de lezer valt meteen in een probleem: Dierverzorger Thijs merkt dat de stroom water van de waterval vandaag iets nieuws in zich draagt. Het zijn dode atlasvlinders en dat betekent stront aan de knikker. Hij moet Freek vinden en snel.
Marjolein de Craen
Freek is mentaal uitgedaagd, zoals dat heet, maar hij mag van de directeur in de dierentuin wel hand- en spandiensten verlenen. Alleen moet je niet vergeten de waterval uit te zetten voordat je de vlinders uit de poppenkast vrijlaat. Als Freek zijn fout beseft, dwaalt hij blindelings over het dierentuinterrein waar hij noodlottigerwijs de directeur tegenkomt. Die geeft hem direct een schrobbering voor zijn smerige t-shirt: “’Als het zo moeilijk voor je is om netjes te eten, trek dan in elk geval een schoon T-shirt aan. Dit is beslist geen reclame voor de zaak.’” Het spanningsveld tussen deze drie protagonisten is duidelijk. We leren daarna over Freeks moeder Marie dat ze zichzelf nog altijd geestelijk kastijdt, omdat ze de bevalling niet snel genoeg liet verlopen, waardoor een afknelling van de navelstreng het zuurstoftekort in Freeks hersens veroorzaakte. Er is frustratie: meteen na die rampzalige bevalling startte haar man Pim een klachtenprocedure die zoveel tijd kostte dat hij nauwelijks naar zijn nieuwe zoontje omkeek.
www.praktijkgooimeer.praktijkinfo.nl
We missen urgentie bij de getroebleerde personen
Hier begint de manier van vertellen te storen. De draad van het verhaal wordt lastig te volgen. We lezen veel wollige gedachten van personen inplaats van korte, heldere momenten en vooral beelden om het verhaal voort te stuwen. Het ‘show, not tell’ principe inderdaad. We missen urgentie bij de getroebleerde personen die zich door het leven slaan. Oké, het is allemaal zielig en zwaar, maar dat weten we na drie hoofdstukken wel. Deze cirkel van misnoegen is te mager.
Betere teksten zoals hieronder passen het show-not tell-principe gelukkig wel toe. Het gaat over Marie die in de vlinderkast onderuit gaat: “…De tas glijdt van haar schouders en brengt haar nog meer uit balans. Met een smak belandt ze op haar linkerzij in het modderige kikkerpoeltje. Het weinig water dast erin zit, spat op en de modder golft lobbig om haar heen… De nattigheid sijpelt door de dunne stof tot op haar huid. Een rilling gaat door haar heen. Getverderrie, wat een smerige boel! Ze stinkt naar putlucht. Nog geen halve dag draagt ze haar nieuwe aankoop en die kan nu linea recta naar de stomerij…” Maar het is niet genoeg. We blijven hangen in een aardig verhaal dat problemen tracht aan te stippen, maar niet de overtuigingskracht heeft om die bij de lezer te laten binnenkomen. Volgende keer een betere ‘Freek en de mierenkoningin’
—
ISBN: 9789492241733
Sterren: **
Uitgeverij: Magonia
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!