Nico Dros – Eiland van gisteren

Vroeger was alles ruiger

Op Texel, zoals dat in vaktaal heet, is het rustig. Dat wil zeggen, zolang we in het eerste deel van dit boek blijven. Daar zet Nico Dros tien hecht doortimmerde en goed gebouwde verhalen op papier over ons welbekendste eiland.

Dros is een no-nonsense woordensmid. Bij hem geen Voskuil-achtige, over anderhalve pagina ploegende volzinnen. Hij zet de situatie op, slaat de piketpaaltjes, noemt de hoofd- en bijrolspelers en laat het verhaal zich zonder poespas afspelen. Dat past prima bij de ietwat stugge uitstraling van een aantal van zijn personages. En bij de algehele sfeer die hij Texel meegeeft, laten we dat het eilandgevoel noemen; een mengeling van hang naar vergane glorie en fraai geformuleerde, eilandgerelateerde teksten.

Het verhaal ‘De derde’ is een mooi voorbeeld van hoe Dros nostalgie, kleinburgerlijkheid, jaloezie en (lichamelijk) verlangen als ingrediënten mixt. We zijn in het huis van de schrijver zelf, omstreeks zijn vijftiende jaar. De heisa begint als er een kaartje komt van Willem, die naar het eiland wil komen. Dat was vreemd, vond zijn moeder. Willem ging al jaren in die maand naar Ibiza en vierde feest met zijn losgeslagen vrienden. Pa is er helemaal niet blij mee, die uitvreter over de vloer.

Los uit de pols associërend door de hoofdpersoon komt het verhaal op roddel en achterklap aan de keukentafel over buitenechtelijke relaties en wat daar voor slechts uit voortkwam, zoals de zelfmoord van een boerenzoon, en Livia.

“Ze was een flowerpowermeisje met bloemetjes in het haar, met allerlei kettingen en sieraden … ze was ontvankelijk voor al dat bijgeloof en onzichtbare gedoe… Ik luisterde ernaar en liet na ertegenin te gaan…. Ik wilde de vormen van haar lichaam in me opnemen… Ik wilde veel meer natuurlijk, ik was immers bijna vijftien, maar tegelijk zag ik ertegenop en voelde ik me er onzeker over…”

Zo kriskras door gebeurtenissen heen hoppend krijgen we veel mee over het leven van de jonge schrijver. Mooi getoonzet, precies de juiste sfeer treffend en plezierig leesbaar. Dat geldt onverkort voor de andere verhalen.

Het tweede deel van het boek, “Eergisteren”, gaat terug in de tijd. Dit zijn de verhalen met een meer historische inslag. Erg leuk is het essay ‘De oermient’, die ieder die ooit over een paradijselijke, zichzelf regulerende oergemeente met een goede afloop heeft gefilosofeerd, zal aanspreken.

Het boek eindigt met een ‘Kleine bloemlezing van gedichten in het Tessels’. Die gedichten zijn inderdaad in het Tessels, dat verdacht veel tegen het Koeterwaals aanleunt. Moeizaam leesbaar, bedoel ik, voor de gemiddelde Nederlander. Had wat mij betreft niet gehoeven maar allez, voor de volledigheid maakt het dit boek tot een keurig afgerond en prettig verteerbaar geheel. 

ISBN: 9789028242760

Sterren: ***

Uitgeverij: van Oorschot

Ook verschenen op Bazarow 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *