Louis-Ferdinand Céline – Londen
Verslag van het onzegbare
Ik zit in mijn gemakkelijke stoel, een kop koffie in mijn hand. Het leven is relaxed.
Voor de deur stopt een geel DHL-busje. De hond die naast me lag te slapen spitst z’n oren, zijn kop komt omhoog.
Dit is een Schapendoes. Een oud Nederlands ras, niet al te groot, warrig zwart haar, pientere oogjes verborgen in dat zwarte haar, voorzien van een uitstekend gehoor, ondanks zijn afhangende flaporen. En buitengewoon schichtig.
Hij heeft geen probleem met in 0,2 seconden vanuit diepe snurkende slaap naar een fel blaffende stuiterbal te exploderen. Zeker als de bel gaat.
WAF WAF WAF WAF!!
Met vier poten van de grond springt hij op en neer, elke sprong iets luider blaffend. Dat geluid ligt ver boven mijn irritatiegrens. (Ja, we hebben geprobeerd hem op te voeden, met commando’s, snoepjes en wat al niet, maar we weten nu dat deze schapendoes zich niet laat opvoeden. Natuurlijk zijn we te laks geweest, niet consequent, te weinig overwicht en geen inzicht in het hondenbrein. Dat is zeker niet onwaarschijnlijk maar intussen hebben we wel een blafexplosieve zwarte duivel.,
‘Ding-Dong!’
Ik spring op en sprint naar de kamerdeur.
Door de bel en mijn plotselinge energie slaat bij de hond de vlam nog verder in de pan en hij stuitert vanuit gestaag blaffen naar 100 dB galmblaffen.
Nog gehaaster zet ik twee korte stappen, reikend naar de deurknop, en schat de afstand tussen mijn knie en de oude reiskist die naast de deur staat, verkeerd in. Ik stoot mijn rechterbovenbeen spectaculair hard aan de uitstekende rand van de kist.
Een heftige, duizeligmakende pijn schiet het pijncentrum in mijn hersens in.
Nog in de flow ruk ik de kamerdeur open, hou met m’n linkerbeen de hond achter me, duik het gangetje in, trek de deur achter me dicht, ja het geblaf is iets gedempt nu, en ik open de buitendeur.
Glimlachend reikt het DHL-meisje me het pakje aan. Ik pak het aan, bedank haar en sluit de deur.
Inmiddels is de oorlog in de kamer iets verzacht. De hond is slim genoeg om te weten dat er geen kans meer is om naar buiten te rennen om het huis te redden.
‘Mislukt,’ zeg ik smalend. Ik open het pakje dat ik besteld had. Uit de gewatteerde envelop komt het prachtboek ‘Londen’ van Louis-Ferdinand Céline.
Thema: OORLOG.
Jazeker, dit is het vervolg op Celine’s vorige boek Oorlog, een wild om zich heen slaande, etterende, exploderende getuigenis van de smerige strijd in de Franse loopgraven rond 1930. Het is ook het tweede deel van de teruggevonden handgeschreven manuscripten van hem, die zoek waren geraakt. Aan het ontcijferen en vertalen van de rest van de manuscripten wordt gewerkt; er gaan nog vier boeken van Celine verschijnen.
In dit ‘Londen’ is hoofdpersoon Ferdinand met zijn opgedane vriendin tevens prostituee Angèle vanuit Frankrijk in Londen aangekomen. Hij komt terecht in het Leicester pension – een kosthuis waar pooier Cantaloup, bommenlegger Borokrom en de eeuwig dronken officier Lawrence een levendige seks- en drughandel drijven, waar de Londense politie lucht van heeft.
Een gezellige bende op een weinig rustgevende plek dus, waarin Ferdinand zijn kamertje in het bordeel betrekt. De oorlog is voel- en tastbaar. Op straat al signaleert Ferdinand de pleurisherrie van de revues, die proberen de Engelsen de oorlog in te lokken.
Is het buiten lawaaiig – de toestand in het kosthuis is nog veel wankelmoediger. De door oorlog getekende mensen die in dit afvalputje terechtkomen hebben alle gevoel voor decorum verloren, de laagjes beschaving zijn definitief van ze afgebrand: ze kunnen alleen nog hun primaire, getraumatiseerde zelf zijn.
Zo netjes gekalligrafeerd schrijft Celine dat niet op. Hij hanteert liever de ‘show, not tell methode‘, zoals wanneer één van de prostituees zwanger is geraakt en dat verholpen moet worden:
“Toen werd de buik van Mona Lisa zo omvangrijk dat ook de klanten er opmerkingen over maakten, zelfs ‘s nachts was het goed te zien. Ze mocht dan dapper zijn, maar zich verplaatsen kostte nu wel moeite. Rupert Passage kwam ze niet meer uit. Als ze achter een klant de trap op liep, zakte ze boven in elkaar op de bank. Ze kon alleen nog van opzij neuken. Bovenop verstikte haar. Er verder moest ze zelfs op straat overgeven. Dus er moest een beslissing worden genomen… Op een ochtend zeiden we: het is zover. Ik zag ertegenop, terwijl ik voor die tijd toch vreselijk pijnlijke en nog veel bloederiger dingen had gezien. Maar bij een vrouw is het toch anders, vooral bij die fragiele Mona Lisa, en vooral bij haar binnen, daar te gaan rommelen met een tang dat gaat je hoe dan ook niet in de kouwe kleren zitten.”
Ferdinand maakt er het beste van met zijn nieuwe vrienden. Dat dat prostituees, souteneurs en hoerenlopers zijn, is voor hem geen punt. Hij brengt slechts aan het licht hoe het leven in die dagen, in die situatie, verloopt. Maar de geestelijke toestand van hem en zijn maten gaat er niet op vooruit:
“We krijgen zoveel nieuwe ideeën dat we niet meer weten wat we ermee aan moeten. We zijn geen kunstenaars. Ik zou nog tien keer zo dronken kunnen zijn maar vergeten te suizen als duizend trommels zou ik niet. Ik heb alleen al in mijn hoofd genoeg om twintig regimenten gelukkig te maken. Het bestaan is gewoon te keihard dat is alles….”
Intussen worden de omgangsvormen wat vrijmoediger:
“Maar ook Boro slaat aan het beffen in de badkamer. Hij bevredigt een van de roodharigen zo goed dat ze bezwijmt. Nog steeds met hoed en sjaal om. De andere roodharige wil ook wel. Ze gaat tekeer. We moedigen aan. Mooi, enorme dijen die klaarkomen, ze spannen volledig, schoksgewijs en hevig. Het lijkt of er een mes onder de huid beweegt….”
Céline is lekker op dreef in Londen, dat is niet alleen te merken aan teksten zoals hierboven, maar ook aan de meer dan gemiddelde dikte waar het boek op uitkomt. Fenomenaal zet hij de idioterie van mensen die elkaar afslachten om in de idioterie van het bestaan in die tijd. Een verhaal waar van te genieten valt, en evenveel van te gruwelen. Met een heftigheid die niet vaak overtroffen is in de literatuur. Ook dat is de idioterie van een oorlog.
—
ISBN: 9789025316051
Sterren: ****
Uitgeverij: Athenaeum-Polak & Van |Gennep
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!