Jonas Eika – Na de zon
Levenslust met donkere ondertonen
Vier verhalen vinden we in dit strak vormgegeven boek. Dat is niet veel, zou je kunnen denken, maar de heftigheid van die verhalen compenseert ruimschoots het mindere boekvolume. En ‘heftigheid’ is hier prima uitgedrukt in termen van fantasie, seks en bizarheid.
In ‘Alvin’ is de hoofdpersoon op banenjacht – hij wil in Kopenhagen gaan werken in de IT, vliegt erheen en wordt ontvangen door een employé van het bedrijf. Meer dan dat: de employé verleidt hem tot onrustige seks en neemt hem vervolgens mee naar een, laten we zeggen, niet voor de hand liggende werkplek diep onder de grond. De daaropvolgende ontmoeting met zijn toekomstige baas verwijst sterk naar een unhappy ending.
Die kenmerken komen we als hoofdingrediënten bij de andere drie verhalen ook tegen. Maar geen verveling te bespeuren; de registers waaruit Eika put zijn breed en extreem genoeg om niet in herhaling te vervallen.
Zijn teksten ontroeren net zo makkelijk als ze choqueren, meeleven en verbijsteren, mee-ontwikkelend met het verhaal. Sombere ondertonen hebben die verhalen wel allemaal; homo-erotische aspecten eveneens. De algemene toon is melancholisch, met soms felle uitschieters naar de donkere kant.
Je leest de verhalen met gemak, licht geamuseerd tot je opeens verzeilt in een bizar stukje wereld waar je geen weet van had. En dat maakt het lezen dan weer avontuurlijk. Zoals in dit verhaal ‘Bad Mexican Dog’, waar de hoofdpersoon één van de jongens is die de strandactiviteiten doet. Daar vallen sommige nevenactiviteiten ook onder.
“’Oké boys,’ zegt de eigenaar terwijl hij zijn rokende peuk over onze hoofden knipt. ‘Het begint minder te worden. Als de regen is opgehouden wil ik dat de club weer helemaal op orde is.’
In totaal moeten het vierhondertachtig ligstoelen zijn, in vierentwintig perfecte rijen van twintig, en we zijn met vier boys, het is zwaar werk.
…
Dan is het avond en duwt hij me voorover het bassin voor het kleedkamerbankje in. Boven het zeewater dat tot halverwege mijn dijen komt hangt een oranje damp. Het water is dik en het krioelt van de kwalachtige klodders waarmee we het dag in dag uit hebben gevuld, de klodders zijn een verbinding aangegaan met elkaar en met het zout: trossen die uitpuilen van de kleine geaderde, wittige eitjes. Ik zit op handen en voeten voor Manu die me op zijn knieën zit te voeren met het levende water, hij schept het met zijn hand in mijn kont. De zon zit nu in me want de zon gaat onder in de zee. Dan laat hij me het uitwendige, doorzichtige garnalenskelet zien dat hij op het strand heeft gevonden, steekt zijn hand in zijn zwembroek en haalt zijn lange, dunne pik tevoorschijn. ‘Heb je zin?’ vraagt hij knikkend, en ik knik terug, en hij draait de kop van het skelet af en dompelt de rest onder in het levende water om het zacht te maken. Het skelet zit strak om zijn pik, op de bungelende pootjes bij de wortel na. Ik laat me met gekromde rug en mijn kont omhoog door het bassin drijven laat mezelf slap worden van binnen en voel hem naar binnen glijden: een ribbelig en kriebelend gevoel in het slijmerige en koude…”
—
ISBN: 9789083347158
Sterren: ****
Uitgeverij: Koppernik
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!