Imre Kertész – Onbepaald door het lot
Holocaust door kinderogen
“Die dag ben ik niet naar school gegaan. Dat wil zeggen: ik ben er wel heen gegaan, maar alleen om me door mijn klassendocent vrij te laten geven. Ik gaf hem de brief van mijn vader, waarin hij verzocht mij ‘wegens familieomstandigheden’ van school vrij te stellen. De leraar wilde weten wat dat betekende, familieomstandigheden. Ik zewi hem dat mijn vader voor de arbeidsdienst was opgeroepen. Toen hij dat hoorde maakt hij geen bezwaar meer.”
Ik begin met deze monoloog omdat hierin eigenlijk het hele boek dat we hier bespreken, besloten ligt. We volgen de geschiedenis van een veertienjarige Joodse jongen die eerst de dreiging van een oorlog – DE oorlog – aanvoelt, en vervolgens de gevolgen ondervindt.
Op een kwade dag wordt de jongen op straat door soldaten opgepakt en, zoals dat ging, op transport gesteld. Naar Auschwitz eerst, dan Buchenwald en daarna Zeitz. Hij ondergaat dat lijdzaam en kijkt eigenlijk vooral met verwondering om zich heen. Wat gebeurt er? Wie doet wat? En de hamvraag: waarom gebeurt dit met hem?
Wij als lezer krijgen door die onschuldige veertienjarige jongenskijk op het leven, de snoeiharde onmenselijkheid van de Jodenvervolging ongefilterd voor onze kiezen. De lezer moet wel van steen zijn om hier geen emoties bij te voelen. Kertész houdt het perspectief consequent vol terwijl de jongen zijn kruisgang maakt langs de vernietigende machinatie die met een duivelse efficiëntie ontworpen is om zoveel mogelijk, met zo min mogelijk inspanning, Joden te vermoorden.
Een stukje verderop in tijd, beschrijft de jongen het veranderende gedrag van een meisje dat hij kent:
“Ze wilde met ons praten over iets wat haar de laatste tijd zorgen baarde en haar sterk bezighield: het dragen van de gele ster. Door de blikken die de mensen op haar wioerpen had ze gemerkt dat zich een zekere mentaliteitsverandering had voorgedaan en dat de mensen zich anders gedroegen tegenover haar dan vroeger, sterker nog: ze kon aan hun gelaatsuitdrukking zien dat ze haar ‘haatten’….
Ik vond dat ze wel wat overdreef, mijn eigen ervaringen waren in elk geval anders. Op mijn werk bijvoorbeeld gedroegen de meeste metselaars zich heel vriendelijk tegenover ons jongens, hoewel iedereen wist dat juist metselaars een hekel hadden aan Joden…
Ook moest ik aan het gedrag van de bakker denken, en ik probeerde het meisje uit te leggen dat zij niet degene was die door de mensen werd gehaat, althans niet zij persoonlijk, tenslotte kenden ze haar niet eens, maar dat hun haat op de gedachte berustte dat zij een ‘Jodin’ was.
Kertész neemt op fluweelzachte wijze de lezer bij de hand, de ondoordringbaar duistere wereld van Jodenvervolging in, en juist door dat fluweel komt de boodschap des te harder binnen.
—
ISBN: 9789028233065
Sterren: ****
Uitgeverij: van Oorschot
Ook verschenen op Bazarow
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!