Guus van Loenen – EEN GIDS die het ook niet weet – vijftig levenslessen van Leonard Cohen

De Bard verklaard

Kennen we hem nog? De man met de lange zwarte jas, gleufhoed en de microfoon tegen zijn lippen gedrukt. Met zijn donkere stem zong, kreunde, fluisterde of riep hij de tekst van zijn liedjes in de microfoon. Sommige van zijn nummers werden evergreens, al is dat woord niet toereikend voor de diepgang die Cohen in zijn muziek (ver)stopte.

Liefhebber en theoloog Guus van Loenen verzamelde de teksten van de oude bard en zocht er de betekenis bij. Die tekstverklaring is erg uiteenlopend: van simpele geilheid tot het aanroepen van God zelve.

Om maar meteen met het laatste – tevens duisterste – deel van Cohens oeuvre te beginnen: zijn laatste album doopte hij niet zonder reden ‘You want it darker’:

“God is geen heler, geen redder wanneer het water aan zijn lippen staat. En als God het glorieuze licht is, dan blijft voor de mens weinig meer dan schaamte over.”

Zo kun je het ook zien. Van Loenen loopt nauwgezet het hele oeuvre van de betreurde zanger langs, en onthult bepaalde meningen die zijn studieobject in de loop van diens leven ontwikkelde. Zo is er de allesdoordrenkende somberheid die veel van de liedjes kenmerkt, alsof de bard iets te veel aan de duistere kant van het artiestendom zijn dagen doorgebracht heeft .

Ikzelf (maar dat staat niet in dit boek) zag ooit Cohen bij een legendarisch concert in Londen zijn onnavolgbare ‘Hallelujah’ live op podium performen. De zaal was wild, Cohen zijn gewone coole zelf, maar aan het eind van het nummer zei hij: “Deze song ‘Hallelujah’ ben ik kwijtgeraakt.” Hij glimlachte er een beetje treurig bij en vervolgde: “Een vriend van mij had een contract gemaakt. Hij hield het papier voor me, en zei: ‘Teken hier maar, dan regel ik de rest voor je.’ Dat deed ik. En pfew! De song was niet meer van mij. Alle rechten waren op zijn naam gekomen, ik verdiende er niets meer mee. Tsja.’ Het klonk even treurig als het hoogstwaarschijnlijk was.

Leonard Cohen

Terug naar het boek. Van Loenen analyseert ook dat neerslachtige aspect van onze artiest:

“Cohen stelt vast dat de wereld fundamenteel scheef in elkaar zit. En dat mensen desondanks meer gewicht toekennen aan het behoud van het bestaande dan aan het realiseren van verandering. Zijn toekomstverwachting is dan ook niet rooskleurig.”

Dit, en nog veel meer over de teksten en muziek van Cohen, vindt u terug in dit zeer goed gedocumenteerde boek. Voor de liefhebber, maar ook voor de beginnende Cohen-geïnteresseerde.

ISBN: 9789464713923

Uitgeverij Noordboek

Ook verschenen op Boekenkrant 

Sue Prudeaux – Wildeman

Wat je nooit over Paul Gauguin wist

Dit boek is gewijd aan de baanbrekende Paul Gauguin. Dat roept de eerste vraag op: waarom Gauguin en niet andere impressionisten als Matisse, Bonnard, Vuillard? Waarschijnlijk omdat Gauguin het meest buiten de lijntjes kleurde. Hij is bijvoorbeeld opgevoed in Peru, was effectenmakelaar in Parijs, kanaalgraver in Panama City en journalist op Tahiti. Sue Prudeaux pluist zijn hele leven uit. Op zich is dat al boeiend genoeg, en de bijvangst is dat al die lichthartige schilders vanzelf langskomen – ook van Gogh, ja.

Het fysieke boek is fantastisch. Een verhaal van 445 bladzijden in een heerlijk stevige hardcover met bijbehorende stevige prijs (39,90 euro in Nederland). In het boek een behoorlijk aandeel afbeeldingen van schilderijen, hier en daar over twee bladzijden uitgevouwen, prachtig van kleur en helder gedrukt. Het is geen boek om in één ruk uit te lezen, al mag dat natuurlijk, maar het betere savoureerplezier beleef je toch aan de combi van deze schilders en hun vereeuwigde werk.

Het begint als Gauguin op zijn zeventiende aanmonstert bij de koopvaardij als loodsleerling, wat baantjes hopte en in 1870 weer Frankrijk belandde, dat toen belegerd en later bezet werd door Pruisen. In die tijd werd hij gegrepen door de liefde voor kunst. Hij bezocht galerijen en pakte daarna zelf het penseel op. We zien een schilderij uit 1884: ‘Mevrouw Mette Gauguin in avondjurk’. Prachtig subtiele kleuren, mooie houding, beetje donker.

Dat is trouwens ook een manier om dit boek te ontdekken: volg alle opeenvolgende schilderijen en onderga het leven van Gauguin. Tussendoor lezen is aanbevolen om de schildersstromingen te herkennen die opkomen en weer uit de gratie raken:

“De tweederangs impressionistische schilder Félix Bracquemond wilde dat Gauguin de winter als de pottenbakkersschijf doorbracht. Hij had samen met Gauguin in meerdere impressionistische tentoonstellingen geëxposeerd, maar hij was vooral belangrijk als smaakmaker. Nadat Bracquemont een album van Hokusai onder ogen kreeg, ontketende hij bijna eigenhandig de rage van het japonisme die Parijs overspoelde.”

Als een kind in een snoepwinkel proefde, rook, voelde Gauguin nieuwe stromingen aan. De periode (rond 1888) die hij met Vincent van Gogh samenwerkte, bracht nieuwe energie. Hoe hij de schilder zelve ontmoet en met zijn gedrag moet omgaan, behoort tot de intiemste onderdelen van dit boek. Het samenzijn met Vincent van Gogh levert hoogtepunten op voor beiden.

Sue Prudeaux beschrijft meticuleus hoe de schilder steeds nieuwe horizonnen zocht, bijvoorbeeld in Tahiti. Ook dat gaf hem nieuwe energie. De exotische omgeving, de kleuren vooral, laten hem ongebreideld heftige nieuwe werken maken. Veel later, weer in Frankrijk, krijgt hij te maken met minder plezierige kanten van het ouder worden. Toch kan hij het creëren van schilderijen niet laten – het is zijn leven.

Kortom: een prachtig boek, rijk voorzien van beeld en tekst, met indrukwekkende kennis van zaken beschreven en niet voor niets boek van het jaar van Times Literary Supplement, The Telegraph, The Spectator, The Economist. Lezen maar!

ISBN: 9789029544009

Uitgeverij Arbeiderspers

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Jan Jutte – Ik ook

Wat jij kan …

We zouden dit prentenboekje (want kleiner dan het gemiddelde, maar wel weer groter dan een gewoon boek) een leerboek kunnen noemen. Twee hoofdpersonen zijn er: een naamloos jongetje en Beer. Samen lopen, draven, klimmen, vallen, ruiken ze door het boek, in een vast stramien: Beer doet het voor en het jongetje kopieert het gedrag.

Een eenvoudig concept dat we allemaal in onze groeipijnen hebben meegemaakt: voordoen en nadoen. Hier is het vooral handig, zo’n kneiter van een leermeester die qua formaat niet te missen is. Spelenderwijs verkrijgt het jongetje steeds meer vaardigheden.

Het verhaal is kipsimpel, uitleg aan de kleine lezer is nauwelijks nodig.

Op pagina 3 en 4 zie je de oervorm. Beer en jongetje zitten op de grond. Beer achter en jongetje voor. Beer (donkerblauw) rekt zich uit (of leunt naar achteren, daar wil ik vanaf zijn) en jongetje doet hem na. De tekst:

beer wordt wakker

ik ook

Op pagina 5 en 6 beginnen de twee het ochtendlijke opsta-ritueel. Beer staat voor de spiegel, ziet zichzelf met een tandenborstel in de weer. Tandenpoetstijd! Het jochie doet hem na.

beer poetst

ik ook

Nog eentje dan. Op pagina 13 en 14 maken de twee herrie. Beer (paars) blaast op een trompet, die TOEEET!!! brult. Rechts onder staat de kleine jongen (in een paars kadertje) tegen Beer in te blazen met een feesttoetertje. Zo te zien doen ze een herriewedstrijdje.

Jan Jutte

Met op elke pagina die sprekende tekeningen, handelingen, geluiden, voorwerpen en imitaties nodigt het boek uit om de bladzijden om te slaan. Door te lezen. Te zoeken naar weer een gek object, instrument of ineens een fiets.

Een prima doorbladerboek voor uw kleinste, berekend op onhandige handjes (dik papier), verrassend (felle kleuren) en uitdagend (rare situaties). Doe die kleinste een plezier en laat hem/haar grasduinen.

ISBN: 9789047717805

Uitgeverij Lemniscaat

Ook verschenen op Boekenkrant 

Barbi Markovic – Mini Horror

Zwarte relationele humor

De opmaak en kleurstelling van dit boek wijzen (achteraf gezien) al in de richting van vrolijk absurdisme. De letters MINI en HORROR dansen vrolijk boven elkaar, er hangen Mickey Mouse-achtige hoofdjes boven die tekst, de omslag is uitgevoerd in oogverblindend rose, wat perfect contrasteert met de heldergele letters van de naam van de schrijver.

Maar het gaat natuurlijk om de inhoud, die bijzonder niet teleurstelt. Partners Mini en Miki gaan wonen in een buitenwijk van Wenen. Om erbij te horen doen ze hun best, maar helaas overkomen hen louter catastrofes: Maden in een chocoladereep, Mini wordt levend begraven en Miki vecht met een vleesetend monster. En dat is nog maar het begin.

In een droogkomische stijl ontvouwen zich de avonturen van de twee. In ‘Mijn leven wordt begraven’ gaan de twee naar Mini’s geboortestad, zodat Mini haar paspoort kan verlengen:

“Een vlucht kost honderd euro en duurt een uur. De busrit kost vijftig euro en duurt zeven tot twaalf uur, terwijl Mini vindt dat ze in haar leven al genoeg tijd in bussen heeft doorgebracht en er zeker van is dat het afzien wordt, kijkt Miki juist uit naar zijn eerste busreis op deze route, hij verheugt zich op het avontuur. Bovendien is hij van mening dat korte vluchten erg slecht zijn voor het milieu. Op de dag van vertrek staan ze met hun rugzakken en koffers of het busstation. Ze geven hun kaartje aan de chauffeur, en de chauffeur vraagt Mini in haar moedertaal of Miki haar vriend is en of ze niet iemand van haar eigen soort had kunnen kiezen. Tegen Miki zegt hij op basis van zijn nationaliteit alleen maar: ‘Heil Hitler!’”

Barbi Markovic

De sarcastische grappen en grollen lijken uit de werkelijkheid te zijn gedestilleerd. Markovic heeft een scherpe kijk op de menselijke interacties, vooral de mislukte variant daarvan. Relaties lopen regelmatig op de klippen, er is sprake van moedwil en misverstand, absurditeit viert hoogtij. In de normale dagelijkse activiteiten schuilt om elke hoek een ramp, een vernedering, een beschaming of een roodaanlopende maar niet zo bedoelde belediging. Zo is het hoofdstuk ‘PERFECT DAY’ uiteraard precies het tegenovergestelde van die perfecte dag, althans voor Miki:

“Miki zit in het park en kijkt naar een hond die in de verte met zijn baas aan het frisbeeën is. De hond weet de frisbee telkens feilloos te vangen en brengt hem vervolgens terug naar zijn baas…. De bloemen staan in bloei, ze zijn mooi om naar te kijken, en Miki heeft een vrije dag. Hij is bovendien niet ziek, zijn hart is niet gebroken en er staat hem geen belangrijke toets te wachten… Maar zijn probleem met de perfecte dag is dat hij niet gelukkig kan zijn als hij weet dat hij precies nu op zijn gelukkigst is is, waarschijnlijk nooit meer gelukkiger zal zijn in zijn leven en dus hoe dan ook genoegen zal moeten nemen met minder…”

ISBN: 9789083535647

Uitgeverij Koppernik

Ook verschenen op Boekenkrant 

Wies Verbeek – Handboek voor Zestigers

Wat wil een 60 plusser?

Een paar feitjes: Nederland telt op dit moment 2,29 miljoen zestigers, of misschien terwijl we dit lezen alweer 2,3 miljoen. In ieder geval veel oudere jongeren, om die perfecte typering van Kees van Kooten en Wim de Bie eens te gebruiken. Mensen die nog zoveel zouden kunnen: alles eruit halen wat erin zit. Precies voor dat doel is dit boek gemaakt. Het geeft mogelijkheden en beantwoordt vragen over gezondheidschecks, datingsites voor zestigers, of hoe het zit met de potentie/het libido. Dat de achterflap het een perfect cadeau voor elke zestiger noemt zou ik niet direct positief willen noemen maar hé, de verkoopafdeling wil ook even meedoen.

Het boek is met mathematische precisie gevuld.

Als voorwoord vinden we Familie & relatie. Daaronder zes hoofdstukjes die de onderdelen daarvan inleiden:

In mijn woorden:

1.Ik baal van mijn partner en zijn vreselijke tijdsbesteding, hij is met pensioen en ik moet nog zes jaar.

2.Onterven we onze zoon? Hij maakt slechte keuzes. Mag ik me bemoeien met mijn volwassen kinderen?

3.Mantelzorg voor mijn oude moeder, ik moet het allemaal alleen doen met mijn broers. Ik kan er niet meer tegen. Wat nu?

4.Mijn dochter wil dat ik een vaste dag kom oppassen. No way, maar hoe vertel ik het hem?

5.De beste datingsites voor zestigers – ik word al misselijk bij de gedachte.

  1. Ik ben gescheiden en zie mijn kinderen graag vaak, maar zij zijn ook druk. Mag ik ze opeisen?

Na dit twijfelrijtje komen de kopjes Gezondheid, Sociale contacten, Wonen, Brein, Geld, Leefstijl, Welzijn en geluk en Later chronologisch aan de beurt.

Dat alles maakt het mogelijk, als een soort encyclopedie, naar alles wat je over een onderwerp wilt weten te bladeren en daarmee aan de slag te gaan. Een vrij klinisch proces eigenlijk, om de veelal emotionele onderwerpen uit de encyclopedische indeling te vissen, maar voor wie er baat bij heeft, is dit een kristalhelder boek voor later. O nee, voor nu.

ISBN: 9789026367656

Uitgeverij Ambo/Anthos

Ook verschenen op Boekenkrant 

Vasili Antipov – Opgesloten

Solsenitsjin revisited

‘Goelag’ is het gebied in Rusland waar sinds mensenheugenis burgers worden ‘gecorrigeerd’. In die strafkampen laten duizenden mensen het leven wegens idiote ‘vergrijpen’. Vasili Antipov geeft met dit boek een inside update anno 2024.

Het boek bestaat uit twee novellen: Danse Macabre en Opgesloten.

‘Danse Macabre’ gaat over de jonge Vasili Antopov. Hij beschrijft zichzelf en zijn groeipijnen luisterrijk en humoristisch, maar schuwt de duisternis niet:

“De eerste dood die me werkelijk diep raakte, was die van onze hond Zjoetsjka. Ze was een keer op straat achter ons aan gelopen, en we hadden haar mee naar huisgenomen. Ze was een bastaard Karelisch-Finse laika… Voor ieder gezinslid was Zjoetsjka meer dan zomaar een hond. Misschien kwam dat doordat ze in tijden van bloedige interne familieoorlogen, wanneer de kinderen die iets misdaan hadden werden verbannen en aan de rest zelfs verboden werd met hen te praten, zij het enige levende wezen was dat onvoorwaardelijk blij was om iedereen van het gezin te zien, ongeacht hun tijdelijke status binnen het gezin. Ieder van ons begroette ze met haar natte neus…Het enige waar ze niet van hield, was als ze werd gestoord tijdens haar slaap, opgerold in haar donkere berghok waar ze zich terugtrok om uit te rusten van de waanzinnige hoeveelheid contacten die ze moest onderhouden.”

‘Opgesloten’ gaat over een latere periode in Antipov’s leven, namelijk zijn tijd in het  gevangeniswezen. De aanhef is opgewekt: ‘Wit-Russischegevangenissen en psychiatrische instellingen van binnenuit’:

Antipov zit in de bus Frankfurt-Warschau-Minsk en de grens komt in zicht. Hij is high van de verdovende middelen, maar beseft nog net dat hij een pakketje in aluminiumfolie gewikkeld wit poeder in zijn zak heeft zitten. Bij de Poolse grens probeert hij dat te lozen, maar helaas, de grenswachten zijn met te veel. Een grenswacht komt met een speurhond binnen die rechtsreeks naar Antipov trekt. Hij is de sigarillo. Hij verdwijnt (na een op maat gemaakte ‘overtreding’) in het Huis van Bewaring nummer 7, Baba Vanga.

Zo exotisch als die naam klinkt, zo hemeltergend is die bajes. Hij verblijft in Cel 40:

“Het was vooral de stank. De stank van ongewassen lichamen die in een kleine ruimte opgesloten zitten: de cel was berekend op twaalf man, zes slaapplaatsen links en recht, stapelbedden van drie hoog. In het midden waren een kleine doorgang …

Erger nog dan die stank was de sigarettenrook die de onregelmatige muren van de cel en het plafond een muisgrijze kleur had gegeven.”

Vasili Antipov

Dan volgt een beschrijving van de andere gevangenen en hun ‘misdaden’, die al even absurd zijn als de situatie in de gevangenis. Als het niet zo treurig was, zou je erom kunnen lachen. Gelukkig geeft de lakonieke schrijfstijl van Antipov enigszins tegenwicht.

Veel meer dan deze korte inzichten in dit waanzinnig kwaadaardige verhaal kan ik hier niet kwijt. Lees en huiver.

ISBN: 97890835616

Uitgeverij van Oorschot

Ook verschenen op Boekenkrant 

Jeroen Schipper – Kleurvlucht

Driftig hinkstappende gedachten

Sprankelend kleurige gedichten

Jeroen Schipper schreef 13 gedichten, die Vera de Backker inspireerden tot het maken van illustraties. Kleurrijke illustraties, mogen we wel zeggen, die op muziek zijn gezet op het album ‘Kleurvlucht’ op het Spotifykanaal van Jeroen Schipper.

Dat is veel informatie in één alinea, maar als je het boek openslaat merk je hoe vernuftig die informatie over de pagina’s verdeeld is. Op de bladzijde vind je een gedicht dat een tekening ondersteunt (of andersom). Zoals dit ‘Droomwit’.

“(D)roomwit

Ik dook van een hoge stralende klif

In mijn droom

En landde (met de hele klas)

In een zalige zachtzoete plas

Witte room

We zwommen, trappelden en spartelden

Tot het slagroom werd

Toen zwommen we naar de kant

En op een hagelwit strand

Likten wij ons schoon”

Jeroen Schipper

De toon van de gedichten is licht, vrolijk, luchtig en humoristisch. Die mindset past naadloos bij de gedichten. Samen zetten ze de toon voor een makkelijk doorbladerbaar, prima te doorgronden, de oogpupillen kietelend en troostgevend prentenboek.

Nog één gedichtje dan? Vooruit.

“Zo licht

Waarom heet het zonnebaden?

Je zwemt niet en je blijft droog

Plots tilt de zon mij omhoog

Met haar stralen

Nu zwem ik toch

En zweef in haar warme licht

Zo licht

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant 

Sterren: ***

ISBN: 9789083470566

Uitgeverij Levendig

Lara Pawson – Verbruikt licht

 

Een vulva op je koelkast

Excuzez-moi voor deze wat grove aanhef, maar hij geeft in één korte zin weer met welk soort boek we te maken hebben. Associatief is hier het toverwoord. Pawson verbindt alles met alles op een schokkende, volkomen a-logische manier die de lezer in prettige verwarring achterlaat.

Voordeel van deze werkwijze is dat het geen ruk uitmaakt waar in het boek we beginnen te lezen. De hak-op-de-tak stijl maakt circulaire bewegingen naar een eerder, of later, beschreven onderwerp. Zoals het broodrooster.

Dat kreeg ze van Reg de buurman. Dat zat zo: onze hoofdpersoon loopt regelmatig langs het raam van Reg, maar Regs vrouw heeft ze nog nooit gezien. Tot er signalen waren dat er iets mis was bij Reg. Of eigenlijk met zijn vrouw:

“Toen de traplift in de voortuin verscheen, wist ik dat ze dood was. Reg kwam haastig het huis uitlopen en duwde me een broodrooster in handen. Ik heb toch een betere in Chingford, zei hij.

Ik herinner me dat ik naar de lucht opkeek. Het gesteven licht van de zon drong door de wolken heen. Met half toegeknepen ogen probeerde ik te zien wat er achter de verblindend witte waas zat.

Ik bedankte hem en stapte stevig door naar huis terwijl de stekker tegen mijn been botste en jouw zaad nog in het kruis van mijn broek lekte.

Ik had nog nooit een broodrooster bezeten.”

Op de onderhavige beschrijving borduurt Pawson nog even door, tot een nieuwe associatie zich aandient: “Het (broodrooster-NV) heeft ook een rok. Een dikke zwarte rok … Een rok die mijn gedachten op het spoor zet van de oude vrouw die in de bus naaor Órgiva naast ons aan het gangpad zat… En doorpakken weer, Pawson noemt een stierenvechter, wonderolie die ze gedwongen wordt te drinken, en soms stelt ze zich voor dat ze iemand anders dwingt die te drinken.

“Wat had ik moeten meemaken om zo wreed te worden”

Lara Pawson

Vele associatierijke voorwerpen en gebeurtenissen volgen. Dat leidt tot een zeer bloemrijk woordenpalet dat geen moeite heeft de gaskamers van de Nazi’s te beschrijven in dezelfde zin die gaat over koelkastmagneten:

“Jarenlang hield de kookwekker een ansichtkaart op zijn plek op de koel-vriescombinatie.  Een neef en nicht hadden me die uit Amsterdam gestuurd: Deze leek ons wel iets voor jou! Het was een foto van een vrouwengezicht, haar lippen gevormd door een getuite anus, haar neus door een vlezige vulva en schaamlippen, haar ogen echte ogen die aan weerszijden van haar clitorishoed waren gefotoshopt. Alles was geharst. Geen haartje resteerde, geen stoppel te zien.”

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant 

Sterren: ****

ISBN: 978908353661

Uitgeverij Koppernik

Esther Verhoef – Het huis met de palm

Ellis heeft pech. Op de terugreis via Frankrijk, in de auto, overvalt haar een ondraaglijke pijn in haar onderbuik. Ze sleept zichzelf naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis en belandt in een overvolle, stinkende hel waar geen tijd is om haar meteen te helpen. Als ze twee uur later wakker wordt, ligt ze daar nog steeds – te wachten op de uitslag. Het is maar goed dat kamergenote Sophie, een oudere vrouw, haar uitnodigt om in haar huis verpleegd te worden.

Ellis blij. Sophie nog blijer – maar om een heel andere reden, merkt Ellis te laat. Sophie heeft geen goede bedoelingen, ze houdt Ellis gevangen in een een kamer van een groot oud huis. En drogeert haar, merkt ze later. Trouwens, waar is haar paspoort gebleven?

“Klokslag zeven uur komt Sophie de kamer in met twee borden. ‘Gebakken aardappelen, boontjes, eendenbout.’ Ze trekt er een stoel bij en we eten weer samen.

Sophie lijkt in een goede bui, ze ratelt aan een stuk door over de klusjes waarmee ze bezig is, ik kan er nauwelijks tussen komen. Pas als ze de lege borden op het dienblad stapelt, vraag ik haar of ze mijn paspoort heeft gezien. ‘Paspoort?’ Ik zie haar kaken verstrakken.

Ik wijs op de plastic zak die nu aan mijn voeteneind ligt. ‘Het ligt er niet meer in. Ik dacht, misschien heb je het eruit gehaald om –‘

‘Waarvoor heb je een paspoort nodig?’

‘Nou, misschien omdat het een officieel document is dat bij me hoort?’

Ze kijkt me verstoord aan.  Dat is wat ze je graag willen doen geloven.’”

Esther Verhoef

Kundig als altijd voert Verhoef de spanning en het tempo op. In de afzondering van haar ‘logeer’kamer komen langzaam flarden uit het verleden boven. Ellis denkt aan haar vader met losse handjes, de onveilige situatie thuis, de dame van de kinderbescherming, de uithuisplaatsing.

Maar ze herinnert zich ook recentere tijden, zoals toen ze Anthony in de spa tegen het gespierde lijf liep. Anthony werd haar levenspartner. Ze leidden een leven tussen steenrijke yups en malafide sjacheraars, op fantastische hotspots van de wereld (het huis met de palm) en geld als water. Alleen zijn ze inmiddels geen vriendjes meer. Sterker nog: Antony achtervolgt haar – en hij heeft geen goede bedoelingen.

Meer vertel ik niet – lees vooral het boek. Dat is uitstekend stuwend opgebouwd, langzaam spannings- en bloeddrukverhogend, in klare taal geschreven en realistisch. Het laat zien hoe gemakkelijk je leven dat je dacht op de rails te hebben, van buitenaf kan ontsporen. Een thriller tot in de puntjes. 

ISBN: 978904465804

Uitgeverij Prometheus

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Graham Swift – Na de oorlog

Het menselijk tekort in vogelvlucht

De oplettende lezer van deze recensie heeft natuurlijk in de titel gezien dat dit boek twaalf vertellingen bevat. Geen twaalf verhalen, of verhalenbundel, neen, dit zijn vertellingen. Een nuance die Swift meteen al munt bij dit levendige boek. Het gaat hier niet om verhaalstructuren maar om mensen die crashen of een ernstige schok krijgen en uit het lood geslagen worden, en ondanks dat toch door moeten gaan met hun leven.

In het verhaal ‘Chocola’ bijvoorbeeld schept een zekere Dermot op:

“Ik heb eens een meisje gekend, dat in de chocola werkte.’

De anderen wisselende heel even blikken uit.

‘Was dat toen jij in de flauwekul werkte?’ zei Tommy.

Dermot reageerde meteen: ‘Ik heb nooit in de flauwekul gewerkt.’

‘En waar was dit? Waar werkte ze in de chocola?’ vroeg Michael.

‘Het was in de stad York, Micky. Ben je daar ooit geweest? Ligt in het noorden van het land.’

Tommy zei: ‘In Yorkshire, gok ik.’

Dermot negeerde Tommy.

‘Dat was wat ze me vertelde, dat ze in de chocola had gewerkt. … Het beeld van haar – waarom zou ik dat gedacht hebben? – helemaal gehuld in chocola. Dat was wat me op gang bracht, als je begrijpt wat ik bedoel… Helemaal gehuld in chocola. Dat is wat jullie allemaal dachten.’

Geen van hen zei iets. Geen van hen ontkende het….

‘Maar ik vertel jullie alles. Het was een zoet meisje. Een van de zoetste.’

De verhalen in het boek zijn allemaal sterk op hun eigen manier, zelfs als er één de titel ‘Blauwe plekken’ heeft, wat associaties heeft met een jeugdboek dat die aberratie uitentreuren uitdiept.

Graham Swift

Voor mij is het mooiste verhaal ‘Zwart’. Het is zeer eenvoudig van opzet: een arbeidersmeisje stapt in de bus, waar een donkergekleurde soldaat zit. Niemand in de hele bus wil naast, of zelfs tegenover de man zitten. Zwarte mensen kennen we in deze streek namelijk niet, dus is negeren het beste.

Het meisje aarzelt, kijkt nog eens goed naar het gezicht van de man en neemt naast hem plaats. Onwennig beginnen ze een gesprekje met elkaar. Het verschil tussen de wereldlijke inzichten en levenservaring van de man en de nog nauwelijks ontwikkelde visie op het leven van het meisje is schrijnend, maar glorieus in eenvoudige zinnen beschreven. Het menselijk tekort in vogelvlucht. Lezen maar dat boek.

 

ISBN: 9789029553049

Uitgeverij Arbeiderspers

Ook verschenen op Boekenkrant