Recensies van actuele boeken

Simon Stephenson – De sneeuwman en ik

Het leven van een sneeuwman

De sneeuwman in dit boek is een levend persoon. Met gevoelens en alles. Deze sneeuwman (in het Nederlands is dat een sneeuwpop trouwens, zoals hij verder in het verhaal vreemd genoeg wel genoemd wordt) is de hoofdpersoon uit het boek. Hij staat er, in de sneeuw. Er zweeft een gelukzalig glimlachje op zijn berenformaathoofd, een charmante rode sjaal hangt om zijn nek en een arm is om een meisje heen geslagen. Misschien om dat meisje Blessing te beschermen, of wellicht een warm gebaar te maken. Het is immers kerst. Ze vinden elkaar bij de voetbalvelden:

“Blessing stapte van de schommel en stak de voetbalvelden over totdat ze oog in oog stond met de sneeuwpop.

‘Hallo?’ zei ze. ‘Is daar iemand?’

De sneeuwpop gaf geen antwoord en staarde strak voor zich uit.

‘Kun je me horen?’ vroeg Blessing.

De sneeuwpop bleef strak voor zich uit staren.

‘Hallo!’ zei Blessing nog eens. ‘Ik vroeg of je me kunt horen.’

De sneeuwpop bewoog niet, maar Blessing zag de wolkjes van zijn adem in de koude lucht…”

Kersthaters opgepast

Aargh, schrikt de gemiddelde kersthater, dit draait toch niet weer een uit op een kerstboek? Jep, sorry voor de schok. Dit boek testten we op kerstgehalte en er is geen ontkomen aan: dit is Dickens in optima forma. Behalve dat Dickens wel iets inventiefs creëerde inplaats van dit verhaal rondom een versleten archetype. Wellicht heeft de hoge leeftijd van Albert Frenkelvorst (zeshonderd jaar) er iets mee te maken.  

 

Simon Stephenson

De sneeuwman is hier de hoofdfiguur. Blessing, het meisje dat hem vindt, ontdekt dat hij leeft. Dat is fijn, maar de schrijver doet daar niet veel mee. Behalve dat hij de Sneeuwman laat denken en praten vanuit zijn sneeuwhoofd, zonder dat er fysieke stappen aan te pas komen. Met het ontbreken van dat fysieke element is de Kerstman gereduceerd tot een rekwisiet, een inerte homp sneeuw. Weliswaar vol gedachten, maar verder zonder enige beweging.

Zo missen wij lezers 50% van de spierballen die de taal van het boek zou kunnen hebben. Die leegte probeert de schrijver te vullen met de gedachtenstroom van de sneeuwpop. Dat lukt, alleen is de tekst niet zo briljant dat hij het hele boek blijft boeien. De tekst is aardig, licht humoristisch, met kleine grapjes maar na een paar hoofdstukken blijft die tekst te veel onder de oppervlakte. Stephenson heeft zonder twijfel de ongeëvenaarde avonturen van Winnie de Poeh gelezen, gesmuld van Alice die het konijnenhol in duikt, wellicht kennis genomen van de vrolijke taal van Sjakie en zijn chocoladefabriek. Maar een eigen, krachtige stem voor de avonturen van zijn sneeuwpop kwam er niet van. De tekeningen zijn daarentegen prachtig.

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant. 

Sterren: **

ISBN: 9789026175725

Uitgeverij De Fontein 

Anke Scheeren – Blauw of de kleur van blijdschap

Een hachelijke onderneming

Egbert Klein werkt bij DWE, een bedrijf in de duurzaamheidsbisnis. Hij doet daar zijn onopvallende werk tot zijn baas Harrold een verreikende carrièrestap aandraagt. Egbert gaat windenergie brengen in Mongolië.

Harrold wuift alle eventueel opkomende bezwaren weg en voor Egbert het weet, stapt hij uit het vliegtuig in Ulaanbaatar, op zoek naar zijn hotel. Een prachtbegin van dit verhaal dat alleen maar beter wordt.

Anke Scheeren

Scheeren laat ons de binnenwereld van Egbert gedetailleerd meebeleven. Zo weet hij van zichzelf dat hij niet erg ondernemend is, meer een thuisblijver dan een globetrotter, meer een meeloper dan een draufgänger – zodat hij zich steeds vaker afvraagt waarom, hoe en wat hij in dit onherbergzame oord doet.

En onherbergzaam is het, zie de mooie beschrijvingen van dik ingepakte mensen op straat, oude gebouwen, desolate straten. En enigszins ongebruikelijke rituelen, zoals wanneer Egbert meegenomen wordt naar de Gandan-tempel,

“een van de weinige boeddhistische tempels die niet vernietigd waren onder het communistische bewind, vertelde Batu.

De tempel bleek een tamelijk eenvoudig wit gebouw met gelaagde groene daken. Op het plein voor de ingang van de tempel waggelden tientallen duiven, volgevreten van vrijgevige boeddhistische handen, voor Egberts voeten uit. Een enkel kind rende door de duivenmassa om de boel op te jagen…

Aan de rand van het plein zag hij een groep jonge monniken in opvallend rode gewaden. De meesten zaten op een stoeprand. Een enkeling verkoos een stenen bankje of leunde verderop tegen een muur. Ze leken nog het meest op een groep verveelde hangjongeren.

De binnenkant van de tempel was verrassend uitbundig versierd met kleurrijke bloem- en boeddhapatronen. In het midden van de ruimte stond een gigantisch gouden boeddhabeeld met vier armen…”

www.ankescheeren.nl

Egbert ondergaat het gelaten, al kan hij een wurgend gevoel niet onderdrukken. Naarmate hij langer in den vreemde is, neemt zijn van nature al aanwezige afkeer van onverhoedse gebeurtenissen grotere vormen aan. Dat bezorgt niet alleen hem, maar ook de lezer een ongemakkelijk gevoel. Alsof er iets niet in orde is, iets niet klopt. En dat klopt dan weer wel want deze arme handelsreiziger is niet op zijn plek.

Scheeren maakt er een iets meer komisch dan wrang verhaal van, waar de lezer met gemak meegenomen wordt in het absurde van de hele onderneming. Niet alleen het tot mislukken gedoemde windmolenplan wordt op de hak genomen, maar natuurlijk ook de koudwatervrees van de hoofdpersoon, die deze vuurdoop nooit meer vergeten zal. Laatste vraag nog: komt de windmolenonderneming van de grond? Leest en ondervindt, beste letterspeller.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com en op TikTok

ISBN: 9789083463537

Sterren: ****

Uitgeverij: Koppernik

Amber Brabant – Manege de Hoefslag Voor het eerst

Langzaam wennen

We zijn weer terug bij Evi en Marli, twee beste vriendinnen. Ze kennen elkaar van de manege, waar Evi een klein beetje minder bang is geworden van de grote paarden. Dat komt omdat Marli haar langzaam heeft laten wennen aan de manege. En aan de paarden, die eigenlijk best wel, toch, bij nader inzien, eigenlijk, nu, niet zo groot en eng meer zijn als Evi dacht.

Marli viert in dit deel haar verjaardag. Natuurlijk gaat Evi naar die verjaardag toe. Probleempje: het is op de manege. Dat lijkt eng, maar ze doet het toch. En als Evi een tijdje op de manege is en het verjaardagsfeestje hartstikke leuk is, lijkt het wel of ze minder bang is geworden van de grote paarden.

Dat treft, want Marli komt Evi komende zaterdag om kwart over acht in de ochtend halen. Evi kan dan Marli helpen  om de pony’s van het weiland naar de stallen te brengen. Papa plaagt Evi nog een beetje, maar dan gaan ze toch op weg naar het weiland.

Evi voelt zich heel voorzichtig toch veiliger bij de paarden, ook al zijn ze supergroot en hebben ze nog supergrotere hoofden. Maar doordat ze met Marli de paarden wegbrengt, en weer ophaalt, en op stal zet, en ze voer geeft, went ze aan de dieren. En de dieren aan haar.

Zo komt het dat Evi haar allereerste paardrijles krijgt. Van Marli natuurlijk.

Ze is er ontzettend zenuwachtig over, maar zet toch door. En wat blijkt? Een paardrijles is niet eens zo spannend. Voor haar natuurlijk wel, maar de paarden blijven rustig, ze doen wat Evi wil, en Marli kijkt vanaf ze zijlijn toe of alles goed gaat.

Dat gaat het. Er zijn een paar spannende momenten maar de steeds dapperdere Evi zet door en volgt de paardrijlessen. Dat had ze zelf niet kunnen bedenken.

Een leuk verhaal met veel (op sommige punten iets te veel) details over Evi’s familie. Papa die plaagt, mama die altijd haast heeft, dat soort kleine gebeurtenissen geven het verhaal wel weer wat meer diepgang.

De hoofdzaak blijft wel het overwinnen van de paardenangst (en daardoor ook van andere angsten). Dat wordt prima neergezet, al neigt het verhaal wel naar langdradigheid. De kern blijft echter in beeld: paarden zijn geen monsterlijke dieren maar gewoon aardige, lieve viervoeters waar je goed op kunt rijden.

Sterren: **

ISBN: 9789463108041

Uitgeverij Pelckmans

Mariska Kleinhoonte van Os – Tussen de mazen

Afglijdende mensen

Er gaan veel mensen dood, of zijn dat al gegaan, in dit diepgravende boek van Mariska Kleinhoonte van Os. Deze hele recensie vullen met fragmenten uit de verhalen hier zou geen enkel probleem zijn, ware het niet dat we dan te veel weggeven. Het enige juiste advies: lezen dat boek.

Iets te kort door de bocht inderdaad, laten we het boek laten spreken. Een fragment dan uit ‘De paskamer’, waar we door de ogen van een schuchtere vrouw in een lingeriewinkel voelen hoe de nasleep van een operatie ingrijpt in zoiets relatief eenvoudigs als het vinden en passen van een kledingstuk. Ze staat in de paskamer en een vriendelijke medewerker assisteert:

Mariska Kleinhoonte van Os
uitgeverij Van Oorschot
©Annaleen Louwes

‘Kom, laat me je helpen,’ zei de medewerker zacht. In het midden van de bh, aan de achterkant, greep de elastische stof in elkaar als de puntige tanden van een alligator, om en om in elkaar passend. Ze stulpte de haakjes naar voren, zodat de kaak zich opende. ‘Sorry dat ik het vraag, maar zijn je lymfeklieren ook verwijderd?’

Opnieuw kon ze alleen maar bevestigen, met een nauwelijks merkbaar knikje van haar hoofd.

“Dan geeft deze bh een goede drukverdeling om vochtophopingen te voorkomen.’”

Subtiel verwoord lokt deze kleine geschiedenis de lezer het verminkte leven van de vrouw in. Zachtjes maar met harde na-ebbende schokgolven maken we kennis met de tegenovergestelde kant van gelukkig zijn. Kleinhoonte van Os is een meester op dat miniatuurgebied.

De verhalen zijn relatief kort maar de impact is des te groter. Dat zien we in ‘Ibis’. Daar vallen we het hoofd binnen van Antonius. Ingenieus leidt zijn gedachtengang ons direct naar vermoedens van vergeetachtigheid of wellicht erger:

“Er is een complot. Zijn telefoon is ook al weg. Te wijten aan zijn eigen slordigheid, zeggen de anderen. Maar Antonius is niet gek, hij voelt het toch. Hoe ze smoezen in de gang, de gesprekken die verstommen als hij binnenkomt….

Eerst was daar het gesprek, boven. Ver van hen die beneden wachtten, zijn vrouw en zoon. Na tien minuten al kwam Antonius naar beneden, briesend, schreeuwend, stampend, jankend. ‘Ze willen me laten opnemen!’ En dan volkomen strak: ‘Als jullie me dit aandoen, dan wil ik jullie nooit meer zien…’”

Meer parafraseren zou zonde zijn. Beter is het om gewoon dit juweeltje te gaan lezen en bijvoorbeeld meemaken hoe afglijdende mensen zich moeten voelen. Of je eigen mededogen testen: wat zou ik doen?

ISBN: 9789028251298

Uitgeverij van Oorschot

Ook verschenen op Boekenkrant

Rita Bullwinkel – Headshot

Bokshandschoenen, spreek

Bij de meeste sporten gaat het er in de praktijk kansloos hard aan toe. Je wint of je verliest, bij schaken bijvoorbeeld, qua spelinzicht. Dat is net iets anders dan deelnemen aan het meisjesbokstoernooi voor de Dochters van Amerika-Cup, zoals de meisjes Artemis en Andi doen in Bob’s Boxing Palace in Reno, USA. De locatie is een sfeervolle plek:

“De vloer van de verhoogde boksring heeft een vuile karamelkleur. De touwen die Artemis en Andi opvangen hebben een rode kleur die door de zon is verbleekt tot mooi roze. De wanden van Bob’s Boxing Palace zijn van zinkplaten… Van een afstand ziet de prijzenkast eruit als een kast vol rommel en kapot speelgoed. Een van de grote plastic trofeeën, metallic goud gespoten, staat te schilferen op de bodem van de vitrine. De schilfers zien eruit als goudconfetti. Van het figuurtje op de trofee, een vijftien centimeter lange man in shorts en bokshandschoenen, zonder hemd, is de goudverf grotendeels afgebladderd. De figuur ziet er nu uit als een speelgoedsoldaatje van grijs plastic. Midden op het hoofd van het mannetje zit een snee waar de plastic afgietsels moeten zijn samengevoegd.”

Rita Bullwinkel is een kei in het beschrijven van onaantrekkelijke gebouwen en half in elkaar geslagen tienermeisjes. Ze zet kleurrijk de trieste competitie in de Dochters van Amerika-Cup neer en maakt de wanhoop van de alles-of-niets wedstrijden voelbaar. Het verhaal heeft een originele vorm. Er komen acht meisjes op de wedstrijd af, en elke ronde wordt uitgelicht. We beginnen met Artemis Victor versus Andi Taylor en krijgen hun gedachten mee. Gemotiveerd zijn ze, gehard ook, maar wie is er net een tikje harder?

We volgen de strijd van de Boksmeisjes die hard getraind hebben om hier te winnen en door te stoten naar de top, om toch op een onbewaakt moment een ram tegen hun hoofd te krijgen en hun droom zien vervliegen.

Een verloren strijd voor een nooit bereikbaar leven
Triestig? Jazeker. Uitzichtloos? Absoluut. Het is een verloren strijd voor een nooit bereikbaar beter leven. Die kansloosheid wordt zichtbaar door de bijeffecten die Bullwinkel bij de boksdames opsomt. En om de kaakslag voor de lezer nog spetterender te laten aankomen, geeft Bullwinkel er een toekomstvoorspelling van narigheid bij:

“Van het zweet dat tussen Andi’s voorhoofd en haar bokshelm bleef hangen kreeg ze acne die ze met make-up moest markeren. Een pony stond haar voor geen meter, en toch liet ze haar haar in een pony knippen om te verbergen dat het plastic van de bokshelm diepe, onderhuidse pukkels veroorzaakte…Om nog maar te zwijgen van de botten die ze allebei hebben gebroken, vooral in hun vingers. Zowel Artemis als Andi heeft haar handen tig keer gebroken, maar Artemis heeft haar handen minstens tien keer vaker gebroken dan Andi, en Artemis weetdat nog niet, maar door dat extra aantal gebroken vingers is de kwetsbaarheid die haar menselijke hand sowieso bezit, nu al de grens over geduwd naar het rijk van dingen die voorgoed beschadigd blijven. Wanneer Artemis zestig is zal ze geen kop thee meer kunnen vasthouden.”

http://ritabullwinkel.com/

Sterren: ****

ISBN: 9789083463520

Uitgeverij Koppernik

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant.com. Ook op TikTok

Coralie Bickford–Smith – Eekhoorn en de verborgen schat

Alles stroomt

Dit is wat je noemt een schattig boek. Dieprode omslag van zacht aandoende stof, verlucht (zoals je dat ook noemt) met een prachtige tekening. We zien een eekhoorn zitten op een hartvormig gekrulde tak van een eikenboom (verbaasd, verbijsterd of verlangend, wie zal het zeggen) kijkend naar boven waar een eikeltje hangt. Dit alles op het aaibare zwart/rood fluwelen voorplat maakt nieuwsgierig naar de inhoud.

Coralie Bickford-Smith

Die stelt qua tekeningen niet teleur. We vallen in een enorm bos met weer die typisch rood kleurende bomen over twee pagina’s uitgesmeerd. Lange, slanke bomen met niet veel bladeren en hé, wat zien we bijna onzichtbaar op de eerste pagina? Een eekhoorn die op een afgebroken tak zit. De tweede pagina geeft zijn gedachten weer: “De zon ging onder boven het oeroude bos en een kleine eekhoorn zag hoe de schaduwen groeiden.” Meer tekeningen dan tekst dus, en dat past in de wereld van de langstaart wonderwel.

Verder bladerend schuifelen we de biotoop van de eekhoorn in. De blaadjes rondom hem vallen, de eikeltjes ook, en hij ziet hoe alle andere eekhoorns die oprapen en meenemen. In rap tempo. Zo rap dat de eikeltjes schaars worden:

“Eekhoorn zag nog een eikeltje, eentje maar, glinsteren op de grond.”

Zoals hij zijn soortgenoten ziet doen, doet ook Eekhoorn: hij begraaft zijn kostbare eikel:

“Ik moet mijn eikel ergens verbergen, ver weg van glurende ogen en gulzige monden.”

Vanaf dat punt beginnen de problemen. Want waar had hij zijn kostbaarheid ook alweer verstopt? Arme kleine Eekhoorn krijgt het behoorlijk voor z’n kiezen, wanhoop en verdriet overvallen hem bij zijn voortgang in het reusachtige bos. Maar uiteindelijk helpt de kringloop van het leven hem een handje.

https://cb-smith.com

De voortreffelijk summiere vertaling van Imme Dros houdt de sfeer op de juiste temperatuur, en de spanning ook. Zal het goed aflopen?

Daar komt u alleen achter als u het boek in handen krijgt. Ik zou het doen.

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant. Ook op TikTok.

Sterren: ****

ISBN: 9789021685694

Uitgeverij Ploegsma

Maddy Mara – ienie mienie Kitty

Hoe mensen met ons omgaan – pff

 

Ienie Mienie Kitty viert vandaag feest. Nou ja, haar mensen vieren feest.

‘WTF?’, zou ze roepen als ze niet zo’n fatsoenlijk opgevoed katje was.

Maddy Mara

We kijken mee door Kitty’s ogen en zien een touwtje op de grond. Dat is leuk – katten houden van touwtjes. Ze springt op en neer. Maar haar mensenkind Leo duwt haar zachtjes weg. ‘Niet nu, Ienie Mienie,’ zegt hij. ‘Ik ben druk bezig. Ik maak alles klaar voor een feest.’

‘Wat is een feest?

Ik heb een slecht voorgevoel.’

Met groeiende ongerustheid volgt Kitty de voorbereidingen.

“Leo bindt iets aan het touw vast.

Het ding is rond en rood.

Het lijkt op een bal, maar het zweeft.

Hoe raar!

Een touw heeft helemaal geen

rond en zwevend ding nodig.

Leo neemt nog een stuk touw.

Hij bindt er een rond, groen ding aan vast.

Dan merk ik nog iets raars.

Vader verzet allerlei dingen.

Hij schuift de bank tegen de muur.

En mijn slaapmat is weg!

Dit is niet fijn.

Het geeft me een vreemd gevoel,

Als een feest dingen verplaatsen

betekent, dan weet ik zeker dat

kittens niet van feesten houden.”

Slim gedaan: Maddy Mark beschrijft glashelder de wereld zoals een poes die beleeft. Wij domme mensen die niets van poezen snappen, lezen nu dat zoiets als een feest voor een poes helemaal niet fijn is. Rare ronde, rode, groene ballon dingen in de lucht. Het slaapmatje dat opeens verdwijnt. En dat is nog maar het begin, want er komen ook veel mensen op het feest. Die lawaai maken. En hun grote mensenvoeten overal hard neerzetten.

www.maddymara.com

Leuk en leerzaam boekje dus om katten van binnenuit te begrijpen. Dat scheelt een hoge rug of een uithaal met scherpe nagels, als wij als mens weer eens domme acties doen waar de kat niet blij mee is.

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant. 

Sterren: ****

ISBN: 9789463836500

Uitgeverij Pelckmans

Erin Hunter – Warrior Cats De Razende Storm

(Nog) meer avonturen in kattenland

Een verhaal over vreedzaam samenlevende katten is dit niet. In dit alweer zesde deel van de Warriors Cats-serie zullen de Clans moeten samenwerken om te overleven, anders zouden ze weleens totaal van het toneel kunnen verdwijnen.

De inleiding zegt het klip en klaar: ‘“Als de Clans niet leren om vreedzaam samen te leven, hoe kunnen ze dan het hoofd bieden aan wat komen gaat?”

Erin Hunter

Vuursters ogen versomberden en hij vervolgde: ‘Samen zijn de Clans als een poot met vijf klauwen die diep in de aarde reiken. Als elke klauw sterk is, houdt de poot stand. Maar als één klauw zijn greep verliest, worden ze allemaal weggevaagd door de komende storm.’

‘Dus we moeten ze waarschuwen.’ Langster zwiepte opgewonden met zijn staart.

Vuurster vernauwde zijn ogen. ‘We kunnen hun alleen de weg wijzen. We kunnen ze niet dwingen om hem te volgen.’

Blauwster tuurde naar de overkant van het meer. ‘Laten we hopen dat ze de juiste weg vinden. Zo niet, dan blijft er niets van ons over, zelfs de krijgscode niet.’”

Oké lezer, je hebt een beeld van hoe het toegaat bij de Warriors-Cats. De serie is populair, maar er is ook kritiek. Niet alleen omdat de oorspronkelijke verhalen oneindig worden uitgebreid met nieuwe, soms niet al te originele aftreksels. En ja, de verhalen zijn spannend maar ook agressief en flinterdun. Verder houdt het geweld tussen de katten(clans) nooit op – dat gaat ook een beetje tegenstaan.

Anyway, dit boek gaat verder waar de vorige stopte. Er wonen nu vijf sterke Clans bij het meer, maar spanningen lopen sterk op. De nieuwe leider, een tweede Tijgerster, gaat proberen de vijf Clans te laten samenwerken. Als dat nog lukt. De situatie van de Clans verschilt weinig van de actuele menselijke wereldproblematiek. Ook in dit boek is de relatieve vrede opgeschoven naar het militarisme. De manier waarop de katten met elkaar omgaan is krijgshaftig en gericht op eigen gewin: 

“De ogen van de SchaduwClankat flitsten in het donker terwijl hij naar de andere katten toe trippelde. ‘Als jullie hier zijn om de toekomst van de Clans te bespreken, dan heb ik het recht om daarbij te zijn.’

’Jij bent geen Leider meer’, reageerde Zwartster met verwijt in zijn stem.

Lijsterstaart gromde. ‘Ik heb mijn negen levens opgegeven zodat mijn Clan kon overleven.’

‘Je hebt je Clan opgegeven zodat jij kon overleven,’ siste Zwartster terug.

https://warriorcats.com

‘Dat is niet waar.’Lijsterstaart legde zijn oren plat. ‘Ik ben gestorven! Maar mijn Clan is opnieuw een Clan.. Met Tijgerster als leider zullen ze weer een machtige Clan worden.’

‘Tegen welke prijs?’ Blauwster verschoof een stukje…”

https://warriorcats.com

Als je de kattenavonturen leuk vindt, lees lekker door. En geniet van weer een fijn dik deel in de Warrior Cats-serie: De Razende Storm.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

ISBN: 9789463375603

Sterren: **

Uitgeverij: Pelckmans

Ook verschenen op Boekenkrant 

Amber Brabant – Manege de Hoefslag Voor het eerst

Bang waarvoor?

Marli, de beste vriendin van Evi, houdt een spreekbeurt over paarden. En pony’s. Ze vraagt aan de klas wie er weleens heeft paardgereden. De klas heeft ook vragen voor haar. Evi geeft schoorvoetend toe dat ze bang is voor grote dieren. Dat had ze beter niet kunnen doen.

Iedereen in de klas weet nu dat ze nerveus wordt van paarden. En erger nog, thuis vertelt haar moeder aan de eettafel dat ze allemaal keihard hebben gelachen om Evi toen ze zei dat kangoeroes en pony’s heel enge dieren zijn.

Als Evi samen met haar vriendin Marli daarover praat, vraagt Marli:

“‘Meende je dat nu echt allemaal, gisteren, dat je al die dieren zo eng vindt?’

Evi schaamt zich en zegt: ‘Ja, dat weet je toch Ik ben gewoon heel erg bang voor grote dieren.’

Marli is een tijdje stil en zegt dan: ‘Ik wilde je eigenlijk vragen of je zaterdag met mij meegaat naar de manege. Nee, wacht even, laat me uitpraten. Misschien kan ik je dan laten zien hoe leuk het is om met pony’s om te gaan. Je hoeft echt niks te doen wat je niet leuk vindt, dat beloof ik je!’”

Oké, Evi gaat naar de manege en de enorm afschrikwekkende dieren blijken best mee te vallen. Sterker nog: ze vindt het best leuk daar.

Zo loopt het verhaal soepel door, intussen de (jonge) lezers van hun eventuele manege-angst of zelfs -trauma afhelpend. Intussen vergeet ze de ‘gewone’ zaken van het leven niet, zoals ruzie op school. Dat lukt prima met het intrigerende, leuke verhaal met verschillende ups en downs, gebeurtenissen en realistische sfeertekeningen. Ook de tekst is prima op het jongere publiek geschreven.

Dus ouders, heb je kinderen in huis die dromen van paarden, maneges en lange ritten op de rug van dat leuke zwart/witte paard? Met dit boek komen ze al een beetje in de buurt van hun droom.

Sterren: ***

ISBN: 9789463108034

Uitgeverij Pelckmans

Cordelia Edvardson – Gebrand kind zoekt het vuur

Erger dan oorlog

Erger dan oorlog

De omslag oogt bedrieglijk onschuldig. We zien een meisje schuin omhoog kijken. Ze is een jaar of 12, 13 en blikt met een verwachtingsvolle blik de wereld in, die op die leeftijd immers naar je lonkt.

Vanaf de achterflap leren we dat het verhaal speelt in de 30er jaren van de vorige eeuw, WO II staat op uitbreken, Nazi Duitsland rukt op. O ja, en het meisje is Joods.

Die ingrediënten alleen al zijn genoeg om een boek te vullen. Maar de echte pointe ligt bij de hoofdpersoon: het gebrande kind. De veertienjarige Cordelia heeft een ongelukkig gesternte: ze is de buitenechtelijk geboren dochter van een bekende schrijfster en nog Joods bovendien. Dat ruikt de Gestapo ook; ze pakken Cordelia op en deporteren haar naar een concentratiekamp, waar haar leven er niet beter op wordt.

Cordelia Edvardson

Edvardson zet een even gruwelijk als pijnlijk verhaal neer dat doordrenkt is met verraad, en een onbreekbare geest van een meisje dat Auschwitz wist te overleven. Dit was voor mij het eerste boek dat, als ik het even weglegde en daarna verder wilde lezen, de neiging had om dat niet te doen. Omdat het psychologische spel met de arme Cordelia te zwaar op mijn gemoed ging drukken. Dan schrijf je een goed boek, Cornelia Edvardson.

Auschwitz

Zo ongeveer alle gruwelen van een oorlog – in dit geval de 2e Wereldoorlog – passeren de revue. Ze slaan neer in de geest en het geheugen van Cordelia, die ondanks de onbeschrijflijke ellende toch iets van betekenis in de puinhopen van de oorlog weet te vinden:

“De Gestapo, de SS en hun handlangers bezochten dr Lustig en het ziekenhuis dagelijks. Onder hen bevond zich een knappe Joodse vrouw die door iedereen met kruiperige vleierigheid werd behandeld, men wist dat het haar opdracht en middel van bestaan was mensen te verraden. Ze spoorde zich schuilhoudende, unergetaughte Joden op om ze aan de Gestapo uit te leveren. Op een dag viel het elegante zelfverzekerde masker van de jonge vrouw af, ze wilde een verklaring geven, ze smeekte om begrip, misschien zelfs om vergiffenis. Huilend vertelde ze dat het aangeven van anderen de prijs was die zij moest betalen, wilden haar bejaarde ouders gespaard blijven. Haar bekentenis was overbodig, in het Joodse Ziekenhuis in Berlijn telden begrippen als schuld en zonde niet, ze hadden hun inhoud en betekenis verloren. Maar misschien bestond er ergens ter wereld nog genade, dacht het meisje. Ja, er moest genade bestaan, dacht ze, en als het hier niet was, waar dan wel?”

Goeie vraag.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com en TikTok

ISBN: 9789464521528

Sterren: ****

Uitgeverij: Cossee