Recensies van actuele boeken

Henrieke Herber – Jan Terlouw en de kinderen van Katoren

 

Overbodige ode aan Terlouw

Dit boekje heeft een vriendelijk uiterlijk. Zwevende (of vallende) boekjes in de rechterbovenhoek, kleurige letters voor titel en uitgeverij en als klapstuk het serene, zacht glimlachende gezicht van de schrijver zelve.

Henrieke Herber stelde het boekje samen. Ze won in 2011 de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs voor het beste vertaalde boek, schreef twee kleutervoorleesboeken en doceert aan het Conservatorium Maastricht Italiaans.

Ze vertelt hoe ze Jan Terlouw opbelde met haar plan een boek te maken over zijn schrijverschap. ‘Wat een werk,’ was zijn eerste reactie geweest. Direct gevolgd door een uitnodiging: ‘Kom eens langs, dan praten we verder.’

Dat praten liep uit op een interne duiding van de man en zijn (boeken)werk, neergepend in het boek dat hier nu op tafel ligt. Herber zoekt daarna aanknopingspunten door bekenden en schrijvers te laten vertellen hoe ze door Terlouw zijn beïnvloed:

“Bibi Dumon Tak’s eerste kennismaking met Koning van Katoren was in klas vijf, op de lagere school, waar het boek werd voorgelezen door de meester. ‘Een vervelende man, supersaai, honderdvijf jaar oud’, maar tijdens het voorlezen hing de klas aan zijn lippen.”

Ook de biograaf van Terlouw, Joep Boerboom, moet eraan geloven:

‘Zou u niet wachten tot ik dood ben? Kom maar eens langs, dan kan ik het u misschien uit het hoofd praten,’ reageerde Jan Terlouw op het plan van Joep Boerboom om een boek over zijn leven als auteur, politicus en wetenschapper te schrijven.’ De biografie verscheen in 2016.

Henrieke Herber gaat verder in op verschillende aspecten van de boeken, zoals welke eigenschappen de hoofdpersonen zoal hebben. En soms de manier waarop die hoofdpersonen zich verhouden tot het verhaal, politiek en karaktermatig gezien. Vertalers worden ook kort ondervraagd, die logischerwijs behoorlijk enthousiast zijn over de verhalen.

Het is natuurlijk mooi dat een schrijver van zo’n kaliber nog een eerbetoon(tje) krijgt, maar over het algemeen brengt dit boek geen schokkende informatie, onthullingen of nieuwe inzichten aan het licht. Terlouw heeft zichzelf al de hoogste regionen van de schrijversschool in geschreven. Daar is geen extra medaille voor nodig.

 

ISBN: 9789492754769

Uitgeverij Brooklyn

Ook verschenen op Boekenkrant 

Thé Tjong-Khing – Sprookjes van ergens

Prachtige tekeningen, mindere taal

Aan de uitvoering van het boek ligt het niet. We noteren A4 formaat, kinderhandenbestendige kaft, valpartijproof, heldere kleuren in fraaie tekeningen, afgeronde maar taaltechnisch wat hobbelige verhalen, robuuste uitvoering; een hebbeding voor sprookjesliefhebbers. Op de tekstuele details kom ik zo terug. Eerst deze fraaie parabel.

“’De bloedende zwaan’

Lang, lang geleden was er ergens in Zweden een jongen die graag ridder wilde worden. Het was een goede jongen, die graag goede dingen wilde doen en mensen wilde helpen.

Op een dag liep Bodvid, want zo heette hij, in zijn eentje door een berkenbos. Hij voelde zich een beetje alleen. ‘Ik wil zo graag een prins ontmoeten en hem dienen. Maar ik ken er geen.’ Het was erg koud en doodstil in het bos. Toen Bodvid eindelijk bij een open veld kwam, hoorde hij het geruis van vleugels. Hij keek op en zag drie prachtige witte zwanen vliegen.

De jongen keek er verrukt naar. Wat een vrijheid hebben zij, wat moet dat heerlijk zijn om zo door de vrije open lucht te kunnen vliegen…”

Het verhaal gaat goed van start. Eén taalpuntje: “Op een dag liep Bodvid, want zo heette hij, in zijn eentje door een berkenbos.”  “Bodvid, want zo heette hij”, is overbodig want dubbelop. Nee, ik wil niet mierenmelken maar er is meer op taalgebied aan de hand. We gaan door:

De jongen die door het bos loopt ziet zwanen boven zich vliegen. Ze landen zelfs naast hem. Maar zodra hij begint te praten wordt de tekst vreemd pompeus:

“O zwanen,” fluisterde hij, ‘neem me mee…”

“De zwanen daalden en landden vlak naast hem. Er ging een rilling door Bodvid heen, want wat was dát? De grootste zwaan had een wond op zijn borst! Een druppel bloed kwam op Bodvids hand terecht. En toen gebeurde er iets buitengewoons … “

Deze tekst zegt: “Er ging een rilling door Bodvid heen, wat was dát?” Dat is dubbelop, ook wel een contaminatie genoemd: de rilling en het angstige ‘wat was dát? Is teveel van het goede.’

Dan de oorzaak van de rilling: “De grootste zwaan had een wond op zijn borst! Een druppel bloed kwam op Bodvids hand terecht. En toen gebeurde er iets buitengewoons…”  Ook hier geeft de tekst teveel weg: ‘Een druppel bloed kwam op Bodvids hand terecht. En toen gebeurde er iets buitengewoons…’ Hiervoor hebben we de regel: ‘Show, not tell’ ofwel ‘Laat het zien in plaats van het te vertellen.’  

Thé Tjong-Khing

Halsmisdaden zijn dit niet. Het zijn hobbels in een tekst die gladder geweest had kunnen zijn en daardoor scherper, duidelijker. Verder niet zeuren. De sprookjes zijn goed leesbaar en ondersteund door de geweldige tekeningen maken ze de totaalscore weer vet positief. Een prachtboek voor sprookjesliefhebbers.

ISBN: 9789025781552

Uitgeverij Gottmer

Ook verschenen op Boekenkrant 

Wies Verbeek – Handboek voor Zestigers

 

Een mooie jongen redden

Eniyii wordt verliefd als ze een fraaie jongeman die bijna verdrinkt, uit het water vist. Een verliefdheid die niet kan standhouden, weet ze. Want op haar (en haar familie) rust een vloek: elke dochter wordt gestraft voor het liefhebben van een man. Dat zal mij niet gebeuren, denkt Eniyii, vastbesloten om het noodlot te tarten. Ik leid mijn eigen leven, dank u zeer.

Dat is de teneur van dit ‘Vervloekte dochters’: tegengestelde meningen, generatieverschillen, moderne inzichten versus bijgeloof, jong versus oud en traditie versus ‘kanmijhetschelen’. Weinig nieuws onder de zon zou je zeggen; er komen wekelijks boeken uit met dat soort thema’s. Maar Braithwaite’s schrijfstijl duwt dit verhaal boven de middenmoot uit.Ten eerste zet ze de gedroomde kersverse moeder neer, vol hormonen en emoties. Daarna de familie, vooral vrouwen, die om haar en haar kind hangen als een zwerm bijen. En er is de in marmer gebeitelde Traditie. Mama past daar zelfs het eten op aan:

“Op het bord lag, in al zijn glorie, de kop van een agame. Ze pakte de vork ernaast, prikte in het vlees en liet het bestek toen vallen.

‘Ik sla even over.’

‘Dat kan niet,’ deelde tante Bunmi mee. ‘Je bent nu moeder. Je moet leren offers te brengen voor je kind.’

‘Door een hagedis te eten.’

‘Daar jezelf opzij te zetten.’

Ze dacht dat ze Mo hoorde schamperen, maar Mo was er niet om te schamperen. Nog maar een week onderweg en nu al werd haar aangepraat dat ze niet ‘moeder’ genoeg was..”

De spot van Braithwaite ligt er dik bovenop – het gekibbel in de marge beschrijft ze meesterlijk. Er zijn veel behartenswaardige momenten in de tekst die met zachte humor worden gebracht, zoals de mooie man die verdronk. Bijna.

“En toen zag ze een hand in het water verdwijnen.

Ze begon te rennen. Ze hoorde dat Funsho haar nariep, maar ze reageerde niet. De hand was niet zo ver. Hij was helemaal niet ver.

Ze sprong het water in voordat ze de kans had gehad om na te denken … Ze greep een arm om hem om te draaien … De golven sloegen over hen heen; ze werden twee keer onder water getrokken. De zee gaf zijn prooi niet zomaar prijs. Maar al snel kon ze het zand zien en waren er handen die haar uit het water trokken. Ze gaf haar beschermeling aan ze over.

Ze zakte op het strand in elkaar.

‘Ongelofelijke stomkop,’ riep Funsho.”

Oyinkan Braithwaite

Maar dat is ze natuurlijk niet – misschien hooguit een beetje impulsief. Een heerlijk boek.

 

ISBN: 9789493420359

Uitgeverij Pluim

Ook verschenen op Boekenkrant 

Douglas Harding – Van daar naar hier

In handen hebben we een boek van Douglas Harding (1909-2007). De foto op de flaptekst laat een bebaarde man zien met een wegdwalende blik. De flaptekst zegt: “Op drieëndertigjarige leeftijd deed hij een ontdekking over de aard van bewustzijn die hem diepgaand beïnvloedde en hem inspireerde tot het schrijven van vele boeken”.

Een vagere aankondiging heb ik zelden gelezen, maar we gaan lezen. Harding blijkt een goede redenaar die met humor en vreemde, de aandacht vasthoudende twists zijn betoog boeiend weet te houden. Toch weet hij – niet onbelangrijk – geloofwaardig over te komen.

Douglas Harding

Alleen: waar wil hij heen met dat betoog? Wat is bijvoorbeeld de diepere betekenis van deze tekst, die zegt ‘vandaag gaan we een frisse blik werpen op onze identiteit, op Wie we werkelijk zijn’:

“De eerste reden waarom ik geïnteresseerd ben in mijn identiteit, is dat ik er ben. ik ben verschenen, en dat had niet hoeven te gebeuren. Ik had de bus van het bestaan kunnen missen. Weet u nog, al die spermacellen die op de eicel afstormden Ik zal de biologische details maar achterwege laten, maar ik bleek ‘ik’ te zijn vanwege één specifieke spermacel die er eerder bij was dan de rest. Nou zeg, dat was om te beginnen al een kans van één op een miljoen. Wat we het minst op waarde schatten en toch het meest waardevol is, is het geschenk van het bestaan. We zijn verschenen! We kunnen dankbaar zijn dat we Amerikaan zijn. We kunnen dankbaar zijn dat we uit Californië komen. We kunnen dankbaar zijn voor een miljoen dingen. Maar hoeveel mensen zijn dankbaar dat ze er zijn – niet dit of dat zijn, maar er gewoon zijn? Het is niet iets om dankbaar voor te zijn, maar ook om je over te verbazen. Ik ben tevoorschijn gekomen! Ik ga toch zeker niet dood voordat ik een blik heb geworpen op wat er leeft, op wat er in mijn stoel is verschenen, in mijn broek, als het mogelijk is om er een blik op te werpen?…”

Veel vraagtekens en vage taal in deze (gesproken) tekst, gemengd met kwinkslagen om de mensen in de zaal bij de les te houden. Harding is een selfmade inspirator, die weet hoe hij zijn boodschap moet brengen. In het boek leidt hij de lezer (ja, jou!) naar de ontdekking van je ware natuur.

Een bijzondere tekst van een man met een gave.

ISBN: 9789493394551

Uitgeverij Samsara

Ook verschenen op Boekenkrant 

Thomas Bollen – Geld genoeg, maar niet voor jou

Een zuur appeltje voor de dorst

‘Ik heb genoeg geld op de bank’ is een hele foute metafoor voor hoe het geld in de wereld werkelijk verdeeld is. Onderzoeksjournalist Thomas Bollen (Follow The Money) duikt diep in de financiële wereld en stelt vragen als:

Waarom kan de één ondanks hard werken en sparen geen woning betalen, terwijl de ander slapend rijk wordt van stijgende huizenprijzen? Of:

Waarom is er wel geld voor investeerders om zorginstellingen op te kopen en uit te kleden, en niet om de economie snel te verduurzamen?

Terechte vragen die dit boek poogt te beantwoorden. Spoilerwaarschuwing: er is (nog) geen happy end in zicht. Bollen begint met een waargebeurd verhaal, dat het allemaal in een notendop al vertelt:

Een supermarkthouder in Beiroet, Bassam al-SHeikh Hussein, stond op 11 augustus 2022 met een geweer bij zijn bank. Hij wilde zijn eigen spaargeld opnemen; zo’n 210 duizend dollar. Een deel daarvan had hij nodig om de ziekenhuisrekeningen van zijn vader te betalen. Buiten de bank ontstond een menigte die hem ondersteunde; ze zagen hem niet als crimineel maar als held. Ook zij konden namelijk niet bij hun geld.

De reden: Libanon zit sinds 2019 in een economische crisis en de banken hadden opnamelimieten ingesteld om te voorkomen dat ze failliet zouden gaan. Gewone Libanezen konden niet meer bij hun geld en mochten slechts 200 tot 300 dollar per week opnemen. Onvoldoende voor levensonderhoud. In Libanon werd duidelijk dat het saldo op je bankrekening niet echt jouw geld is, maar alleen het bedrag dat je van je bank tegoed hebt…

Pas op zulke momenten – wanneer het eigenlijk al te laat is – ontdekken rekeninghouders dat de kluis van hun bank niet met hun spaargeld is gevuld. Het saldo op je bankrekening blijkt iets anders te zijn dan het papiergeld en de munten in je portemonnee.

Op die conclusie bouwt de schrijver voort en onderzoekt hoe de banken het geld in de rest van de wereld behandelen. Uitermate goed, zo blijkt, maar alleen voor de verrijking van zichzelf.

Thomas Bollen waarschuwt: “Niet een tekort aan ideeën of plannen staat geldhervorming in de weg, maar een gebrek aan effectieve samenwerking en politieke actie. Daarmee wil ik de initiatieven die ik in dit boek heb beschreven niet tekort doen…. Het waren de buitenbeentjes die in het gapende gat sprongen dat politieke partijen en bestaande maatschappelijke organisaties hebben laten vallen. vervolgens moesten ze met beperkte middelen en ervaring opboksen tegen de geoliede machine van de financiële lobby – een ongelijke strijd, die haast onmogelijk te winnen is.

ISBN: 9789083398679

Uitgeverij Follow The Money

Ook verschenen op Boekenkrant 

Kamel Daoud – Houris

Grof geweld

Het citaat op de achterflap:

“Ik ben het duidelijkste bewijs van alles wat we tien jaar lang in Algerije hebben meegemaakt. Ik verberg het verhaal van een hele oorlog, dat al sinds mijn kindertijd in mijn huid is gekerfd.”

We hebben het over de Algerijnse burgeroorlog van 1992 tot 2002. Bij de verkiezingen in 1991 kreeg het Front Islamique du Salut (FIS) zoveel stemmen dat de verkiezingsuitslag een einde zou maken aan de democratie en hoogstwaarschijnlijk de Islamitische wet, de sharia, zou invoeren. De overheid verbood daarom de FIS, waarna een burgeroorlog losbarstte. Pas in 2005 startte de Algerijnse regering een verzoeningsprogramma, waarna de aanslagen langzaam uitdoofden.

Dit alles bij wijze van achtergrond, en de introductie van onze hoofdpersoon Aube. Zij is slachtoffer van die oorlog: ze heeft een litteken op haar gezicht in de vorm van een lach, en haar stembanden zijn doorgesneden. Vrouwen waren de makkelijkste slachtoffers. Aube kan moeilijk communiceren met de buitenwereld, alleen al door haar afschrikwekkende uiterlijk, maar ook omdat ze niet meer kan praten. Behalve met haar ongeboren dochter – in gedachten.

Een triest verhaal dat Kamel Daoud ons voorschotelt. Hij schrijft als de duivel. Niets blijft onbesproken, de helse feiten worden klip en klaar opgesomd. Als lezer verdwijn je in een inferno van verschrikkingen, zoals blijkt als we Aube volgen op een reis, terwijl ze in gedachten tegen haar ongeboren dochtertje praat:

“Denk niet dat het makkelijk is voor een vrouw om alleen op een feestdag een stil weggetje in te slaan met niet meer dan de zon, die in mijn ogen schijnt maar niet al mijn redenen verklaart. In Algerije reist een vrouw niet alleen, en al helemaal niet op de dag van het Offerfeest. Er zijn dingen die jij nooit zult kunnen doen als je op deze wereld komt. Bijvoorbeeld alleen in de regen lopen, alleen op een bankje in een park zitten met uitzicht op een berg die weigert met je te praten. Of je kleden zoals je wilt, lachen op straat, of een onbekende bedanken die achter je aan blijft lopen vanuit het idee dat je een prostituee bent omdat je zo vriendelijk bent geweest als een kamerplant. Je gaat in een groepje wandelen (alleen in de steden, want in de dorpen is dat onmogelijk) tijdens de stille uren als de mannen in de moskee zijn, om naar een begraafplaats te gaan of de trouwerij van een familielid.”

Aube’s reis gaat uiteindelijk letterlijk naar haar geboortedorp. Daar vindt ze hopelijk, wanhopig, verklaringen voor wat er is gebeurd en de facto nog steeds aan de hand is. Ze zoekt antwoorden die alleen de overledenen haar kunnen geven, bijna tegen beter weten in.

Een boek dat je met een harde klets voor je kop laat beseffen dat het niet overal ter wereld gezellig is.

ISBN: 9789026370830

Uitgeverij AmboAnthos

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Oyinkan Braithwaite – Vervloekte dochters

Een mooie jongen redden

Eniyii wordt verliefd als ze een fraaie jongeman die bijna verdrinkt, uit het water vist. Een verliefdheid die niet kan standhouden, weet ze. Want op haar (en haar familie) rust een vloek: elke dochter wordt gestraft voor het liefhebben van een man. Dat zal mij niet gebeuren, denkt Eniyii, vastbesloten om het noodlot te tarten. Ik leid mijn eigen leven, dank u zeer.

Dat is de teneur van dit ‘Vervloekte dochters’: tegengestelde meningen, generatieverschillen, moderne inzichten versus bijgeloof, jong versus oud en traditie versus ‘kanmijhetschelen’. Weinig nieuws onder de zon zou je zeggen; er komen wekelijks boeken uit met dat soort thema’s. Maar Braithwaite’s schrijfstijl duwt dit verhaal boven de middenmoot uit.Ten eerste zet ze de gedroomde kersverse moeder neer, vol hormonen en emoties. Daarna de familie, vooral vrouwen, die om haar en haar kind hangen als een zwerm bijen. En er is de in marmer gebeitelde Traditie. Mama past daar zelfs het eten op aan:

“Op het bord lag, in al zijn glorie, de kop van een agame. Ze pakte de vork ernaast, prikte in het vlees en liet het bestek toen vallen.

‘Ik sla even over.’

‘Dat kan niet,’ deelde tante Bunmi mee. ‘Je bent nu moeder. Je moet leren offers te brengen voor je kind.’

‘Door een hagedis te eten.’

‘Daar jezelf opzij te zetten.’

Ze dacht dat ze Mo hoorde schamperen, maar Mo was er niet om te schamperen. Nog maar een week onderweg en nu al werd haar aangepraat dat ze niet ‘moeder’ genoeg was..”

De spot van Oyhinkan Braithwaite ligt er dik bovenop – het gekibbel in de marge beschrijft ze meesterlijk. Er zijn veel behartenswaardige momenten in de tekst die met zachte humor worden gebracht, zoals de mooie man die verdronk. Bijna.

“En toen zag ze een hand in het water verdwijnen.

Ze begon te rennen. Ze hoorde dat Funsho haar nariep, maar ze reageerde niet. De hand was niet zo ver. Hij was helemaal niet ver.

Ze sprong het water in voordat ze de kans had gehad om na te denken … Ze greep een arm om hem om te draaien … De golven sloegen over hen heen; ze werden twee keer onder water getrokken. De zee gaf zijn prooi niet zomaar prijs. Maar al snel kon ze het zand zien en waren er handen die haar uit het water trokken. Ze gaf haar beschermeling aan ze over.

Ze zakte op het strand in elkaar.

‘Ongelofelijke stomkop,’ riep Funsho.”

Maar dat is ze natuurlijk niet – misschien hooguit een beetje impulsief. Een heerlijk boek.

ISBN: 9789493420359

Uitgeverij Pluim

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Salman Rushdie – De levensavond

Een leven lang verhalen

Dit zou hopelijk niet, maar ook best eens het laatste boek van Salman Rushdie kunnen zijn. De man is 78 jaar oud, hij schreef vijftien romans en meerdere verhalenbundels, won de Booker Prize en werd in 2007 geridderd voor zijn verdiensten voor de literatuur. Genoeg om met pensioen te gaan, maar iets zegt me dat hij niet stopt. Al was het maar om de idioten die hem nog steeds willen vermoorden om een zinsnede in “De Duivelsverzen”, te snel af te zijn.

Dat terzijde. We buigen ons over zijn recente ‘De levensavond’, dat vragen oproept over de dood en de laatste fase van het leven. Hij situeert het verhaal in India, Engeland en de Verenigde Staten en stoffeert de inhoud met een stoet  kleurrijke figuranten. Het vertelplezier is evident.

Twee van die figuranten (Junior en Senior) spelen de hoofdrol in dit eerste verhaal. Het zijn oude mannen met bijbehorende ongemakken:

“Geen van beide mannen sliep nog goed. ’s Nachts lagen ze op hun harde bedden zonder kussens, en achter hun gesloten oogleden gingen hun verwarde gedachten tegengestelde richtingen uit….”

De mannen zijn nu oud, waren ooit jong, geestelijk nog 20: “De dood en het leven waren niets dan belendende veranda’s. Senior stond op de ene zoals hij altijd had gedaan en op de andere, hun traditie van vele jaren voortzettend, stond Junior, zijn schaduw, hem tegen te spreken.”

Een gemoedelijk verhaal dat achteloos de menselijke levensloop laat zien, verlucht met humor en drama. Dan volgt “Het verhaal van de dissonante muzikante en de miljardenbaby.” Ook een nostalgische setting met kleurrijke mensen. Eén quote daaruit: “Minstens de helft van wat mensen zeggen is ongeloofwaardig, maar twee plus twee zal altijd vier zijn.’”

De volgende verhalen “Ontijdig” en “Oklahoma” zijn elk op zich een boek waard. Rushdie houdt het echter kort, wat de verhalen des te krachtiger maakt. Hierbij de eerste alinea die, zoals u weet, de allerbelangrijkste indruk van een verhaal neerzet:

 “Toen Eredoctor S.M. Arthur wakker werd in zijn verduisterde slaapkamer in het College was hij dood, maar aanvankelijk leek dat niets te veranderen. Alles was vertrouwd: zijn ‘bootbed’ met het gewelfde hoofdeinde, de hoestpastilles en het gebruikelijke assortiment ochtendmedicijnen, allemaal op hun plek op het nachtkastje naast een zwart notitieboekje, het ‘dromendagboek’, waarin hij de zinnen schreef die soms in zijn slapende geest naar opkwamen in plaats van beelden…”

‘Oklahoma’ begint met een voorwoord dat uitlegt hoe deze tekst bij de uitgeverij kwam: “Het manuscript werd de dag voordat hij ons verliet bij de uitgeverij bezorgd, met een begeleidend briefje waarin stond dat het gepubliceerd mocht worden (in tegenspraak met een aanwijzing in de tekst zelf dat het niet gepubliceerd mocht worden) en dat men het diende te beschouwen als een volledig fictief werk, onder de ‘autofictieve’ vorm. Hij beschreef het als ‘een narratief dat onwaar is en dus waar, zoal dat gaat met fictie.” 

Salman Rushdie | Books, Satanic Verses, Fatwa, Stabbing ...

We zien hier Rushdie subtiele humor inlassen tussen de alinea’s. Hij lijkt ervan te genieten, en komt naarmate het verhaal vordert, meer op dreef. Meer lezen? Zie het echte boek. Prachtverhalen dus nog steeds, waarvan Rushdie er in dit leven hopelijk nog een heleboel maakt.

ISBN: 9789493420465

Uitgeverij Pluim

Ook verschenen op Boekenkrant 

tiny fisscher & iris van der veen – en nu?

Subtiele dierenmanieren

Hoe Tiny Fisscher (en Iris van der veen) het voor elkaar krijgen is een goed bewaard raadsel, maar ze leveren alweer een prachtig, dik, genuanceerd, gevoelig & diepgaand maar toch minimalistisch boek af.

Hun werkwijze is voor de connaisseur al aan de voorplaat te herkennen. De belettering is rustig en minimaal: hun namen en de titel in rood gouden letters: ‘en nu?’ Een vos links onder kijkt belangstellend (of is het hongerig?) naar een soort paradijsvogel die rechtsboven fladdert.

Het boek in het wilde weg openslaan is gemakkelijk gebeurd. We vallen binnen onder de noemer ‘en nu?’ in een dialoog tussen een schildpad en een das. Ze praten wat met elkaar, en onderaan de streep komt de hamvraag van de schildpad:

“’Ik heb een vraag,’ zegt hij ten slotte tegen Das. ‘En ik vind het antwoord maar niet.’

‘Wie weet vind ik het antwoord,’ zegt Das. ‘of het antwoord mij.’

‘En nu?’ vraagt Schildpad.

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat is mijn vraag: en nu?’ …

‘Aha,’ zegt Das. Hij krabt op zijn hoofd.

‘Die vraag stel ik mezelf ook weleens.

Dan voel ik onrust opborrelen, en wacht ik op iets, maar op wat?’

Schildpads gezicht licht op.

‘Jij hebt dat dus ook.

Ik voel me meteen al wat beter.’

‘Dat is mooi,’ zegt Das.

Er verschijnt een grijns om zijn snuit.

‘En nu?’”

En dit, lieve lezertjes, is pas het begin van een kleurrijke reis langs vliegende voorwereldse vogels, een op een boomstronk slapende Wasbeer, een bij elkaar steunzoekende haas en kip, alsmede luchtig converserende geluksvogels zoals een IJsvogel en een mus.

Alles schitterend naar waarheid getekend, en bijna alles in een gelukzalige toestand van dier-zijn. Begeleid door de gesprekken die toevallig oppoppen en gaan over leven en dood en de zin van het leven.

Meer ga ik niet prijsgeven van dit fijne boek. Lees, blader, geniet zelf, en laat de tekeningen en de tekst hun heilzame werk doen. Het zal je bevallen.

ISBN: 9789493394483

Uitgeverij Samsara

Ook verschenen op Boekenkrant en op TikTok.

Nisrine Mbarki Ben Ayad-Kookpunt

Niets blijft zonder gevolgen

Een bescheiden formaat heeft het, dit hardblauw gekleurde boek, maar met een dwarsdiagonaal sterke inhoud. We beginnen vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, die naar het ingestorte dak van het kleine huisje kijkt terwijl ze denkt aan haar grootmoeder. Ze wil het huisje kopen, ondanks de sterke ontrading van de Franse makelaar, en bezit een paar dagen later veertig vierkant meter in een afgelegen dorp aan de rand van de Pyreneeën.

Zo begint het wijdlopige verhaal: “schakelmomenten in de geschiedenis” dat mensen met elkaar bindt. Het is een treurige geschiedenis natuurlijk, die schakelmomenten van bijvoorbeeld de nucleaire tests van de Fransen in de Algerijnse Sahara die onherstelbaar leed hebben veroorzaakt. Of een grote liefde die verloren gaat. De laatste zin op de achterflap vat het kernachtig samen: “Niets in de geschiedenis blijft zonder gevolgen, alles werkt generaties door.”

Klinkt dat alles wat ongericht, fragmentarisch? Dat klopt. Nisrine Mbarki Ben Ayad maakt geen kristalhelder, chronologisch verhaal maar laat zien hoe het leven was in bovengenoemde contreien:

De duivel

“Tot zestien keer toe ging de duivel richting het huis van mevrouw Yamina. Nu wisten wij wel dat de duivel graag in dat huis vertoefde, want er was een illegaal bordeel… Op de begane grond van dat huis woonde kolonel Bouras; die avond dat de duivel zestien keer zijn richting op snelde, sloeg hij zijn vrouw in elkaar en wisten we het zeker, de duivel woonde werkelijk daar. Zijn vrouw liep met een bloedende lip in haar gescheurde t-shirt waar haar borsten uit staken naar buiten en hij trok haar aan haar haar weer naar binnen, er was geen twijfel meer mogelijk, kolonel Bouras was de duivel zelve geworden.”

Nisrine Mbarki Ben Ayad

Geen sinecure, deze geschiedenis niet alleen van een land maar ook van de mensen die het bewonen. In relatief korte hoofdstukken belicht Ayad de strijd om het dagelijkse bestaan. Een groot stempel op dat bestaan drukken de grofheden die de Fransen in de Algerijnse Sahara plegen. Het adagium dat niets in de geschiedenis zonder gevolgen blijft, wordt hier pregnant in het gezicht van de lezer gewreven. Opdat we niet vergeten zullen.

ISBN: 9789026367656

Uitgeverij Pluim

Ook verschenen op Boekenkrant