‘Geef me de ruimte’ Het eigenzinnige leven van Thea Beckmann

Heldin met een kinderhart

Thea Beckman was heldin met een kinderhart, een bikkel, kunnen we na lezing van deze biografie Geef me de ruimte wel zeggen. Vivian de Gier duikt in de geschiedenis van Beckman en legt deze dikke pil op tafel: zo. Dit is Thea Beckman zoals ze is. Ongezouten, onverschrokken, creatief en terecht een held op kinderboekengebied. Haar leven liep niet direct over rozenblaadjes: het eerste deel van Thea’s leven heeft al een dramatische kantje. Ze woont als kind in Rotterdam en maakt in 1943 het bombardement op die stad mee. Haar commentaar later in een interview met Ischa Meijer: “Ik heb de hele oorlog door, zo goed en zo kwaad als dat ging, op kantoor gezeten. Niet altijd op hetzelfde kantoor, haha. D’r werd er wel eens eentje in elkaar gebombardeerd.” Terecht staat deze uitspraak in haar Thea Beckman biografie.

Prijzen winnen voor jeugdboeken
Die spreekwoordelijke nuchterheid zal haar handelsmerk blijven. Natuurlijk is ze blij als ze prijzen wint voor jeugdboeken, maar ze neemt ook de kritiek die ze later in haar carrière krijgt serieus. Ze doet wat ze goed kan: een imaginaire wereld scheppen waar kinderen zich in kunnen vinden.

Thea’s complete leven wordt uitgeplozen: we komen de voorgeschiedenis en afkomst (van Duitschen bloed) van Thea te weten. Ook leren we haar man Dick Hendrik Beckmann kennen, en het gezin dat ze samen stichten. Thea heeft het als huisvrouw met kinderen razend druk, maar ze weet als kind al dat ze schrijver wil worden. Om die droom te volgen moet soms in de kleine uurtjes achter de schrijfmachine kruipen, maar dat heeft ze ervoor over.

Everseller Kruistocht in spijkerbroek
Het schrijven begint met leuke stukjes voor tijdschriften, later een kort verhaal dat hier en daar geplaatst wordt, en nog later de succesboeken die de meeste kinderen (en ouders) wel kennen: ‘Kruistocht in spijkerbroek’, ‘Geef me de ruimte’ en de tot de verbeelding sprekende trilogie ‘Kinderen van Moeder Aarde’. Alleen van ‘Kruistocht in Spijkerbroek’ zijn al meer dan een miljoen exemplaren verkocht.

Thea schreef onverdroten door, maar op latere leeftijd begon haar gezondheid te tanen: “Het vermoeden dat ze misschien zelf eveneens kanker onder de leden had – iets wat ze negeerde zolang ze voor Dick zorgde – hield Thea al die tijd voor zichzelf. Pas enige tijd na de dood van haar man ging ze naar de dokter, die bevestigde dat haar gevoel van onraad terecht was: ze had borstkanker. Maar zelfs al waren een amputatie en chemotherapie noodzakelijk en moest ze daarna geruime tijd een pruik dragen, zulk nieuws werd niet gedeeld met de buitenwereld. ‘Op een gegeven moment lag ze in het ziekenhuis en hoorde ik dat ze werd geopereerd aan haar borst,’ vertelde Marianne. ‘Dus ik ernaartoe. “Nou,” zei ze, “dat is gebeurd. Ik ben beter, ik ga naar huis.”

Zo krijgen we in 445 bladzijden een goed beeld van deze kanjer van een schrijfster. Oké, er was kritiek op haar manier van schrijven, de thematiek en de historische juistheid van haar verhalen. Maar als je boeken creëert die zoveel lezers blij maken, kun je met opgeheven hoofd door het leven. Dat deed meesterschrijver Thea Beckman dan ook.

https://www.boekbeschrijvingen.nl/beckman-thea/beckman.html

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com en TikTok

ISBN: 9789463823579

Sterren: ***

Uitgeverij: Balans

Ook verschenen op Boekenkrant 

Sally Rooney – Intermezzo

Hevig intermenselijke relaties

[Recensie]

Even vooraf: de nieuwe Sally Rooney is een vetzak. Een obese boek van 420 pagina’s dat niet letterlijk spoort met de titel ‘intermezzo’, omdat daarvan de definitie is: ‘een kort tussenspel tussen de bedrijven van een toneelstuk’. Maar vooruit, de hoofdrolspelers hebben vluchtige contacten die wel weer intermezzoniaal zijn, hevig en diepgaand bovendien qua seks en relatie. Tot zover het steggelen over de titel, over naar het prachtige verhaal onder de titel Intermezzo.

Sally Rooney

De schrijfstijl zet de lezer vanaf het begin op scherp: Rooney laat de gedachtestroom van twee hoofdpersonen van binnenuit op het papier vloeien. Dat voelt extra vreemd aan omdat de interpunctie gedeeltelijk ontbreekt. Geen aanhalingstekens bijvoorbeeld, zodat de lap tekst zich als een tapijt over de bladzijden uitrolt. Beginnend bij hoofdstuk 1, is dat in de binnenwereld van Peter. Hij is advocaat met op het eerste gezicht een geordend leven. Het tweede gezicht laat echter zien dat flinke rafelranden hem hinderen. Zijn vader is gestorven, een fact of life waar hij maar moeizaam mee kan dealen. En hij is op het vlak van intermenselijke verhoudingen niet zo, laten we zeggen, bekwaam. Bij hoofdstuk 2 springt het perspectief naar Ivan. Hij is schaker en bekijkt hoe in de zaal waar het toernooi vandaag zal plaatsvinden, de tafels tegen elkaar geschoven worden. Ook hier een moeiteloze gedachtestroom vanuit Ivan, die tegen autistisme aanleunt: “Er wordt langzaam een bekend opstelling zichtbaar – een centrale U-vorm van tien tafels en tien stoelen aan de buitenste rand en daaromheen een paar rijen stoelen voor het publiek – maar de manier waarop de mannen deze opstellingbereiken lijkt volkomen lukraak. In zijn eentje in zijn hoek dwalen Ivans gedachten onwillekeurig af naar een manier om, zeg, een toevallige constellatie van een x aantal tafels en stoelen zo efficiënt mogelijk in voornoemde U-vorm te krijgen enzovoort….”

Het verhaal slaat aan op een dieper niveau
Op deze manier haar verhaal opbouwend, dwingt de schrijver de lezer nauwkeurig de zinnen, woorden en zelfs letters te volgen om het verhaal niet kwijt te raken. Je daalt af naar een soort dieper niveau in de gedachten- en gevoelswereld van de personages. Dat heeft als prettig bijeffect dat de lezer zich bijna vanzelf met de personages vereenzelvigt, zodat het verhaal op een dieper niveau aanslaat. Een nadeel van dat ‘schrijven op de millimeter’ is dat de teksten wel een stevig beroep doen op het doorzettingsvermogen van de lezer. Daarbij helpt de afwezige interpunctie niet echt. Gelukkig weegt het talent van Rooney op tegen de ongemakken en beloont het verhaal de doorbijter.

En over dat verhaal gesproken: dat vindt zijn weg na de schaakwedstrijd. Daar beleven we met Ivan zijn bedavonturen met de mooie Margaret, een avontuur dat Ivan met verwondering ondergaat en voortzet. Daarnaast en als tegenwicht worstelt Peter met zijn dubbele relatie met twee vrouwen – twee volkomen verschillende vrouwen. Mooie taal alweer, zeker geen blad voor de mond, fijne emoties en voorttobbend verdergaan met het leven. Het is de oude Reve in een moderne setting vol intermenselijke relaties, dit intermezzo.

ISBN: 9789026368011

Sterren: ***

Uitgeverij: AmboAnthos

Ook verschenen op Bazarow 

Jean-Baptiste Andrea – Waak over haar

Schrijven zoals schrijven bedoeld is

[Recensie]

Jean Baptiste Andrea won de Prix Goncourt 2023 met ‘Duivels en Heiligen’, en doet met ‘Waak over haar’ een serieuze gooi naar meer literaire prijzen. Andrea weet wat schrijven is. In een fijne mengeling van straattaal, subtiele grappen en liederlijke beschrijvingen zet hij een boek neer dat boeit, verrast en ontroert. Hij kreeg er de Prix Goncourt 2023 voor.

Jean-Baptiste Andrea

We bevinden ons in Italië, de eerste helft van de 20e eeuw, de periode van het fascisme en de wereldoorlogen. De jongen Mimo en het meisje Viola ontmoeten elkaar en zijn op slag verliefd. Helaas komt Mimo uit een straatarm milieu, terwijl Viola tot de rijkere bovenlaag behoort. Bovendien is hij erg klein, wat hem een levenslang complex bezorgt. Weinig kans op een gelukkig huwelijk dus. Ze ontmoeten elkaar in het diepste geheim in de bossen. Er gaapt een ravijn van verschil in milieus tussen hen, maar dat deert geen van beiden. Viola neemt boeken mee uit de rijk geoutilleerde bibliotheek van haar vader, die Mimo leest en zo zichzelf onderwijst. Mimo ontdekt dat hij een gave heeft: hij kan “het beeld maken dat in het marmer verborgen zit”. Alleen moet hij zijn talent nog moeizaam ontdekken. Als veredeld slaafje, een zogenaamde ‘zager’,  begint hij tussen de zuipende, zwetende, bestofte, in marmer hamerende mannen. Hij groeit op in dat hardvochtige milieu: “Mijn vader, de man die mijn eerste onhandige slagen had begeleid, de man die me het verschil tussen tandijzer, riffelvijl en bouchardeerhamer had geleerd, vervaagde.“ Zijn gooi naar roem komt als Neri, de op één na beste steenhouwer van de werkplaats (Metti is de beste maar had het te druk voor deze opdracht), twee stenen vogels uitgehouwen heeft:

“Metti wenkte me.

‘Kijk eens naar deze vogels die Neri uitgehouwen heeft. Neri wordt binnenkort compagnon, hij voert de leerlingen in de werkplaats aan. Wat vind je ervan?’

‘Heel mooi, meester.’

Neri fronste zijn wenkbrauwen en vroeg zich af of hij de mening van een zager, hoe die ook was, als een belediging moest opvatten…

‘Het is een opdracht van de basiliek van Assisi,’ mompelde Metti. ‘Ik moest het zelf doen …’

‘En u zou het beter hebben gedaan.’

‘Pardon?’

‘Ik loog. Die vogels …’

Ik schudde mijn hoofd. Metti vertrok zijn mond in bijna komische grimassen, die niettemin een toenemende woede verrieden.

‘Vind je ze niet mooi?’

‘Nee.’

‘Mag ik je verlichte mening van zaagjongen horen?’

… Zestien jaar woede kwamen er op dat moment uit… Ook ik had recht op mijn stukje woede.

‘U mag mijn verlichte mening horen van iemand die veel vogels heeft gezien. En deze twee,’ zei ik terwijl ik naar de beelden wees, ‘zullen nooit vliegen.’

‘Hoezo dat?’

‘De anatomie klopt niet. Het zijn kalkoenen met het formaat van mussen…’

‘En jij kunt het beter.’

‘Dat denk ik wel.’

… En toen, tegen mij: ‘Zie je die kleine blokken? Ik kom net terug uit Polvaccio, dit zijn twee proefblokken. Kies er een uit en maak een vogel voor me. Dan zullen we zien of die wel vliegt.’”

Nodeloos te zeggen dat Mimo’s vogels mooier en vliegender waren dan alle andere vogels die in het atelier. Zo begint hij zijn carrière als meesterkunstenaar. Intussen gaan de geheime rendez-vous tussen hem en Viola gewoon door Natuurlijk is zo’n relatie tot mislukken gedoemd. Komt dat nog goed? Ik laat u, lieve lezer, hier in het ongewisse. Bemachtig het boek en lees het allemaal zelf in ‘Waak over haar’.

 

https://www.youtube.com/watch?v=KTh9v0heYOM

Uitreiking Prix Goncourt 2023

Voor het eerst verschenen op Boekenkrant.

ISBN: 9789083411958

Sterren: ***

Uitgeverij: Koppernik

Ook verschenen op Bazarow 

Gabby Dawnay & Margaux Samson Abadiè – Elk einde is een nieuw begin

Van onsterfelijke kwallen tot helpende schimmels

[Recensie]

In alle opzichten is dit een geweldig boek. Heavy duty formaat, letterlijk gewichtig, heftig zonnige gouden voorplaat met ook in glittergoud lettertype ’48 natuurverhalen van over de hele wereld’

Gabby Dawnay

De inhoud van ‘Elk einde is een nieuw begin’ is nog overweldigender. Zo ongeveer alles wat God geschapen heeft (laten we voor het gemak aannemen dat Hij dat deed; die evolutietheorie er ook nog bijhalen is best ingewikkeld) vinden we hier terug. De verhalen zijn onderverdeeld in DIEREN, PLANTEN & SCHIMMELS, DE AARDE en DE RUIMTE. Die extreem ruime mate van indeling staat rechtstreeks in verband met het volume van het boek. Want at random bladeren levert deze lezer al snel een lichte duizeligheid op. Waar de piep moet ik beginnen, bij de Rode Reuzenkangoeroe of de Ratelslang of misschien de Honingbij of de Kokospalm of een Tornado of meer naar de basis: Zand, of gewoon allesomvattend: Aarde?

www.lemniscaat.com

Werken met het register gaat in mijn geval beter. Luid en duidelijk staan de onderwerpen achterin gerangschikt, waar ik nieuwsgierigheidsgedreven een woord uitpik: ‘Mycorrhizale schimmels’. Deze schimmels blijken zich om de wortels van bomen te wikkelen en vergroten zo hun bereik. Ze helpen planten en bomen te overleven. Aha, een symbiose, of zoals de tekst het wetenschappelijker verwoordt: *Mycorrhizale schimmels groeien op de wortels van planten in een onderlinge relatie waarvan ze allebei beter worden.” Zo kun je als jonge, middelbare of oude onderzoeker met het boek op schoot feitelijk de hele wereld verkennen. Er staan meer dan genoeg onderwerpen met vreemde namen waar je van alles over zou willen weten. Gewoon bladeren kan dus, maar ook als naslagwerk is dit boek geschikt. Eén jaloersmakend feitje nog? Oké dan.

Onsterfelijke kwal

In de warme oceaan drijft een groepje ieniemieniekwallen door het water. Onsterfelijke kwallen leiden hun bijzondere, oneindige levens in oceanen verspreid over de hele wereld… Hoe ze aan haar naam komt? De kwal kan terugreizen in de tijd als het nodig is. Haar onsterfelijkheid bestaat daaruit dat ze het verouderingsproces kan terugdraaien en weer van volwassene kan terugveranderen in een baby. Wat al helemaal bijzonder is: dit proces kunnen ze eerdere keren doormaken!” Letterlijk: ‘Elk einde is een nieuw begin.’

ISBN: 9789047715030

Sterren: ****

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Lafcadio Hearn – KWAIDAN Japanse spookverhalen

Anders dan je dacht

[Recensie]

Een bundel Japanse spookverhalen van Lafcadio Hearn, welke liefhebber wil dat niet lezen? Ik bijvoorbeeld, als liefhebber van alles waar maar een vleugje horror of bovennatuurlijke inmenging aan te pas komt. Dus toen deze bundel van de altijd verrassende uitgeverij Koppernik uitkwam, dook ik in de spoken van het Oosten.

Het was anders.

Eerste feit: Japanse spookverhalen werken niet naar een climax toe.

Tweede feit: ze zijn niet spannend.

Derde feit: er vloeit geen bloed, er zijn geen moordpartijen, er is geen gewelddadige confrontatie.

Vierde en laatste feit: de verhalen hebben geen onverwachte wendingen, er is geen deus ex machina – en het meest zonde van alles: een gestoorde lone wolf killer zwaaiend met een machete ontbreekt geheel.

Ik wil maar zeggen: de verhalen verschillen hemelsbreed van onze (Europese/Amerikaanse) spook- en horrorverhalen. Ze gaan over bloementuinen, over versgevallen sneeuw, over houthakkers, over schone jonkvrouwen, over tovergras en elfenwater waarvan één slokje genoeg is voor eeuwige jeugd, over een kakemono: een Japanse rolschildering op zijde, een luchtspiegeling. Dan lezen we maar zonder westerse verwachting, en kijken naar die manier waarop ze ideeën overbrengen.

Zoals ‘Rokuro-kubi’: “Bijna vijfhonderd jaar geleden leefde er een Samoerai, en zekere Isogai Heidazaemon Taketsura, die in dienst was van de heer Kikuji, uit Kyushu. Deze Isogai had van zijn vele krijgshaftige voorvaderen een natuurlijke aanleg voor militaire exercities en een uitzonderlijke lichaamskracht geërfd. Als jongen al had hij zijn leermeesters overtroffen in de kunst van het zwaardvechten, van het boogschieten en het gebruik van de speer… Maar toen het huis van Kikuji ten onder ging, kwam Isogai zonder meester te zitten… Hij knipte zijn haar af en werd een rondreizende monnik – onder de aangenomen boeddhistische naam Kwairyo…

In de loop van zijn eerste lange reis was Kwairyo in de gelegenheid de provincie Kai te bezoeken. Toen hij door de bergen van die provincie trok, werd hij op een avond door de duisternis overvallen in een uitgestorven gebied … Ongemak was hem altijd welkom en bij gebrek aan beter vormde zelfs een kale rots een goed bed voor hem terwijl de wortel vaneen pijnboom een uitstekend kussen vormde. Zijn lichaam was van ijzer en hij maakte zich nooit zorgen om dauw of regen, vorst of sneeuw.” …

Zijn lichaam was van ijzer
U ziet, Lafcadio Hearn neemt de tijd om de bundel Japanse spookverhalen op te bouwen. Dat is exemplarisch voor al deze verhalen: de context, de omgeving en vooral de nobele inborst van de stoere reiziger/strijder worden breed uitgemeten. En de uitdagingen worden grof op zijn weg gestrooid. Maar de beloning is altijd een beeldschoon meisje, vaak dochter van de eigenaar van de hut waar hij is gestrand, wier ogen hem doen smelten. Die essentiële puurheid is waar de helden naar streven en wat de snoodaards ontberen. Geen zakken vol goudstukken maar sterke karakters en roomblanke sneeuwvelden maken deze spookverhalen uit een vervlogen wereld heerlijk vreemd.

ISBN: 9789083436135

Sterren: ***

Uitgeverij: Koppernik 

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok

Eza Weijer – Frank kan vliegen

Wieeeeew!

Hé, iemand zweeft. In Wieeeew! zoals hierboven, en als in een tekening in dit prentenboek, van een iel jongetje dat boven een licht heuvelig landschap hangt. Frank kan vliegen.

Iel moet je denk ik wel zijn om te kunnen vliegen. Anders kom je niet van de grond. En lenig ook, als we Frank zo zien die in een halve sinaasappelschilbocht hangt. Zijn benen buigen flauw omhoog en zijn armen doen hetzelfde aan de andere kant. Zo lijkt Frank wel een boomblaadje in de wind.

Maar even. Hoe kan Frank vliegen en ik niet? Hij is een jongetje, oké, met een beetje gek petje op en een fragiele lichaamsbouw. Maar dat is nog niet voldoende om zomaar het luchtruim te kunnen kiezen. Even het verhaal lezen.

Dat begint in een soort dorpje. Frank wandelt over een eendenvijver, snift aan geel/groene bloemen die gaandeweg in bomen transformeren, hij heeft het naar z’n zin:

‘Frank huppelt en danst.

En dan gebeurt het…’

Ongelooflijk, dat gevlieg, vinden respectievelijk zijn vader, onderzoekers, dokters en zijn klasgenootjes. Frank dreigt zelfs populair te worden. Hij weet niet zeker of hij die aandacht wel leuk vindt.

Helemaal niet zeker.

Eza Weijer zet een fijn dromerig prentenboek neer. In pastelkleuren, een zachte wereld vol gele bloemen, groene boeken en blauw water. Met Frank uiteraard in de hoofdrol, als de jongen die zomaar kan vliegen. Dat dat voordelen heeft is duidelijk, maar hoe zit het met de nadelen? Het boek legt het haarfijn uit.

De tekeningen komen ook van Weijers’ hand. Ze zullen niet bij iedereen in de smaak vallen, vooral niet bij mensen die houden van realistische prenten.

De kinderen van Weijers hebben uiterst dunne armpje en beentjes, rare hoofden en  lijken getekend door een kind van 7. Of 8. Maar charme hebben ze, enthousiasme ook. En Frank kan vliegen.

Hoe dat afloopt als Franks’ populariteit groteske vormen aan gaat nemen? Leest, kijkt, en geniet.

ISBN: 979083392936

Sterren: ***

Uitgeverij: Levendig

Ook verschenen op Bazarow 

Het is een cadeautje – Boekhandelsverhalen

Tussendoortje voor de connaisseur

Een ode aan de boekhandel(aar), zo kunnen we dit boek wel plaatsen. Wat de precieze reden van het samenstellen en uitbrengen ervan is, wordt niet duidelijk uit het boek zelf. Een begeleidend schrijven brengt klaarheid:

“Vanaf de Middeleeuwen, toen de eerste boeken door monniken ontstonden tot aan de levendige etageshoge boekhandels in de grote steden van vandaag … we houden er zo intens van. Een boek is een wereld in je handen, de boekhandel dus een universum.“

Van harte met het bovenstaande eens, mag ik als ex-boekhandelaar zeggen en direct aansluitend beginnen met lezen. Het eerste verhaal (weet ik als ik ze allemaal heb doorgenomen) is het beste. Dat komt niet door de overbekende schrijversnaam Dahl en ook niet doordat het zich afspeelt in een boekhandel, maar door de vintage Dahleske invulling ervan.

Roald Dahl

Plaats van handeling: boekhandel ‘William Snott-Curiosa’ in CharingCross Road, Londen. Eigenaars, de heer William Snott en zijn assistente: juffrouw Muriel Tuttle:

“De heer Snott noch juffrouw Tuttle leek ook maar in het minst geïnteresseerd in wat er gaande was in de winkel. Sterker nog, de heer Snott stond op het standpunt dat wie een boek wilde stelen wat hem betrof rustig zijn gang kon gaan. Hij wist maar al te goed dat er op al die planken niet eén waardevolle eerste druk te vinden was. Er stond misschien een tamelijk zeldzame Galsworthy of iets uit de begintijd van Waugh .., maar dat zijn niet de dingen die makkelijk in een jaszak verdwijnen. En al wás er een onverlaat die met vijf delen tegelijk naar buiten liep, dan nog lag de heer Snott er niet wakker van. Waarom zou hij ook, als hij bedacht dat de winkel in een heel jaar nog niet opbracht wat de werkzaamheden in de achterkamer in een paar dagen opleverden. Wat er gebeurde in de achterkamer, dáár ging het om…”

Die clou verraden we natuurlijk niet. Het verhaal draait om snode oplichting van een zeer bepaalde doelgroep met een bepaalde eigenschap, wat makkelijk geld oplevert. Het mooie in dit verhaal is de taal.

De twee boekhandelaren annex oplichters krijgen van Dahl prachtig Bargoens taalgebruik mee, terwijl de opgelichtten wat hoger op de sociale ladder staan en dus ook gesofisticeerde taal gebruiken. Subtiel onderscheidt Dahl zo de doelgroepen zonder ze te benoemen. Prachtig.

De rest van de verhalen zijn ook boekhandelgerelateerd. Een nogal cynische vertelling van de grote Tsjechov stelt de waarde van het geschreven woord ter discussie.

Ook George Orwell himself levert een grappig/cynisch verhaal over een boekhandel. Hier komen de klanten er juist niet al te goed vanaf.

George Orwell

Er is meer, veel meer in dit toch slechts 121 pagina’s beslaande boekwerkje. Hou je van boeken? Koop ze dan in een boekhandel en lees ze met plezier. Net zoals ik de boekhandelsverhalen tot me neem. 

www.vanoorschot.nl

ISBN: 9789028242852

Uitgeverij van Oorschot

Ook verschenen op Bazarow

Ignar Rip – Muziek als Bondgenoot bij Dementie

Je bent wat je luistert

Een disclaimer vooraf: ik weet weinig van dementie. Niet meer dan het gebruikelijke: sluipende ziekte, onomkeerbaar, verlies van levensvreugde en –kwaliteit, zware verzorging voor dierbaren, diep verdriet bij alle partijen en een gegarandeerd slechte afloop. Ik weet ook weinig van behandelmethoden voor dementie – behalve dat die meestal meer palliatief zijn dan effectief. Dit boek kiest een andere invalshoek.

‘De complete gids voor muziek als ondersteuning bij dementie thuis’ luidt de subtitel. Dat vat de methode goed samen. De inhoud bestaat uit drie delen: Deel I gaat in op de algemene theorie van hoe muziek kan helpen bij dementie. Deel II legt de essentie van het boek uit: de MuziekGeluk methode. Deel III vult aan hoe de playlisten werken. Deel IV geeft tips over het dagelijks leven.

Ignar legt zelf in de inleiding uit wat de muziekmethode behelst:

“Mysteries

Hoewel het duidelijk is dat zowel het brein als het lichaam zijn ‘bedraad’ voor muziek, blijft het precieze waarom hiervan een mysterie.

Niemand begrijpt volledig waarom Moeder Natuur ons ze sterk heeft ‘bedraad’ voor geluiden en muziek.

Het exacte ‘waarom’ is niet belangrijk. Wat wél belangrijk is, dat je beseft hoeveel kracht muziek en geluiden hebben.

Met dit boekje kun je die kracht gericht inzetten om zowel jezelf als degene met dementie te helpen.

Succes en plezier op jullie muzikale reis.”

De uitvoering: partner zijn van een dement persoon is niet makkelijk. De persoon die hij/zij was, is verdwenen naar een mistig gebied waar soms de zon doorbreekt, maar steeds vaker niet. Je maakt de aftakeling mee, wat een enorme wissel trekt op je eigen leven/tolerantie/uithoudingsvermogen.

Met de methode maak je voor de dementerende een playlist met zijn/haar favoriete muziek. Die muziek is diep verankerd in de hersens en maakt bovendien emoties los. Omdat de muziek zo diep in het brein is verankerd, wordt die niet aantast door de dementie en kun je daarmee de zieke daarmee nog bereiken:

“Dit boek biedt een hart tot hart ondersteuning, dwars door dementie. En omdat de persoon centraal staat in plaats van de dementie, kan er een warme, diepgaande ondersteuning ontstaan. Je zou het liefde kunnen noemen.”

Ignar Rip geeft trainingen aan zorgprofessionals en mantelzorgers. Zijn methode is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en zijn jarenlange ervaring tijdens de zorg voor zijn moeder met dementie.

https://www.alzheimermuziekgeluk.nl

 

ISBN: 9789083402901

Sterren: ***

Uitgeverij: Sandpiper Books

Ook verschenen op Bazarow 

Anna Woltz – Skip en het spookhuis

Boe!

[Recensie]
De vader van Olena wil zijn verjaardag niet vieren. Waarom niet? En beter: hoe kunnen we hem helpen? Skip, Bennie en Olena snappen er niks van. Een verjaardag is leuk. En mensen die allemaal komen is gezellig. En er is snoep. En frisdrank. En vrolijke muziek. Dus: WAAROM NIET?

Anna Woltz

Ons drietal zit in hun boomhut. Bennie is de rijmer: hij praat alleen in zinnen die op elkaar rijmen. Skip denkt 1000 dingen met 1 hoofd. En Olena is goed in alles, maar wel bang voor roze en glitters. Ze praten over Het Probleem. Olena weet alleen: ‘Papa heeft een dip.’ Gelukkig helpt het stuiterhoofd van Bennie: ‘Je vader wil geen vrolijk feest. De gasten mogen niet lachen. Maar mogen ze wel gillen? En bibberen en wegrennen? Dat is het: ze organiseren een griezelfeest: “Skip en het spookhuis”.

Groots klein verhaal
Anna Woltz beheerst dit kleine juweeltje van een verhaal tot in de finesses. De taal is grappig. Heel knap: de zinnen zijn kort maar altijd met iets essentieels erin. De eigenschappen van de drie kinderen komen prima naar voren. Hun overlegjes zijn chaotisch, maar er komt altijd progressie uit. Het thema van een sombere vader wordt luchtig gebracht. En datzelfde probleem lossen de kinderen uiteraard op onverwachte wijze op. De tekeningen van Lars Deltrap passen prima bij de springerige tekst. De drie figuren zijn makkelijk te herkennen en te onderscheiden van elkaar. De jonge lezertjes kunnen zich moeiteloos identificeren met het drietal. Papa is ingetogen somber. En natuurlijk dragen de kids actief bij aan het organiseren van de oplossing. Prima lees- en denkvoer voor uw zojuist met lezen gestarte koters. Ik zeg doen. Ze zullen smullen van ‘Skip en het spookhuis’.

ISBN: 978904513039

Sterren: ****

Uitgeverij: Querido

Ook verschenen op Bazarow 

Aleksej Navalny – Patriot

Een onbreekbare geest

Voor veel Russen die leven in Rusland anno 2024 is zwendel de dagelijkse praktijk. De bijbehorende corruptie stijgt met de jaren en viert hoogtij. Zoals bekend richtte Aleksej Navalny als antwoord daarop zijn eigen partij op. Navalny is al jaren een geducht tegenstander van Poetin omdat hij de machts- en roebelwellust van de ex-KGB man in het openbaar aan de kaak stelt. Jurist van beroep, startte hij zijn eigen partij die in zeer korte tijd enorm populair dreigde te worden, waarna Poetin hem vergiftigde en in het strafkamp gooide.

Aleksej vertelt het allemaal zelf in ‘PATRIOT mijn verhaal’, dat leest als een spannend avonturenboek. Hij begint ‘zijn verhaal’ als hij in een vliegtuig vergiftigd wordt met het beruchte ‘novitsjok’. Uiterst dodelijk spul dat nog niet zo lang geleden ook was gebruikt om de Skripals in Salisbury te vergiftigen. Zijn hele lichaam dreigt ermee op te houden, maar is toch taaier dan het gif. Buitengewoon levendig, inclusief hallucinaties en hersendood aanvoelen, beschrijft Aleksej hoe ‘op het randje van de dood’ aanvoelt.

Tekenend voor zijn geestkracht, gaat hij er na die moordpoging extra hard tegenaan. Hij weet dat het in het verziekte Rusland vechten tegen de bierkaai is, maar toch geeft hij niet op. Nooit. Dat is misschien wel de belangrijkste boodschap van dit boek. Ondanks eindeloze tegenwerking van de overheid gaat Aleksej door met zijn boodschap aan de Russische bevolking. Die is kort: kom in opstand. Laat je niet onderdrukken en beroven door amorele machtswellustelingen.

Onze hoofdpersoon brengt die houding ook in de praktijk als hij gouverneur wordt. Zijn vriend Belich wil een democratisch initiatief in de provincie Kirov ontwikkelen en Aleksej gaat hem helpen. Licht spottend vertelt hij dat die onderneming tot mislukken gedoemd is vanwege de onwaarschijnlijke corruptie en de tegenwerking van hogerhand. Tegenwerking die hem niet deert maar juist populairder maakt. Dat laten de machthebbers niet over hun kant gaan. In februari 2021 breekt voor onze hoofdpersoon een donkere tijd aan: de gevangenis. Hij wordt vakkundig opgeborgen en denkt na:

“Als je me zou vragen of ik een hekel heb aan Vladimir Poetin, dan zou mijn antwoord zijn: ja, ik heb een hekel aan hem, maar niet omdat hij heeft geprobeerd me te vermoorden of omdat hij mijn broer achter de tralies heeft gezet. Ik heb een hekel aan Poetin omdat hij Rusland heeft beroofd van de afgelopen twintig jaar. Dat hadden ongelooflijk mooie jaren kunnen zijn, een periode die we in onze geschiedenis niet eerder zouden hebben gekend. We zouden geen vijanden hebben gehad. Er zou vrede hebben geheerst aan al onze grenzen. De prijs van olie, gas en onze andere natuurlijke bronnen zou ongehoord hoog zijn geweest. We zouden enorm veel geld hebben verdiend met onze export. Poetin had die jaren kunnen gebruiken om van Rusland een welvarend land te maken. We zouden allemaal een beter leven hebben gehad.”

Het is het begin van het einde. Als belangrijke Poetinvijand in een Russisch strafkamp heb je maar één zekerheid: het wordt alleen maar slechter. Aleksej komt terecht in ‘Provincie Vladimir’, een aftandse gevangenis. Hij beschrijft het gebouw met galgenhumor: “Dat hele beeld van ‘een Russische gevangenis’ is niet het gevolg van menselijke wreedheid … Het is het gevolg van armoede… Net als in elke andere branche vloeit al het geld weg naar Moskou, waar de instellingen bulken van het geld, terwijl er hier nergens middelen voor worden vrijgemaakt.”

De rest van het verhaal is bekend: voor Aleksej is geen goede afloop weggelegd. Hij blijft zijn eigen opstandige en vrolijke zelf, maar de omstandigheden in de gevangenis verslechteren. Net als zijn conditie, die verslechtert als hij in hongerstaking gaat. Om te kunnen overleven in deze mensonterende omstandigheden begint hij toch maar weer te eten. “Patriot”

Het regime draait de duimschroeven aan. Hij wordt naar steeds naargeestiger plekken overgebracht, met nog minder privacy, meer beperking en Spartaansere omstandigheden. Hij weet het zelf ook: men wil hem kwijt. Als zijn vrouw Joelia op bezoek komt (na heel veel tegenwerking) is hun laatste intieme gesprekje, fluisterend en bukkend voor de spionerende geluids- en videoapparatuur rondom, van een ontroerend intense eenvoud. De rest is trieste historie.  

ISBN 9789045051314

Sterren: ****

Uitgeverij: AtlasContact

Ook verschenen op Bazarow