Recensies van actuele boeken

Tjibbe Veldkamp & Nadia Meezen – De dag dat de school levend werd

Ode aan de verbeelding

Jip speelt vaak alleen

Ze kán het wel,

Maar leuk is anders.

Daarom vindt ze leef uit.

Ze doet het op haar skippybal…

en dan leeft hij!

Wat zullen ze gaan doen?

En gaat Jip nog meer levend maken?

Tjibbe Veldkamp & Nadia Meezen 

Een briljant idee van Jip, om leef uit te vinden voor op het schoolplein. Het is niets minder dan de ontdekking van penicilline, of de uitvinding van de atoombom. Euh, slecht voorbeeld. Maar leef is dus wel een prachtige vondst van Tjibbe Veldkamp, als middel tegen uitsluiting van de groep. Dat zien we op de eerste twee bladzijden met plaatjes:

 Links een teleurgesteld meisje dat alleen op het plein staat. Haar hoofd een beetje naar beneden, onzeker, vragende ogen: ‘Mag ik meedoen met spelen?’

Rechts een groepje van zeven meiden, waarvan twee heel duidelijk afwijzend zijn: ‘Nee, je mag niet meedoen.’, en de andere vijf aarzelend: ‘Waarom mag ze eigenlijk niet meedoen?’ ‘Geen idee’ ‘Die andere twee zeggen het, dus daarom’ ‘Ik snap er niks van maar als het niet mag, dan maar niet.’

Mooi getekend die fragiele kindertjes door Nadia Meezen, en ook verder in het boek wordt Jip prima gekarakteriseerd als onzeker, zoekend maar uiteindelijk beslist en zelfstandig meisje. Ze heeft namelijk helemaal zelf ‘leef’ uitgevonden. Een substantie die, als je het ergens overheen gooit, dat object tot leven brengt. Zo wordt een paarse skippybal die daar ligt te liggen, opeens een maatje. Een speelvriendje. Een stuiterend kameraardje. Origineel idee dat door Veldkamp kundig wordt omgezet in een verhaaltje. De bijpassende tekeningen van Meezen zijn eh bijpassend en spreken erg tot de verbeelding.

 

Het boekje is onderdeel van Tijgerlezen:

“Het plezier van lezen groeit terwijl je leest of voorgelezen wordt…. Tijgerlezen is ontwikkeld voor beginnende lezers…” Ja hé, leuk uitgelegd allemaal, maar maar maar …. Hoe loopt het verhaal af?

Die verrassing mag je helemaal zelf ontdekken. Doe je best!

ISBN: 9789045130101

Uitgeverij Querido

Ook verschenen op Boekenkrant

Michaela Kukovicova & Tereza Horvathova – De wens

Pecunia non olet

Dit boek begint met deze disclaimer, introductie, spoiler of inleiding (maak zelf uw keus): “Dit verhaal is waargebeurd, het overkwam mij en mijn mama Tony. Ze heet Antonia, maar ik noem haar Tony. Ik heet Tim, maar Tony noemt me Titi.”

Het (droevige, daar ontkomen we helaas niet aan) verhaal begint niet zo lang geleden…

“volgens haar (Tony) begon het toen papa bij ons wegging. Hij ging ergens anders wonen en dacht niet meer aan ons. Ik weet daar niets meer van. Ik was vier en ik had een schildpad voor mijn verjaardag gekregen…..

De schildpad was zo klein dat ik hem voortdurend kwijt was. En hij was ook heel snel. Voor een schildpad dan.”

Michaela Kukovicova

Oké lezer, hebt u een beeld? Mooi, dan gaan we door:

“Op een keer vroeg Tony me of ik een wens had. Toen ik kleiner was, had ik aan één stuk door wensen: een pijl-en-boog, een indianenpak met hoofdtooi, een autootje met afstandsbediening… Tony gelooft dat je wens in vervulling gaat als je iets echt heel graag wilt… En je moet er goed over nadenken wat je écht graag wilt.”

Tony klimt steeds wat stapjes hoger in de rangorde, althans dat probeert hij. Maar er zit nog een verhuizing in de pijplijn, met als gevolg dat Titi naar een kleuterschool moet. Dat gaat niet erg soepel. Tony zegt: ‘Titi, je bent een bangerik en een held op sokken, het is leuk op school, je zult er nieuwe vriendjes heb en niet steeds alleen hoeven spelen.”

Tony heeft daar geen trek in. Intussen verslechtert de (financiële) situatie van mama en moeten ze voor de tweede keer verhuizen. Niet naar een betere locatie. Nee, ze moeten zich maar zien te redden met weinig geld.

Dat is de backbone van dit waargebeurde verhaal. Zoals Tim zegt: “Dit verhaal is waargebeurd, het overkwam mij en mijn mama Tony. Het was niet in een vergeten koninkrijk hier ergens ver vandaan. Ook niet in de dagen van onze overgrootouders. Eigenlijk gebeurde het nog helemaal niet zo lang geleden, al raken Tony en ik het niet eens wanneer het precies begon.”

Het is een relaas over alles kwijtraken, armoede, discriminatie maar ook over veerkracht, en hoe te overleven als je op straat moet zien rond te komen. Waargebeurd zoals gezegd, dus extra indringend. De tekeningen in het boek zijn dat zeker, helder en pregnant inzicht gevend in de situatie van mama en Tony. En evengoed van Tim met zijn moeder en schildpad, die uiteindelijk ook gedwongen moeten verhuizen.

Een mooi verhaal, op waarheid gestoeld, over hoe je in een vreemd land met andere mores te maken krijgt en toch met de juiste aanpassingen je weg in die gekke nieuwe wereld kan overleven. Prachtig vormgegeven in het ‘TIPTOE Print’ boek; een aanrader voor eenieder die nog nooit van daklozen, hongerenden en verstotenen heeft gehoord.

Uitgeverij: TipToe Print

ISBN: 978946493314

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

ISBN: 9789025476243

Sterren: ****

Uitgeverij: AtlasContact

Ook verschenen op Boekenkrant 

J.Krishnamurti – Wat doe jij met je leven?

Goeie vraag met te veel antwoorden

De titel van het boek is perfect. Nieuwsgierig makend, uitdagend, wakkerschuddend. Probeer het maar eens op jezelf: ‘Wat doe ik eigenlijk met mijn leven?’ Grote kans dat je direct afdwaalt naar het omgekeerde ‘Wat doe ik niet wat ik wel had moeten doen?’ We hebben allemaal plannen of ideeën gehad voor een ander, beter, succesvoller, vergevensgezinder leven maar het kwam er niet van.

Op dat sentiment speelt dit boek in. Met goede bedoelingen, haast ik me te melden, namelijk om de lezer bij de hand te nemen naar antwoorden. J.Krishnamurti is niet de minste als het gaat om menselijke inzichten, ideeën en verlichting. Hij bezocht in de 90 jaar die hij leefde, alle werelddelen om zijn relatief eenvoudige filosofie uit te dragen:

“Hij vroeg enkel om zijn woorden te gebruiken als een spiegel om onszelf te bekijken zoals wij eigenlijk zijn en het bestaan te zien als één ondeelbaar geheel. Meditatie begint voor Krishnamurti met aandacht, met waarnemen van wat zich om ons heen en in ons afspeelt. Dan kunnen wij onszelf, op welke leeftijd we ook zijn, radicaal veranderen.”

Na die bemoedigende woorden dacht ik een levensloop te gaan lezen van een doorleefd man. Met op strategische plekken uitleg over humanitaire kwesties. Maar de samensteller kiest voor een meer encyclopedische indeling: het boek is ingedeeld in vier hoofdpunten.

-Je ‘zelf en je leven’

-Zelfkennis: de sleutel tot vrijheid

-Onderwijs, werk en geld

-Relaties

Hoofdpunten die afrollen in subpunten:

DEEL EEN – JE ‘ZELF’ EN JE LEVEN

Je ‘zelf en je leven’

Wat ben je?

Wat wil je?

Het denken, de denker en de gevangenis van het ‘zelf’

Inzicht, intelligentie en revolutie in je leven

Wegvluchten – entertainment – genieten

Waarom zouden we moeten veranderen?

Wat is het doel van het leven?

De lijst verwijst naar het commentaar van Krishnamurti. Bij wijze van onwillekeurige test liet ik me doorsturen naar het onderdeel: ‘Het huwelijk: liefde en seks’ (Valt onder deel VIER – RELATIES), specifieker puntje 11: Waarom zijn seks en het huwelijk zo’n probleem geworden?’

“Hoe kun je op een intelligente manier omgaan met je seksuele behoefte zonder er een probleem van te maken?

Wat bedoelen we eigenlijk met seks? De puur lichamelijke daad of de gedachte die de daad prikkelt, stimuleert, voedt? Seks is ongetwijfeld iets mentaals, en omdat het iets mentaals is, moet het bevredigd worden en anders is er frustratie […]

Waarom is seks zo’n probleem geworden in ons leven? Laten we ons erin verdiepen, zonder terughoudendheid, ongemakkelijkheid, angst of afkeuring….

Seks is een probleem omdat het ‘zelf’ bij die daad helemaal afwezig lijkt te zijn. op dat moment ben je gelukkig omdat het zelfbewustzijn, het ‘ik’, is weggevallen. En omdat je daar meer van wilt – meer van dat achterlaten van het ‘zelf’ waarbij je je helemaal gelukkig voelt, zonder het verleden of de toekomst, en je dit algehele geluk opeist door volledige versmelting, eenwording – wordt het natuurlijk het allerbelangrijkste. Is dat niet zo? Omdat het iets is dat me pure vreugde geeft, een volledig verliezen van mezelf, wil ik er steeds meer van. Waarom wil ik er nu meer van? Omdat ik op alle andere vlakken in conflict ben. …

Maar bij die ene daad valt dat allemaal volledig weg. Natuurlijk wil je er meer van, want het maakt je gelukkig, terwijl al het andere je ellende bezorgt, chaos, conflict, verwarring, vijandigheid, zorgen en vernietiging. Daardoor gaat de seksuele daad het meeste voor je betekenen, wordt die het allerbelangrijkste…

Het probleem is dus vanzelfsprekend niet seks, maar hoe je vrij van het ‘zelf’ kunt zijn. […]”

Een prima (maar wel gedeeltelijk, graag) invulling van de vraag waar het in dit boek om draait: ‘Wat doe jij met je leven?”

ISBN: 9789493394063

Uitgeverij Samsara

Ook verschenen op Boekenkrant

Griet op de Beeck – Het wordt beter

Hoe het verleden het heden inhaalt

Een nieuw boek van Griet Op de Beeck is altijd feest. Ze vertelt verhalen als geen ander, vol levenslust, humor en inlevingsvermogen, die aanslaan bij een groot lezerspubliek. Argeloze lezer als ik ben, had ik daardoor de indruk dat ze een geweldig leven had. Dat idee wordt hardhandig gelogenstraft in dit relaas.

Niks groots en geweldig leven, niks humor en levenslust – Griet is in haar jeugd zwaar getraumatiseerd geraakt. Die last drukt nog steeds op haar. Ja, ze verkoopt honderdduizenden boeken, is bekend en geliefd, maar in de stilte van haar eigen ik is ze een gebroken mens. Hoe dat komt gaan we hier niet uit de doeken doen; dat piéce de resistance mag de lezer zelf uit het verhaal peuren.

Het is al triest genoeg dat dit verhaal geen fictie is. De opbouw van ‘Het wordt nooit beter’ is helder, net als de taal nietsontziend onthullend is. Die insteek past het boek als een jas. Griet begint op pagina 13 met

“‘Vooraf’:

Ik ben een schrijver. Ik breng mijn dagen door met me voorstellen hoe iets wordt beleefd wat ik niet per se zelf ken. Maar hoe ik me nu voel, in dit leven dat eindelijk echt van mij is, daar had ik me zelf maar een jaar of drie geleden niks bij kunen voorstellen, zo spectaculair veel beter is het. Beter bestaat, ook voor wie van ver komt, dat is al langer mijn overtuiging, omdat het bestaan onderweg telkens gestaag een tikje draaglijker werd. Maar deze vorm van diepe innerlijke sereniteit, connectie met mezelf, gretige nieuwsgierigheid en vrolijk makende openheid naar anderen en de wereld is nog van een heel andere orde dan wat ik jaren geleden al beter noemde….”

Die introductie leidt in eerste instantie naar Griets jeugd, waar zaken zijn voorgevallen die de rest van haar leven overschaduwden. Van die herinneringen kreeg ze steeds meer last, dus ging ze op zoek naar verlichting. Een zoektocht bracht haar op totaal nieuwe terreinen, zoals therapie. Ze besloot zelf therapeut te worden, en dat bracht haar in contact met andere therapeuten, met wie ze bevriend raakte.  

Die tastende tocht beschrijft ze onopgesmukt, van binnenuit, en transparant. We kunnen prima meeleven met haar zoekende worsteling – want dat is het – naar een normaal leven. Intussen leert ze veel van het therapeutische werkveld, en deelt dat ook met de lezer. Gaandeweg verandert het verhaal over haar verleden in een verhaal over haar huidige – veel betere – toestand.

Zo wordt dit ook een leerboek: de lezer kan kennisnemen van allerlei therapieën, behandelingen en seminars die uiteenlopende psychische problemen tackelen. Goed gedaan Griet voor je lezerschare, maar vooral hulde voor je vastberadenheid die je eigen leven weer op de rails zette.

ISBN: 9789044652567

Uitgeverij Prometheus

Ook verschenen op Boekenkrant

Renske Leijten – Leuker kunnen we het niet maken

Moeten we meer zeggen?

Nee, als ik meteen antwoord mag geven op de vraag hierboven, meer zeggen is niet nodig. De totale omvang van de ramp met de Toeslagen die duizenden gezinnen de betekenis van ‘Kafkaësk’ hardhandig bijbracht, is zelfs na zoveel jaren nog nauwelijks te bevatten.

Renske Leijten

Als één van de eersten benoemde Renske Leijten de gebeurtenissen rondom de Toeslagen als ramp. Ze adresseerde de problemen en werkte samen met advocaat Eva González Pérez aan een plan om de gedupeerden bij te staan. In dit boek reconstrueert Leijten het proces dat boven water haalde hoe deze enorme politieke miskleun kon ontstaan. Een misser trouwens die vandaag de dag nog steeds niet volledig is rechtgezet dankzij – jawel – een tegenwerkende Belastingdienst.

Een lichte verrassing staat je wel te wachten als je begint te lezen (op blz. 21) waar het verhaal van de Toeslagen begint. Leijten heeft ervoor gekozen de ervaring die de aanvragers van de Toeslagen ondergingen, te personaliseren. Dat doet ze door een  hoofdpersoon te introduceren: Carmen. Een Spaanse vrouw die in San Martin de Trevejo, een klein dorp in Extremadura woonde.

Eva González Pérez

Natuurlijk komt er een man in het spel: Santiago. Ze ontmoeten elkaar al als ze vijftien is, hij zestien, maar het blijkt liefde voor het leven. Lang verhaal kort: Santiago vindt werk bij het Nederlandse Philips, dat bovendien op termijn voor een woning kon zorgen. En alsof het zo moest zijn om het plaatje compleet te maken: anderhalve maand nadat Santiago naar Nederland vertrok, voelt Carmen dat ze zwanger is. Het wordt een dochter met de prachtige naam Eva González Pérez.

Door die persoonlijke toon van Leijten leest dat verhaal als een Bouqetreeks-boek. Die keuze zou ik als onafhankelijk observator niet maken. De lezer waant zich namelijk inderdaad in een roman, waar ook de voortgang redelijk parallel met het verhaal van Carmen loopt. Het heeft te maken met toeslagen en het eindigt niet goed, strijdig met de manier waarop een Bouqetboek zou aflopen. Wat meer afstand zou voor mij het verschrikkelijke, dat wel, verhaal van Carmen en haar gezin meer realisme geven.

Ondanks dat zijn de gebeurtenissen rondom de Toeslagen stuitend. Dat heeft te maken met frauderende toeslagenontvangers, dat kunnen we niet ontkennen. Maar ook met een veel te rigoureuze belastingdienst die, na de eerdere zeperd met de Bulgarenfraude nog beschamend in het geheugen, de teugels wel heel strak aanhaalde.

Aan de andere kant is er dus dit boek, dat tegenwicht biedt. Dat het ietwat doorslaat lijkt me gezien de doorstane ellende niet vreemd. Zolang de lezer zich voldoende documenteert om door de bomen het bos te zien, is dit boek een verduidelijkende invalshoek in deze onfrisse affaire.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

ISBN: 9789401620734

Sterren: ***

Uitgeverij: Balans

 

Vashti Hardy – De kronieken van helderstorm – Het wolkenschip

Op zoek naar de waarheid

‘Hoe vinden we de Zuidelijke Polaris?’ – om die vraag draait dit deel van ‘De kronieken van Helderstorm’ een populaire sf-fantasy-steampunk-jeugdboekserie.

Vashti Hardy

Achtergrondinfo: De vader van de tweeling Arthur en Maud Helderstorm is om het leven gekomen tijdens een mislukte poging om het meest zuidelijke punt ter wereld te bereiken. Naast dat verschrikkelijke nieuws krijgen de kinderen ook te horen dat hun vader wordt beschuldigd van het stelen van brandstof voordat hij stierf. Hier geloven ze niets van. Om achter de waarheid te komen en de reputatie van hun familie te redden, reageren ze op een advertentie om mee te doen aan een nieuwe poging om Zuid-Polaris te bereiken. Lukt het Arthur en Maud de antwoorden te vinden die ze zoeken?

Het wolkenschip is het eerste deel in deze serie: De kronieken van Helderstorm. Schrijver Vashti Hardy woont in Engeland. Met dit boek stond ze op de shortlist van onder andere de Waterstones Children’s Book Prize. Niet onterecht: ze kan schrijven. Zonder enige moeite gooit ze de lezer bij het nekvel een avontuur in.

We suizen samen met de tweeling de atmosfeer in als Arthur en Maude als wilde katten naar de nok van een huis klimmen. Ze helpen maar plagen elkaar ook, in een race om het eerste boven te komen. De avonturiers zijn aan elkaar gewaagd. Op de nok gaan ze lachend en hijgend met één been aan elke kant zitten:

“Op dat moment zagen ze het schip opstijgen, van de scheepsdokken in de verte, tot boven de koepels en torens van de stad uit. Maud haalde de kleine uniscoop uit haar gereedschapsriem. ‘Standaard dubbele motoren…O, schuine ventilatoren in het midden en een verstelbaar roerblad – goed idee.’

‘Geef eens aan mij, zei Arthur, en hij trok de kijker uit haar handen… “Moet je die ballonvorm zien. Zijn dat twee montgolfières?’…”

We zijn onmiskenbaar in een steampunkwereld beland waar ongerepte avonturen nog beleefd kunnen worden, de techniek in een kinderlijk vroeg stadium verkeert en de wereld en het heelal onbekende verten bevat. Een prachtig decor voor jongeren om nieuwe zaken te ontdekken.

Puntje van kritiek: als we gaan lezen lijkt het of we een deel van de serie hebben gemist. De info over papa die avonturen beleefde en helaas overleden is, wordt wel heel summier gegeven. Daar moet je even overheen stappen als lezer, voor je in deze kolkende nieuwe wereld stapt. Zoals de tweeling doet, en meteen kniediep in de avonturen springt.

www.vashtihardy.com

Geen moment van verveling voor de lezer, er gebeurt veel, de avonturen zijn binnen het genre realistisch en Arthur en Maud ondergaan gevaarlijke maar op het nippertje toch goed aflopende ervaringen. Voor de jonge avonturier met een heelalbreed voorstellingsvermogen in een wolkenschip.

ISBN: 9789463834421

Sterren: ****

Uitgeverij Pelckmans

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

Selma Noort – Als de hemel valt

Komt het nog goed met de wereld?

Verwarring. Dat woord blijft hangen bij deze lezer na lezing van ‘Als de hemel valt’. Hierin gebeurt heel veel, een boel moois en een boel lelijks, in een niet per definitie consequent verhaal. Wat wil dit boek zeggen?

Het begin: Pelgrim Santen beklimt in Peru de Heilige Piramide. Op één van de traptreden ligt een baby, een vondeling, een meisje. Hij raapt haar op en neemt haar mee naar zijn kinderloze zus Aurora, die het meisje Rosa als haar dochter opneemt:

“Toen Rosa drie jaar was, verdween de Beschermer van het Volk. Schreeuwende opstandelingen bestormden het regeringsgebouw en staken zijn vlaggen in brand… Op de televisie riep de aanvoerder van de opstandelingen zichzelf uit tot Zegenend Leider van Alles en Iedereen.”

Er komen nieuwe regels, zoals: ‘Iedereen mag elkaar alleen nog de linkerhand schudden’. Een jaar later wordt de Leider doodgeschoten en komt de macht bij de Aanvoerder van de Barmhartige Bevrijders, die de Zuivere Leefregels verordent: ’Iedereen mag elkaar alleen nog met de rechterhand schudden.’”

De lezer valt in een angstaanjagend beeld van die wereld, een beeld dat veel op de onze, inclusief huidige onrustige tijd lijkt. Dat angstige herkent ook Aurora, die korte metten maakt met die Zuivere Leefregels: “Achterlijke zwetsers!”

Het verhaal en Rosa lopen verder. Er komt steeds meer geweld en Rosa gaat op zoek naar haar medevondeling Sorpreso. Als in een soort Kinderkruistocht loopt ze daardoor maandenlang door het land. Daarbij volgt ze de Nazcalijnen samen met andere vluchtelingen. Wordt ze nog gered?

Het gegeven van de Nazcalijnen integreert Noort in het verhaal. Dat is qua historie en bijzonderheid best leuk: de eerste lijnen schijnen al tweehonderd jaar geleden gemaakt te zijn, maar door wie? Waren de goden misschien astronauten? Maar qua verhaal is het niet logisch. In deel VI van het boek legt Noort uit wat haar beweegt om de Nazcalijnen in het boek te gebruiken als gids voor Rosa:

“Sommige mensen denken dat de lijnen een bericht naar de ruimte zijn, of een landingsbaan voor buitenaardse vormen. Eigenlijk weet niemand zeker hoe en waarom deze geogliefen werden gemaakt.”

Goede en nieuwsgierig makende informatie over die Nascalijnen, maar het verhaal was al lekker onderhoudend voor de lezer en had een mooier einde verdiend. Die vertelling van moed, trouw en volharding is prima zoals het is. Er zijn geen verdere afslagen nodig.

ISBN: 9789025885779

Uitgeverij Leopold

Ook verschenen op Boekenkrant

Maren Stoffels – De Wisselaar

Iets te vergezocht verhaal

Weet jij wat een Wisselaar is? Ik ook niet, maar Maren Stoffels legt het gelukkig aan ons uit. Een Wisselaar is iemand die van leven kan wisselen met iemand anders.

Geinig. Je kan als Wisselaar een heel nieuw leven overnemen en opbouwen, maar het moet natuurlijk wel geheim blijven. En het kan heel gevaarlijk zijn. Daarom mag je aan niemand vertellen dat je Wisselaar bent. Dat klinkt simpeler dan het is, zoals onze hoofdpersoon, de jongen Anders, te weten komt.

Maren Stoffels

Anders opent het verhaal met zijn gedachtenspinsels aan het Wisselkantoor (de plek waar een Wisselaar zijn nieuwe leven kan beginnen). Hij loopt op straat en hij wordt achtervolgd, dat weet hij zeker. Er loopt een vreemde man achter hem aan. Dat is een beetje eng, dus loopt hij sneller dan de man, en als hij omkijkt is hij inderdaad verdwenen, behalve dat hij direct tegen de man opbotst, die – niet verrassend – de Wisselaar is. Op die omslachtige manier kan hij het eindelijk doen: naar het Wisselkantoor gaan.

Maar niet zonder een heleboel omwegen. Het duurt nog een paar hoofdstukken voor hij echt op het Wisselaarskantoor mag komen, en daar merkt hij dat er een forse competitie tussen de nieuwe Wisselaars is: hij heeft vijftig procent kans dat hij het wordt. Lang verhaal lang: hij moet vertrouwen hebben en mag eindelijk zijn Oefenwissel gaan doen. Skag legt het uit:

“Dit is misschien een Oefenwissel, maar toch kan er van alles fout gaan. Ik wil dat jullie ALTIJD mijn advies opvolgen…

Anders probeert elk woord in zich op te nemen. dat Skag meegaat, maakt het iéts minder eng. Anders kijkt naar de fontein. Wat gaat er precies gebeuren? Over een paar minuten weet hij éindelijk hoe het Wisselen werkt…”

En ja, er gaat inderdaad van alles fout. Niet bij het Wisselen, maar bij het proces om het verhaal wat dikker te maken. Het boek trekt de lezer de vreemde wereld van Het Wisselen in, maar die lezer moet wel doorbijten om de verhaallijn te blijven volgen. Tip voor de schrijver: kom sneller tot de kern.

Dat is niet alles. Een veel groter bezwaar is dat de pointe, en daarmee de waarschijnlijkheid van het verhaal, niet genoeg gewicht in de schaal legt. Ik kon me in elk geval niet volledig in het Wisselverhaal verplaatsen.

Vergelijk het met Harry Potter. Als je bij hem denkt aan de trein die stopt op perron 9 3/4, dan geloof je daarin. Dat is de verdienste van de schrijver, omdat Rowling je langzaam de onwaarschijnlijke maar spannende wereld van Harry Potter ingetrokken heeft. Dat is de kracht van een overtuigend verhaal. Hier is de pointe simpelweg te vergezocht en te weinig concreet om naar de realiteit te vertalen, en net te onlogisch om in experimentele variant mee te gaan. Leuk bedacht maar het Wisselaar-idee overtuigt helaas niet voldoende.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com

ISBN: 9789025883157

Sterren: **

Uitgeverij: Leopold

Davide Morosinotto – Tijdfixers

Tijdreizend hoge snelheidsproza

Mirella heeft een delicate baan. Ze moet momentjes in het verleden die mis dreigen te gaan, een beetje aanpassen zodat er geen grote rampen van komen. Dat luistert nauw: ze mag alleen iets kleins veranderen, iets dat niemand merkt, maar wel iets bijvoorbeeld een grote ramp tegenhoudt. Ze is één van de tijdfixers.

Davide Morosinotto

Van zo’n soort missie is ze net terug, als er van alles mis gaat. In Bologna, Italië, is een bomaanslag geweest op een middelbare school. Veel doden, gewonden, zowel leraren als leerlingen. Dat wil haar geheime operatie niet. Mirella moet ervoor gaan zorgen dat die bom niet zal ontploffen. Maar dat is lastiger dan het lijkt.

Het verhaal verloopt op ingenieuze wijze. Je kunt het namelijk gewoon, chronologisch, bladzijde na bladzijde omslaand, gaan lezen. Maar je kunt het ook lezen door de tijdsprongen te volgen die ook bij elk hoofdstuk staan aangegeven. Een beetje hobbelige, maar lekker eigenwijze manier om door een boek als dit heen te gaan.

Wij kiezen voor de ouderwetse aanpak en lezen chronologisch, vreemd genoeg beginnend met hoofdstuk 3. Dat eigenlijk een soort hoofdstuk 1 is. Enfin, daar gaan we. We materialiseren in het personage dat Ron Senai heet en voelen ogenblikkelijk dat dit geen gelukkig gekozen moment is. Hij ligt achterover op een tafeltje, met een mes op de keel.

“Het is een standaard knipmes van Opinel, nummer 8, met een handvat van beukenhout.

Degene die het tegen Rons keel drukt, te zacht om hem te verwonden, maar strak genoeg om de huid van zijn hals strak te treken, hard genoeg om het hem te laten voelen, is een klasgenoot van hem, Enrico Neri.

Enrico is ook zestien, net als Ron, maar afgezien daarvan en het feit dat ze in dezelfde klas zitten, zijn ze totaal verschillend…

Terwijl Ron uit een gewone familie komt, niet arm maar zeker ook niet rijk, is Enrico een miljonairszoontje dat een luizenleven leidt vol zeilkampen, paardrijlessen en taalvakanties in het buitenland.

Mede daarom heeft Ron altijd al een beetje een hekel gehad aan Enrico. En mede daarom heeft hij een beetje ruzie lopen zoeken, en nu ligt hij dus ineens achterover op een tafeltje, in een leeg klaslokaal met een mes op zijn keel.”

Die relatie van Ron en Enrico slingert zich verder het boek door, vol avonturen, lekker snel getoonzet, in de juiste vibratie die de doelgroep opvangt en leest, met voldoende grappen, boosheid naar elkaar toe, smeuïge belevenissen en niet te vergeten het standsverschil tussen die twee.

Natuurlijk worden ook de amoureuze aspecten van de tieners niet overgeslagen. Er zijn meisjes zo hier en daar, mooie meisjes die de jongens zeker niet onopgemerkt laten passeren. Morosinotto schetst zeer geloofwaardige (school)kinderen die hun weg in het leven zoeken, maar evengoed kinderen zoals Mirella die door hun stressvolle leipe baan een hoop stress ondergaan. Prima verhaal, dit Tijdfixers.

ISBN 9789463379991

Sterren: ****

Uitgeverij: Pelckmans

Ook verschenen op Bazarow en TikTok

Daria Serenko – Ik wens mijn huis as

Welkom in Absurdië

Daria Serenko is dichter en activist. Naar onderwerpen hoeft ze niet te zoeken; dit ‘Ik wens mijn huis as’ geeft de absurditeiten die in Rusland de dagelijkse gang van zaken vormen, prima weer. 

Daria Serenko

Het eerste deel van het boek gaat over die dagelijkse gang van zaken. Het werpt een blik op de rivaliteit en bureaucratische kronkels in het vervreemdende en toxische werkklimaat aldaar. Dat Systeem heerst in een culturele staat sinstelling waarin Daria, samen met een aantal andere jonge vrouwen, werkt. Geweldig foute taferelen spelen zich af op de schimmige burelen waar oudere mannen zich wel heel vrijpostig ten opzichte van de dames opstellen. Met zwarte humor geeft Daria inkijkjes in de Russische bureaucratie:

“Op een keer was er over de meisjes een klacht binnengekomen.

En toen nog een klacht.

En toen nog een.

De klacht was tegelijkertijd naar het Departement Cultuur, het Openbaar Ministerie en het comité voor gerechtelijk onderzoek gestuurd.

Volgens de klacht van bezoeker R.V. Midinski hadden de literatoren die optraden tijdens een meisjes-evenement de tempel der Russische cultuur onteerd toen ze poëzie voordroegen die Russische schuttingtaal bevatte.

Nadat we het bezwaarschrift hadden bestudeerd, zetten de meisjes en ik ons aan het opstellen van een collectieve verklaring.”

In de gevangenis 

In het tweede deel van het boek zit Serenko in de gevangenis wegens het steunen van oppositieleider Navalny. Alle tijd, ruimte en claustrofobie heeft ze daar om de details rondom het corrupte proces dat Navalny achter de tralies krijgt, uit te diepen. Ze doet dat in met woede doorspekte, niet veel aan de verbeelding overlatende zinnen. Ook weegt ze de voor- en nadelen van het doortrapte regime tegen elkaar af. En nee, één persoon komt daar niet bar positief uit.

Een citaat uit haar gevangenistijd:

“Op de ochtend van de vijfde dag werd ik voor het eerst niet wakker voor het ontbijt: ik had het gevoel alsof ik de hele nacht onder een lijk had geslapen in plaats van onder een deken. Pas toen ze kwamen controleren stond ik op. Vandaag werd de ronde gedaan door twee vrouwen en een man. Een van de vrouwen kende ik al: een witblonde feeks, ze gedroeg zich erger dan de anderen en kreeg moeiteloos de schreeuwende arrestanten van hiernaast onder de duim. Vandaag nam ze tijdens de controle mijn matte bordeauxrode lippenstift in beslag, met als excuus dat de huls van metaal was. Dezelfde vrouw had twee dagen geleden ook al een medicijn afgepakt dat de dokter me gegeven had. Toen de deur eenmaal achter hen dicht was, ging ik op bed zitten en begon schokschouderend te huilen. Ik weet niet waarom het uitgerekend de lippenstift was die me tot tranen heeft gebracht .. Ik kon mezelf niet in de spiegel zien, maar begon toch het gevoel te krijgen dat ik er ziekelijk en kleurloos uitzag.”

Een kijkje in de Russische realiteit? Lees het boek. Het relaas van Serenko is van zichzelf al wild absurd als ze de ‘gewone’ praktijk beschrijft in ‘Ik wens mijn huis as.’ 

Sterren: ****

ISBN: 9789083436166

Uitgeverij Koppernik