Recensies van actuele boeken

Gerwin van der Werf – De krater

Niet echt mislukte roadtrip

Yes, het is weer Boekenweek. De enige week met 13 dagen die ik ken: van 12 t/m 23 maart. Bijna 2 weken om het Boekenweekgeschenk te scoren: ‘De krater’, dit verhaal over een asociale familie.  Eden, het zusje, is de normaalste. Samen met haar broers Benjamin en Johnny gaat ze naar Duitsland.

Waarom? Daarom! Er is daar een meteorietkrater die Eden aan haar jongste broertje Benjamin wil laten zien. Hopelijk knapt hij daarvan op want op dit moment heeft hij een flinke depressie. En hij is autistisch. De andere, nog veel meer losgeslagen broer Johnny moet mee omdat hij het vervoermiddel, een oude Volkswagen Golf, heeft.

Gerwin van der Werf

‘Waarom wil je naar zo’n stomme krater?’ vraagt Johnny boos. Johnny is altijd kwaad of nijdig, Eden weet niet precies waarom. Maar ze heeft hem (zijn auto dus) nodig om naar de plaats van bestemming te rijden. Natuurlijk gaat het navigeren fout wegens een spraakverwarring, en moeten ze een nieuwe route plannen, tot Johnny weer een stomme streek uithaalt en ze problemen krijgen met de Deutsche Polizei. Halen ze die krater nog, of eindigt het met een depressief broertje Benjamin?

Op het eerste gezicht is dit een beetje weeïg verhaal. Zusje laat zielig Broertje zijn grootste wens zien met asociaal ander Broertje aan het stuur. Maar de schrijver diept deze roadtrip net zoals de karakters, goed uit. Het drietal snauwt elkaar af in perfecte Tokkies-taal. De sprankelende humor is een prima airbag voor de heftige verhouding tussen de drie. Ze zullen door hun aangeboren/geleerde agressie nooit echt tot elkaar komen, maar elkaar ook nooit in de steek laten.

Bereiken ze de krater? Die vraag hangt onheilspellend boven de snel zonder benzine rakende rode Golf. Na één keer tanken is het geld op, dus hoever komen ze nog? Een fijne running gag die extra druk zet op het ruziënde drietal. Van der Werf verzacht die ruzies met veel luchtige grappen. Niet dat het helpt, want ze zijn zelfs in hun jonge leven al outcasts geworden. Al met al is dit een prachtige niet echt mislukte gedoemde roadtrip met een memorabele cast én een boodschap in goed verteerbaar, grappig en luchtig proza.

www.gerwinvandenrwerf.nl

Quizvraag nog voor de oplettende lezer. In het boek noemt van der Werf een Nederlandse schrijver:

“’Op school moesten we ooit een boek lezen,’ begon Johnny. ‘Over een gast die meteorietkraters gaat zoeken in Noorwegen. Nou, hij vindt dus niks en als hij naar huis gaat ziet hij een meteoriet neervallen op de plek waar hij zocht. Dat geloof je toch niet? Wat een kutboek was dat.’…”

Mijn vraag aan jou: ‘Wat is de schrijver van dat kutboek?’ Zet je antwoord in de reacties en verkrijg eeuwige roem als je de goede naam hebt.

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com en op TikTok

ISBN: 9789465039008

Sterren: ****

Uitgeverij: CPNB

Paulien Cornelisse – hèhè

Yes, het is weer Boekenweek. De enige week met 13 dagen die ik ken: van 12 t/m 23 maart 2025. Bijna twee weken de tijd om het Boekenweekessay te scoren. Dit jaar is dat essay van Paulien Cornelisse en ze vertelt over haar specialiteit: De Taal.

Paulien Cornelissen

Er valt genoeg te zeggen over taal, veel te veel eigenlijk, maar deze specialist begint misschien wel met de hoofdzaak: ‘Goed en Fout’. Dat is intrigerend, want wanneer is iets dat gesproken wordt goed? Of fout? Haar voorbeeld is trainingsbroek:

“Het woord ‘joggingbroek’ – dat in mijn kindertijd (jaren tachtig) tegelijk met het kledingstuk zelf opkwam – wordt nu steeds vaker uitgesproken en geschreven als ‘joggingsbroek’. Voor wie dat niet gewend is (ik), klinkt ‘joggingsbroek’ raar. Toch snap ik wel waarom deze verandering is ingezet. We hebben namelijk ook het woord ‘trainingsbroek’, dus waarom dan geen ‘joggingsbroek?’ De mensen die ‘joggingsbroek’ hebben bedacht, passen gewoon de Nederlandse regel voor de tussen-s toe.”

Modale partikels

Verderop verdiept ze zich in de uitdrukking ‘modale partikels’ die de meeste mensen niet kennen. Ik ook niet trouwens, maar nu dus wel. Cornelisse beschrijft ze als volgt: “Ik beschouw dit soort woorden als superhelden. Als je ze letterlijk gebruikt, zijn ze geen modaal partikel. Maar in sommige situaties duiken ze opeens een struik in, komen er even later met een cape en een masker weer uit ,en dan herkent niemand ze meer! Ze zijn niet hun letterlijke zelf, ze zijn een modaal partikel geworden.

Een voorbeeld:

‘Soms ga ik naar het zwembad.’

‘Soms’ wordt hier letterlijk gebruikt, als in ‘af en toe’.

Maar kijk, dit is een heel ander soort zin:

‘Leuke badhanddoek! Ga je soms naar het zwembad?’

Nu doet die ‘soms’ iets heel anders, hij maakt de vraag iets minder direct. ‘Soms’ heeft zijn capeje aangetrokken. En het vreemde is: zodra een woord een modaal partikel wordt, kan het geen naddruk meer hebben in de zin – probeer de ‘soms’ in ‘Ga je soms naar het zwembad’ maar eens te benadrukken – dat klinkt heel raar.”

www.pauliencornelissen.nl

Voor taalfejitsten is dit boekje een goudmijn. Ze kunnen minutieus de pagina’s bestuderen en hebben ongetwijfeld een mening over het al dan niet correct gebruiken van taal. Maar taal is niet alleen leuk, het is ook springlevend en er kan dus creatief mee omgegaan worden. Binnen de grenzen van het betamelijke natuurlijk. Daar blijft dit essay gelukkig binnen, en het breekt een lans voor creatief omgaan met taal. Daar is dit vrolijke essay best voor te porren – en wij ook.  

Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com en op TikTok

ISBN: 9789465039404

Sterren: ***

Uitgeverij: CPNB

Markus Grolik – Geheim agent Salamander – een vieze zaak op de schroothoop

Humor om te lachen 

In het land waar dit boek het eerste uitkwam heet het:‘Tatort Schrottplatz’. De vertaling naar het Belgisch, omdat Pelckmans het uitgeeft, klinkt een stuk luxueuzer dan het kale Duits van de oorspronkelijke versie. Dat hoeft geen ramp te zijn, als het verhaal er maar niet onder lijdt. Over welk verhaal hebben we het?

Markus Grolik

Over een inspecteur die misdaden oplost – geen geheim agent – in de diervriendelijke uitvoering. Met wat goede wil is er inderdaad een salamander te herkennen in de slungelige inspecteur die op zijn tenen, in de schroothoop, met een vergrootglas, op zoek gaat naar ‘een vieze zaak’. Wat dat is, gaan we bij wijze van spoiler niet vertellen. Wel dat de algemene indruk van het boekje wat mager is. Dat wordt niet beter als we het verhaal induiken. Allereerst stelt Salamander zichzelf en zijn maatje Spider voor aan de jonge lezer. We leren dat Salamander vroeger in een winkel werkte:

“Bij het fruit.

Daar joeg ik op vliegen.

Volgens mij deed ik dat heel goed.

Maar ik werd ontdekt en toen moest ik weg.

Ik ging op zoek naar een nieuwe baan.

Mijn maatje Spider ging met mij mee.

We zijn een goed team.

We vonden al snel iets anders.

Nu werken we als geheim agent op een schroothoop.

Dat is een vuilnisbelt.

We doen onderzoek naar veel zaken.

Klein en groot.”

Summiere info, beetje zouteloze humor, stripachtige plaatjes. Dat zal een aantal jonge lezers aanspreken, en het avontuurlijke verhaal helpt natuurlijk ook. In de praktijk blijkt onze Salamander niet erg handig te zijn. Vooral niet in het opsporen van bad guys. Sterker: als hij al iets vindt, is dat per ongeluk, vaak geholpen door hulpje Spider. Die incompetentie van de inspecteur komt (iets te) regelmatig terug, zorgt wel voor vermakelijke situaties maar werkt ook een tikje op de geeuwspieren. Een soort stilstaande tekenfilm, dat is dit boek. Er gebeurt veel, de inspecteur komt per ongeluk op het spoor van zaken, dat alles in springerige stripplaatjes weergegeven, voortgedreven door een constant in het boek aanwezige, onophoudelijke actie. Prima voor kinderen die wel willen lezen maar niet met alleen die suffe lettertjes. Of een fijn opstapje naar wellicht ooit literaire werken voor uw ultra-actieve bengel.

Sterren: **

ISBN: 9789463836159

Uitgeverij Pelckmans

Tom Rijpert – De zeven sleutels 2 – Het pad van de roverkoning

De Zeven Sleutels 1 - Het pad van de Roverkoning

Schatjacht met hindernissen

Een heuse zoektocht naar een schat, bestaat dat nog? Jawel. In dit boek van Tom Rijpert doen verschillende vreemdelingen een poging die schat te vinden. Het is dan ook niet zomaar een schat. Nee, het is De Schat van de meedogenloze Roverkoning.

Alleen is die niet zo makkelijk te vinden. Zo zijn er zeven mythische sleutels nodig, die de poorten openen naar de schat. Die zeven poorten hebben zeven bewakers, en Kobold de dwerg heeft alleen de eerste sleutel. Gelukkig komen er precies vanavond in de herberg zes wonderlijke vreemdelingen aan in de herberg op de klif, die allemaal ook iets met de mysterieuze schat hebben. En ze hebben elk een sleutel; dat maakt eh … zeven sleutels.

Tom Rijpert

Een uitstekend deel 1 van een schatzoekverhaal. Tom Rijpert heeft een grootse queeste in gedachten. Dit eerste boek speelt zich grotendeels af in een herberg op een klif. Kobold is in die herberg en hij heeft de eerste sleutel. De andere zes sleutels vinden is dan het grote probleem.

Dat probleem verdwijnt in de loop van de avond als zes vreemdelingen de herberg bezoeken die de zes ontbrekende sleutels bij zich hebben. Beetje vreemde vreemdelingen zijn het ook: een zakkenroller, een oude spinster, een pratende vos, een koorddanseres, een vrolijk sproetenmeisje en een speeldoosjesmaker. En allemaal hebben ze hun eigen geheimen.

Met dat interessant concept gaatTom Rijpert voortvarend aan de slag. Netjes over de hoofdstukken verdeeld komen genoemde vreemdelingen langs en krijgen we inzicht in hun powerrrrvolle gaven. Die zijn nodig want soepel verloopt het proces niet – de zoekers Kobold, Ellie en Abdul komen elkaar tegen bij de hindernissen:

“Kobold grinnikte: “Een schat van die grootte? Dat had de geschiedenisboeken gehaald. Slechts een paar munten hebben het domein van de Roverkoning ooit verlaten, in al die jaren….”

‘En de trouwste dienaar van de Roverkoning kan het weten, toch?’ vroeg Ellie.

Kobold liep rood aan. ‘Ik probeerde beleefd te doen. Het was een probeersel.’

‘Wat ik niet snap,’ zei Abdul, ‘waarom is die Roverkoning na zeven poorten gestopt? Waarom niet acht? Of twaalf?’”

Wij lezers lezen dat de Roverkoning bij het bouwen van de zevende poort zo ver heen was, dat hij niemand meer vertrouwde. Bijna alles aan de speurtocht van de zeven sleutels is nu onzeker. Welke geheimen liggen er in het verschiet? En welke gevaren?

Bekwaam voert de schrijver de spanning op. Dit eerste boek eindigt als de zeven avonturiers eindelijk concrete aanwijzingen vinden. Worden ze beloond voor hun inspanningen of genept? Dat gaan we lezen in deel 2: “Voorbij de val”.

https://www.tomrijpert.com/

Sterren: ***

ISBN: 9789463376631

Uitgeverij Pelckmans

Willa Cather – Een verloren vrouw

Tragische geschiedenis

Een roman over pioniers – is dat nog interessant? We weten globaal wel hoe die eerste bewoners op de onmetelijke vlaktes van Amerika, met name Nebraska, overleefden. Keihard de onwillige grond bewerken, Indianen op een afstand houden, zaaien, oogsten en proberen een bestaan op te bouwen.

In zo’n setting speelt dit verhaal van Willa Cather. Ze zet hoofdpersonage Marian Forrester in een huis op de prairie, samen met haar oudere man. Haar buurjongen Niel adoreert haar: ze is voor hem het prototype van de pionier. Maar als hij na een aantal jaren terugkeert naar die plek, is alles anders. Marian is niet meer de oude: ze is aan de drank en heeft weinig geld meer; een harde desillusie voor Niel.

Het verhaal leest als een trein. Het is verraderlijk soepel proza, maar intussen grijpt het de lezer fors bij de lurven en sleept hem/haar mee naar de afgrond waarin Marian zich al jarenlang bevindt. Ook de deceptie van de arme Niel bereikt ongekende diepten. Hij kan het niet verkroppen dat zijn ideaalbeeld verschraald is tot een mummelende, halfdronken oude vrouw. Dat blijkt als hij na jaren terugkeert naar het huis van Marian Forrester:

“Hij bond zijn boeket met een halm beemdgras, liep door het bos de heuvel op en sloop zachtjes om het huis heen naar de noordkant, waar de kamer van mevrouw Forrester lag, de hoge groene luiken waren nog dicht. Toen hij zich bukte om de bloemen op de vensterbank te leggen, hoorde hij binnen een zacht lachende vrouwenstem; ongeduldig, toegeeflijk, plagend, gretig. Toen een andere lach, heel anders, een man. Die klonk dik en lui en eindigde in iets wat klonk als een geeuw.

Pas aan de voet van de heuvel, op de houten brug, kwam Niel weer tot zichzelf, met verhit gezicht, kloppende slapen en ogen, verblind van woede. In zijn hand hield hij nog steeds de prikkende bos wilde rozen. Hij gooide ze over het hek in een modderkuil die het vee aan de oever van de beek had uitgetrapt. Hij wist niet meer of hij over de populierenlaan of door het struikgewas was teruggelopen. In het ogenblik tussen het bukken naar het raamkozijn en het overeind komen had hij een van de mooiste dingen in zijn leven verloren. Nog voordat de dauw was opgedroogd, was de ochtend voor hem al verwoest – net als alle ochtenden die nog zouden volgen, dacht hij bitter…”

Met deze intense deceptie zet Willa Cather een prachtig maar ook tragisch verhaal neer. Niet alleen van de gedesillusioneerde jongeman. Maar zeker ook van de pioniersvrouw die de opkomst en ondergang van de oude, trotse overwinnersmentaliteit ondergaat. En dat alles in kleurrijke genuanceerde taal.

ISBN: 9789464521511

Uitgeverij Cossee

Ook verschenen op Boekenkrant

TikTok

Jorine Lamsma – Operatie Cupido

Puberemoties subtiel verwoord

Als je dit boek oppakt, doorbladert en daarna leest, voel je het. Alles klopt. 223 bladzijden leesplezier, stevig omhulsel want hard kartonnen kaft, vrolijke taal met diepgang, goed aangevoelde emoties van de puberdoelgroep en het belangrijkst: een meeslepend verhaal.

Lamsma zet dat verhaal vernuftig met een harde knal in gang: Deesje, ons hoofdpersonage krijgt van haar ouders een nare mededeling te verwerken. Ze gaan scheiden. (Even terzijde, Deesje heeft niet voor niets die naam Deesje: de opdracht of motto voorin het boek is:

“Ze riep;

FLEDDER-MIE-BAF!

Fledder-mie-baf, ik ga

de draak overmeesteren!

(want ze wist natuurlijk

hoe dat moest)

(overmeesteren)

-uit Deesje van Joke van Leeuwen”

Die klap (scheiden, weet je nog?) komt hard aan. In hoofdstuk 2, direct daarna, legt Lamsma heel droog uit wat een cliffhanger is, en begrijp je ook waarom dat na die scheidingsklap komt. In hoofdstuk 3 zit Deesje weer/nog steeds bij haar ouders en probeert te achterhalen WAAROM SCHEIDEN nodig is. Okselvochtig gesprek.

Nog een terzijde: hoofdstuk 4 wordt geschreven door Charlie, de bff van Deesje. Zij schrijft samen met Charlie een boek over gescheiden ouders. Zo’n boek is het. Ben je er nog?

Geheel in de geest en stijl van de leermeesteres gaat het verhaal, en het leven, lekker rommelig door. Charlie denkt hard na over de scheiding:

“Nou zijn we nog steeds niet beland bij Bibi’s geweldige plan. We moesten ook eerst uitleggen hoe het bij ons thuis is. (Met ‘ons’ bedoel ik niet Deesje, al is die best vaak bij ons.) De ‘ruzie’ op die zaterdagmiddag was dus niet de eerste ruzie. Dit gebeurt al jaren van tijd tot tijd. Nu heb je een beeld Gijs is dus heel erg stom. (Hij kan ook aardig doen, maar dat is nep.)

Zodra we kans zagen weg te sluipen van de thee-woede, gingen we zo stil mogelijk naar de Groene Kamer.

Bibi plofte op haar bed. ‘Ik kan er niet tegen! Ik kan het niet aanzien!’

Deesje en ik gingen op mijn bed zitten.

‘Mijn ouders gaan scheiden omdat ze nooit ruziemaken, en Alexandra en Gijs gaan níét scheiden terwijl ze vaak ruziemaken,’ zei Deesje. ‘Ik begrijp er niks van…’

Bibi en ik ook niet.”

Zoals gezegd, een prachtverhaal met een juweel van een onderwerp, op speelse wijze in elkaar gezet. Maar… (ja sorry, ik moet ook kritisch zijn) juist die springerig speelse wijze maakt dat de rode lijn in het verhaal een beetje afleidend werkt. Het perspectief van de personages verspringt sneller dan een stoplicht, de korte stukjes tekst worden best snel afgewisseld met teksten van anderen, er zijn sowieso veel problemen waarover veel gepraat wordt, kortom: het lezen van het boek vereist een behoorlijk stevige concentratieboog. Dat zou de minder geoefende lezers kopschuw kunnen maken.

Tegelijk en als tegenargument: lees het eerste stuk van deze recensie. Lekker gek, meeslepend, vernieuwend, ontroerend en een goed verhaal. Ik zeg doen.

ISBN: 9789047717126

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op Boekenkrant

Georgi Gospodinov – Natuurlijke roman

Prachtige losse eindjes

U kunt hem kennen van zijn roman ‘De wetten van de melancholie’ die in 2013 in Bulgarije Boek van het Jaar werd. Of anders van de roman ‘Schuilplaats voor andere tijden’, waarvoor hij de International Booker Prize 2023 won. Dat laatste wapenfeit maakte hem beroemd, niet alleen in eigen land maar ook internationaal.

Georgi Gospodinov

Het is dan ook een uitstekende keus om dit nieuwe boek uit te brengen. Behalve dat het geen nieuw boek is maar een verse druk van dat al eerder verschenen debuut ‘Natuurlijk Roman’. Maar hé, leesbevordering komt in vele vormen. Als het maar leesplezier oplevert.

Dat doet het, zeer veel leesplezier zelfs. Het verhaal is een wonderlijke caleidoscoop van in elkaar grijpende onderwerpen, fragmenten, gedachten, knotsdolle theorieën, gestoorden, avonturiers, excentriekelingen en dwazen. Ingewikkeld als dat klinkt, is de tekst en thematiek dat juist niet. Het verhaal leest als de spreekwoordelijke trein, is zowel vermakelijk als droefgeestig, maar daalt nooit af naar platte lol.

Het begin van hoofdstuk 6 is een prima steekproef om u, ongetwijfeld toekomstige lezer, een voorproefje te geven van hierboven bejubelde schrijf- en onderwerpstijl:

“NAAR EEN NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN HET TOILET

Waar begint een verhaal? Wat zegt men bij aanvang? Begint een verhaal met woede zoals bij Homerus? Of met namen? Als Plato gelijk heeft in zijn Cratylus dat er zoiets als een aangeboren correctheid van namen bestaat voor zowel Grieken als barbaren, dan moet het verhaal vanaf daar vertrekken.

Als we teruggaan vanaf de wc van vandaag naar het Engelse closet en verder, komen we uit bij het Latijnse claudo, clausis, dat zelfs in zijn eerste betekenis de nadruk legt op dichtdoen en afsluiten. In een andere betekenis legt het Latijnse werkwoord nadruk op iets eindigen: ik ben klaar, ik beëindig. Het woord kan ook verbergen, bedekken betekenen. De Romeinen  kregen het voor elkaar om alles met één woord te zeggen. Ofwel: een closet is dus iets waarin je jezelf afsluit en opsluit, afmaakt van je moet doen en vervolgens bedekt met wat je gedaan hebt.”

Deze verhandeling slingert vrolijk door over de volgende pagina’s, over Romeinen, Efeze, oudheidkundige toiletten en slaven die met hun blote billen de stenen (van de wc) op lichaamstemperatuur moeten brengen. Met het gemak van een volleerde goochelaar brengt de schrijver onwaarschijnlijk gemakkelijk, niets met elkaar van doen hebbende voorwerpen toch met elkaar in verband. Voorwerpen die in een volgend hoofdstuk weer opduiken onder een andere noemer of zelfs andere definitie.

Veel geestverruimende informatie en gelees voor u, beste lezer. Ik hoop dat ook u enthousiast wordt voor dit fraaie stukje vakwerk.

Sterren: ****

ISBN: 9789026367700

Uitgeverij Koppernik

Coen Stenfert – Bewustzijnstoestanden

Alles is materie

Uitstekende vraag van deze titel: waar gaan we naar toe?

Nieuwsgierig als we zijn lezen we eerst de flaptekst: “Dit boek is geschreven vanuit kennis die is doorgegeven vanuit het hoogste bewustzijn en omvat daarom de wijsheid die wij allen hebben en waar we over kunnen beschikken wanneer we maar willen. Door het leven van vele kanten te gaan zien word je je steeds bewuster van wie je bent en wat je komt doen op aarde en hoe je de dingen kunt creëren die je wilt.”

Coen Stenfert

Hoopvol als dat klinkt, blijft de realisatie van die bewering voor mij vaag. Dan maar beginnen bij het begin. De tekst blijkt in dialoogvorm geschreven. Een alwetende verteller vertelt en een criticus/twijfelaar poneert vragen die ‘gewone’ mensen ook zouden kunnen stellen. Bijvoorbeeld:

“Bewustzijn

Dit boek gaat alleen over bewustzijn, de allerhoogste laag die een mens wil en kan bereiken voordat stoffelijkheid overgaat in puur bewustzijn.

Door dit boek krijgen mensen meer inzicht in hun leven en daardoor bewustzijn over wat er om hen heen gaande is…

Waarom is het zo belangrijk dat wij hier over bewustzijn schrijven?

Omdat dit de manier van uitdrukken is die de mens kan begrijpen. Het is allesomvattend.

Geen vorm maar frequenties. Dat de mens meer kan gaan vertrouwen op dat alles één is. Dat alles eeuwig is en angst de mensen alleen maar tegenhoudt om te groeien.

Dat mensen gaan inzien dat de binnenwereld ee spiegel vormt voor de buitenwereld en dat ze kunnen creëren wat ze zelf willen, om dit proces te doorlopen moeten ze een weg bewandelen en die kunnen jullie ze duidelijk maken.

Hoezo, kunnen wij ze dit duidelijk maken?

Omdat jullie de gave hebben te luisteren naar je ingevingen en gevoel.

Dat is toch zeker niet uniek?

Nee, maar het gevoel echt uiten en er naar handelen is een tweede. Veel mensen passen zich aan en durven niet echt op te komen voor hun eigen gevoelens en inzichten.”

In die vraag- en antwoordvorm behandelt de auteur zo’n 24 onderwerpen als “Vrij zijn, Dromen, Emancipatie, Buitenaardse wezens, Dood, Leven, God, Engelen.”

Ik vond het hoofdstuk ‘Materie’ een aardige dwarsdoorsnede van de denktrant die het boek doordesemt. Ook hier weer vraag- en antwoord van de meester en de leerling:

“Wat is eigenlijk materie?”

Materie is energie die zich kan samenvoegen al naar gelang de trilling die het heeft vanuit een gekozen hologram verbonden en tijd en ruimte.

“Is de aarde dan een hologram?”

Ja, zo kun je het zien. Het geeft verschillende soorten materie weer in een bepaalde vorm.

“Maar als ik als intentie stel dat het Andesgebergte verandert in een zee dat gebeurt dat volgens mij echt niet. Hoe zit dat?” (waarschijnlijk moet hier niet ‘in een zee dat’ maar ‘in een zee dan’ staan NV)

Omdat dit niet een hologram is alleen vanuit jouw intentie maar van het hogere zijn. stukken aarde veranderen met je intentie is wel mogelijk.”

Oké, genoeg geciteerd over intenties, deze redenering is wel erg astraal. Ik kan me vinden in de essentie van het boek en de verhandelingen over energie en trillingen. Of ook de gemiddelde lezer zover kan meegaan vraag ik me af. Dat komt omdat alle theorie die Stenfert op ons neer laat dalen, teruggrijpt op materie die via trillingen vorm krijgt. Zo’n abstract concept is cold turkey lastig te behappen. Desalniettemin is het een uitdagend idee dat vraagt om verder onderzoek.

Sterren: **

ISBN: 9789079171019

Uitgeverij Beyond Business

Andy Griffiths en Terry Denton – Hoe schrijf ik zelf een waanzinnig boek?

Onzin voor beginners

Andy Griffiths en Terry Denton maken al jaren de zeer succesvolle ‘waanzinnige boomhut’- boekenreeks. Zoals de titels doen vermoeden, zijn dat inderdaad tegen waanzin aanschurkende verhalen die alle kanten op gaan en ook de humoristische kant niet vergeten. Die lach-of-ik-schiet-humor is niet voor iedereen weggelegd maar er is een trouwe fanbase die Andy en Terry wel leuk vinden.

Dit zijn ze dan: Andy en Terry

In die kenmerkende stijl is er nu dus ook dit boek, waarin je tips & trucs vindt om zelf aan de slag te gaan met de laptop, schrijfmachine, vulpen, schoolkrijtje; alles wat je maar bij de hand hebt om je ideeën op schrift te stellen.

De tips beginnen al op de voorpagina:

-Bedenk zelf een waanzinnige machine

-Verzin een originele superheld en een superschurk

-Maak een verzonnen plattegrond

-Schrijf een serieuze handleiding over een onzinnig onderwerp

Dit is een losse greep en toch zijn die eerste tips al goed. Ze hebben allemaal een originele insteek, een fijn rare gedachtenkronkel en een prikkelend onderwerp. Diezelfde creativiteitswaanzin zet zich voort binnen de kaften. Er zijn 26 geinige hoofdstukjes die je creativiteit opporren. Een kleine greep daar weer uit:

“STRIPS OVER SLECHTE MAMA EN PAPA

WAANZINNIGE MACHINES EN UITVINDINGEN

ONTPLOFFINGEN

DEKSEL ERAF

MONSTERS, ALIENS, ROBOTS EN ZOMBIES.”              

Nemen we mijn favoriete onderwerp: ‘MONSTERS, ALIENS, ROBOTS EN ZOMBIES’ dan begint het zo:

“Het eerste – en tot nog toe engste – monster dat ik ooit in een boek ben tegengekomen, is de verschrikkelijke Jabberwock (hij staat op het plaatje hierboven) uit het boek Achter de spiegel & Wat Alice daar aantrof van Lewis Carroll.

In De waanzinnige boomhut van 13 verdiepingen worden Andy en Terry achternagezeten door een vreselijk zeemonster. (Ze heet Meermina en het is helemaal niet toevallig dat ze op de Jabberwock lijkt!)”

De hoogste boomhut tot dusver

Zo zie je dat de basis van de ‘waanzinnige’ boeken niet alleen uit op en neer springende onzin, spektakel en exploderende boomhutten bestaat. Dit is een serieus (voor zover dat kan bij deze twee creatievelingen) boek dat je handenvol ideeën geeft om zelf boeken te verzinnen. Waanzinnige boeken, dat dan weer wel.

Sterren: ***

ISBN: 9789401438353

Lannoo

 

Herman Koch – Luchtplaats

Kronkelende wraak/misdaad/familiethriller

Herman Koch komt dit keer met een thriller. Nee, een wraaknovelle. Wacht, een politieverhaal als een Simenon. Of is het een zwaar satirische beschrijving van zowel het criminele als het literaire milieu?

Het kan alle vier, mensen, en zelfs een vijfde component sluit ik niet uit. Een tip: voelt u zich vooral niet bezwaard als u de logica in het boek niet kunt vinden. Het lijkt erop dat Koch ongegeneerd van zich af heeft zitten schrijven met een lijstje van zijn zwaarste ergernissen ernaast, geventileerd in drie personages.

Want daaruit bestaat het boek eigenlijk. We krijgen vanuit drie perspectieven informatie. Allereerst leven we mee met internationale bestsellerauteur Simon Hanson. Dan duikt de zware crimineel Derek L. op, die een bundel verhalen aan Hanson stuurt. De verhalen monden met de hulp van Hanson uit in een bestseller, die Derek L. op een boekpresentatie mag presenteren, onder voorwaarde dat hij bij Hanson thuis verblijft. Hanna Hanson is Simon Hansons vrouw en rechercheur, veiliger kan dus niet. In theorie.

Herman Koch

Met deze wazige premisse trekt Koch van leer. Zijn stijl en scherpe denktrant is obvious: het leest scherp en vermakelijk weg. Nadeel: je moet goed kijken in welk hoofd je nu aan het lezen bent. De absurde situaties waarin de personages figureren voegen sfeer toe. Zoals Hanna, de vrouw van Simon:

“Hij had zin. Bij mannen kun je dat ruiken. Ik rook dat hij zin had.

Ik was van plan geweest om in de keuken op ze te wachten, maar uitgerekend op deze late donderdagmiddag had Simon zijn sleutel vergeten en belde hij aan.

Ook al verwachtte ik niemand anders, toch liep ik niet meteen de trap af naar onze voordeur, maar haalde eerst de hoorn van de intercom van de haak.

‘Ik ben het,’ zei Simon. ‘Sleutels vergeten.’

Op het display zag ik hem. Achter hem stond Derek…

Zo langzaam mogelijk liep ik de trap af en voordat ik de deur van het slot deed, haalde ik nog eens diep adem…

Het was hoe hij naar me keek, meteen al vanaf het eerste moment daar bij de voordeur. Zo keken mannen zelden nog naar me de laatste tijd. Het was even of ik het fluiten op de bouwsteigers weer hoorde, als de eerste klanken van een oud nummer dat je nooit vergeet.”

https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Koch

Het verhaal gaat alle kanten op en lijkt minder belangrijk dan het schrijfplezier. Zo kan Koch heerlijk ouwehoeren over één woord, zoals bijvoorbeeld hier:

“Ik heb me altijd over Madeleine willen ontfermen. Dat is, achteraf gezien, misschien wel mijn grootste fout geweest. Het zit hem in het woord ontfermen. Je ontfermt je over een duivenjong dat uit zijn nest is gevallen. Je neemt het mee naar huis en zet het in een kartonnen doos. Omdat het de hele tijd zo bibbert, probeer je het weer warm te krijgen met een staande lamp die je helemaal naar beneden buigt, tot vlak boven de doos. Je voert het duivenjong blaadjes sla en nootjes – je weet eigenlijk niet wat het lekker vindt, wat het wel en niet mag eten. Je begrijpt niet dat het doodvonnis voor het duivenjong daarmee is getekend…”

Smakelijke taal en gekke verhaallijnen in een wereld vol onbegrip en misverstand. Zo kennen we Koch weer.

ISBN: 9789465034706

Ambo/Anthos

Ook verschenen op Boekenkrant en TikTok