Recensies van actuele boeken

John Allison – Giant Days 1: Nieuwe vrienden

Een romcom op papier

Het ‘oldskool’ stripboek heeft een warm plekje in mijn hart. Ik verslond ze, de kunstwerken van Marten Toonder, Fred Julsing, Dick Matena, Martin Lodewijk, Gerrit de Jager maar ook Carl Barks, Will Eisner, Bill Watterson of natuurlijk Franquin, Greg, Tardi. Met excuus voor de niet-genoemden. Deze pioniers baanden de weg voor andere vormen van beeldtaal waarvan de graphic novel nu de hipste is. Uitgeverij de Fontein toont moed en richt zich met dit wonder van getekende bewegingen op de Nederlandse tienerjeugd.

Mijn zegen hebben ze. Zeker met een speels, sarcastisch, grappig, somber, vrolijk, goed getekend en buitengewoon sprankelend boek als Giant Days. Het gegeven is relatief simpel, maar biedt ruimte aan een uiterst brede uitwerking die de schrijvers/tekenaars gretig en wild in de rondte fantaserend gebruiken.

Susan, Esther en Daisy zijn huisgenoten, al een hele week. En dat komt goed uit, want zonder Daisy en Susan was Esther allang één grote puinhoop geweest, en zonder Esther en Susan was Daisy nooit haar kamer uit gekomen. Susan redt zich overigens prima, vindt ze. Zolang ze McGraw maar niet tegenkomt.

Dit is het studentenleven: doen alsof je volwassen bent, je eigen crappy beslissingen nemen en er wat van proberen te maken. Met je vrienden. En met humor.

‘Crappy’ beslissingen, heel modieus verwoord. De inspiratie voor de eveneens eigentijdse inhoud moeten we hoogstwaarschijnlijk zoeken in de romcomsfeer: denk Friends, denk The Vampire Diaries, denk The Big Bang Theory, denk Netflix. Drie meiden in een studentenappartement reageren op elkaar, zonder nadenken maar fris van de lever. Daarop reageren de anderen weer nog frisser, zodat de dialogen het echte leven benaderen.

Zo werkt Giant Days als papieren versie van een romcom voortreffelijk. De uitstraling, belevenissen en denkpatronen ‘connecten’ één op één met de leeftijdsgroep. Had ik nog tienerdochters, dan kregen ze dit boek.

Sterren: ***

ISBN: 9789493095335

Uitgeverij: De Fontein

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Gary Wilson – Het pornobrein

Doe je masturbatiestoel weg

Kijkt u vaak naar pornografie op internet? Nee, ik ook niet. Gelukkig voor ons, anders waren we verslaafd. Dat zegt de Amerikaanse onderzoeker Gary Wilson, die er onderzoek naar deed en op www.yourbrainonporn.com de gevaren uiteenzet van het onbeperkt, veelvuldig en grootschalig consumeren van onlineporno.

Die gevaren blijken extraordinairder dan gedacht. Het komt erop neer dat de verschijnselen in een brein dat blootgesteld wordt aan dit soort prikkels, dezelfde zijn als bij een verslaving. De pornosurfer heeft vaak, en steeds meer buitengewone stimuli nodig om hetzelfde resultaat te bereiken, resulterend in een steeds maniakalere kliktocht langs sekssites. En die onbevrediging is blijvend ook nog. In de woorden van Wilson: “Een supernormale stimulus met teveel sensitatie veroorzaakt neuroplasticiteit.” Verder spelen Delta FosB en het molecuul CREB een belangrijke rol – maar als je het woord onbevrediging onthoudt is het ook goed.

Want bevrediging, of ‘satisfaction’, zoals de Stones al lang geleden bezongen, is nog niet zo eenvoudig te bereiken voor pornogevorderden. Dat is naar, maar ernstiger is dat al die prikkels een gezonde seksuele relatie in de weg gaan staan. De pornoaddict (meestal mannen, niet verrassend) krijgen in toenemende mate moeite om met hun partner normale seksuele gevoelens te ervaren.

Wilson haalt een heleboel onderzoeken aan waarin echte mensen zijn geobserveerd en waaruit dat blijkt. Hij markeert het als een probleem van deze tijd omdat a. het anoniem gebeurt, b. de vieze filmpjes gevaarlijk simpel te vinden zijn en c. het probleem zelden ter sprake komt wegens schaamte. Niet iedereen is het met hem eens, ook dat geeft hij als een ware wetenschapper netjes weer, maar het lijkt erop dat hij een punt heeft. En belangrijker, hij heeft nagedacht over een oplossing.

De tips daarvoor staan netjes gerangschikt in het boek. Eén van de hoopvolle zaken, althans voor mij, als ik er last van had, wat natuurlijk niet zo is, is dat het handig is als je oud bent. Je brein wordt dan namelijk lang niet zo snel geconditioneerd als wanneer je puber bent.

Nog meer goed nieuws is dat de verslaving niet definitief is en relatief eenvoudig gestopt kan worden. Eigenlijk gewoon door te stoppen met surfen en snokken. Cold turkey, als het ware. Nu is dat bijna altijd veel makkelijker gezegd dan gedaan, zodat Wilson behulpzaam andere aanbevelingen geeft zoals de simpele maar doeltreffende handeling: doe je masturbatiestoel weg. Na dat goede begin kun je met wat extinctietraining je milf chasing en edging, en waarschijnlijk zelfs je flatliner ongedaan maken, zodat je uiteindelijk kunt rebooten.

Succes!

Sterren: ****

ISBN: 9789024409396

Uitgeverij: Boom

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Robin Benway – Ver van de boom

Tissues voor de issues

Eigenlijk is dit best een vrolijk boek: aan het einde is iedereen happy. Alleen voor dat zover is, hebben de hoofdpersoontjes onnoemelijk veel emmers shit over zich heen gekregen. Ze hebben namelijk allemaal een probleem en dat moet eerst opgelost worden. En dat valt nog niet mee.

Want een zuurstokroze, zorgenvrij leventje hebben Grace, haar zus Maya en haar broer Joaquin bepaald niet. Alle drie zijn ze geadopteerd, en alle drie moeten ze zich zien te redden in een pleeggezin. Bij Grace lukt dat ogenschijnlijk wel, maar ze draagt een duister geheim met zich mee. Zus Maya lijkt het verblijf in een pleeggezin goed af te gaan, ondanks het niet te missen feit dat ze de enige brunette is in een roodharige familie. Haar broer Joaquin is opgegroeid in opvanghuizen en pleeggezinnen en is al zijn hele leven op zoek naar een familie die hem wil hebben. Je zou kunnen zeggen dat hij hechtingsproblemen heeft. Alle drie worstelen ze met de vraag: wat bepaalt wie je bent? En wat betekent een familieband, in welke vorm dan ook?

Een erg interessant onderwerp dat Robin Benway voortreffelijk uitdiept. Grace, Maya en Joaquin hebben elk hun eigen trauma, waarmee ze aan de slag gaan. Soms vrijwillig, soms door omstandigheden gedwongen, gaan ze de harde en pijnlijke confrontatie aan, en dat laat Benway in ontroerende details zien.

“Joaquin voelde zich zelden van zijn stuk gebracht. Hij had goed leren voorspellen wat mensen zouden doen, hoe ze zouden reageren. En als hij hun gedrag niet kon voorspellen, wist hij in elk geval hoe hij het kon uitlokken. De therapeute waar Mark en Linda hem naartoe stuurden, noemden dat een afweermechanisme en dat vond Joaquin precies klinken als iets wat iemand zou zeggen die nog nooit een afweermechanisme nodig had gehad.”

Therapeuten, het woord is gevallen. Dat is in dit verder uitstekende boek een kritiekpuntje. De trauma’s en problemen die de kinderen moeten verwerken, álle trauma’s en problemen, kunnen ze blijkbaar niet alleen of met behulp van de ouders aan. Steevast eindigt het probleemkind op de canapé bij de psychotherapeut, waar het herstelproces vorm krijgt. Dat lijkt me wat eenzijdig én Amerikaans.

Het verhaal maakt veel goed. De spitsvondige titel trouwens ook. Grace, om mee te beginnen, moet haar donkerste geheim het hoofd bieden. Vanzelfsprekend vermijdt ze dat zo lang mogelijk tot het echt niet langer kan. Pas bij een onzachte botsing met broer/zus en ouders vindt ze een manier om zaken benoembaar te maken. Zo vergaat het Maya ook, en idem met Joaqin. De issues die ze hebben zijn anders, maar het bewustwordingsproces is even spijkerhard. En bevrijdend, uiteindelijk.

Het is Benway’s talent om vanuit een gekwetste kinderziel te denken en die pijn met precies de juiste sentimentaliteit op te schrijven. Dat talent is niet te onderschatten en raakt feilloos gevoelige snaren. Een tip aan de lezertjes dus: hou de zakdoekjes maar bij de hand. Laat je lekker meenemen in de allengs minder somber wordende wereld van de pleegkinderen, leef met ze mee en realiseer je vooral hoe welgemeend deze adviezen zijn.

Sterren: ***

ISBN: 9789026145346

Uitgeverij: De Fontein 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Ayelet Gundar-Goshen – Leeuwen wekken

Wat zou jij doen?

Etan Green, chirurg, rijdt op een nacht op weg naar huis per ongeluk iemand dood. Het is een Eritreeër. Etan neemt de beslissing om door te rijden en niemand iets te vertellen over het ongeval. Dat moment verandert zijn leven voor altijd.

De weduwe van de Eritreeër chanteert hem namelijk daarna met haar mans dood – niet met geld, maar met medische bijstand voor een groep illegalen. Hij zwijgt erover, maar dat zet zijn huwelijk met Liat zwaar onder druk. Dat Liat is belast met het politieonderzoek, drijft de situatie verder op de spits.

Deze situatie legt Ayelet Gundar-Goshen ons voor, arme lezers. En het is moeilijk, deze welhaast Pythagorasdriehoeksworteltrekpriemgetaltangens-vergelijkingskwestie. Breinbrekend ook, die schuldvraag: er is geen ‘goed’ antwoord. Wij ploffen slechts in het verhaal en voelen met zowel Etan als de illegalen mee, nemen deel aan het dilemma (en de woede) van Etan, we snappen waarom het huwelijk op ontploffen staat, we voelen zelfs sympathie voor de chanterende weduwe. Voor wie kiezen we? Of meer persoonlijk: wat zou jij doen?

In een gesmeerd lopend verhaal laat Gundar-Goshen dat aan de lezer ter beoordeling. Haar stijl is springerig (soms iets té springering, als ze op een haar na uit de bocht vliegt) en vermakelijk. Ze levert commentaar op zulke uiteenlopende zaken als de man/vrouw-verhouding binnen het huwelijk, de illegalenproblematiek, kritiek op verkregen privileges, het huwelijk als instituut en de beslissing om wel of niet weg te kijken van minder fortuinlijke medemensen.

Over die man/vrouw verhouding: “Dus brengt Etan de kinderen naar bed en maakt ze ‘s ochtends wakker. Hij maakt chocolademelk voor ze klaar zonder klontjes… Hij geeft hun chocolademelk maar ze geven hem met hun blik hoogverheven koninklijkheid. Hij is zich ervan bewust, ooit zullen ze het ontdekken: om de zon aan te doen en de nacht uit, hoef je alleen maar een schakelaar om te zetten. Voor klontloze chocolademelk moet je gewoon heel goed roeren.”

Actueel is het boek natuurlijk ook. Iedereen kent de beelden van brakke bootjes vol vluchtelingen die ‘ons’ Europa willen bereiken. Wat doe je ermee? Helpen, terugsturen, negeren, afschuiven? Tot op de dag van vandaag breken de leiders van EU-landen zich daar het hoofd over, en een oplossing is nog niet in zicht. Met de Etan-kwestie belicht dit boek ook die kant van de vluchtelingenproblematiek.

Genoeg om te overdenken, al lezend. De thema’s, of dilemma’s zo u wilt, wisselen elkaar af. Het verhaal dendert intussen door, en daarmee de arme Etan ook. Worstelend met alle kraaiepoten die op zijn pad zijn gestrooid, totdat, uiteraard, het allemaal escaleert tot oncontroleerbare proporties. Een boek dat de hersencellen in gang zet.

Sterren: ***

ISBN: 9789025448639

Uitgeverij: AtlasContact

Ook verschenen op De Leesclub van Alles  

Madalena Matoso – Als tijd voorbij gaat

Voor kinderen of ouders

De strak gestileerde voorkant van het prentenboek trekt meteen de aandacht. De titel hangt boven de illustraties, hemelsblauw in vriendelijk geronde letters. Op die illustraties liggen mensen schuin op verschillend gekleurde handdoeken, zo te zien op het strand, boeken lezend of onder een boek in slaap gevallen.

Als je het boek open slaat, zie je dat de tekeningen gedetailleerd zijn en vaak tegenstellingen voorstellen. Korte teksten ondersteunen de illustraties. Kanttekening: niet alle teksten zijn even helder, het is dan zoeken naar de connectie met het beeld.

Het thema is tijd, zoals de titel al hint. In de sfeer daarvan zijn de tekeningen opgezet, en verwijzen bijvoorbeeld op tegenover elkaar liggende bladzijden naar elkaar. Zo zit een meisje in een ligbad en verliest één van haar melktanden met de tekst: “Als de tijd voorbijgaat, raak je dingen kwijt.” Op de tekening ernaast glijdt hetzelfde meisje soepel door een zwembad. “Maar andere krijg je juist.”

De heldere, primaire kleuren combineren goed met de cartooneske figuurtjes en bijna abstract gestileerde objecten. De stijl heeft iets van een schilderij; mij deed het aan Mondriaan denken. De schrijver en tekenaar misschien ook, al komt dit prentenboek oorspronkelijk uit Portugal. Daar won het prentenboek overigens verschillende prijzen.

Ook van mijn kant lof aan alle kanten, maar ik zie toch een probleem opdoemen. Als dit boek in een gezin landt, breekt er oorlog uit. De kinderen trekken eraan vanwege de kleurrijkheid. Papa en mama trekken de andere kant op door de saillante stijl. Wie mag het als eerste lezen? Strootje trekken ouders, stel ik voor. En valsspelen.

Sterren: ****

ISBN: 9789492168207

Uitgeverij: Karmijn

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

Andy Sheperd – De jongen die draken kweekte

Lekker fout anti-regeltjesboek

Het zou heel vreemd zijn als dit boek niet aanslaat bij kinderen. Er gebeuren zo veel dingen in die niet netjes zijn, tegen de goede smaak van pappa en mamma in gaan en normaliter verboden zijn, dat het de jeugdige fantasie prikkelt als een cactus.

De vergelijking met Roald Dahl komt dan al snel in beeld. Hij was een meester in het creëren van dit soort situaties (Matilda, Sjakie en de chocoladefabriek, GVR), waardoor zijn boeken nog altijd bestsellers zijn. Toch, met een eigen stijl, heeft Andy Shepherd een wereld geschapen met voldoende originaliteit om de weg te gaan vinden naar grote kinderscharen.

De flaptekst zegt er het volgende over: “Andy Shepherd was lerares Engels toen ze besloot zich volledig te wijden aan het schrijven van kinderboeken. Toen haar agent het manuscript voor De jongen die draken kweekte en de plannen voor twee vervolgdelen rondstuurde, struikelden de Britse uitgevers over elkaar om de boeken te bemachtigen. De rechten zijn ook al verkocht voor een Britse televisieserie.”

Hoeveel aanmoediging heb je nodig? Laten we eens kijken in de wonderlijke wereld van Tomas en zijn familie.

“Als mensen me vragen wat we in grootvaders tuin kweken, denken ze waarschijnlijk aan komkommers, tomaten en snijbonen. Ze verwachten vast niet dat het ware antwoord ‘draken’ is. Maar dat is het wel. We kweken draken. En ik kan je één ding vertellen: dat is een hoop meer gedoe dan komkommers.”

Die lekker lezende, tegen je aan pratende stijl geeft het boek een enorme vaart, die versterkt wordt door elkaar in razend tempo afwisselende chaotische gebeurtenissen. Hierbij komt de droge humor in de tekst en de Pietje Bell-achtige houding van Tomas. Dat alles maakt het een onweerstaanbaar geinig en rebels boek.

Zijn er ook minpunten? Toch wel. Het thema ‘draken’ kunnen we zonder onszelf geweld aan te doen, niet origineel noemen. Het ‘drakenfruit’ waaruit bij rijping jonge, kleurige draakjes vallen die liefst in de broekzak van kinderen slapen is grappig, maar niet zo’n enorme vondst.

Dan de jonge draakjes die voortdurend rondvliegen in kamers, huizen, boven straten. In die huizen en straten houden zich ook volwassenen op, maar die zien de draken nooit omdat ze nét weggeglipt zijn. Of in een broekzak gefrommeld. Na een paar van dat soort scenes wordt het beeld van vliegende draakjes een beetje ongeloofwaardig.

Maar afgezien van dit gemuggenzift dus lof en bewondering. Tomas en zijn opa hebben een jaloersmakende band, zijn ouders een wat minder benijdenswaardig rommelig huishouden waarin driejarig zusje Lolli haar etenrondsmijtende bijdrage belangeloos aan levert, en de sfeer van het verhaal blijft luchtig maar toch serieus genoeg om erin mee te gaan. En het belangrijkste: het boek neemt de wereld van de volwassenen niet te serieus. Hun regeltjes nog het minst van al. Dat zou weleens de belangrijkste les kunnen zijn voor onze oplettende lezertjes.

Sterren: ***

ISBN: 9789047710684

Uitgeverij: Lemniscaat

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Louis Ferdinand Celine – Reis naar het einde van de nacht

De kale mens

Wat zou je mogelijkerwijs toe kunnen voegen aan een vrijwel volmaakt boek? Het in 1932 voor het eerst verschenen Reis naar het einde van de nacht is zo’n boek: het laat de mens in zijn naakte essentie zien, en de wereld eromheen die welbeschouwd niet veel mooier is, in een uitstekende tekst die zich meermaals laat lezen. Een heldere boodschap, klaar. Toch dacht de Franse tekenaar Jacques Tardi daar anders over. Hij illustreerde in 1989 het boek met zijn weinig optimistische tekeningen, die perfect aansluiten bij de sfeer. Het resultaat, zou je kunnen zeggen, is een ‘graphic novel’ met een ‘bite’.

Het verhaal neemt ons mee in straattaal. We gaan op reis met hoofdpersoon Bardamu door de wereld, van een oorlog tot een verblijf in de grote stad, om telkens tot dezelfde conclusie te komen: de maatschappij deugt niet en hij wordt er door mensen bepaald niet beter op. Dat alles zeer realistisch verwoord.

Céline laat met deze bedevaart naar de hel zien dat de mens slachtoffer is van zijn driften. Onder een dun laagje beschaving wordt hij/zij gedreven door hebzucht, woede, jaloezie, moordlust en nog wat reptielenbrein-emoties. Die lage emoties zorgen ervoor dat een maatschappij altijd ‘verrot’. De zwakken en behoeftigen krijgen de klappen, oorlogen zijn niet te vermijden, niemand is echt te vertrouwen. Een beeld dat in de loop van de geschiedenis redelijk adequaat is gebleken en ook in 2018 nog niet ingrijpend hoeft te worden bijgesteld.

Dan is er deze getekende versie van Tardi die, zoals gezegd, flink bijdraagt aan de sombere, mistige, koude sfeer. De illustraties versterken de tekst en omgekeerd. Maar is het eigenlijk een negatief boek?

Kijk naar het motto. Dat zegt: “Reizen is heel nuttig, het prikkelt je verbeelding. Al het overige geeft maar teleurstelling en last. Onze reis hier is volkomen denkbeeldig. Dat is zijn kracht. Hij voert ons van het leven naar de dood. Mensen, dieren, steden, dingen, alles berust op fantasie. Het is een roman, een verzonnen verhaal, meer niet. ’t Staat in Littré, en die vergist zich nooit. En trouwens, iedereen kan het doen. Je hoeft je ogen maar te sluiten. Het is aan de andere kant van het leven.”

Céline schetst weliswaar de donkere kanten van de mens (de andere kant), maar daarmee erkent hij tegelijkertijd dat de mens goede eigenschappen heeft (deze kant). Het is aan ons om de keus te maken. We doen dat misschien niet vaak, maar het is mogelijk. Zo bezien is dit een zeer positief boek. En zo wil ik het graag blijven lezen.

Sterren: ****

ISBN: 9789028207394

Uitgeverij: Atheneum Polak v. Gennep 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Karin Slaughter – Gespleten

Intelligent hak- en breekwerk

Karin Slaughter houdt er een bijna machinaal tempo op na: ook dit jaar zet ze weer een nieuwe thriller op de wereld. Een wereld die daar dan weer wel met grote graagte op zit te wachten. Haar boeken verschijnen in 36 talen, wereldwijd zijn er meer dan 35 miljoen exemplaren verkocht. Met zulke cijfers kun je thuiskomen.

En het is duidelijk, Gespleten is werk van een vakvrouw. Alsof je in een konijnenhol valt, trekt het verhaal je meteen de diepte in. Ik ga er weinig over vertellen om de spanning niet te verknoeien, maar in het kort: Andrea ziet een heel andere kant van haar moeder tijdens een gewelddadige incident. Ze ontdekt hierdoor dat Andrea zich al dertig jaar schuilhoudt onder een andere naam en dat alles over haar verleden gelogen is. Kan zijn haar moeder nog wel vertrouwen nu zij een volslagen vreemde blijkt te zijn?

Dat verleden van haar moeder, zich afspelend rond in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, blijkt verrassend actuele trekjes te hebben. Alsof je de huidige discussie in Nederland hoort over de zorgproblematiek, en de veelgehoorde ‘verwarde personen’ op straat. Het komt allemaal aan bod, maar dan op zijn Amerikaans. Het is duidelijk dat mam in dat verleden geen nette meisjesdingen deed, en dat stoute gedrag haalt haar nu in.

Bekwaam springt Slaughter voor- en achteruit in de tijd tussen 1986 en 2018, afwisselend verteld. Dat schema zien we vaker bij thrillers. Ze bouwt zo een historie op waarin de achtergrond van de personages zichtbaar wordt. En het duidelijk wordt waarom ze in de huidige tijd zo gedeformeerd zijn, of gecompromitteerd, of domweg psychopathisch.

Wat verder opvalt, zijn de spannende scenes, goed gekarakteriseerde personages, en vooral de wagonladingen geweld.

“Kogels.
Pop-pop.
Shelly Barnard lag op de vloer. Op haar rug…Uit haar neus sijpelde bloed…
Pop.
Andy zag de achterkant van Betsy’s keel in een golf bloed naar buiten stulpen.
Pop.
De zijkant van haar schedel barstte als een plastic zak open.”

En dit is pas blz. 24. Er volgen nog vele bloedfonteinen, waaronder een memorabele scène met een mes dwars door een hand.

Elkaar met harde hand naar het leven staan dus. Ter nuancering dient daarbij gezegd worden dat er niet alleen op de zwakke maag gespeeld wordt. Slaughter laat ook maatschappijkritische geluiden horen, die zo te lezen in de Amerikaanse samenleving niet onwelkom zouden zijn. Dat geeft deze thriller meerwaarde en schraagt haar goede reputatie.

Sterren: ***

ISBN: 9789402701562

Uitgeverij: HarperCollins

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Nop Maas – Gerard Reve Kroniek van een schuldig leven 2

Deel twee van de biografie over Gerard Reve: De rampjaren, 1962-1975

[Recensie] De biograaf is bezig Reve’s levenshandel en wandel in een aantal dikke delen op te tekenen. Na deel 1 in 2009, is er in 2010 deel 2 dat de jaren 1962-1975 beslaat. In de eerste zinnen zien we wat we kunnen verwachten: “In brieven van 28 en 30 oktober 1962 deed Reve verslag van zijn reilen en zeilen in de eerste dagen van Schuhmachers afwezigheid. Ze geven een idee van de manier waarop hij zijn dagen doorbracht.”

Vervolgens reconstrueert de biograaf de dagindeling van de schrijver. Samengevat: Op vrijdag 26 oktober bracht Reve vriend Wimie naar de trein, huilde daarom in de kerk en thuis even, en ging daarna zijn huis opruimen. ’s Middags belde Jan Wolkers op om hem voor zijn verjaardag uit te nodigen, maar dat aanbod sloeg Reve af. ’s Avonds bezocht hij een voorstelling van een door Reve zelf vertaald stuk en rond één uur was hij thuis.

Chronologisch gaat het zo door: “Zaterdag 27 oktober profiteerden Reve Lucardie van het windstille weer door met de brommer naar het Gooi te gaan. Ze gingen niet langs bij Fritzi ten Harmsen van der Beek en waren om half vijf weer thuis. ’s Avonds gingen ze …” et cetera.

Gelukkig verlaat de biograaf daarna dit microscopische proza en neemt grotere stappen. Hij legt dwarsverbanden en verklaart zaken, zoals Reve’s eigen betiteling als ‘natuurkatholiek’, die hij in de geschiedenis van de Katholieke kerk van de woelige zestiger jaren plaatst.

We lezen hoe Reve naar Spanje reist. Hij had het plan zich in Spanje te vestigen maar komt tot de conclusie dat het leven in dat land lang zo goedkoop en eenvoudig niet is als hij had gedacht en keert terug naar Nederland.

De biograaf gaat in op Reve’s gewoonte zijn horoscoop (en die van allerlei vrienden) te laten trekken bij ‘de zusjes Meyer’. Dat geeft een aardig inzicht in Reve’s gedachtenwereld op het spirituele vlak. Lichamelijk krijgen we ook een beeld van hem: het gaat in rap tempo slechter met Reve. Hij drinkt te veel en heeft last van zware depressies.

Uiteraard komt ook het ‘ezelproces’ voorbij. Reve beschreef in Nader tot u hoe hij de liefde bedrijft met God als ezel. Half Nederland vatte dat in dit tijd op als godslastering, en een heus proces volgde. Dat Reve overigens ruimschoots won.

Nieuw zijn al die feiten niet. Een feest van herkenning is het wel, voor wie Reve’s brievenboeken kent. Maas voegt aan die feiten ongelooflijk veel details toe – een knappe prestatie. Heel plezierig voor wie nóg meer wil weten over Reve, maar het geeft ook een tweeslachtig gevoel. Hoe minutieuzer Maas het leven van Reve in kaart brengt, hoe meer zicht we krijgen op de mens achter de schrijver. En dat wordt na een aantal hoofdstukken – voor mij tenminste – een probleem.

Reve was een getroubleerd mens. Dat is bekend. Zijn verdienste was dat hij uit die troebelen briljante verhalen en uitspraken wist te persen, in een onnavolgbare stijl en erg leesbare boeken.

Voor mij is dat lezen voldoende. Ik hoef niet zoveel extra informatie. Mijn bewondering voor de man blijft, hij is een idool zonder hem te hoeven ontmoeten. Dat hij een bevlekt idool was, weet ik ook wel, maar van mij hoeft dat niet letterlijk beschreven te worden. Van mij mag hij op zijn sokkel blijven staan. Schitterend in de zon.

Sterren: ***

ISBN: 9789028241237

Uitgeverij: van Oorschot 

Ook verschenen op De Leesclub van Alles 

 

Merijn de Boer – De geur van miljoenen

Morsige pappa’s en gemiste kansen

Na twee succesvolle romans scherpt Merijn de Boer zijn pen aan een verhalenbundel. Geïnspireerd door grote namen uit de literatuur zet hij er 12 neer, elk met een eigen toon.

Om met het titelverhaal te beginnen: De geur van miljoenen volgt de geschiedenis van de brave chirurg Edzard Maris en zijn liefdevolle vrouw Anna, die in een vliegtuig hun voormalige huisgenoot tegenkomen. Dat is geen onverdeeld genoegen: deze Alexandre is een wolf in schaapskleren, hij lichtte het stel op en verdween met de noorderzon. Maar voordat dat gebeurde, had Anna een memorabel momentje met Alexandre toen ze, door zijn parfumgeur misleid, opgewonden raakte en hem kuste. Ze herpakte zichzelf, maar “De geur van Alexandre Molenaar, en misschien wel de geur van miljoenen mannen op de wereld, bleef in hun badkamer hangen zolang ze er woonden… Toen ze verhuisden, was dat misschien wel door die bedrieglijke geur.”

De Boer verbindt hier knap het Madeleine-effect van geur met bedrog. Daarnaast munt hij een belangrijk thema. Hij laat zien hoe een gearriveerd leven (de succesvolle chirurg) wel bevredigend kan lijken, maar in ruil voor die bevredigende zekerheid de keus is kwijtgeraakt om een ander soort leven (de oplichter Alexandre) te volgen. Dit gemiste kansen-thema zien we vaker in de bundel.

Het tweede, terugkerende thema (laten we het een fascinatie noemen) betreft een zoektocht naar pappa’s. Het duidelijkst is dat te lezen in Een vaderfiguur, waar Pjotr bij Jacob op bezoek gaat. Jacob is een ronduit morsige oude man, blijkbaar op zoek naar een jonge vriend, en samen tasten ze elkaar (met woorden, godzijdank) af. Dat gaat gepaard met een wonderlijk klunzige conversatie. Uiteindelijk komen ze niet nader tot elkaar en vertrekt Pjotr weer, waarna thuis de spijt bij hem de kop opsteekt. Ook dit soort vaderachtige figuren die met heimwee/jaloezie worden beschreven, duiken vaker op.

Nog een uitspringer: Uit liefde voor Vestdijk, over een man die een advertentie in de krant zet om samen met iemand alle romans van Vestdijk te gaan lezen. De waardering van de Boer voor de oude schrijfmachine Vestdijk straalt hier helder tussen de zinnen door. En een grappige twist levert het verhaal ook, omdat iedereen denkt dat de man een contactadvertentie heeft geplaatst, terwijl hij echt alleen die romans wil lezen.

Een advocaat van de duivel zou hier kunnen zeggen: is dit Vestdijk-verhaal dan ‘goed’? Als idee (advertentie wordt verkeerd begrepen) is het wat mager. De uitwerking is wel droogkloterig grappig, met een fijn personage als ‘Barbara met de nasi’ en absurde dialogen. Maar de uitwerking zou het ook kunnen stellen zonder de Vestdijkromans als onderwerp. Het zou bijvoorbeeld ook kunnen gaan over de kookboeken van Nigella Lawson, past beter bij Barbara ook. Maar goed, dat is slechts de mening van die advocaat. Bovendien: niet alle verhalen kunnen even goed zijn.

De topper van de bundel is wat mij betreft In slechte handen. Heerlijk de realiteit oprekkend, met gortdroge teksten, ontmoet de Boer een slechte dubbelganger van zichzelf. Die schaduwpersoon dringt langzaam verder zijn leven binnen. Terwijl de spanning toeneemt, filosofeert de hoofdpersoon over het dubbelgangerverhaal dat voor dit verhaal model heeft gestaan en belicht allerlei aspecten die met dit fenomeen te maken hebben. Te leuk om te missen, dus lees deze vooral zelf. En vergeet de rest van de bundel niet.

Sterren: ****

ISBN: 9789021412108

Uitgeverij: Querido

Ook verschenen op De Leesclub van Alles