Recensies van actuele boeken

Huib Modderkolk – Dit wil je écht niet weten

Verontrustend digitaal gluren

Huib Modderkolk is, behalve de bezitter van een naam die zijn beroep eer aandoet, onderzoeksjournalist bij de Volkskrant. Zijn boeken leggen misstanden en verborgen mechanismen bloot. Dit specifieke boek laat zien welke schaduwkanten er kleven aan onze gedigitaliseerde samenleving.

Huivering en ongeloof strijden om de aandacht als je een paar hoofdstukken leest. De titel is uitermate goed gekozen; misschien is het gewoon beter voor je gemoedsrust om bepaalde dingen niet te weten. Een actueel voorbeeld staat op pagina 28: de oorlog in Oekraïne.

In mei 2022 maakt Rusland de havenstad Marioepol met de grond gelijk. Er zijn naar schatting tienduizenden burgerslachtoffers, en Huib zoekt via Telegramkanaal uit wat IT Army doet. Heel veel:

“De IT Army legt, met hulp van tienduizenden internationale vrijwilligers, Russische netwerken plat. Maar dat is niet hun enige activiteit. Ze identificeren gedode Russische soldaten, bellen nabestaanden van Russische slachtoffers op om hen te confronteren met de tol van de oorlog en publiceren data van gehackte bedrijven, zo staat in verklaringen in het kanaal van de IT Army op chatdienst Telegram.”

Dit is nog maar het topje van de digitale ijsberg die de lezer krijgt voorgeschoteld. Letterlijk niets is anno nu meer veilig voor hackers en/of geheime diensten. De journalist beschrijft hoe hij contact maakt met een zekere Amir, die al diep in de hackerbusiness verzeild is geraakt omdat hij daar het talent voor heeft én door allerlei schimmige geheime organisaties wordt gescout omdat hij dat talent heeft. Talent dat gretig gebruikt wordt door eveneens schimmige figuren.

Het probleem is echter dat die schimmige figuren net zo makkelijk het contact weer verbreken als er een andere/betere hacker opduikt. En de arme Amir zonder centjes, begin dertig, in de steek gelaten door vage opdrachtgevers, weer op straat eindigt. Het is eenzaam in de barre woestenij van cybercrime.

Modderkolk gaat ook in op de ransom- of gijzelsoftware. We hebben er allemaal al van gehoord: bij een liefst groot bedrijf valt de hele ICT uit. Alle monitoren gaan op zwart en er verschijnt één boodschap: ‘we hebben je systeem gegijzeld. Als je weer wilt dat het werkt, betaal je ons een paar miljoen euro. En snel.’ Voor een internationaal bedrijf, groothandel in technische producten, met een miljoenenomzet was dat op een kwade dag het inktzwarte scenario. Het kostte, behalve heel veel strees, ook een onplezierig losgeld dat per direct betaald diende te worden.

Voor mij als argeloze lezer was de schokkendste openbaring in dit boek, de totale besmetting van zowat alle door burgers en bedrijven gebruikte systemen door de ondergrondse hackerswereld. Zo zitten Chinese hackers al vanaf 2006 in systemen over de hele wereld. Een Nederlandse beveiligingsexpert drukt het voor de mensen die getroffen worden door hackers, zo uit: “Het is alsof je tegen ze zegt: je bent chronisch ziek maar je kunt er toch honderdtwintig mee worden.”

Lees dit boek: het peilt een ontnuchterende stand van zaken in een wereld waar het begrip privacy niet meer bestaat. Leer er maar mee leven.

ISBN: 9789463812160

Sterren: ****

Uitgeverij: Podium

Ook verschenen op Bazarow 

Arndís Dórarinsdóttir – Salto

Tegen beter weten in

Eiki is een probleem. Tenminste, die indruk geven de ouders van het jongetje Eiki aan zijn broertje Álfur. Álfur zelf ziet geen rare dingen aan Eiki. Zijn broertje is misschien een beetje anders, maar niks om je zorgen over te maken:

“Een andere route nemen dan normaal is best spannend. Want zodra we dat doen is het een expeditie geworden. .

Ik heb Eiki’s hand vast. Er ligt sneeuw op straat en Ragnar en ik lopen langzaam omdat de korte beentjes van Eiki ons ophouden. Ik vind dat prima, het is soms wel fijn om langzaam te lopen.

Onderweg laten we aan Eiki zien wat je met sneeuw kunt doen: hoe je sneeuwballen maakt en sneeuwengelen. Toegegeven, Eiki laat zich alleen op zijn rug vallen en begrijpt niet wat die engelen ermee te maken hebben. Maar dat geeft niet want we hebben alle drie plezier in de sneeuw.”

Later, heel veel later in dit boek, moet Álfur toegeven dat Eiki misschien toch, eventueel, wellicht, trekjes vertoont van autisme. Maar tot het zover is, ziet hij zijn broertje  gewoon als een beetje langzaam.

Wij lezers krijgen het verhaal toegediend door deze Álfur, een jongen van een jaar of twaalf in een heel normaal gezin. In het begin wel. Maar later, als Eiki ouder maar absoluut niet wijzer wordt, komen de verhouding tussen papa, mama, Eiki en Álfur op scherp te staan. Dat is niet het enige probleem. Er is ook tante Harpa.

Tante Harpa is een beroemd turnster – iedereen in het land kent haar van tv. Maar heel apart: op het hoogtepunt van haar turncarrière gooide ze de handdoek in de ring. Ze verdween in haar huis en wilde niemand meer zien. Ook haar eigen familie niet. Dat snapt Álfur niet, dus spioneert hij een beetje in de buurt van haar huis in de hoop haar te kunnen vragen waarom ze zo snel ophield.

 

In dat spanningsveld zet Þórarinsdottir het ingewikkelde leven van het gezin kundig en voorzien van broodnodige humor neer. Álfur kan met de grootste moeite de ontwikkelingen rondom hem duiden, zeker als hij ook besluit om te excelleren in turnen

“… Positief zijn. Het komt allemaal goed, je ouders begrijpen binnenkort vast dat hun ideeën verkeerd zijn en jij wordt de jongste IJslandse turnkampioen ooit. Probeer meer te lachen!

Ik trek mijn vrolijkste T-shirt aan, zet een enorme glimlach op en loop de gang in.

‘Is alles in orde?’

Papa kijkt naar me alsof ik een afschuwelijke ziekte heb.

‘Eh, ja,’ zeg ik. ‘Hoezo?

‘Nou, zegt hij en hij blijft me bezorgd aankijken. ‘Het is me nog nooit opgevallen dat je zoveel tanden hebt.’

Hij buigt zich naar voren en staart me aan.

Zulke opmerkingen maken het heel moeilijk om positief te blijven!”

Complimenten hier ook voor vertaalster Willemien Werkman, die de fluïditeit van het verhaal perfect voor ons Nederlanders overbrengt.

Behalve misschien de wat trage opbouw van het verhaal (en daarmee een bijna 300 pagina’s tellend boek creërend), is Salto een mooie wordingsgeschiedenis van jochie tot puber in een hobbelig gezin

ISBN: 9789021483269

Sterren: ****

Uitgeverij: Volt

Ook verschenen op Bazarow 

Jeroen Hoogerwerf, Géwout Esselink – De zomer van Joris en zijn vrienden

Ingewikkeld verliefd – of niet?

“Een liefdevol prentenboek waarin onderwerpen rond vriendschap, verliefdheid, bloot en seksuele diversiteit aan bod komen.” Zo omschrijft de achterflap dit vrolijk ogende prentenboek, gesteund door de al even kleurrijke voorflap met zeven happy kids rondom, in, naast en bovenop een vintage Volkswagenbus die bezig zijn zich goed te vermaken. Zomer en plezier, dat werkt altijd.

Maar werkt het ook aan de binnenkant? De binnenkant van de kinderen, bedoelen we.

Dat valt niet tegen. Sterker: het is een kleurig getekend verhaal met ontspannen kinderen die hangen op een bank in de speeltuin, of badderen in een rubberen boot vol water, of met z’n allen gezellig aan tafel met mama zitten te eten. Niks aan de hand hier – ze hebben vakantie en een goede tijd – niks meer aan doen.

Of toch? Ja, toch. Want anders missen we de ‘onderwerpen rond vriendschap, verliefdheid, bloot en seksuele diversiteit’, die ons in de inleiding beloofd worden.  Joris en Daan die samen in de tent gaan slapen, vullen die lacune naadloos in:

 

“’Zeg Joris,’ zegt Daan, een beetje

serieus. ‘Ben jij verliefd op Aissa en

ga je met haar trouwen?’

‘Ach, dat weet ik niet Daan. Aissa

en ik zijn gewoon twee hele goede

vrienden,’ zegt Joris. ‘Net als wij toch?’

 

‘Ja, maar ik vind het zo fijn met jou te zijn en

samen dingen te doen,’ mijmert Daan. ‘Ik wil dat

het altijd zo blijft.’

‘Tja,’ zegt Joris, ‘later kunnen we toch met ons

allen gaan samenwonen. Wij met Aissa en

Ahmed, in een huisje hier in de tuin bij mama

Roos en mama Petra. Dan kunnen zij lekker

koken voor ons.’

Daar moet Daan om lachen. De jongens kijken

naar de volle maan en vallen al snel in slaap.”

 

Mooie, soepele teksten tussen de twee jongens, en dat is meteen waar het verhaal gaat wringen. Deze tegennatuurlijke welsprekendheid van twee jonge jongens contrasteert nogal met de ongedwongenheid van het simpel samen in een tent slapen.

Dattelfde geldt voor het verhaal. Mooie intenties genoeg, diversiteit, vrije seksualiteit, eigenlijk is alles mogelijk. Alleen is de intentie om al die onderdelen in het verhaal te schoenlepelen, niet bevorderlijk voor een realistische vertelling. Dat is jammer, omdat daardoor de op zich mooie boodschap onnatuurlijk overkomt. Als de lezer zich dat realiseert en de diepere betekenis van de tekst kan savoureren, komt het allemaal toch nog goed.

ISBN: 9789083392912

Sterren: ***

Uitgeverij: Levendig Uitgever

Ook verschenen op Bazarow 

Joseph Roth – Tussen de legers

Cynische humor in harde realiteit

Het huidige Oekraïne is niet voor het eerst het strijdtoneel van oorlogszuchtige veroveraars. Vele troepenmachten gingen de Russen al voor. Dit boek belicht de periode in de eerste Wereldoorlog, waarin Joseph Roth als schrijver/verslaggever de schermutselingen in zijn geboortestreek Galicië, het huidige Oekraïne, beschreef.

Oorlogsverslaggever is een baan die niet iedereen ambieert, om voor de hand liggende redenen. Roth echter vond het zijn plicht om alle aspecten van de smerige vechtpartij die een oorlog is, op schrift te stellen. Dat doet hij fabuleus en dapper.

Hij reisde in 1919 als ‘speciaal correspondent’ in opdracht van de krant ‘Der Neue Tag’ naar Heanzenland, een grensgebied tussen Oostenrijk en Hongarije. Daar was het onrustig, om het zeer zacht uit te drukken; een prima voedingsbodem voor Roths spottende pen:

“Aan de grens staan zes gendarmes en een politiespion. Een van de gendarmes bekeek mijn paspoort, een tweede fouilleerde mij en vroeg: ‘Hebt u geen goederen bij u?’

Hoe naïef! Ik zou weleens willen weten welke smokkelaar ooit heeft bekend dat hij goederen bij zich heeft.

Ik zeg echter plichtmatig ‘Nee!’, waarna ik passeer.

Twintig stappen verder probeert een ongeletterde Rode Gardist mijn paspoort te ontcijferen. Het duurt lang. Uitgerekend bij mijn paspoort wil die goeierd Duits leren lezen. Ik moet hem twee sigaretten geven, waarna hij elke poging tot studeren op – en me mijn paspoort teruggeeft.

Aan de overkant begint Neudörfl.

Neudorfl is de introductie tot Heanzenland. Ik snap dat verkleinwoord ‘Dörfl’ niet goed. Dit dorp had beter Neudorf kunnen heten. Het bestaat uit één enkel, ongelooflijk lange straat met aan weerszijden witte huisjes. Het is zaterdag en grote schoonmaak. Blonde kinderen spelen op straat in het vuil. Op een afgelegen hoeve knort behaaglijk een varken. Een haan loopt midden op straat. Twee eenden spetteren in een plas…”

Alsof er niets aan de hand is in het oorlogsgebied, vertelt Roth op vriendelijke spottende toon dat er heel veel aan de hand is. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom hij in die tijd graag gelezen werd.

Dit boek geeft een prachtige dwarsdoorsnede van zijn journalistieke werk. In marmer gehouwen taal doorspekt met achteloze grapjes die de toestand in de wereld in die tijd pijnlijk benadrukken. En belangrijker: in de publiciteit brengen.

Over die andere toestand, in Oekraïne in die tijd, gaat de rest van het boek. Ook daar glasheldere taal met schrijnende humor. Een pen gedoopt in bloed: misschien is dat wel de enige manier om over zoiets mensonterends als oorlog te schrijven. En misschien moet de conclusie toch maar zijn, dat er niet veel veranderd is sinds die tijd.

ISBN: 9789028214064

Sterren: ****

Uitgeverij: van Oorschot

Ook verschenen op Bazarow 

Cornucopia – Het is niet jouw schuld

Wat je niet wist over banken

Dit boek begint met een schilderij van de oude legende ‘de naakte waarheid’, dat laat zien hoe geniepig De Leugen De Waarheid bedriegt door haar kleren af te pakken terwijl ze in de waterput baddert, en ze daardoor haar naaktheid moet bedekken door voor altijd in de put te blijven. Sindsdien reist de Leugen de wereld rond, verkleed als de Waarheid.

We snappen het: er is Cornucopia (zo noemt de schrijver zich) veel aan gelegen om zijn waarheid voor het voetlicht te brengen. De inleiding belooft: ‘Het is niet jouw schuld is gebaseerd op waargebeurde situaties. Namen en locaties zijn vervangen. Objectieve feiten en bewijzen zijn bevestigd door een advocaat en financieel professionals waaronder (ex) bankers, (register) accountant, boekhouders en belastingadviseurs.’

Een iets te lekker losse verteltrant

Oké, terzake dan. Helaas: de schrijver kiest voor een lekker losse wijdlopige ouwe jongens krentenbrood verteltrant. Hij ontmoet ene Reinout, ondernemer die allerlei tegenslagen heeft gekend maar wel iets weet over boekhoudingen, en een urgent verzoek heeft:

“Reinout had me vorig jaar willen bellen met de vraag om zijn kennis te delen met de wereld. Kennis over de oorzaak van rijwel alle economische ellende die zo belangrijk en tegelijkertijd zo eenvoudig en onbekend is, dat hij het wilde vastleggen in een boek… ‘Als we straks geen contant geld meer hebben, zullen weinig mensen de uitleg nog begrijpen. Simpelweg omdat ze niet meer weten hoe het was om met echt geld te werken… Ik vind dat de financiële industrie, waar ik ook twintigj aar deel vna heb uitgemaakt, de waarheid niet langer kan verbergen. Let maar op, er gaan banken omvallen… Wat vind je van het idee om er een boek over te schrijven?’

‘Riskant. Ik weet niet wat voor ontmaskering je in gedachte hebt, maar…’

‘Zou je het onder een pseudoniem willen doen?’

Misschien. Volgens mij heb jij daar allang over nagedacht. Sterker nog, ik denk dat je me al een naam hebt gegeven of heb ik het mis?

‘Cornucopia… Cornu betekent hoorn en Copia betekent voorraad. Hoorn des overvloeds. Geweldig toch? Overvloed. En iedereen kan schuldenvrij meedoen.’

Een lang en rommelig verhaal

Oké, met Cornucopia kunnen we ‘verklaar de titel’ nu ook afstrepen. Dat heeft de schrijver toch handig in zijn verhaal verwerkt, al wordt die geschiedenis gaandeweg steeds rommeliger. Dat ligt aan de wel erg wijdlopige verteltrant, die niet meewerkt om de rest van het relaas efficiënt te lezen. Omdat deze recensie wél efficiënt leesbaar moet blijven, zal ik die rest van het boek kort weergeven.

De ‘twee belangrijkste conclusies’ die de schrijver trekt op pagina 95, komen er op neer dat een lening bij een bank niet is wat het lijkt. De bankier draait de geldlener (1) een economische en (2) een juridische loer, waardoor de bank altijd als de winnende partij qua geld uit de bus komt. Zoals u hebt kunnen lezen, doet de schrijver zijn best die theorie te bewijzen.

Benieuwd wat u, lezer, ervan vindt. Het boek is bestelbaar op https://www.hetisnietjouwschuld.info/, waar ook meer informatie te vinden is.

ISBN: 9789493255784

Sterren: *

Uitgeverij: Cornucopia

Ook verschenen op Bazarow 

Balint Zsako – Konijn & Boom

Woordloos beeldboek

Een boek over een konijn en een boom.

Alleen illustraties, 184 pagina’s.

Kijk en maak je eigen verhaal.

ISBN: 9789462917507

Sterren: ***

Uitgeverij: De Eenhoorn

Ook verschenen op Bazarow en TikTok (voor uitleg)

Meester Jesper & de TikTok Battle – Het gestolen wachtwoord

De digitale meester

Het boek ziet er geliked eh.. gelikt uit. Op de voorplaat hippe kleuren rondom de contouren van een mobieltje met daarin de onmiskenbare krullenbol van De Meester. En vijf kinderen die actieve houdingen aannemen. Voor wie het nog niet wist: dit is meester Jesper – de bekendste digitale meester van Nederland.

Meester Jesper is een fenomeen. Op Wikipedia startte hij in 2020 zijn TikTok-account om leerlingen en hun ouders thuis te helpen met schoolwerk tijdens de lockdown. Na acht maanden behaalde hij al 130.000 volgers. Hij legt met zijn filmpjes onder andere rekenvraagstukken simpel uit. In 2022 bracht hij zijn eigen boek uit Het ultra coole Meester Jesper boek waarin hij weetjes, uitdagingen, verhalen uit zijn klas, tips en tricks deelt.

Het boek begint meteen al met problemen. Die zijn er op de school van meester Jesper; op zijn social media kanelen komen opeens gekke filmpjes tevoorschijn. Dat heeft hij niet zelf gepost. Zijn account lijkt wel gehackt.

De directrice mevrouw Azijnvijver is daar niet blij mee. Ze geeft hem 24 uur om dit gedoe op te lossen, anders wordt hij ontslagen. Koortsachtig probeert hij uit te zoeken waar het vandaan komt. Misschien heeft de dance battle die de klas morgen doet, er iets mee te maken?

De meester is populair. Hij staat in het echte leven ook voor de klas, en doet nog duizend andere (digitale) dingen. Zoals optreden in dit verhaal over het gehackte account, dat een soort spinoff is om de avonturen van meester Jesper op papier uit te brengen. In 2022 bracht hij al zijn eigen boek uit Het ultra coole Meester Jesper boek waarin hij weetjes, uitdagingen, verhalen uit zijn klas, tips en tricks deelt.

De aantrekkingskracht van TikTok doet hier weer zijn opzienbarende werk; dit nieuwe boek is in 2023 al toe aan zijn zevende druk.

Dat komt omdat het perfect is toegesneden op de doelgroep: een vrolijk verhaal waar veel dingen misgaan met veel paniek, maar uiteindelijk toch een happy ending. De illustraties zijn van Renske de Kinkelder. Levendig, in hippe kleuren en gericht op ondersteuning van het verhaal. Een verhaal dat door Sander Meij is opgetekend, met de quote van de Meester zelf: “Meester Jesper & de TikTok Battle staat vol verhalen en grappen die echt zijn gebeurd in mijn klas. Zonder mijn (oud)leerlingen had het nooit kunnen bestaan.”

Een vrolijk, vlot en ook nog spannend verhaal dat niet alleen de TikTok-generatie aanspreekt.

@nicovoskampboekengek

#boektok #booktok #boeken #TikTokBattle #MeesterJesper #influence #school #uitgeverijwitteleeuw

♬ origineel geluid – nicovoskamp

ISBN: 9789493236769

Sterren: ***

Uitgeverij De Witte Leeuw

Ook verschenen op Bazarow 

Rajko Disseldorp – Ga niet naar het moeras

Hij tobt en komt boven

Er wordt wat afgetobt in deze roman. De hoofdpersoon die niet toevallig samenvalt met de schrijver, zit in de problemen. Eufemistisch uitgedrukt.

In het allereerste hoofdstukje krijgt hij al bijna slaande stennis met vriendin ‘C’: hij vertelt haar over zijn regelmatige bezoekjes aan de Zeedijk, aan de sekswerkers. Zelf drukt hij dat haast poëtisch uit als: “…elke keer als ik naar de ramen fietste, betrad ik het oorlogspad. Op dat oorlogspad was alleen niemand anders de vijand, die was ikzelf.”

Het is duidelijk: als we deze hoofdpersoon één op één mogen vergelijken met de schrijver (en de tekst geeft enige aanleiding om dat te doen), heeft de schrijver het niet makkelijk. Aan de buitenkant lijkt hij een succesvol leven te leiden. Zijn bio in het kort: “Hij schrijft voor het Parool, publiceerde het boek Hiphop in Nederland (2017) en maakte de NPO-series Hiphop NL (2018) en 1 jaar later (2020). Ga niet naar het moeras is zijn literaire debuut.”

Maar zoals de boekenwet luidt, verwarren we niet de schrijver met het personage, maar volgen we oordeelloos de neergang van deze protagonist. Die neergang heeft een lange aanloop: de delen I en II, 116 bladzijden lang. Daarna begint het verhaal (voor mij) pas boeiend te worden als deel III aanbreekt, getiteld: Oude Nieuwstraat (April 2018 – Augustus 2019). De schrijver koopt een aantal psychologieboeken:

“Ik kocht er vier over seksverslaving en liep daarna over de veel te smerige Damstraat en de net zo smerige Oude Hoogstraat naar Café de Engelbewaarder op de Kloveniersburgwal, waar ik een tosti met kaas en tomaat bestelde.

Drie van de vier deden me weinig tot niets… Alleen in het kleinste boek van de vier bleef ik lezen, alleen die schrijver wist me te overtuigen. In zijn boek veronderstelt de schrijver dat seksverslaving niet voortkomt uit een overmatige behoefte aan seks, maar dat deze is ontstaan vanwege een tekort aan eigenwaarde. Dat was precies hoe ik de afgelopen jaren mijn bezoeken had ervaren. Mijn seksverslaving ging over iets anders dan seks…”

De richting die de protagonist dan inslaat, kunt u het best zelf ontdekken. Al lezend is  deze in lekker directe taal prima te verteren, weet te ontroeren en legt ook verschillende  vingers op verschillende psychlogische onderdelen die wat onderhoud behoeven. Of misschien zelfs reparatie.

Disseldorp levert een prettig lezend en sneaky onder de huid kruipend verhaal, dat levendig is, vibreert en de donkere kanten des levens niet schuwt. Maar vooral een zichzelf niet ontziend verslag van een psychologisch probleem dat iedereen kan overkomen. En de guts die het vergt om jezelf aan je haren uit het moeras te trekken. 

ISBN: 9789048868445

Sterren: ****

Uitgeverij Lebowski

Ook verschenen op Bazarow 

Salman Rushdie – Mes

Niet kapot te krijgen

Op 12 augustus 2022 werd Salman Rushdie door een terrorist 15 keer gestoken met een mes.

Rushdie stond op het podium bij het Chautauqua-instituut (USA) klaar om een lezing te geven (over hoe belangrijk het is om schrijvers te beschermen) toen een man in het zwart hem aanviel met een mes. Rushdie werd in één oog geraakt, in zijn gezicht en nek, in zijn been. Snel ingrijpen van een arts en nog sneller naar een ziekenhuis gevlogen worden, redden zijn leven. In dit boek schrijft Rushdie over die aanslag en het moeizame herstelproces.

En passant weidt hij uit over wat het betekent om al jarenlang op een hitlist te staan, hoe hij zijn leven weer oppakt na de aanslag en nog veel meer. We krijgen een inkijkje in het leven van een man die moedig voorwaarts gaat omdat hij gelooft in vrijheid op alle fronten.

Natuurlijk begint hij bij zijn bijna-moord op dat podium: “Ik zie het moment nog steeds in slow motion voor me. Mijn ogen volgen de rennende man als hij uit het publiek tevoorschijn springt en op me afkomt, ik zie elke stap van zijn woeste stormloop. Ik zie mezelf gaan staan en me naar hem toe draaien. (Ik blijf hem aankijken. Ik keer hem geen moment de rug toe. Er zitten geen wonden in mijn rug.) Ik hef mijn linkerhand in zelfverdediging. Hij steekt het mes erin.”

Vanaf dat moment, dat uitgangspunt, kriskrast Rushdie het boek door. Erudiet als altijd doet hij dat met duizelingwekkend veel verwijzingen, afsplitsingen, terzijdes, citaten, verhaaltjes-binnen-verhalen, achteloze namedroppings, en vooral met een niet te beteugelen levenslust. Dit verhaal is geen treurzang maar een tintelend levende aanval op bekrompenheid.

We leren heel wat over zijn leven dat godzijdank nog steeds gaande is, al moet er heel veel verspijkerd worden aan zijn gehavende lichaam. Het ongemak neemt serieuze vormen aan als hij in een aangepast ziekenhuisbed moet liggen; toch blijft zijn geest ongebroken, vechtlustig en scherp. Daarbij helpt zwarte humor: 

“Ik lag gevangen in een bed met een alarm dat zou gaan krijsen als ik er zonder hulp uit probeerde te komen. Dat voelde niet als vrijheid. Mijn hele wereld was gekrompen tot het formaat van dit krijsende bed, en ziekenhuisbedden waren niet echt bedoeld om te slapen. Ze waren bedoeld om je op je plek te houden terwijl mensen op elk uur van de dag en nacht in en uit liepen om je vitale functies te controleren, bloed af te nemen, medicijnen te voeren en te vragen hoe je je voelde. Waarom de politieagenten die buiten je kamer zaten, vonden dat drie uur ‘s nachts de beste tijd was om elkaar schuine moppen te vertellen en daar vervolgens bulderend om te lachen was onduidelijk. Waarom de beste tijd om bloed af te nemen vier uur ‘s nachts was, werd me niet uitgelegd. Waarom zuster Oog om vijf uur ‘s ochtends binnen moest komen en felle plafondlampen aandoen om mijn verband te verversen was ook onverklaarbaar. Om halfzes was het ziekenhuis helemaal wakker, de dag was begonnen, en slapen kon ik wel vergeten.

Zoals goed valt op te maken uit de vorige alinea, begonnen de muren op me af te komen … “

Heerlijk boek, ja, ondanks de trieste aanleiding. En veel belangrijker nog: geschreven door een nog in leven zijnde persoon. Laten we dat zo houden.

ISBN: 9789493339248

Sterren: ****

Uitgeverij: Pluim

Ook verschenen op Bazarow 

Wim van de Laar – Bronnen van Yoga

Nauwelijks in woorden te vangen

De kristalheldere titel laat niets aan duidelijkheid te wensen over. We gaan iets lezen over de bronnen van Yoga, en wel aan de hand van de drie daarover handelende bronnen uit de oudheid. Dat zijn de Bhagavad Gità, de Sàmkhya Kàrikà en de Yoga Sùtra (met het commentaar van Vyàsa).

Meteen al drie ingewikkelde termen voor wie dit voor het eerst leest, maar gelukkig is het boek samengesteld door yogaleraar en schrijver/vertaler Wim van de Laar, die de teksten in de bronnen duidt. Dat doet hij buitengewoon grondig en uitgebreid. Zijn inleiding verwijst al direct naar het diepere doel van dit boek en dus de drie teksten:

“Het stormt in onze wereld anno 2024… De hemel is vervuild, de aarde uitgeput en dragende instituten en systemen kraken…. De belangrijkste vraag voor ieder van ons is hoe wij onszelf als individu en als gemeenschap ‘heel’ houden, en hoe wij weer ‘heel’ kunnen worden als we ‘stuk’ zijn.

Het korte antwoord is: terugkeren naar de bronboeken van de mensheid en wat daar geschreven staat toepassen in de huidige tijd.”

Dat klinkt onnoemelijk simpeler dan het is, vooral als we de blik richten op de daadwerkelijke teksten in dit boek, die ‘bronboeken van de mensheid’. De verschillen van mening beginnen al bij het bepalen van de ‘echtheid’ van Yoga. Is dat de Yoga uit het oude India of toch de net iets nieuwere uitvoering? Die twist lijkt sprekend op de manier waarop die andere betwiste bundeling van belangrijke teksten, de bijbel, door verschillende groepen op verschillende manieren uitgelegd wordt.

Om niet te verzanden in detaillistische uitweidingen (die zijn nog meer dan genoeg in het boek zelf te lezen), hier kort de drie stromingen. Alledrie spreken ze over yoga als een bevrijdingsweg. Ze laten je zien wie en wat je werkelijk bent: puur bewustzijn.

Dit is de kern:

“De Bhagavad Gità (Het Lied van de Beminde) wil inzicht geven en legt de nadruk op overgave aan God en handelen.

De Sàmkhya Kàrikà is een meditatieve weg van verstilling en kennis.

De Yoga Sùtra (met het commentaar van Vyàsa) schetst het theoretische kader waarop de twee andere teksten deels gebaseerd zijn.”

Een buitengewoon wijze en rijke verzameling teksten dus, die niet alleen gelezen kunnen worden om de oeroude inzichten tot je te nemen en er je voordeel mee te doen. Ook stuit je op prachtige poëzie, kunstig geformuleerde fabels en verhalen vol wijsheid en inzicht, zelfs in de niet zo vrolijke wereld zoals we die vandaag de dag ondergaan:

Een klein stukje laatste citaat uit De Yoga Sùtra:

“Deel II

Verwerkelijking (Beoefening)

 Sàdhana Pàda

Kryà yoga – de yoga van handelen – bestaat uit innerlijke discipline (tapas). Zelf-studie (svàdhyàya) en toewijding aan Ishvara (ìshvarapranidhãna).

Yoga, zoals deze van toepassing is voor iemand met een evenwichtig stabiel denken, is beschreven [in deel 1]. De bedoeling van het nu volgende deel is aangeven hoe ook iemand met een onrustig denken yoga kan verwezenlijken.

Iemand zonder innerlijke discipline (tapas) kan de volmaaktheid van yoga niet bereiken. De onzuiverheid, die zich sinds beginloze tijden uit handelingen (karma), kwellongen (klesha’s) en neigingen (vasana’s) gevormd heeft tot een ingewikkeld web – waarbij het denken verstrikt is geraakt in de veelheid van zintuiglijke objecten – kan niet worden afgezwakt [of vernietigd] zonder innerlijke discipline….”

U merkt het al aan de lengte en soepele buigzaamheid van de teksten: hier moet flink doorgelezen (en -gebeten) worden om tot de kern te komen. Als daar tijd, toewijding en energie voor gevonden kan worden, levert dat een schat aan informatie op die in dit meer dan volledige boek samengebracht is. Voor iedereen die zich echt in Yoga wil verdiepen.

ISBN: 9789493301863

Sterren: ****

Uitgeverij: Samsara Books

Ook verschenen op Bazarow