Recensies van actuele boeken

Gregory Maguire, David Litchfield – Tess Waterkers

Dierenwereld met menselijke trekjes

Voor het konijntje Tess verandert de wereld van de ene op de andere dag.

Mama neemt haar, een kaart, de met touwtjes dichtgebonden pakjes, de reistas en de plunjezak vol wortelen, en de kleine Pip mee. Behalve dat Pip niet weg wil uit het veilige maar nu lege konijnenhol. Hij werpt zich op de grond, schopt om zich heen en huilt nog harder.

““Hij wil zijn troetelwortel,’ zei Tess.

‘Wil Wottie,’ zei Pip.

‘Nu zijn we klaar,’ zei mama. Pip kroop op de rug van Tess. Die pakte mama’s poot stevig vast.

Ze verlieten hun huis voor de laatste keer. Ze deden niet de moeite om de deur op slot te doen of om te kijken, er was niemand die hen uitzwaaide.”

Zo begint het nieuwe leven: in het licht van de ondergaande zon op weg naar nergenshuizen. Ze gaan wonen in De Geknakte Tak. Dat blijkt niet echt een luxe accommodatie. De huisbaas is een strenge (en chagrijnige) uil die ze liever ziet gaan dan komen. Leuk detail: de buren maken een takkenherrie.

Een wonderlijk verhaal is het, deze door dieren uitgevoerde queeste in een wereld vol gevaar. De lezer krijgt van hoofdpersoon Tess Waterkers alle informatie door. Maar wat snapt een eenvoudig konijn nou van de wereld om zich heen? En al die gevaren, waar moeder steeds op hamert? Of eten vinden – hoe moet dat?

De arme familie probeert zich te redden, maar dat valt niet mee. Toch houdt Tess er de moed in, vooral als ze nieuwe ontmoetingen heeft zoals met Tunk de Honingbeer.

Het verhaal waaiert alle kanten op en zit vol lekker gekke personages. En vreemde situaties. De schrijfstijl is grappig Brits: droge humor en achteloze grappen. Let ook op de taal die mama Konijn bezigt; behoorlijk ordinair voor een keurige moeder, vooral als ze zich ergert aan haar lastige kinderen Ook in de plotwendingen leeft Gregory Maguire zich uit: geen verveling bij dit boek.

Nadeel is wel dat het een LANG verhaal is. Voor de meeste kinderen te lang om in één keer uit te lezen, maar dat kun je zien als een voordeel. Er is genoeg te beleven in de bizarre wereld van Tess. En je hoeft een boek niet in één nacht uit te lezen. Al is de verleiding daar wel.De tekeningen van David Litchfield zijn fantastisch. Felle kleuren, sfeervolle doorkijkjes van nieuw ontdekte gedeeltes in het bos, mooie dieren, nog mooiere dieren en alles overgoten met zacht licht.  

Tip: neem de tijd, bekijk alles rustig en lees het boek in etappes. Lees- en kijkplezier gegarandeerd.

ISBN: 9789462917392

Sterren: ***

Uitgeverij: De Eenhoorn

Ook verschenen op Bazarow

Keith Faulkner & Jonathan Lambert – De breedbekkikker

Grote mond?

Een grappig prentenboek is het, dit pop-up boek. Keith Faulkner neemt de droogkomische tekst voor zijn rekening en Jonathan Lambert de geweldige tekeningen.

Waar het over gaat hoeven we niet uit te spellen. De voorkant van het boekje springt vanzelf in je gezicht met de breeduit getekende groen met geel gekleurde kikker. En ja, hij loert met één oog naar links, voor de kijkers rechts.

Een vreetzak is het ook, onze kikker. Dat wordt duidelijk als we de eerste pagina openslaan. Een lange, lange tong schiet je tegemoet. De tekst zegt nog dat die tong ook plakkerig is, en het is te hopen voor de arme vlieg die linksboven (voor de kijkers rechts) te dichtbij de breedbekkikker zweeft en nog onbewust is van zijn mogelijk komende bestemming als snack:

““Ik ben een breedbekkikker en ik eet vliegen’, zei de breedbekkikker.

‘Wat eet jij zoal, vogel?’

‘Ik eet wriemelende wormen en slakken,’ antwoordde de vogel, en zijn puntige snavel klapperde open terwijl hij sprak.”

En op volgende pagina weer een ander dier. Zo popt de kikker ons door het boekje heen. De steeds bewegende en naar buiten springende onderdelen van de dieren zal de kleuter aangenaam verrassen. Ook de felle kleuren en rare details zijn leuk, al vallen ze niet bij eerste lezing op.

De clou gaan we hier niet weggeven natuurlijk. We laten onze kikker lekker breedbekkig met dieren spreken. De antwoorden van de dieren zijn duidelijk, vooral richting de laatste pagina. Daar volgt een interessante wending.

Erg leuk boek voor de peuters, die moeite zullen hebben hun handjes bij de BREDE bekken vandaan te houden. Succes verzekerd.

ISBN: 9789463379960

Sterren: ****

Uitgeverij: Pelckmans

Ook verschenen op Bazarow 

Dennis Heijn – Tegen de stroom

Kidnappen als dwangmiddel

De achternaam van de schrijver is niet onbekend, zeker als je er de geruchtmakende ontvoering van zijn vader bij denkt. Dennis Heijn, zoon van dus, houdt het niet bij de kruidenierswarenbusiness maar laat dit boek spelen in het enorme schimmige speelveld van de wereld van de fossiele industrieën. Waar één maatschappij een dikke vinger in de pap heeft, inderdaad Shell.

Dennis Heijn windt er geen doekjes om. Al in het prille begin van deze klimaatthriller worden de good- en bad guys in stelling gebracht. Nuancering is niet nodig. De tegenstrijdige krachten die elkaar zullen gaan bevechten, heten respectievelijk Pino en Shell. Dat schept niet alleen helder beeld maar geeft ook een mooi spanningsverhogend uitgangspunt: de eenling tegen de globale moloch. Heeft de eenling een kans? Waarschijnlijk niet.Daarom voert Pino, samen met drie vrienden, een gewaagde actie uit. Ze ontvoeren de zoon van de CEO van Shell. De fossiele industrie en Shell in het bijzonder moeten ter verantwoording worden geroepen.

Hoe dat afloopt zeg ik lekker niet, want dat zou de spanningsboog van de thriller ontspannen en bovendien veel te veel informatie weggeven die het lezen van dit boek waarschijnlijk overbodig gaat maken. Wat ik met enige opwinding in mijn stem wel kan vertellen is dat de filmrechten van dit boek al voor verschijning zijn verkocht. Of dat een pluspunt is mag u zelf uitmaken.

Het verhaal volgt het thriller-ontvoerings-scenario uitstekend. Pino haalt geen bevrediging meer uit zijn werk bij het Wereld Natuur Fonds en zegt zijn baan op. Bedrijven zoals Shell maken absurde winsten die ze niet aanwenden om hun absurde uitbuiting van de aarde te compenseren; in plaats daarvan gaat alles naar de aandeelhouders. Niets nieuws onder de zon. Maar de nu werkloze Pino heeft een masterplan: hij en zijn maten gaan de zoon van de CEO van Shell ontvoeren, aldus Shell chanterend om de onze aarde fnuikende fossiele industrie tot inkeer te brengen.

 “In de twaalf uur durende rit naar huis heeft Pino genoeg tijd gehad om na te denken. So far so good. Als Italiaan loop je altijd het risico vereenzelvigd te worden met landgenoot Niccolò Machiavelli, wiens gedachtegoed vaak ten onrechte wordt samengevat als ‘het doel heiligt de middelen.’ Maar het grote doel rechtvaardigt niet alle middelen, vindt Pino. Zo zullen ze niemand doden, Nemo al helemaal niet, dat hadden ze van tevoren nadrukkelijk afgesproken.

De beangstigende notie dat hij niet meer terug kan, wordt overstemd door de opluchting dat Sunlight nu daadwerkelijk is begonnen. Er komt een moment dat je actie wilt ondernemen. Je kunt nu eenmaal niet alles voorzien, dus als je je uitgebreid hebt voorbereid, is het op een gegeven moment ook tijd om gewoon te starten. Ze hebben heel veel verschillende scenario’s doorgenomen; een kunstje dat ze nota bene geleerd hebben van Shell, dat bekendstaat om zijn scenarioplanning. Iets wat zijn nut had bewezen tijdens de oliecrisis in de jaren ‘70.”

Echt spannend is het nog niet. Een twistpunt is de schrijfstijl, die stroef aandoet. Ook kun je je bedenkingen hebben over de vrij dunne plot, en twijfelen aan de realiteitszin deze kidnapping, maar het verhaal duwt de lezer in elk geval voort tot aan de ontknoping. En we hebben nog de film die gaat komen. Qua publiciteit komt het dus zeker wel goed, al was het maar omdat het tegen de stroom ingaan uiteindelijk een goede zaak betreft.

ISBN: 9789083368344

Sterren: ***

Uitgeverij Santasado 

Ook verschenen op Bazarow 

Jonas Eika – Na de zon

Levenslust met donkere ondertonen

Vier verhalen vinden we in dit strak vormgegeven boek. Dat is niet veel, zou je kunnen denken, maar de heftigheid van die verhalen compenseert ruimschoots het mindere boekvolume. En ‘heftigheid’ is hier prima uitgedrukt in termen van fantasie, seks en bizarheid.

In ‘Alvin’ is de hoofdpersoon op banenjacht – hij wil in Kopenhagen gaan werken in de IT, vliegt erheen en wordt ontvangen door een employé van het bedrijf. Meer dan dat: de employé verleidt hem tot onrustige seks en neemt hem vervolgens mee naar een, laten we zeggen, niet voor de hand liggende werkplek diep onder de grond. De daaropvolgende ontmoeting met zijn toekomstige baas verwijst sterk naar een unhappy ending.

Die kenmerken komen we als hoofdingrediënten bij de andere drie verhalen ook tegen. Maar geen verveling te bespeuren; de registers waaruit Eika put zijn breed en extreem genoeg om niet in herhaling te vervallen.

Zijn teksten ontroeren net zo makkelijk als ze choqueren, meeleven en verbijsteren, mee-ontwikkelend met het verhaal. Sombere ondertonen hebben die verhalen wel allemaal; homo-erotische aspecten eveneens. De algemene toon is melancholisch, met soms felle uitschieters naar de donkere kant.

Je leest de verhalen met gemak, licht geamuseerd tot je opeens verzeilt in een bizar stukje wereld waar je geen weet van had. En dat maakt het lezen dan weer avontuurlijk. Zoals in dit verhaal ‘Bad Mexican Dog’, waar de hoofdpersoon één van de jongens is die de strandactiviteiten doet. Daar vallen sommige nevenactiviteiten ook onder.

“’Oké boys,’ zegt de eigenaar terwijl hij zijn rokende peuk over onze hoofden knipt. ‘Het begint minder te worden. Als de regen is opgehouden wil ik dat de club weer helemaal op orde is.’

In totaal moeten het vierhondertachtig ligstoelen zijn, in vierentwintig perfecte rijen van twintig, en we zijn met vier boys, het is zwaar werk.

Dan is het avond en duwt hij me voorover het bassin voor het kleedkamerbankje in. Boven het zeewater dat tot halverwege mijn dijen komt hangt een oranje damp. Het water is dik en het krioelt van de kwalachtige klodders waarmee we het dag in dag uit hebben gevuld, de klodders zijn een verbinding aangegaan met elkaar en met het zout: trossen die uitpuilen van de kleine geaderde, wittige eitjes. Ik zit op handen en voeten voor Manu die me op zijn knieën zit te voeren met het levende water, hij schept het met zijn hand in mijn kont. De zon zit nu in me want de zon gaat onder in de zee. Dan laat hij me het uitwendige, doorzichtige garnalenskelet zien dat hij op het strand heeft gevonden, steekt zijn hand in zijn zwembroek en haalt zijn lange, dunne pik tevoorschijn. ‘Heb je zin?’ vraagt hij knikkend, en ik knik terug, en hij draait de kop van het skelet af en dompelt de rest onder in het levende water om het zacht te maken. Het skelet zit strak om zijn pik, op de bungelende pootjes bij de wortel na. Ik laat me met gekromde rug en mijn kont omhoog door het bassin drijven laat mezelf slap worden van binnen en voel hem naar binnen glijden: een ribbelig en kriebelend gevoel in het slijmerige en koude…”

ISBN: 9789083347158

Sterren: ****

Uitgeverij: Koppernik

Ook verschenen op Bazarow 

Robert Bridgeman – De Laatste KathaaR

Nobody expects the French Inquisition

Als we de zwarte vloek van Paus Innocentius III als startpunt van deze tekst over ons heen voelen rollen, weten we direct waar we aan toe zijn:

“Vervloekt zijn al hun ledematen

Vervloekt zijn zij als ze staan, als ze zitten en als ze liggen

Mogen zij begraven worden met honden en ezels

Mogen de roofzuchtige wolven hun lijken verslinden”

Het is weer tijd voor een boek over de Inquisitie – de Gestapo van de Katholieke Kerk die zich rond het jaar 1300 in Zuid-Frankrijk onledig hield met het afslachten van alle Kathaarse ongelovige honden omdat ze … eh ongelovig waren. Die moordpartijen waren behalve wreed vooral een middel om eventuele aspirant-ongelovigen voorgoed te ontmoedigen. Dat alles met het doel het enig echte Geloof van de Katholieke kerk in stand te houden.

Over dat onderwerp zijn talloze boeken geschreven. De ongelijke strijd tussen de wijd verbreide en goed geoutilleerde Kerk en de zich in grotten en spelonken verbergende Katharen spreekt al eeuwen tot de verbeelding. Geniepige verklikkerij, martelpraktijken, terreur aan de ene kant en eerlijkheid, edele heldendaden, zuiver geloof aan de andere kant. Die ingrediënten zorgen nog altijd voor ‘nieuwe’ inzichten.

Het verhaal: De Kathaarse Priester Guillaume Bélibaste beheert een duizend jaar oud geheim: de spirituele sleutel van liefde die mensen kan bevrijden uit de wrede handen van de donkere kracht die de wereld te gronde richt. De spionnen van de Inquisitie schuwen verraad noch geweld om hem op de brandstapel te krijgen. Wie gaat winnen: de paus of de priester?

Kan Robert Bridgeman vernieuwende inzichten tonen in dit ‘De laatste Kathaar’? Het korte antwoord is nee. Niet echt. Alles wat hierboven staat over de Kerk en Katharen is al uitentreuren gedocumenteerd en geventileerd. En in veel varianten te boek gesteld.

Bridgeman voegt met het verhaal vol geweld en verraad brengt geen nieuwe feiten toe. Wel sensationele kat-en-muis spelletjes tussen de priesters en de Katharen. En een haast ruikbare beschrijving van de ontberingen die de arme drommels die gevangen werden genomen en gruwelijlk gemarteld moesten doormaken. Verder hanteert hij een lekker weglezende romantische stijl. Het contrast met de verschrikkingen die de gevangengenomen Katharen ondergaan is groot, maar realistisch. De spanningsboog is ook in orde. Als lezer leef je mee met de bijna hopeloze pogingen van de Katharen de oude wijsheid te beschermen tegen de gewelddadige onderdrukkingspogingen. Liefde komt er uiteraard aan te pas, en verraad.

De achterflap noemt hem: “schrijver, columnist, opleider en online-documentairemaker… Robert woonde vijf jaar lang in het mysterieuze Katharenland aan de rand van de Zuid-Franse Pyreneeën en deed er het veld- en literatuuronderzoek dat geleid heeft tot deze roman.”

Dat is te merken. Bridgeman heeft goed rondgekeken in die streek. Hij strooit gul met plaatselijke gewoonten, oude gebruiken, specifieke namen van gereedschappen en voorwerpen, en de fraaiheid van Zuid-Frankrijk/Spanje zelf. Maar frisse inzichten levert het niet op.

ISBN: 9789493280779

Sterren: **

Uitgeverij: LondonBooks

Ook verschenen op Bazarow 

Simone van der Vlugt – Bloedlijn

Weinig inspirerende geschiedenisles

Bloedlijn is de nieuwe roman van Simone van der Vlugt. Achterin dit boek staan drie bladzijden vol titels van haar hand: ze schrijft sneller dan een recensent kan lezen. Nou is het lezen van Bloedlijn niet bijzonder tijdrovend. Of uitdagend. Ondanks de 445 bladzijden lukt het de schrijver namelijk niet om de perikelen rond Alkmaar in 1254 nagelbijtend spannend neer te zetten. Dat is opmerkelijk, want dat stuk geschiedenis staat juist bol van geweld, verraad, familie-eer, machtswellust, gewone wellust en nog meer geweld: 1254: De West-Friezen, rouwdouwers als ze zijn, vallen met regelmaat Alkmaar binnen en brandschattten wat ze voor de voeten komt. Koning Willem II (graaf van Holland en Zeeland en Koning van het Heilige Roomse Rijk) probeert de West Friezen te onderwerpen maar dat lukt slecht; gelukkig kan hij troost vinden bij de hoofdpersoon van het verhaal: Katelijne. Ze zijn elkaars geheime liefde.

Elementen genoeg voor een zinderend verhaal, maar Van der Vlugt krijgt de passie niet op papier. De vertelling mist peper en zout: de gebeurtenissen worden qua spanning niet heftiger dan de tekst van een geschiedenisboek. Jammer en merkwaardig, want we hebben meer boeken van haar gelezen die wél onderhoudend waren. Dit is aardig om te lezen, maar meer niet. Een voorbeeld:  

Protagonist Katelijne runt haar brouwerij in Alkmaar en is een scherpe observator. Als ze weer een aanval van de West-Friezen ziet aankomen, commandeert ze de mensen in de wijk snel dekking te zoeken en water te halen zodat de huizen niet in brand worden geschoten. We lezen dat de inwoners met klotsende emmers sjouwen, en dat de West-Friezen een hevige aanval doen, en dat de inwoners aan een ramp ontsnappen, maar spannender dan deze opsomming wordt het niet.  

Stiekem naar haar minnaar
Verderop in het boek een andere gebeurtenis die gepassioneerder beschreven had kunnen worden: Katelijne gaat (stiekem uiteraard) op bezoek bij haar minnaar:

“Koning Willem staat in het midden van de ruimte, gekleed in een knielange, paarse rock, afgebiesd met konijnenbont. ‘Vrouw Katelijne, majesteit,’ zegt de dienaar. Katelijne doet een paar stappen naar voren en maakt een buiging. ‘Majesteit.’ Achter haar verlaat de dienaar de kamer. Zodra de deur in het slot valt, trekt een brede lach over het gezicht van de koning. Hij spreidt zjn armen en Katelijne vliegt erin….

Ze ligt tegen hem aan nadat ze gevrijd hebben, en ze praten bij, maar midden in zijn verhaal maakt hij een grimas, en ze vraagt: ‘Wat is er? Heb je weer kiespijn?’”

Ook deze romance mist eh… intensiteit… Het is een beetje flauw misschien, maar deze voorbeelden uit het boek geven aan hoe de ‘touch and feel’ van het verhaal is: niet opwindend genoeg. Volgende keer beter dan maar.

ISBN: 9789026356377

Sterren: **

Uitgeverij: AmboAnthos

Ook verschenen op Bazarow 

Michelle Frances – Het schoolplein

Flinterdunne ‘thriller’

De slagzin op de voorkant van het boek is “De kinderen zijn erg, maar de moeders zijn nog veel erger …”.

Ik zou daaraan willen toevoegen: “… maar het slappe verhaal spant de kroon.” Michelle Frances maakt het wel erg bont door dit boek als een thriller te presenteren. Met de beste wil wordt het niet spannender dan een gossipverhaal over ouders en schoolgaande kinderen.

Vervelende ouders, dat wel, en geniepige kinderen ook, maar in een gemeenschappelijk interactieve omgeving als een school, met een bezetting van doorsnee gemiddelde mensen, zou het gek zijn als er geen roddels en wat onenigheden plaatsvinden. Maar meer dan dat vinden we niet.

Enfin, dit is het verhaal:

In de wat houterige vertaling uit het Engels ervaren de net verhuisde Nancy en dochter Lara dat een gesloten dorpsgemeenschap niet op hen zit te wachten. Sterker: de dorpelingen starten meteen roddels over de Tesla van Nancy, gevolgd door de kinderen op school die Lara niet in hun midden accepteren. Ze wordt buitengesloten:

“De eerste dag weer op school was altijd zenuwslopend, maar helemaal als het je eerste dag op een gloednieuwe school was. Nancy wierp een blik op Lara. Haar dochter was altijd zelfverzekerd geweest op school. Ze kon goed leren en had altijd veel vrienden omdat ze zachtaardiger was dan sommige extravertere kinderen. Ze was een normaal kind met normale interesses en normale vrienden. Toen sloeg het noodlot toe en had Lara zich maandenlang in zichzelf teruggetrokken. Haar juf had Nancy aan het einde van een schooldag apart genomen en gezegd dat Lara in de pauzes lusteloos in haar eentje over het schoolplein zwierf. Haar vriendinnen hadden geprobeerd haar mee te laten doen met spelletjes, maar Lara had zo vaak haar hoofd geschud dat ze waren afgehaakt. Thuis was ze net zo geweest en had ze urenlang uit het raam van hun flat op de tweede verdieping gestaard. Pas toen ze plannen gingen maken om naar een nieuw huis te verhuizen en de stad uit te gaan, begon Lara weer voorzichtige glimpjes van zichzelf te vertonen.”

In weerwil van de onderhuidse vijandigheid probeert Nancy gewoon haar leven in het nieuwe huis voort te zetten. Dat is niet simpel, omdat er nu ook fysieke bedreigingen komen. Een dode hond bijvoorbeeld, en Lara die door een hele groep vernederd wordt. Nancy laat dat niet over haar kant gaan en eist een treitergesprek op school, wat nog meer kwaad bloed zet.

Wat ook niet helpt is dat Lara deelneemt aan de ‘Lentekonining’ verkiezing. Het roept alleen maar nog meer jaloezie en scheve ogen op bij de dorpelingen. En dan hebben we het ‘duistere geheim’ nog niet vermeld, dat onder de oppervlakte loert. Het ontraadselen van dit geheim geeft inderdaad wat meer peper aan de slepende geschiedenis, maar nog lang niet genoeg om dit boek te classificeren als nagelbijtend.

ISBN: 9789059901360

Sterren: **

Uitgeverij: Boekerij

Ook verschenen op Bazarow 

Lale Gül – Ik ben vrij

Verscheurd leven

Moet ik nog uitleggen wie Lale Gül is? Nou kort dan: Lale schreef in 2021 het recalcitrante ‘Ik ga leven’. Ze laat daarin zien hoe ze afstand neemt van de rigide religieuze tradities en verplichtingen die ze in haar milieu opgelegd krijgt. Een confronterend boek met stevige reacties, zo heftig dat ze moet onderduiken. Haar familie, vooral haar moeder, wil niks meer van haar weten. Het boek werd een bestseller.

Deze opvolger ‘Ik ben vrij’ pakt de draad op waar ‘Ik ga leven’ eindigde. Gül is inmiddels succesvol schrijver en veelgevraagd gastspreker. Ze heeft haar zaakjes voor elkaar, lijkt het, maar de onderliggende pijn van het verstoten worden door je eigen vlees en bloed, heeft psychologisch nogal wat gevolgen. Radicaal als ze is, zit ze daarom aan het begin van dit boek in de stoel tegenover een psycholoog:

“Ik vind het bijna zielig voor hem dat ik hier nu mijn ellendige verhaal uit de doeken moet doen. Deze man moet gewoon met pensioen en in de tuin zitten met een kop gemberthee, niet ellendige verhalen aanhoren de godganse dag. Ik gun het hem zo. Ik wil bijna weer vertrekken en die man een uur pauze gunnen. Maar goed, het is maar dat ik inmiddels wéét dat altijd mooi weer spelen niet goed voor je is.”

Het is vintage Gül, deze beschrijving: ongezouten, recht voor z’n roodkoperen, licht humoristisch maar met compassie. Die compassie vinden we ruimhartig terug in dit boek. Maar eerst blikt ze terug op hoe ze haar eerste boek bij uitgeverij Prometheus aanbood. De tekst die ze daarbij meestuurt is ijzersterk, vooral de PS: ‘Ik weet zeker dat dit uw volgende bestseller wordt. Als ik geen reactie krijg binnen twee weken, mail ik de Bezige Bij.’

De rest is, zoals dat heet, historie. Het boek was buitengewoon succesvol en veroverde de halve wereld; dan mag je trots zijn op je werk. Maar de diepe geestelijke wond van de breuk met haar familie die juist door dat boek ontstond, ettert geestelijk door. Het is die spagaat die de spanningsboog in dit boek strak houdt.

Huiveringwekkende discussies

Ronduit huiveringwekkend zijn de theologisch getinte discussies die ze ondanks alles nog een paar keer aangaat met haar familie. Daarbij valt vooral de keiharde afwijzing van haar moeder op. Dat raakt haar ook het meest. Toch vergeet ze niet voor zichzelf te zorgen. Ze heeft een vriend, vindt een nieuw huis, en schrijft een nieuw – dit – boek.

Daarin staat het hoofdstuk ‘Boze Bosniër’, waar de complexiteit van haar leven samenkomt. Ze is uitgenodigd op een literair festival in Ljubljana, Slovenië. Ze wordt op het podium geïnterviewd, tot het vragenrondje.

“Na een paar keurige vragen steekt een kale meneer achter in de zaal zijn arm op. Als hij de microfoon krijgt, staat hij op en steekt hij een boze tirade af, die ik niet direct zag aankomen. Hij loopt naar voren terwijl hij praat, richting mij, met de microfoon. Het heeft iets zeer intimiderends, maar ik houd me kalm… De zaal wordt ook onrustig .. Maar ik zie dat niemand de man durft te onderbreken… Het is ook een heel forse, grote man, tegenover een heel tengere vrouw naast me. Als hij wil kan hij ons beiden tegen de muur slaan en onze neuzen en kaken breken, in zijn eentje. Dat idee maakt me niet rustiger… Zal het nu gebeuren, hier, in dit onbekende land, dat deze gek me gaat aanvallen? Ik zie de krantenkoppen al voor me: ‘Lale Gúl verrot geslagen tijdens lezing in Slovenië’”

Haar gevoel voor humor is in elk geval nog intact. Dat maakt het zware verhaal dat dit eigenlijk is, toch goed verteerbaar. Gül is niet bang om een paar stevige meningen te debiteren, en ook privé geeft ze een nietsontziende inkijk in haar leven. Prima gedoseerd geschreven allemaal, al vond ik het pornohoofdstukje iets té vrij. Verder veel respect voor een dappere jonge vrouw die haar eigen leven leidt. Hou dat vast.

ISBN: 9789044655827

Sterren: ****

Uitgeverij: Prometheus

Ook verschenen op Bazarow en TikTok

Catriona Ward – Onderhuids

Gecompliceerde suspense

De blur van de oude meester zelf op de cover is verlokkend genoeg: ‘Zenuwslopende thriller die zijn verbijsterende geheimen tot het allerlaatst bewaart.’ Helaas verschillen we dit keer van mening met Stephen King. De verbijsterende geheimen zijn wel aanwezig, maar het zenuwslopende karakter vond ik niet terug in het tamelijk langdradige verhaal.

In deze thriller doet Catriona Ward haar uiterste best om misleidende sporen uit te zetten, sprongen in de tijd te maken, illusies op te wekken die later weer teniet gedaan worden, doodlopende weggetjes te bewandelen en daarna op een ander pad door te gaan met een alsmaar gecompliceerder wordende horrorstory.

Samengevat: in 1989 krijgt Wilder Harlow kennis aan twee vrienden Nathaniel en Harper. Die drie musketiers beleven avonturen, zoals dat gaat met jongeren, alleen zijn deze avonturen tekenend voor de rest van Wilders leven. De vriendschap eindigt ruw na een traumatische ontdekking in een grot en ontmaskering van een seriemoordenaar. Wilder komt 30 jaar later terug naar Whistler Bay om rust te vinden. Jammer genoeg is ook Harper teruggekomen, die zich vreemd gedraagt. Dat helpt allemaal niet om Wilder te kalmeren – integendeel, hij beleeft vreemde dingen. Is dat echt of zijn het visioenen?

De lezer blijft tastend in het duister achter.

Het verhaal heeft heel veel tijdsprongen, zijpaden, tijdvariaties en zinsbegoochelende elementen, te veel om echt grip op de vertelling te krijgen. Het lijkt erop dat Ward extra haar best heeft gedaan om de verwarde/paniekerige inhoud van Wilders hoofd te mengen met oppoppende, nare herinneringen uit een triest verleden. We merken dat Wilder bij het herbeleven van die herinneringen afglijdt naar een psychische onstabiele toestand die rap erger wordt, maar dat proces verloopt erg verbrokkeld. Voor deze lezer iets te brokkelig om nog plezierig lezend bij de les te blijven.

Wilder intussen arriveert in 2023 weer op de oude onheilsplek. In de korte tijd dat hij weer op weg is naar Whistler Bay, haalt hij herinneringen op en beleeft hij een vreemd moment met een taxichauffeur. Het illustreert mooi de mistflarden die Ward door de tekst heen vlecht om de wankele gemoedstoestand van Wilder te typeren:

“Ik ga eindelijk die reis afmaken waar ik eenendertig jaar geleden aan begonnen ben. Ik ga naars Whistler Bay om Sky te vermoorden. Destijds heb ik het natuurlijk niet gedaan. Ik ben tot New York gekomen, toen durfde ik niet meer. Ik stapte uit de trein en ging terug naar Philadelphia. Ergens ben ik er blij om, maar ik vervloek mezelf ook om mijn lafheid.

Dankzij de nieuwe magneetzweeftrein duurt de reis nog maar half zo lang als toen ik zeventien was, maar hij blijft hetzelfde: met de trein naar Portland, met de bus naar Castine en met de taxi naar het huis.

‘Fijn u weer te zien,’ zegt de taxichauffeur, wat het allemaal nog onwezenlijker maakt dan het al was. Hij kan niet ouder zijn dan twintig, hij moet me voor iemand anders aanzien. Ik zie een soapserie op het schermpje op zijn dashboard, had hij het tegen de tv? Het moet eenzaam werk zijn.”

ISBN: 97890492203320

Sterren: **

Uitgeverij: Boekerij

Ook verschenen op Bazarow

Sacha Bronwasser – Luister

Leven in de lichtstad

Parijs, september 2021 – een collectieve wond in het Franse bestaan. Sacha Bronwasser pakt de lezer meteen bij de lurven met de verwijzing naar de jihadistische aanslagen in 2021 die Parijs én alle Fransen in de onderbuik troffen. Concertzaal de Bataclan en stadion Stade de France waren de bekendste plekken met de meeste doden en gewonden. Ze beschrijft dat in een semi achteloos nadrukkelijke stijl die gemakkelijk wegleest en toch indruk maakt.

Daarna springt het perspectief achteruit naar de tachtiger jaren van de vorige eeuw; ‘Het verhaal van Philippe’. Ook hier bomaanslagen, eveneens door Bronwasser ingeleid met het helaas ietwat sleetse beeld van geleidelijk opwarmende kikkers:

“Niemand weet wanneer kikkers doorkrijgen dat het water gaat koken. Niemand beslist waar het omslagpunt ligt, dat kan alleen maar achteraf worden aangewezen. Vlak voor Kerstmis 1983  ontploft een bom in de airconditioning van driesterrenrestaurant Le Grand Véfour in het Palais Royal.”

Focussend op Philippe, leren we dat hij zijn jaarlijkse vakantie viert op Cap d’Antibes, schitterend verwoord:

“Philippe voegt zich normaliter in het jaarlijkse vakantieleven op Cap d’Antibes alsof hij zich tussen de bladen van een familie-fotoalbum vouwt. Het schiereiland, met zijn lome geschiedenis van kuurbaden, polowedstrijden, oud geld en casino’s, is een diapositief van het amechtige fin-de-saison Parijs, waar de bevolking zich naar de eindstreep sleept. Hij laat het doorgaans achter zich zodra het vliegtuig opstijgt.”

Ook zijn echtelijke trouw heeft te lijden onder de zomers Franse zon: hij wordt langzaam maar onomkeerbaar verliefd op de rondvormige Ghislaine. Ook dit soort smeulende amourettes brengen passie, échte passie in het verhaal en zijn bovendien een leesfeest. Bronwasser intussen zet wederom in een paar welgekozen alinea’s neer hoe de lethargie van papa strijdt tegen een bevlieging van strandliefde. Welke kant gaat dat op?

De thema’s die Bronwasser aanraakt zullen zelfs de meest ongevoelige rauwe bonk weten te raken. De verwikkelingen – (lezer, opletten!) zijn aardig en inventief. Ook de met enige regelmaat interrumperende guitige anekdote is fijn, net zoals de vintage Franse sfeerbeschrijvingen. Je hoeft geen Francofiel te zijn om geheel onbedoeld de geur van een Parijse café noir op te snuiven. Of zit je dan al te diep in dit verslavende verhaal?

Well done met de lezer gevangen houden in deze wat traag voorthobbelende maar intelligente roman. Daarnaast kan menig francofiel zijn/haar hart ophalen aan de lustopwekkende beschrijvingen van het Franse leven; het is alsof je Peter Mayle ziet schrijven over ‘zijn’ Provence, maar dan met diepgang. Niks mis met dit boek. Dus neemt, boekenvrinden, eet.

ISBN: 9789026352065

Sterren: ***

Uitgeverij: Ambo/Anthos

Ook verschenen op Bazarow